Be jaarden werk en bejaardenzorg WW t Herrie op de Hope Veluwe BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF -L-- f FILM-NIEUWS Van de heer D. Broer, Huize „Irene", ontvingen wij de volgende bijdrage: Op Texel bezitten wij het voorrecht te „beschikken" over drie naar de eisen des tijds ingerichte bejaardentehuizen. De één mag dan nog iets meer comfort bieden dan de ander, in vergelijking met de „vaste wal" slaan wij een zeer goed figuur. Een feit waarover we ons alleen maar kunnen verheugen. Men hoort de laatste jaren nogal eens spreken over „vergeten groepen", welnu, als er al van vergeten groepen kan gesproken worden dan toch zeker onze bejaarden. Wij kunnen ons derhalve alleen maar verblijden dat deze ver geten groepen van voorheen de belangstelling hebben van vandaag. Daarom leek het ons dienstig om ook in de Texelse Courant aan dit onderwerp enige aandacht te schenken. Immers het percentage bejaarden ligt op Texel vrij hoog. Het gaat het landelijk gemiddelde te boven. Daar is het dan ook een landelijk gemiddelde voor. Over de problematiek van het bejaardenwerk en de bejaardenzorg willen wij U gaarne iets vertellen opdat het mogelijk uw interesse zal verkrijgen. Een interesse die het zeker waard is. Men weet nu eenmaal dat er op Texel drie bejaardentehuizen zijn, maar overigens weet men van de zaken zelf niet zoveel. Bejaardenwerk Men komt al meer tot de overtuiging dat dit werk qua opleiding een enorme achterstand heeft. Dit is volkomen be grijpelijk. Het bejaardenwerk staat na melijk nog in zijn kinderschoenen. Dat het bejaardenwerk de laatste jaren zo de aandacht heeft is verheugend te noemen. Verschillende ministeries hou den er zich mee bezig. Op interdepar tementaal niveau worden de problemen doorgesproken. Gelukkig kunnen wij constateren dat er van een zekere ho mogeniteit sprake is. Vandaar dat we hopen dat de oplei ding spoedig ter hand genomen zal worden. Als de voortekenen niet be driegen zal dat waarschijnlijk wel gelukken. Dan krijgen we gelukkig een zeer behoorlijk kader. De opleiding is er ook naar. De opleiding van directeu ren/directrices is zeer noodzakelijk. Nog maar al te vaak nemen besturen hun toevlucht tot een verpleger/verpleegster om deze een aanstelling te geven als resp. directeur of directrice. Dat dit niet de juiste weg is, zal in de toe komst wel blijken. Wij komen hier nog wel nader op terug. Mogelijk dat iemand zich afvraagt: is dit nu beslist noodzakelijk zo'n oplei ding? Vroeger werden de bejaarden (toen nog ouden van dagen geheten) toch ook opgenomen in een rusthuis en het ging toch altijd goed? Moet daar nu zoveel aandacht aan besteed worden en is de noodzaak daartoe nu WERKELIJK aanwezig? We kunnen alleen maar ant woorden: ZEER BESLIST! Ouderen onder ons herinneren zich uit hun jeugd dat zij als kinderen naar de ÜBEWAARschool gingen. Vandaag zegt men: kleuterschool. Maar voordien werden zij ter BEWARING afgegeven aan de school. Het was nog gemakke lijk ook, want moeder had de ruimte, en kon doen wat zij wilde. Zo was het ook ongeveer met onze bejaarden. Zij werden ter BEWARING afgegeven aan een rusthuis. De „vader en moeder" van het tehuis zouden wel op Opa en Omoe passen, zoals men van daag de babysit kent. Die tijd is geluk kig voorbij. Overigens, we hebben vader en moeder tussen aanhalingstekens ge zet, omdat er ook wel ouders zijn die menen dat het leven zo druk is, dat men geen tijd heeft voor de kinderen. Dan komen de kinderen te kórt. Zo was het ook in de rusthuizen. De personeels bezetting was over het algemeen be treurenswaardig te noemen, en de ouden van dagen verkommerden, in het tehuis. Want „vader en moeder" hadden het immers veel te druk? Zij kwamen toch nooit toe aan hun bejaarden? Dacht U dat dit verkeerd geschilderd was? Zeer beslist niet. Er bestaan op het ogenblik rapporten