Be jaarden werk en
bejaardenzorg
WW
t Herrie op de
Hope Veluwe
BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF
-L--
f FILM-NIEUWS
Van de heer D. Broer, Huize „Irene", ontvingen wij de volgende bijdrage:
Op Texel bezitten wij het voorrecht te „beschikken" over drie naar de eisen
des tijds ingerichte bejaardentehuizen. De één mag dan nog iets meer comfort
bieden dan de ander, in vergelijking met de „vaste wal" slaan wij een zeer
goed figuur. Een feit waarover we ons alleen maar kunnen verheugen.
Men hoort de laatste jaren nogal eens spreken over „vergeten groepen",
welnu, als er al van vergeten groepen kan gesproken worden dan toch zeker
onze bejaarden. Wij kunnen ons derhalve alleen maar verblijden dat deze ver
geten groepen van voorheen de belangstelling hebben van vandaag. Daarom
leek het ons dienstig om ook in de Texelse Courant aan dit onderwerp enige
aandacht te schenken. Immers het percentage bejaarden ligt op Texel vrij hoog.
Het gaat het landelijk gemiddelde te boven. Daar is het dan ook een landelijk
gemiddelde voor.
Over de problematiek van het bejaardenwerk en de bejaardenzorg willen
wij U gaarne iets vertellen opdat het mogelijk uw interesse zal verkrijgen. Een
interesse die het zeker waard is. Men weet nu eenmaal dat er op Texel drie
bejaardentehuizen zijn, maar overigens weet men van de zaken zelf niet zoveel.
Bejaardenwerk
Men komt al meer tot de overtuiging
dat dit werk qua opleiding een enorme
achterstand heeft. Dit is volkomen be
grijpelijk. Het bejaardenwerk staat na
melijk nog in zijn kinderschoenen. Dat
het bejaardenwerk de laatste jaren zo
de aandacht heeft is verheugend te
noemen. Verschillende ministeries hou
den er zich mee bezig. Op interdepar
tementaal niveau worden de problemen
doorgesproken. Gelukkig kunnen wij
constateren dat er van een zekere ho
mogeniteit sprake is.
Vandaar dat we hopen dat de oplei
ding spoedig ter hand genomen zal
worden. Als de voortekenen niet be
driegen zal dat waarschijnlijk wel
gelukken. Dan krijgen we gelukkig een
zeer behoorlijk kader. De opleiding is
er ook naar. De opleiding van directeu
ren/directrices is zeer noodzakelijk. Nog
maar al te vaak nemen besturen hun
toevlucht tot een verpleger/verpleegster
om deze een aanstelling te geven als
resp. directeur of directrice. Dat dit
niet de juiste weg is, zal in de toe
komst wel blijken. Wij komen hier nog
wel nader op terug.
Mogelijk dat iemand zich afvraagt: is
dit nu beslist noodzakelijk zo'n oplei
ding? Vroeger werden de bejaarden
(toen nog ouden van dagen geheten)
toch ook opgenomen in een rusthuis en
het ging toch altijd goed? Moet daar nu
zoveel aandacht aan besteed worden en
is de noodzaak daartoe nu WERKELIJK
aanwezig? We kunnen alleen maar ant
woorden: ZEER BESLIST!
Ouderen onder ons herinneren zich
uit hun jeugd dat zij als kinderen naar
de ÜBEWAARschool gingen. Vandaag
zegt men: kleuterschool. Maar voordien
werden zij ter BEWARING afgegeven
aan de school. Het was nog gemakke
lijk ook, want moeder had de ruimte,
en kon doen wat zij wilde.
Zo was het ook ongeveer met onze
bejaarden. Zij werden ter BEWARING
afgegeven aan een rusthuis. De „vader
en moeder" van het tehuis zouden wel
op Opa en Omoe passen, zoals men van
daag de babysit kent. Die tijd is geluk
kig voorbij. Overigens, we hebben vader
en moeder tussen aanhalingstekens ge
zet, omdat er ook wel ouders zijn die
menen dat het leven zo druk is, dat
men geen tijd heeft voor de kinderen.
