Iwi Herrie op de Hope Veluwe Er zijn geen uitwassen in de Sowjet-unie r v VIERDE AFLEVERING Pracht handen 81if®ü^8Lfa"dpqslq TWEEDE BLAD TEXELSE COURANT VRIJDAG 18 OKTOBER 1963 In dc sanatoria Op een dag hebben we gelegenheid een bezoek te brengen aan een der sanatoria langs de kust. Het witte ge bouw kwam in 1958 gereed, maar ziet er uit als een tempel. We lopen tussen de enorme van ornamenten voorziene zuilen de hal binnen waar de directeur arts ons verwelkomt. Calina heeft zich laten vervangen door een mannelijke tolk, want ze ligt met griep te bed. De tolk heeft veel moeite de woorden van de arts in het Duits om te zetten, maar we komen te weten dat dit rusthuis door enkele honderden arbeiders wordt bewoond, die op advies van hun op zichters voor 25 dagen hierheen zijn gestuurd. Daarvoor betalen zij een ge ring bedrag, de rest past de staat bij. Tijdens een rondgang komen we ach ter het gebouw, vanwaar we een fraai uitzicht hebben op de blauwe zee. Minder fraai in onze ogen zijn de tot in het waanzinnige doorgevoerde ver sieringen van de balcons, de daklijsten en de vele trappen, die naar een lager gelegen pleintje voeren, waar een klei ne vijver is met fontein. Rond de vijver zitten bronzen engeltjes voortdurend water te spuwen en nog verder zien we een beeldengroep, natuurlijk ernstig kijkende arbeiders en arbeidsters voor- stellende. Ergens op een bord staat: „Rust komt iedere Sowjetburger toe". Een bijzonder vervelende situatie, die de verhoudingen binnen onze uit recht se en linkse elementen bestaande dele gatie zeer verslechtert, ontstaat als de geneesheer-directeur ons vraagt hoe we dit gloednieuwe gebouw vinden. „Oer lelijk en onpractisch!" luidt het ant- woórd van het rechtse deel. „O nee, juist heel mooi.zeggen de anderen. Daarmee is een soort koude oorlog tus sen de twee delegatiehelften uitgebro ken. De gesprekken vlotten nadien niet meer zo goed en met het in acht nemen van enige afstand lukt het ter nauwer- nood een openlijke ruzie te voorkomen. De geneesheer-directeur is boos op ons. Op onze bewering dat wij nooit zo'n pa leis zouden bouwen als sanatorium ant woordt hij bits: „We hebben de kapi talisten uit hun paleizen verjaagd en nu wonen de arbeiders er in1" O zo, die zit! Een „Jonge Pionier" Dc verdachte ingenieur In verband met de toestand in ons groepje, die steeds méér een afspiege ling wordt van de huidige wereldsitu atie, wordt de vriendschap tussen de vier rechtse elementen hechter. Wan delend door Jalta komen we rond het middaguur een jongeman tegen die ons aanspreekt. Het is een ingenieur uit Moskou, die hier op vakantie is en zich niet erg ingenomen uitlaat over de gang van zaken in de Sowjet-Unie. Zo open hartig uit hij zijn kritiek, dat we een ogenblik aan een valstrik denken en hem zeer gereserveerd en geringschat tend te woord staan. Hij begrijpt onze gedachten en probeert ons van zijn goe de bedoelingen te overtuigen. Hij wilde praten, ergens zitten maar niet hier op straat.... Zo gaan aan een tafeltje zitten in een soort reusachtig over dekt terras bij de haven, waar zelfs de in de Sowjet-Unie zo zeldzame koffie is te krijgen voor weinig geld. Onze in genieur is blij verrast te horen dat ik in Nederlandse kranten schrijf. En hij vertelt honderd uit. Over ruzies in de fabriek, over zijn verloving die uitge raakt is omdat de vader een partij functionaris een huwelijk met een bourgeois element, waarvoor hij alge meen doorging, niet kon goedkeuren. En over de brutale mond, die hij toen had gegeven, waardoor zijn promotie nog steeds op zich laat wachten Naar aanleiding van deze moeilijkheden was hij ook geroyeerd door de Komso mol, de jeugdorganisatie. We vinden het interessant iemand getroffen te hebben die bereid is zij het dan ten gevolge