genoeg die dit aantonen. Gelukkig dat deze rapporten er zijn. Ook de nieuwe Wet op de Be jaardenoorden toont zulks duidelijk aan. Vandaar dat radicale ommekeer in het bejaardenwerk als een bitter nood zakelijk element wordt aangemerkt. Een vraag in geding is: vanuit welk gezichtspunt moet men het bejaarden werk bezien? Vanuit de medische, of maatschappelijk-sociale zijde, of is er ook nog een zakelijke kant aan? Vanuit de praktijk bezien spreekt de medische kant het minst. Gezaghebbende kringen onderschrijven dit, o.a. het ministerie van Maatschappelijk Werk en dat van 0.. K. en W. De maatschappelijke en sociale zijde zijn meer in geding. Echter mogen wij de zakelijke kant, die er ongetwijfeld aanzit, niet uit het oog verliezen. Zakelijk niet in de zin van winst-beogend, maar de exploitatie zal sluitend moeten zijn. Dat spreekt van zelf, zult u ons tegenwerpen! Schrikt u maar niet, er wordt soms verschrikke lijk raar omgesprongen met de begro ting. Zelfs zo. dat de bejaarden er de dupe van worden. Dat klinkt misschien vreemd in uw oren maar het is reali teit. Laten wij eerst wat aandacht schen ken aan degenen, die in het bejaarden werk werkzaam zijn. De directie De vraag zou gesteld kunnen worden: wie zijn dat? Wij kennen namelijk in het bejaardenwerk drie „soorten" direc ties. Er zijn tehuizen met een directeur; er zijn er nog meer die een directrice hebben, en tot slot zijn er de echtparen- directies. Wij houden ons nu maar bezig met de verzamelnaam; directie. Wat is de taak van een directie? Daarop te antwoorden is niet zo moei lijk. Immers, de directie heeft de dage lijkse leiding van het tehuis. De om schrijving zou ook kunnen luiden: de functie van een directie is representa tief en organisatorisch. Wij zouden zo maar een aantal in het oog springende taken kunnen noemen. Taken waarover ook op interdeparte mentaal niveau gesproken is. Hier ko men dus geen persoonlijke meningen naar voren, alleen kunnen wij opmer ken dat wij de mening van de verschil lende departementen wel onderschrij ven. Wij willen er een paar noemen: 1. de directie geeft leiding aan het personeel; 2. de directie dient een adequate (ge lijkwaardige, B.) verzorging in het tehuis te bevorderen; 3. een directie adviseert het bestuur ten aanzien van aanstelling en ont slag van personeel; 4. een directie heeft tot taak een goede huiselijke sfeer te bevorderen; 5. een directie geeft een eindadvies aan het bestuur ten aanzien van de op name. We zouden nog wel even door kun nen gaan, maar voorlopig echter ge noeg. We willen deze vijf punten eens na der bezien, en gaan deze punt voor punt na. We geven ze genummerd aan. Punt 1Het personeel is een zorg apart. Echter, deze taak zal naar beho ren moeten worden gedaan. Ook de om gang met personeel is van vitaal belang. Wij zouden het zo willen stellen: voor bestuur, directie en personeel is een bejaardentehuis primair een organisa tie. Als gevolg hiervan zouden wij weer kunnen stellen dat het sociale gedrag in een organisatie zich afspeelt binnen kleine groepen van 7-15 personen, met een mooi woord genoemd de zgn. „face to face" groepen. Zo'n groep heeft één of meer informele leiders en eigen nor men. We denken hierbij aan groeps- pressie en groepscontröle. Wijziging van een negatieve groepsnorm door de sa menstelling van de groep telkens te veranderen, leidt tot vereenzaming. Overleg met de groep zelf biedt betere resultaten. Mutaties zijn vaak onver mijdelijk, maar werken soms funest. 