Dan komen de kinderen te kórt. Zo was
het ook in de rusthuizen. De personeels
bezetting was over het algemeen be
treurenswaardig te noemen, en de
ouden van dagen verkommerden, in het
tehuis. Want „vader en moeder" hadden
het immers veel te druk? Zij kwamen
toch nooit toe aan hun bejaarden?
Dacht U dat dit verkeerd geschilderd
was? Zeer beslist niet. Er bestaan op
het ogenblik rapporten genoeg die dit
aantonen. Gelukkig dat deze rapporten
er zijn. Ook de nieuwe Wet op de Be
jaardenoorden toont zulks duidelijk
aan. Vandaar dat radicale ommekeer in
het bejaardenwerk als een bitter nood
zakelijk element wordt aangemerkt.
Een vraag in geding is: vanuit welk
gezichtspunt moet men het bejaarden
werk bezien? Vanuit de medische, of
maatschappelijk-sociale zijde, of is er
ook nog een zakelijke kant aan? Vanuit
de praktijk bezien spreekt de medische
kant het minst. Gezaghebbende kringen
onderschrijven dit, o.a. het ministerie
van Maatschappelijk Werk en dat van
0.. K. en W. De maatschappelijke en
sociale zijde zijn meer in geding. Echter
mogen wij de zakelijke kant, die er
ongetwijfeld aanzit, niet uit het oog
verliezen. Zakelijk niet in de zin van
winst-beogend, maar de exploitatie zal
sluitend moeten zijn. Dat spreekt van
zelf, zult u ons tegenwerpen! Schrikt u
maar niet, er wordt soms verschrikke
lijk raar omgesprongen met de begro
ting. Zelfs zo. dat de bejaarden er de
dupe van worden. Dat klinkt misschien
vreemd in uw oren maar het is reali
teit.
Laten wij eerst wat aandacht schen
ken aan degenen, die in het bejaarden
werk werkzaam zijn.
De directie
De vraag zou gesteld kunnen worden:
wie zijn dat? Wij kennen namelijk in
het bejaardenwerk drie „soorten" direc
ties. Er zijn tehuizen met een directeur;
er zijn er nog meer die een directrice
hebben, en tot slot zijn er de echtparen-
directies. Wij houden ons nu maar
bezig met de verzamelnaam; directie.
Wat is de taak van een directie?
Daarop te antwoorden is niet zo moei
lijk. Immers, de directie heeft de dage
lijkse leiding van het tehuis. De om
schrijving zou ook kunnen luiden: de
functie van een directie is representa
tief en organisatorisch.
Wij zouden zo maar een aantal in het
oog springende taken kunnen noemen.
Taken waarover ook op interdeparte
mentaal niveau gesproken is. Hier ko
men dus geen persoonlijke meningen
naar voren, alleen kunnen wij opmer
ken dat wij de mening van de verschil
lende departementen wel onderschrij
ven. Wij willen er een paar noemen:
1. de directie geeft leiding aan het
personeel;
2. de directie dient een adequate (ge
lijkwaardige, B.) verzorging in het
tehuis te bevorderen;
3. een directie adviseert het bestuur
ten aanzien van aanstelling en ont
slag van personeel;
4. een directie heeft tot taak een goede
huiselijke sfeer te bevorderen;
5. een directie geeft een eindadvies aan
het bestuur ten aanzien van de op
name.
We zouden nog wel even door kun
nen gaan, maar voorlopig echter ge
noeg.
We willen deze vijf punten eens na
der bezien, en gaan deze punt voor
punt na. We geven ze genummerd aan.
Punt 1Het personeel is een zorg
apart. Echter, deze taak zal naar beho
ren moeten worden gedaan. Ook de om
gang met personeel is van vitaal belang.