van een bepaalde gemoedstemming iets over het dagelijkse leven in Rus land te vertellen en nodigen hem en zijn nieuwe meisje, dat hij in Jalta heeft opgedaan, voor die middag uit naar het strand. De jonge ingenieur is zeer verheugd met het aanbod: „Dat komt prachtig uit, dan kan ik vanavond mijn koffers pakken, want morgenochtend moet ik weer terug naar Moskou!" Er komt echter een kink in de kabel. Wan neer we gewapend met onze bonnetjes in de rij staan om aan boord te gaan van het bootje, dat ons opnieuw naar het gouden strand moet brengen, wordt de jonge ingenieur en zijn meisje op boze toon aangesproken door een man in burger. Een verhitte discussie volgt. De burger heeft het laatste woord. De jongeman kijkt ons spijtig aan en zegt dat hij nu reeds zijn koffers moet pak ken. Hij knipoogt veelbetekenend en verdwijnt.... Het is duidelijk wat er aan de hand is De jonge Rus heeft men voortdurend in de gaten gehouden tij dens zijn gesprekken met de buiten landers. Men, liet hem zijn gang gaan tot het de spuigaten uitliep en het nodig werd in te grijpen. Het geval van de verdachte ingenieur bewijst duide lijk, dat veel jonge sow jet-burgers on danks de voortdurende propaganda hun eigen mening hebben behouden en die soms met veel risico verbreiden. De jeugd gelooft niet steeds de* ver halen en wil graag zelf onderzoeken wat er in het versmade westen aan de hand is. Mede daarom klampen ze toe risten aan en zoeken contact. School vol pioniers Reeds op de lagere scholen wordt aan de leerlingen de grote wetenschap pelijke successen voor ogen gehouden en als voorbeeld gesteld. We kunnen dit zelf zien als we een school in Jalta bezoeken, één van de 200 000 scholen in de Sowjet-Unie. We worden in een fraai vertrekje ontvangen door de pre sidente van de school. Ze vertelt ons over de bijzondere vorderingen, die juist haér leerlingen maken, niet alleen met de hersenen maar ook in de sport. En ze wijst naar een rij bekers en me dailles, die door leerlingen werden be haald tijdens sportontmoetingen met andere scholen. Dat de leerlingen van de school ook m politiek opzicht zeer vooruitstrevend zijn, blijkt bij een rondgang langs de verschillende lokalen. Zeer vele leer lingen dragen bij het schooluniform een rode halsdoek, het bewijs van lidmaat schap van de organisatie „De jonge Pioniers". Een pionier moet aan be paalde eisen voldoen. Zo wordt er gelet op ijver en netheid, maar ook op de houding jegens de staat en het socia lisme. Deze communisten-in-de-dop worden met achting behandeld en aan anderen ten voorbeeld gesteld Om hun status van „Jonge Pionier" te handha ven zijn ze verplicht hulp te verlenen en arbeid te verrichten als dat nodig is; zij moeten geheel onbaatzuchtig mee werken aan de opbouw van de staat. Op 14-jange leeftijd kan een Pionier worden bevorderd. Hij verlaat dan de organisatie maar wordt tegelijk lid van een andere jeugdbeweging: De Komsomol. Van de Komsomol worden nog grotere prestaties gevergd. Zij door Harry de Graaf dienen zich vrijwillig te melden wan neer ergens veel werk moet worden verzet. Het komt zelfs voor dat zij een aantal weken van hun vakantie offeren om geheel „vrijwillig" te helpen bij de graanoogst. Zo kan men tenslotte partij lid worden. Het hoogst bereikbare ide aal voor de Sowjet-burger is de status van „Stachonow". Het woord betekent letterlijk „stootarbeider". Het predikaat kan worden verworven door een lang durige inspanning, die uitgaat boven de verplichte arbeidsprestaties. Wan neer een toegeweid arbeider zeer lange tijd belangeloos overwerkt om een be paald projekt te helpen voltooien, be staat er kans dat hij „stachnow" wordt. In politiek opzicht moet er dan niets op hem aan te merken zijn. Overigens wordt de stachnow-titel ook wel toe