1 SX/M8 door Henk van Heeswijk 32. Kom kom, niet zo somber. Wat wil je? Koffie?" Hij knikte. Ze ging de consumptie ha len en bracht hem die. Ze keek hem nadenkend aan en vroeg tenslotte: „Waarom begin je niet voor jezelf? Mij dunkt, als je een paar centen hebt en je zet het bescheiden op....". Karei keek haar verrast aan en roer de onderwijl in zijn koffie. „Dat is niet zo gemakkelijk gedaan als gezegd. Daar is bovendien een heel kapitaal voor nodig. Natuurlijk heb ik wel enkele duizendjes achter de hand als het moet, maar...." „Nu ja. je kunt je voorlopig toch specialiseren op enkele artikelen? Ik heb er niet veel verstand van, maar je had het altijd over de sohriftenfabriek Kun je met een of andere schrif- tenfabriek niet een belangengemeen schap of zoiets aangaan?" „Verdraaid zeg, daar moet ik eens over nadenken. Er zit wat in". „En als je voor een ander zo goed kimt verkopen, kun je het voor jezelf zeker. Je vorige baas heeft je niet net jes behandeld, dan betaal je hem met hetzelfde geld en gaat al zijn klanten af. Als ze jou mogen, verkoop je, of het nu voor die man is of voor jezelf". Hij dronk van zijn koffie. „Daar moet ik eens rustig over nadenken, mop. Je brengt me op een idee". Toen het meisje weg was, haalde hij een blocnote uit zijn zak en maakte een berekening. Af en toe knikte hij vol daan en later kwam het meisje nog even bij zijn tafel. „Klopt de kas?" vroeg ze, wijzend op het papier. „Ik ben aan het cijferen geweest. Er zit een mogelijkheid in. Morgen rijd ik naar Roermond. Daar is ook een fabriek in schriften. Eens kijken, of ik daar niet wat kan versieren". „Waarom ga je niet meteen?" Hij keek op zijn horloge. „Veel te laat. Zoiets moet je 's morgens doen. Ik was eigenlijk van plan om jou hier vanmiddag gezelschap te houden". „Zeer vereerd, maar alsjeblieft niet. De chef kijkt toch al lelijk, als ik wat lang bij jou sta te kletsen. Blijf dus niet te lang". Hij keek haar lachend aan. „Heb je zo'n hekel aan me?" „Praat geen onzin, Karei, dat weet je wel beter. Maar ik ben aan het werk, zie je? Ik weet niet. of dat voldoende tot je doordringt". „Wat moet ik dan de hele middag doen?" „Je zou m'n broers kunnen helpen op de boerderij". Hij proestte het uit. „Moe'k nou lachen?" „Dat doe je al. Ben je zeker te fijn voor gebouwd, he? Waarom ga je het museum niet eens bekijken?" „Het museum?" „Ja, dat is best de moeite waard. En voor een man beslist wel interessant. Vooral de schilderijen". „Ik bezoek nooit museums". „Gebrek aan je opvoeding. Ik wel. Vandaar dat de directie hier een zware taak heeft. Uit vele onderzoekingen is gebleken, dat de afwezigheid van „meespreken" de belangrijkste oorzaak is van een negatieve informele organisatie. In elke organisatie hebben wij te maken met mensen, dingen, geld en regels. Dat wordt maar al te vaak vergeten. Wij zijn er ons volkomen van bewust dat wij maar al te weinig aan het perso neelsbeleid aandacht schenken. Het zgn. „teamwork" ontbreekt zo vaak. Menige directie heeft zijn antwoord al direct klaar. Men heeft het als directie vaak zo druk. Men komt aan het personeel niet toe. en men is overgelukkig als alles op „rolletjes" loopt. Ja, dan is men dik tevreden. Maar het is niet juist. Ontegenzeggelijk hebben wij de groepsgeest en het groepskarakter te onderkennen, maar ook de onderlinge verhouding in de groep. Hoe vaak komt het niet voor dat een afwijkend groeps- lid het moreel van de groep verknoeit. Daar heeft een directie voor te waken. We erkennen het: menige directie die in deze zijn taak verwaarloosd. Maar ook, we verhelen het niet: menig be stuur die zijn directie als sloofje ge bruikt. Dat is in feite veel erger. Daar zijn natuurlijk allerlei factoren voor aan te wijzen. Wij willen er hier niet breder op ingaan daar dit hier de plaats niet voor is. Het is echter een teken aan de wand. Hier speelt ook een rol hoe de perso neelsbezetting in een bejaardentehuis is. Ook de stafleden dienen goed op de hoogte te zijn met de gang van zaken in een bejaardentehuis. Vandaar ook dat het dringend noodzakelijk is dat er periodieke gesprekken plaats hebben met de stafleden. Hoe groot of hoe klein die staf is doet aan het feit niets af. Dat