Wij zouden het zo willen stellen: voor
bestuur, directie en personeel is een
bejaardentehuis primair een organisa
tie. Als gevolg hiervan zouden wij weer
kunnen stellen dat het sociale gedrag
in een organisatie zich afspeelt binnen
kleine groepen van 7-15 personen, met
een mooi woord genoemd de zgn. „face
to face" groepen. Zo'n groep heeft één
of meer informele leiders en eigen nor
men. We denken hierbij aan groeps-
pressie en groepscontröle. Wijziging van
een negatieve groepsnorm door de sa
menstelling van de groep telkens te
veranderen, leidt tot vereenzaming.
Overleg met de groep zelf biedt betere
resultaten. Mutaties zijn vaak onver
mijdelijk, maar werken soms funest.
1 SX/M8
door Henk van Heeswijk
32. Kom kom, niet zo somber. Wat wil
je? Koffie?"
Hij knikte. Ze ging de consumptie ha
len en bracht hem die. Ze keek hem
nadenkend aan en vroeg tenslotte:
„Waarom begin je niet voor jezelf? Mij
dunkt, als je een paar centen hebt en
je zet het bescheiden op....".
Karei keek haar verrast aan en roer
de onderwijl in zijn koffie. „Dat is niet
zo gemakkelijk gedaan als gezegd. Daar
is bovendien een heel kapitaal voor
nodig. Natuurlijk heb ik wel enkele
duizendjes achter de hand als het
moet, maar...."
„Nu ja. je kunt je voorlopig toch
specialiseren op enkele artikelen? Ik
heb er niet veel verstand van, maar je
had het altijd over de sohriftenfabriek
Kun je met een of andere schrif-
tenfabriek niet een belangengemeen
schap of zoiets aangaan?"
„Verdraaid zeg, daar moet ik eens
over nadenken. Er zit wat in".
„En als je voor een ander zo goed
kimt verkopen, kun je het voor jezelf
zeker. Je vorige baas heeft je niet net
jes behandeld, dan betaal je hem met
hetzelfde geld en gaat al zijn klanten af.
Als ze jou mogen, verkoop je, of het
nu voor die man is of voor jezelf".
Hij dronk van zijn koffie. „Daar moet
ik eens rustig over nadenken, mop. Je
brengt me op een idee".
Toen het meisje weg was, haalde hij
een blocnote uit zijn zak en maakte een
berekening. Af en toe knikte hij vol
daan en later kwam het meisje nog
even bij zijn tafel.
„Klopt de kas?" vroeg ze, wijzend
op het papier.
„Ik ben aan het cijferen geweest. Er
zit een mogelijkheid in. Morgen rijd
ik naar Roermond. Daar is ook een
fabriek in schriften. Eens kijken, of
ik daar niet wat kan versieren".
„Waarom ga je niet meteen?"
Hij keek op zijn horloge. „Veel te
laat. Zoiets moet je 's morgens doen.
Ik was eigenlijk van plan om jou hier
vanmiddag gezelschap te houden".
„Zeer vereerd, maar alsjeblieft niet.
De chef kijkt toch al lelijk, als ik wat
lang bij jou sta te kletsen. Blijf dus
niet te lang".
Hij keek haar lachend aan. „Heb je
zo'n hekel aan me?"
„Praat geen onzin, Karei, dat weet je
wel beter. Maar ik ben aan het werk,
zie je? Ik weet niet. of dat voldoende
tot je doordringt".
„Wat moet ik dan de hele middag
doen?"
„Je zou m'n broers kunnen helpen
op de boerderij".
Hij proestte het uit. „Moe'k nou
lachen?"
„Dat doe je al. Ben je zeker te fijn
voor gebouwd, he? Waarom ga je het
museum niet eens bekijken?"
„Het museum?"
„Ja, dat is best de moeite waard. En
voor een man beslist wel interessant.
Vooral de schilderijen".
„Ik bezoek nooit museums".
„Gebrek aan je opvoeding. Ik wel.
Vandaar dat de directie hier een zware
taak heeft.