gekend als ere-predikaat. De bootsman van de „Baltika" en de chef-kok van dat schip werden door bemiddeling van Chroestsjow stachanow-arbeider, als blijk van waardering voor de service tijdens de reis van de verschillende communistische leiders naar de Alge mene vergadering van de Verenigde Naties in New York, enkele jaren ge leden. Eén der vrouwelijke Pioniers leidt ons door de gangen en lokalen van de school §n vertelt honderd uit. Af en toe wordt gepauzeerd bij zinvolle afbeeldin gen op de wand, cijfers en statistieken. De school munt uit door haar bijzondere Lenin-verering, wordt ons verteld. Dat klopt, want geen vertrek is er, waar het portret van Lenip niet hangt. Er is zelfs een speciale „Leninhoek" waar een extra groot portret staat, omfloerst door rode vlaggen en bloemen. Kinderen kib belen over de vraag wie de bloemen bij Lenin mag verversen Avondje uit Jalta is een havenstad en zoals in alle havensteden van de Sowjet-Ume kent men er het probleem van de bui tenlandse zeelieden, die de wal op willen en zich amuseren. Dat buitenlan ders zich ongestoord tussen de Russen kunnen begeven en daar hun verderfe lijke invloed uitoefenen, is een ernstige zaak, zo meent men. Er moet voorko men worden dat zeelieden doelloos rondslenteren en daarom zijn bij alle havens van de USSR speciale huizen gebouwd, waar zij zich kunnen ver pozen, de z.g. „Seamens-clubs", combi naties van bioscoop, leeszaal en café, waar men tot diep in de nacht zoet gehouden kan worden. Wij moeten naar het oordeel van onze Intourist-functionarissen ook bezig ge houden worden en dus belanden we op een avond in de „Seamens-club" van Jalta. We worden er vriendelijk ont vangen door een Engels sprekende heer. Hij praat over vrede en vriendschap en reikt boekjes uit, véél boekjes. Het is in Engelse en Duits gestelde litteratuur van de bekende soort: Het Communis tisch Manifest, de grondwet van de Sowjet-Unie, een boek genaamd „Zó is de USSR morgen" en massa's foldertjes en brochures over onderwijs en tech niek. We krijgen ook postzegels, enkele mapjes met series van de Ruimtevaart. Die postzegels zijn ook te koop en ik voorzie me van enkele mapjes in de hoop ze later, in Holland gunstig van de hand te kunnen doen. Dat zou later bitter tegenvallen, want Russische post zegels zijn in het buitenland betrekke lijk weinig waard. Mooi zijn ze wel, maar een beetje plaatsjesachtig. Vooral de ruimtevaart heeft de ontwerpers van de Russische PTT geïnspireerd. We zien Wostoks en Spoetniks op de zegels af gebeeld en de portretten van de ruimte vaarders. We tonen ons dankbaar voor de geschenken en nemen een kijkje in een aangrenzende zaal. Er wordt film gedraaid. Helaas in de Russische taal, zodat we er weinig van begrijpen en in een ander gedeelte van het gebouw ons heil zoeken. Daar is het gezellig. Er is .publiek en er is een band die zij het wat dilettantisch jazzmuziek produ ceert. Het is duidelijk een progressief gezelschap, wat aan de tafeltjes langs de wanden zit. Er wordt gedanst: Stijf jes Engelse wals en foxtrot. Naarmate de uren vorderen en het publiek zich wat makkelijk gaat bewegen onder in vloed van de ruim voorradige wodka, komt de stemming er beter in. We knopen een gesprek aan met een Rus en vragen of hij wel eens van twist en rock 'n roll gehoord heeft. Hij knikt bevestigend en onderhoudt zich met zijn kameraden. Hij wendt zich weer tot ons: „Kunt U zó dansen....?" Hij zwaait met zijn heupen en bedoelt kennelijk de twist. „O, ja!", zeggen we roekeloos. Weer praat hij met zijn vrienden. Ze worden enthousiast. We moeten het demonstreren en voordoen! Het enige waarop ik hartstochtelijk hoopte als ik de dansvloer op ga en een Russisch meisje de beginselen van de twist onderwijs, is dat er niemand in de zaal