primaire, die organisatie, moet kloppen. Er liggen vaak enorme problemen bin nen het bejaardentehuis. Deze zullen dan ook binnenshuis moeten worden opgelost. Dat vereist heel veel tact. Wij bekennen gaarne dat daar veel wijs heid voor nodig is. Ieder die in deze tijd met personeel van doen heeft, kan hierover meepraten. Het ligt niet zo eenvoudig. Er zou over het personeels beleid nog veel meer te schrijven zijn, doch wij willen het hierbij laten. Het tweede punt, de adequate verzor ging, zullen we behandelen bij het tweede deel van dit onderwerp, nl. bij bejaardenZORG. Punt 3 was: de directie adviseert het bestuur ten aanzien van aanstelling en ontslag van personeel. Wij zijn ons vol komen bewust dat het alleen een advies is dat wij uitbrengen. Maar helaas wordt er nog veel te weinig geluisterd naar deze adviezen. Niemand beter dan een directie kan weten welk personeel nodig is en met welk personeel zij van doen heeft. Het bestuur is in werkelijk heid de figuur op de achtergrond. Het komt wel voor dat besturen de adviezen 19. Terwijl dit allemaal gebeurde op het stadionplein en in de onmiddellijke omgeving daarvan, kwam juist Karei Kleuntjes uit de kleedkamer gelopen. Het mag wel opmerkelijk heten, dat hij helemaal alleen was, doch dat is niet zo vreemd, als men weet, dat genoemde Karei kwaad was weggelopen. Hij ver tikte het mee aan te zitten aan het gro te diner, dat was aangeboden aan de spelers van het triomferende elftal. .JVIooie boel daar", mopperde Karei. „Daar ben je volbloed amateur en daar maken ze je opeens tot semiiprof door je En 't kost maar een kwartje". Hij knikte. „Vooruit, ik ga me alge meen ontwikkelen a raison van vijfen twintig cent. Een kwartje cultuur kan nooit kwaad. Apropos, juffrouw, hoe veel krijgt u van me?" „Tachtig cent inclusief, meneer". Hij schoof een gulden naar haar toe. „Alstublief, juffrouw. Laat u de rest maar zitten". Ze boog en streek het geld op. „Dank u wel, meneer. Ik zal die rest voor u bewaren tot u blut bent". „Je bent me er eentje. Kijk niet zo uitgestreken, mop, anders ga ik je hier zoenen". „Als je toch het hart zou hebben. Bij de ingang van het museum depo neerde hij zijn kwartje en trad binnen. Een paar levensgrote naaktfiguren troffen onmiddellijk zijn ogen en met een begreep hij nu, waarop Stien had gezinspeeld, toen ze zei: voor een man beslist interessant. Vooral de schilde rijen. Zo'n grapjas. Drie kwartier dwaalde Karei d.oor de verschillende zalen, keek door de ruiten naar de beeldentuin, die dreef van de vele regens der laatste dagen keerde op zijn schreden terug naar de deur. Erg mooi. als je ervan hield. Nu ja, een kwartje was het altijd waard. Er kwamen mensen in het museum en met hen de koude wind. Karei trok zijn regenjas dichter om zich heen, groette de portier, die hem onderzoe kend aankeek en liep naar buiten. Even keek hij in het restaurant, maar zag dat het er overvol was. Dan meteen maar naar huis, en eens een serieuze berekening maken over Stieris idee. Niet gek bekeken. Ze zou een flinke totaal negeren, en wat nog erger is on verstandig gaan handelen in deze. Er zijn voorbeelden van in de praktijk. Dit is alleen maar te betreuren. Welke fac toren hier een rol spelen? Het kunnen er vele zijn. Wij kunnen vaak niet aan de indruk ontkomen dat de besturen „goedkoop" willen werken. Ons zijn gevallen bekend dat een directrice min der verdient dan een werkster. Er direct aan toevoegende dat beide par tijen schuld hebben. Er ontstaan nogal eens spanningen tussen besturen en di recties. Dan wil het gebeuren dat een directie onder alle omstandigheden weg wil-, maar accepterende wat te krijgen is, zonder de consequenties te over zien. Gelukkig behoeven wij niet te generaliseren. Maar dat er vele span ningen zijn kunnen wij U garanderen. En bovendien dat in zeer vele gevallen de schuldvraag