Uit vele onderzoekingen is gebleken,
dat de afwezigheid van „meespreken"
de belangrijkste oorzaak is van een
negatieve informele organisatie. In elke
organisatie hebben wij te maken met
mensen, dingen, geld en regels. Dat
wordt maar al te vaak vergeten. Wij
zijn er ons volkomen van bewust dat
wij maar al te weinig aan het perso
neelsbeleid aandacht schenken. Het zgn.
„teamwork" ontbreekt zo vaak. Menige
directie heeft zijn antwoord al direct
klaar. Men heeft het als directie vaak
zo druk. Men komt aan het personeel
niet toe. en men is overgelukkig als
alles op „rolletjes" loopt. Ja, dan is
men dik tevreden. Maar het is niet
juist. Ontegenzeggelijk hebben wij de
groepsgeest en het groepskarakter te
onderkennen, maar ook de onderlinge
verhouding in de groep. Hoe vaak komt
het niet voor dat een afwijkend groeps-
lid het moreel van de groep verknoeit.
Daar heeft een directie voor te waken.
We erkennen het: menige directie die
in deze zijn taak verwaarloosd. Maar
ook, we verhelen het niet: menig be
stuur die zijn directie als sloofje ge
bruikt. Dat is in feite veel erger. Daar
zijn natuurlijk allerlei factoren voor
aan te wijzen. Wij willen er hier niet
breder op ingaan daar dit hier de plaats
niet voor is. Het is echter een teken
aan de wand.
Hier speelt ook een rol hoe de perso
neelsbezetting in een bejaardentehuis
is. Ook de stafleden dienen goed op de
hoogte te zijn met de gang van zaken
in een bejaardentehuis. Vandaar ook
dat het dringend noodzakelijk is dat er
periodieke gesprekken plaats hebben
met de stafleden. Hoe groot of hoe klein
die staf is doet aan het feit niets af. Dat
primaire, die organisatie, moet kloppen.
Er liggen vaak enorme problemen bin
nen het bejaardentehuis. Deze zullen
dan ook binnenshuis moeten worden
opgelost. Dat vereist heel veel tact. Wij
bekennen gaarne dat daar veel wijs
heid voor nodig is. Ieder die in deze
tijd met personeel van doen heeft, kan
hierover meepraten. Het ligt niet zo
eenvoudig. Er zou over het personeels
beleid nog veel meer te schrijven zijn,
doch wij willen het hierbij laten.
Het tweede punt, de adequate verzor
ging, zullen we behandelen bij het
tweede deel van dit onderwerp, nl. bij
bejaardenZORG.
Punt 3 was: de directie adviseert het
bestuur ten aanzien van aanstelling en
ontslag van personeel. Wij zijn ons vol
komen bewust dat het alleen een advies
is dat wij uitbrengen. Maar helaas
wordt er nog veel te weinig geluisterd
naar deze adviezen. Niemand beter dan
een directie kan weten welk personeel
nodig is en met welk personeel zij van
doen heeft. Het bestuur is in werkelijk
heid de figuur op de achtergrond. Het
komt wel voor dat besturen de adviezen
19. Terwijl dit allemaal gebeurde op
het stadionplein en in de onmiddellijke
omgeving daarvan, kwam juist Karei
Kleuntjes uit de kleedkamer gelopen.
Het mag wel opmerkelijk heten, dat hij
helemaal alleen was, doch dat is niet
zo vreemd, als men weet, dat genoemde
Karei kwaad was weggelopen. Hij ver
tikte het mee aan te zitten aan het gro
te diner, dat was aangeboden aan de
spelers van het triomferende elftal.
.JVIooie boel daar", mopperde Karei.
„Daar ben je volbloed amateur en daar
maken ze je opeens tot semiiprof door je
En 't kost maar een kwartje".
Hij knikte. „Vooruit, ik ga me alge
meen ontwikkelen a raison van vijfen
twintig cent. Een kwartje cultuur kan
nooit kwaad. Apropos, juffrouw, hoe
veel krijgt u van me?"
„Tachtig cent inclusief, meneer".
Hij schoof een gulden naar haar toe.