zit die wérkelijk bedreven is op dit gebied. Kennelijk is dat niet het geval, want er wordt heftig geapplau- diseert nog vóór we aan echt dansen op de maat van de muziek toezijn. De band verleent medewerking. Het trage ritme maakt plaats voor een pittiger tempo, het westen en de twist waardig. Er doen nu meerdere paartjes mee, terwijl de anderen geïnteresseerd toe kijken. Aan variaties waag ik me voor lopig niet, niet omdat ik ze niet ken, maar omdat deze Russen ook zó al ple zier hebben. Er wordt gelachen en op een gegeven moment zelfs uitbundig gegild! De Westerlingen hebben de show gestolen! Maar opeens is het af. De deuren gaan open en enkele heren komen binnen; de een mengt z'ich onder het publiek en de ander onderhoudt zich met de zangeres van de band. Het wordt stil in de zaal als de zange res naar ons toekomt en ons toefluis tert:: „Dit mag U hier niet doen, het is niet goed!" De zaal lijkt zich tegen ons te hebben gekeerd. Sommigen kijken ons verbolgen aan op een enkeling na, die grijnslacht en knipoogt. Als we de zaal verlaten wordt over het „incident" niet meer gesproken. We zoeken ons hotel op en gaan naar bed op tijd: 11 uur. Terug Het eind van de achttiendaagse reis komt in zicht als we Jalta verlaten en per Tupolew via een aantal steden te rugvliegen naar Moskou en vandaar per trein naar het Westen. De verzorging in de Russische treinen is redelijk goed. Het enige dat ons werkelijk hindert, zijn de luidsprekers, die in elke coupé en zelfs in de restau ratiewagens zijn aangebracht en die voortdurend het programma van radio Moskou ten gehore brengen. We zoeken tien minuten vruchteloos naar een schakelaar om het ding tenminste in ónze coupé uit te schakelen. Later zie ik dat in 'n speciale afdeling van de trein een man achter 'n radio met versterkers en bandrekorder zit, die voor de goede doorkomst van de programma's ver antwoordelijk is. Het reizen in de trein is ondanks alle Russische service oer- vervelend. Het landschap buiten is een tonig en in de coupé is het benauwd omdat een raam niet geopend kan wor den vanwege de roetwolken uit de schoorsteen van de stoomlokomtief. In het grensstation van Brest-Litowsk moet de trein van andere wielenstellen worden voorzien. De tijd die dit om vangrijke karwei kost, proberen we nuttig te maken door wat rond te kij ken, maar spoedig worden we naar een douanegebouw verwezen waar onze koffers gecontroleerd moeten \yorden. Tot onze schrik zien we hier verschil lende reizigers hun hele hebben en houwen aan de douanebeambten voor leggen, die alles tot in de kleinste on derdelen inspecteren. Zelfs zaklantaarns worden opengemaakt. Er wordt op gelet of de passagiers roebels uitvoeren, wat streng verboden is. Op een formulier hebben we onze uitgaven moeten note ren, zodat het bedrag in onze porte monnee met het saldo daarvan overeen moet komen. Om onduidelijke redenen ontsnappen we aan de controle. We kun nen onze trein instappen, die nu ge schikt is gemaakt voor het smallere Europese spoorwegnet. Zo rijden we Polen binnen en weinige uren later stoppen we in Warchau, de hoofdstad. Anderhalve dag blijven we er om ook in dit Poolse oord een indruk te kunnen opdoen. Volgende week slot: „Terug naar dc vrijheid" ZONDAGSDIENST DOKTOREN Dcu Burg: DOKTER ELIAS (ingaande zaterdagmorgen 8 uur) Oostcrend eu De Cocksdorp: DOKTER RENOUT (ingaande zaterdagmorgen 8 uur) Zondagsdiensten dierenartsen: A M. J. RUTTEN. tel (02220) 2936 (ingaande zaterdagmiddag 12 uur) Zondagsdienst Witte Kruis Zr. FORTGENS Oosterend, tel. (02223) 250 of 207 (ingaande vrijdag 24 uur tot en met maandag 13 uur) en nimmer ruw of schraal T[""Hamea-Gelei ZON, MAAN EN HOOG WATER Dc zon komt 20 oktober op om 7.11 uur en gaat onder om 17.38 uur; 23 oktober op om 7.17 uur