bij de besturen moet worden gezocht. Welke invloed deze spanningen op de sfeer in de tehuizen heeft, behoeft nauwelijks verder om schreven. Als de besturen de adviezen maar honoreerden die de deskundigen c.q. de directies uitbrachten, welk een zegenrijke uitwerking zou dit hebben. Er zijn besturen die de rollen beter om konden draaien, zodat het bestuur op de plaats van de directie ging staan, en de directie op de plaats van het be stuur. (Wordt vervolgd) „I'll cry tomorrow" („Morgen zal ik huilen"). Er worden wel eens boeken geschreven, die men. om wille van de compleetheid van de opvoeding, gelezen moét hebben. Bij films komt dat ook voor. Misschien worden we van schro melijke overdrijving beschuldigd als we in dit geval boek én film van Lilian Roth tot bovenstaande categorie reke nen. Het kan in ieder geval geen kwaad te zien welke ontstellende ellende alco hol teweeg kan brengen. Om gevoels overwegingen is dat bij een vrouw dub bel erg. Dat zien we dan met Lelian, uitgebeeld door niemand minder dan Susan Hayward, gebeuren Tot in vrij wel uitzichtloze diepten zien wij haar de weg naar het alcoholisme gaan. Ze komt er weer uit ook, geholpen door de mensen van „Alcoholics Anony- mores" met Burt McGuire voorop. Woensdagavond om 8 uur. Toegang 18 jaar. INGEKOMEN PERSONEN Trijntje Hamerslag, van Amsterdam, Polluxstraat 3 hs naar De Koog, Dorps straat 45; Martinus Bonting (met echt genote) van Amsterdam, Chr. Snouck Hurgronjehof 46 III naar De Koog, Ple vierstraat 11; Geesje Streutker, van Ooitgensplaat, Weespad 54 naar Oos terend. Oranjestraat 11; Willem Kalk, van Emmen, Emmen Oeverseweg 12 naar Den Burg, Gasthuisstraat 22. een gratificatie in je handen te douwen voor de goals, die je gemaakt hebt! Ja ja, ze vonden het zeker él te mal, dat ik als tweede klasser niet in aanmerking kwam voor een premie op de overwin ning! En toen gaven ze me voor iedere goal een tientje! En dan hadden ze ze ker gedacht, dat ik nog een beetje ging zitten meeëten ook! Luisterend naar die spietsjes van de hoge pieten! Niks voor mij! Je soep wordt er maar koud van en voor de rest is het toch maar blabla- bla! Niks hoor, ik ga terug naar huis! Brigadier Piet maakte zich juist ge- vrouw voor hem kunnen zijn. Thuis werkte hij rustig een plan uit en kwam tot de conclusie, dat er tal van mogelijkheden in zaten. Het zou wel een grote hap nemen uit zijn kapi taaltje, maar wie niet waagt, die niet wint. Als hij met die lui in Roermond tot een akkoord kon komen, dan kon hij met een paar jaar zijn hele grond- kapitaal terugverdiend hebben. En een schrift verkocht je altijd. Voor zover hem bekend was, had Roermond goede kwaliteit. Rommel ging hij zeker niet verkopen. Daar groef je je eigen graf mee. Vol nieuwe plannen ging hij die avond slapen. Onwetend van het feit, dat een net zich dicht trok over Karei Welsenaar, want om half twee in die nacht werd er gebeld aan de woning Burgemeester Bootlaan 33 en vader Welsenaar, die mopperend de voordeur opende, stond met schrik te kijken naar een drietal geüniformeerde poli tiemannen. „Woont hier de heer K. Welsenaar?" luidde kort en bondig de vraag. „Ja, die woont hier.... dat is mijn zoon, maar. De agenten drongen naar binnen en sloten de deur achter zich. „We willen zo min mogelijk gerucht veroorzaken. Niemand heeft er verder wat mee te maken", legde een van hen uit. Vader Welsenaar deed verbaasd een paar stappen achteruit en vroeg; „Wat heeft dit te betekenen?" „Is uw zoon thuis?" „Natuurlijk. Waar zou hij anders zijn? Hij slaapt". „Maakt u hem dan maar wakker, want wij moeten hem hebben". GESLAAGD De heer G. J. Kuip, Wilhelminalaan 12, slaagde te Alkmaar voor het diplo ma hulpmonteur V.A.M. Het examen werd afgenomen op 4 en 11 sept. j.l. INWONERTALLEN IN 1960 In 1949 heeft de Vaste Commissie van de Prov. Planologische Dienst (P.P.D.) een rapport opgesteld betreffende de toekomstige «inwonertallen van de Noord-Hollandse gemeenten in 1960. In het dezer dagen verschenen jaarverslag van de P.P.D. wordt in een uitvoerig hoofdstuk nagegaan in hoeverre de des tijds gemaakte ramingen overeenstem men met de werkelijkheid van 1960. Sommige gemeenten blijken wel zeer sterk boven het verwachte aantal in woners gegroeid te zijn (Landsmeer 77%, Uithoorn 61 °/o)andere ge meenten zijn achtergebleven (Enkhui zen 12°/o. Wieringermeer 8°/o). In 1949 verwachtte men dat Texel in 1960 10.000 inwoners zou tellen. In werkelijkheid werden het er 10.674. Het verschil tussen geraamd en werke lijk inwonertal bedraagt dus nog geen 7°/o. De raming voor Texel was dus nog niet zo gek. Het maken van ramingen is nu eenmaal een hachelijke zaak. Toch kan men er moeilijk buiten. Om aller lei redenen is het van belang te weten in welke richting iets zal gaan. In ge noemd jaarverslag worden behartens- waardige opmerkingen gemaakt over „prognoses". Het kan blijken aldus het verslag dat men onvoldoende rekening heeft gehouden met veranderingen in de beschikbare of geldende inzichten in de economie of de samenleving van de provincie. En tenslotte kunnen ook ge woon vergissingen of fouten in de be nadering zijn binnengeslopen. Het is dan ook zo gaat het ver slag voort begrijpelijk dat bereke ningen omtrent het toekomstig inwo nertal zelden blijken uit te komen. Er is misschien zelfs méér reden tot ver wondering wanneer zij later blijken wél ongeveer met de werkelijkheid te kloppen dan wanneer dit niet het geval is. HOOG WATER Hoog water ter rede van Oudescbild: 17 sept. 8.35 en 21.12; 18 sept. 9.16 en 21.46; 19 sept. 9.50 en 22.16; 20 sept. 10.13 en 22.35; 21 sept. 10.35 en 22.59. Laagwater valt gemiddeld 6 uur 15 min. na hoogwater. Aan het strand ongeveer een uur eerder hoogwater. VERTROKKEN PERSONEN Henderika J. M. Paagman (ev. Graaf) van E 48 naar Rotterdam, Waterloostr. 159; Hendrik K. W. Verstegen, van Den Burg, Beatrixlaan 11 naar Arnhem, Zaslaan 165; Anna M. van der Windt, van K 99c naar Rotterdam. Sonsans- straat 156c; Gijsbertha van der Vendel, van K 52 naar Amsterdam, Rijnstraat 212 II. reed om bescheiden achter Karei aan te gaan, toen hij zag, dat deze op het ijswagentje afliep. „Een van tien, ijs man", zei Karei. „Vruchten en mocca alsjeblieft". „Si si, signore", lachte de ijsman. „Una di decimo centini con frutti mocca speciala!" De vriendelijke ijsman hief het nik kelen deksel van zijn ijsvoorraad en pakte de scheplepel stevig beet. (Wordt vervolgd) „Wat is er dan aan de hand, heren?" „Dat hoort u straks wel. Maak hem maar wakker en laat hij zich terstond aankleden. Hij gaat met ons mee". Geheel overstuur ging Welsenaar naar boven en wekte zijn zoon. Mevr. Welsenaar, wakker geworden door het ongewone nachtelijke rumoer, kwam naar beneden en keek verschrikt naar „Wat is er aan de hand?" vroeg ze. de agenten. De oudste agent suste: „Niets om u ongerust -over te maken. We moeten uw zoon even hebben". „Waarom? Wat heeft-ie gedaan?" Hij haalde zijn schouders op „Dat weet ik ook niet, mevrouw. Ik voer alleen maar een order uit. Misschien heeft het niets te betekenen". „Moet dat dan juist midden in de nacht?" De politieman spreidde zijn handen open. „Orders, mevrouw. Wij kunnen er ook niets aan doen". Een andere agent vroeg: „Wat doet uw zoon voor werk, mevrouw?" „Hijhij is vertegenwoordiger. Maar op het ogenblik is hij zonder werk". „Zo? Al lang?" „Een week of vier, vijf. Wat dan? Heeft dat er dan wat mee te maken?" De agent schudde zijn hoofd. „O nee, dat was zo maar een vraag". (Wordt vervolgd) CONSULTATIEBUREAU VOOR ZUIGELINGEN Woensdag 18 september a.s. worden de moeders van Oudeschild cn Den Burg ver wacht van 12.30 - 15.30 uur.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1963 | | pagina 4