„Alstublief, juffrouw. Laat u de rest
maar zitten".
Ze boog en streek het geld op. „Dank
u wel, meneer. Ik zal die rest voor u
bewaren tot u blut bent".
„Je bent me er eentje. Kijk niet zo
uitgestreken, mop, anders ga ik je hier
zoenen".
„Als je toch het hart zou hebben.
Bij de ingang van het museum depo
neerde hij zijn kwartje en trad binnen.
Een paar levensgrote naaktfiguren
troffen onmiddellijk zijn ogen en met
een begreep hij nu, waarop Stien had
gezinspeeld, toen ze zei: voor een man
beslist interessant. Vooral de schilde
rijen. Zo'n grapjas.
Drie kwartier dwaalde Karei d.oor de
verschillende zalen, keek door de ruiten
naar de beeldentuin, die dreef van de
vele regens der laatste dagen keerde
op zijn schreden terug naar de deur.
Erg mooi. als je ervan hield. Nu ja,
een kwartje was het altijd waard.
Er kwamen mensen in het museum
en met hen de koude wind. Karei trok
zijn regenjas dichter om zich heen,
groette de portier, die hem onderzoe
kend aankeek en liep naar buiten.
Even keek hij in het restaurant, maar
zag dat het er overvol was. Dan meteen
maar naar huis, en eens een serieuze
berekening maken over Stieris idee.
Niet gek bekeken. Ze zou een flinke
totaal negeren, en wat nog erger is on
verstandig gaan handelen in deze. Er
zijn voorbeelden van in de praktijk. Dit
is alleen maar te betreuren. Welke fac
toren hier een rol spelen? Het kunnen
er vele zijn. Wij kunnen vaak niet aan
de indruk ontkomen dat de besturen
„goedkoop" willen werken. Ons zijn
gevallen bekend dat een directrice min
der verdient dan een werkster. Er
direct aan toevoegende dat beide par
tijen schuld hebben. Er ontstaan nogal
eens spanningen tussen besturen en di
recties. Dan wil het gebeuren dat een
directie onder alle omstandigheden weg
wil-, maar accepterende wat te krijgen
is, zonder de consequenties te over
zien. Gelukkig behoeven wij niet te
generaliseren. Maar dat er vele span
ningen zijn kunnen wij U garanderen.
En bovendien dat in zeer vele gevallen
de schuldvraag bij de besturen moet
worden gezocht. Welke invloed deze
spanningen op de sfeer in de tehuizen
heeft, behoeft nauwelijks verder om
schreven. Als de besturen de adviezen
maar honoreerden die de deskundigen
c.q. de directies uitbrachten, welk een
zegenrijke uitwerking zou dit hebben.
Er zijn besturen die de rollen beter om
konden draaien, zodat het bestuur op
de plaats van de directie ging staan, en
de directie op de plaats van het be
stuur.
(Wordt vervolgd)
„I'll cry tomorrow" („Morgen zal ik
huilen"). Er worden wel eens boeken
geschreven, die men. om wille van de
compleetheid van de opvoeding, gelezen
moét hebben. Bij films komt dat ook
voor. Misschien worden we van schro
melijke overdrijving beschuldigd als we
in dit geval boek én film van Lilian
Roth tot bovenstaande categorie reke
nen. Het kan in ieder geval geen kwaad
te zien welke ontstellende ellende alco
hol teweeg kan brengen. Om gevoels
overwegingen is dat bij een vrouw dub
bel erg. Dat zien we dan met Lelian,
uitgebeeld door niemand minder dan
Susan Hayward, gebeuren Tot in vrij
wel uitzichtloze diepten zien wij haar
de weg naar het alcoholisme gaan. Ze
komt er weer uit ook, geholpen door
de mensen van „Alcoholics Anony-
mores" met Burt McGuire voorop.
Woensdagavond om 8 uur. Toegang 18
jaar.