en onder om 17.31 uur. Maan- 25 oktober E.K.; 1 november V.M. Hoog water ter rede van Oudeschild: 18 okt. 9 13 en 21.36; 19 okt. 9.39 en 22.00; 20 okt. 10.01 en 22.26; 21 okt. 10.24 en 22.47; 22 okt 10.48 en 23 12; 23 okt 11.13 en 23.40; 24 okt. 11.39 cn 25 okt. 0.12 en 12 10; 26 okt. 0 49 cn 12 56 door Henk van Heeswijk 39. „Aan mij? Waarom?" „Nou? Iemand moet het toch gedaan hebben, nietwaar? Ze hadden geen pootjes, die schilderijen, vanzelf tippel den ze het museum niet uit. Met jou waren ze op het verkeerde spoor. Mis schien hebben ze wat anders ontdekt. Je kunt nooit weten". Hij stond langzaam op. „Laten we dan maar "naar de voorkamer gaan. Daar zijn vader en moeder ook En daar staat de radio Jeetje, Stien, ik heb er helemaal niet aan gedacht, dat je wel een kop koffie zou lusten. Ze kwam ook overeind en greep zijn arm. „Loop heen met je koffie, dat drink ik de hele dag al. Kom op, we gaan naar voren. Ze zouden er wonderwat van kunnen denken, dat we hier zo lang hebben gezeten". Bij de deur hield hij haar staande en nam haar in zijn armen. „Wat bijvoor beeld, Stien?" „Hè? Wat bedoel je?" „Nou, wat zouden de oudjes gedacht kunnen hebben?" Ze gaf hem speels een tik tegen zijn wang. „Apekop, daar mag je heel niet aan denken". Ze zaten nauwelijks in de ruime voorkamer, toen de nieuwsberichten begonnen en over de schilderijenroof vertelde de nieuwslezer: „De directie van het Rijksmuseum Kröller-Müller heeft médegedeeld, dat in de loop van de avond de ontvreem de schilderijen van Jan Steen en Breit- ner, alsmede het vlaamse Manabeeldje teruggeplaatst zijn in het museum. De drie kunstvoorwerpen, die eergisteren werden vermist, zijn door drie studen ten van de Amsterdamse Vrije Univer siteit per auto op de Hoge Veluwe te ruggebracht. De kunstvoorwerpen ble ken onbeschadigd. Nader vernemen wij, dat de drie stu denten inmiddels zijn aangehouden en ondervraagd. Het bleken eerstejaars studenten te zijn, die in het kader van de ontgroening opdracht gekregen had den om twee schilderijen cn een beeldje uit het rijksmuseum Kröller-Müller weg te halen en te deponeren in de sociëteit van de studenten. Woensdags middags zijn zij per auto op het Natio naal Park gearriveerd, bezochten het museum en hebben kans gezien prak tisch onder de ogen der suppoosten de drie meergenoemde kunstvoorwerpen los te haken en ze onder hun kleding mee te smokkelen naar buiten. Dit is omstreeks kwart over vier in de middag geschied Men is daarna terstond het Park uitgereden naar Amsterdam en heeft daar de schilderijen en het beeld je bij de studenten, die daartoe op dracht gegeven hadden, afgeleverd. De drie voorwerpen werden weggeborgen in de kluis van de sociëteit Toen be kend werd, dat inmiddels al een inge zetene van Ede was gearresteerd, als verdacht van deze roof, besloten de studenten de voorwerpen weer terug te laten brengen naar de Hoge Veluwe, hetgeen dus vanavond heeft plaatsge vonden. Na verhoor zijn de drie stu denten voorlopig op vrije voeten ge steld. Waarschijnlijk zal er geen straf vervolging plaats vinden, omdat het hier geen diefstal betreft, zoals de wet dit omschrijft, maar een misplaatste studentengrap, die van een bedenkelijke smaak getuigt, gezien het feit, dat een onschuldige hiervoor enige tijd in ar rest heeft gezeten De Senaat van de Vrije Universiteit is van een en ander op de hoogte gesteld en het is der halve niet uitgesloten, dat de verant woordelijke ouderejaarsstudenten voor deze stunt disciplinair gestraft zullen worden". De vier mensen in het vertrek keken elkaar veelbetekenend aan. Stien van Essen voelde, wat er in de jongeman omging, en greep zijn arm, die ze stevig CONSULTATIEBUREAU VOOR ZUIGELINGEN Woensdag 23 oktober a.s. worden de moeders van de buitendorpen verwacht