INGEKOMEN PERSONEN
Trijntje Hamerslag, van Amsterdam,
Polluxstraat 3 hs naar De Koog, Dorps
straat 45; Martinus Bonting (met echt
genote) van Amsterdam, Chr. Snouck
Hurgronjehof 46 III naar De Koog, Ple
vierstraat 11; Geesje Streutker, van
Ooitgensplaat, Weespad 54 naar Oos
terend. Oranjestraat 11; Willem Kalk,
van Emmen, Emmen Oeverseweg 12
naar Den Burg, Gasthuisstraat 22.
een gratificatie in je handen te douwen
voor de goals, die je gemaakt hebt! Ja
ja, ze vonden het zeker él te mal, dat ik
als tweede klasser niet in aanmerking
kwam voor een premie op de overwin
ning! En toen gaven ze me voor iedere
goal een tientje! En dan hadden ze ze
ker gedacht, dat ik nog een beetje ging
zitten meeëten ook! Luisterend naar die
spietsjes van de hoge pieten! Niks voor
mij! Je soep wordt er maar koud van
en voor de rest is het toch maar blabla-
bla! Niks hoor, ik ga terug naar huis!
Brigadier Piet maakte zich juist ge-
vrouw voor hem kunnen zijn.
Thuis werkte hij rustig een plan uit
en kwam tot de conclusie, dat er tal
van mogelijkheden in zaten. Het zou
wel een grote hap nemen uit zijn kapi
taaltje, maar wie niet waagt, die niet
wint. Als hij met die lui in Roermond
tot een akkoord kon komen, dan kon
hij met een paar jaar zijn hele grond-
kapitaal terugverdiend hebben. En een
schrift verkocht je altijd. Voor zover
hem bekend was, had Roermond goede
kwaliteit. Rommel ging hij zeker niet
verkopen. Daar groef je je eigen graf
mee.
Vol nieuwe plannen ging hij die
avond slapen. Onwetend van het feit,
dat een net zich dicht trok over Karei
Welsenaar, want om half twee in die
nacht werd er gebeld aan de woning
Burgemeester Bootlaan 33 en vader
Welsenaar, die mopperend de voordeur
opende, stond met schrik te kijken
naar een drietal geüniformeerde poli
tiemannen.
„Woont hier de heer K. Welsenaar?"
luidde kort en bondig de vraag.
„Ja, die woont hier.... dat is mijn
zoon, maar.
De agenten drongen naar binnen en
sloten de deur achter zich. „We willen
zo min mogelijk gerucht veroorzaken.
Niemand heeft er verder wat mee te
maken", legde een van hen uit.
Vader Welsenaar deed verbaasd een
paar stappen achteruit en vroeg; „Wat
heeft dit te betekenen?"
„Is uw zoon thuis?"
„Natuurlijk. Waar zou hij anders zijn?
Hij slaapt".
„Maakt u hem dan maar wakker,
want wij moeten hem hebben".
GESLAAGD
De heer G. J. Kuip, Wilhelminalaan
12, slaagde te Alkmaar voor het diplo
ma hulpmonteur V.A.M. Het examen
werd afgenomen op 4 en 11 sept. j.l.
INWONERTALLEN IN 1960
In 1949 heeft de Vaste Commissie van
de Prov. Planologische Dienst (P.P.D.)
een rapport opgesteld betreffende de
toekomstige «inwonertallen van de
Noord-Hollandse gemeenten in 1960. In
het dezer dagen verschenen jaarverslag
van de P.P.D. wordt in een uitvoerig
hoofdstuk nagegaan in hoeverre de des
tijds gemaakte ramingen overeenstem
men met de werkelijkheid van 1960.
Sommige gemeenten blijken wel zeer
sterk boven het verwachte aantal in
woners gegroeid te zijn (Landsmeer
77%, Uithoorn 61 °/o)andere ge
meenten zijn achtergebleven (Enkhui
zen 12°/o. Wieringermeer 8°/o).
In 1949 verwachtte men dat Texel
in 1960 10.000 inwoners zou tellen.
In werkelijkheid werden het er 10.674.
Het verschil tussen geraamd en werke
lijk inwonertal bedraagt dus nog geen
7°/o. De raming voor Texel was dus nog
niet zo gek. Het maken van ramingen
is nu eenmaal een hachelijke zaak. Toch
kan men er moeilijk buiten. Om aller
lei redenen is het van belang te weten
in welke richting iets zal gaan. In ge
noemd jaarverslag worden behartens-
waardige opmerkingen gemaakt over
„prognoses".
Het kan blijken aldus het verslag
dat men onvoldoende rekening heeft
gehouden met veranderingen in de
beschikbare of geldende inzichten in de
economie of de samenleving van de
provincie. En tenslotte kunnen ook ge
woon vergissingen of fouten in de be
nadering zijn binnengeslopen.
Het is dan ook zo gaat het ver
slag voort begrijpelijk dat bereke
ningen omtrent het toekomstig inwo
nertal zelden blijken uit te komen. Er
is misschien zelfs méér reden tot ver
wondering wanneer zij later blijken
wél ongeveer met de werkelijkheid te
kloppen dan wanneer dit niet het geval
is.
HOOG WATER
Hoog water ter rede van Oudescbild:
17 sept. 8.35 en 21.12; 18 sept. 9.16 en 21.46;
19 sept. 9.50 en 22.16; 20 sept. 10.13 en 22.35;
21 sept. 10.35 en 22.59.
Laagwater valt gemiddeld 6 uur 15 min. na
hoogwater. Aan het strand ongeveer een uur
eerder hoogwater.
VERTROKKEN PERSONEN
Henderika J. M. Paagman (ev. Graaf)
van E 48 naar Rotterdam, Waterloostr.
159; Hendrik K. W. Verstegen, van Den
Burg, Beatrixlaan 11 naar Arnhem,
Zaslaan 165; Anna M. van der Windt,
van K 99c naar Rotterdam. Sonsans-
straat 156c; Gijsbertha van der Vendel,
van K 52 naar Amsterdam, Rijnstraat
212 II.
reed om bescheiden achter Karei aan
te gaan, toen hij zag, dat deze op het
ijswagentje afliep. „Een van tien, ijs
man", zei Karei. „Vruchten en mocca
alsjeblieft".
„Si si, signore", lachte de ijsman.
„Una di decimo centini con frutti mocca
speciala!"
De vriendelijke ijsman hief het nik
kelen deksel van zijn ijsvoorraad en
pakte de scheplepel stevig beet.
(Wordt vervolgd)
„Wat is er dan aan de hand, heren?"
„Dat hoort u straks wel. Maak hem
maar wakker en laat hij zich terstond
aankleden. Hij gaat met ons mee".
Geheel overstuur ging Welsenaar
naar boven en wekte zijn zoon. Mevr.
Welsenaar, wakker geworden door het
ongewone nachtelijke rumoer, kwam
naar beneden en keek verschrikt naar
„Wat is er aan de hand?" vroeg ze.
de agenten.
De oudste agent suste: „Niets om u
ongerust -over te maken. We moeten
uw zoon even hebben".
„Waarom? Wat heeft-ie gedaan?"
Hij haalde zijn schouders op „Dat
weet ik ook niet, mevrouw. Ik voer
alleen maar een order uit. Misschien
heeft het niets te betekenen".
„Moet dat dan juist midden in de
nacht?"
De politieman spreidde zijn handen
open. „Orders, mevrouw. Wij kunnen er
ook niets aan doen".
Een andere agent vroeg: „Wat doet
uw zoon voor werk, mevrouw?"
„Hijhij is vertegenwoordiger.
Maar op het ogenblik is hij zonder
werk".
„Zo? Al lang?"
„Een week of vier, vijf. Wat dan?
Heeft dat er dan wat mee te maken?"
De agent schudde zijn hoofd. „O nee,
dat was zo maar een vraag".
(Wordt vervolgd)
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Woensdag 18 september a.s. worden de
moeders van Oudeschild cn Den Burg ver
wacht van 12.30 - 15.30 uur.