op de volgende uren: Den Hoorn: 13.0014.00 uur; Oostcrend: 14.0015.00 uur; De Cocksdorp: 15.15 16.00 uur; De Koog: 16.0016.30 uur. CORRECTIE In de vorige editie vermeldden wij dat de heer D. Mantje te Oudeschild met goed gevolg het examen voor ci- viel-ingenieur had afgelegd. Dit was wat al te voorbarig De heer Mantje slaagde namelijk voor het propaedeu- tisch gedeelte van het examen. King kent, kent ook dat heerlijke verkwikkende gevoel, dat elk tablet onmiddellijk geeft. Neem King, bereid uit het zuivere natuur product en ga de dag tegemoet met frisse moed en frisse mond. De natuurzuivere drukte. „Zo, jongeman, met dit bericht ben je gelijktijdig gerehabiliteerd. Moet je eens opletten: vandaag of morgen komen ze nog hun excuses aanbieden". Karei Welsenaar zat enige tijd spra keloos voor zich uit te kijken, maar op eens schoot hij in een daverende lach bui „Een studentengrap.... hoe ver zinnen ze het! En uitgerekend net op het tijdstip, dat ik mijn kunstkennis aan het vermeerderen was. Stien keek hem een beetje angstig aan. Meende hij het nu? Of was het wrange humor? Maar toen ze nog eens in z'n lachende gezicht keek, slaakte ze een zucht. Gelukkig, hij was er over heen. Dit was misschien wel het beste: het van de humoristische kant bezien. Vader Welsenaar opperde nog voor zichtig: „Zou je geen schadevergoeding kunnen vragen?' Maar Karei wuifde met zijn hand: „Ben je. ze hebben een blunder gemaakt tot en met en ge loof maar, dat ze nu wel een lang ge zicht zullen trekken". Hij imiteerde; „Ik heb twee betrouwbare getuigen, die u pertinent herkend hebben, meneer Wel senaar. Uw gedragingen in het museum en daarbuiten waren bijzonder ver dacht. En dat briefje met die drie reek sen cijfers, waarvoor u geen aanneme lijke verklaring kunt geven, meneer Welsenaar. drie voorwerpen zijn ontvreemd en u schrijft op een kladje drie reeksen getallen En weer ge woon: „Wat een overgehaalde uil" „Wat was dat met dat kladje?" vroeg Stien. Karei legde het uit. „Jij had het toch over zelf beginnen, niet? Weet je het nog? Nou, ik ging meteen een ruwe becijfering maken van de kosten en zo. Dat kladje heb ik op mijn schrijftafel neergelegd en prompt hebben ze het daar vandaan meegenomen. Ze dachten zeker, dat ik alvast een becijfering had gemaakt van de opbrengst der gestolen spullen. En dan moet je, zoals ik, er geen laars verstand van hebben Nou, ze hebben wel een mooi slacht offer uitgezocht, dat moet ik zeggen". Stien was resoluut „We beschouwen het als afgedaan Een nachtmerrie zul len we maar zeggen". En dat vonden de anderen ook het beste. Laat in de avond bracht Karei haar met de auto thuis, de fiets stevig vast gebonden op de imperial op het wagen dak. Vlak voor de deur stopte hij en nam het meisje in zijn armen: „Dank je, Stien, dat jij altijd in me geloofd hebt in deze dagen". „Wat dacht je dan? Ik bedien al enige jaren in de Koperen Kop en dan doe je wel een beetje mensenkennis op. Jij bent vasthoudend als een terrier en af en toe verdien je wel eens een draai om je oren. Maar je bent een nette knul en je zou de laatste zijn om zoiets te doen". „Zus, de gedachte alleen al. Moet je zo'n held op sokken hebben als ik ben: ik had vóór die tijd al drie droge broe ken nodig en voor ik drie minuten in het museum had rondgedalfd, zou iedereen aan me gezien hebben, dat ik wat in mijn schild voerde. Nee, daar zal ik wel veel te stom voor zijn. Voor inbreker ben ik niet in de wieg ge legd". „Voor wat dan wel?" vroeg ze, ter wijl ze zich dichter in zijn armen nes telde. „Voor liefhebbende man van een zeld zaam schattig vrouwje, luisterende naar de naam Stien van Essen. Mor genavond kom ik bij je thuis en dan vraag ik toestemming aan je ouders voor onze verloving". „Nee, Karei". „Ja, Stien. Nou zal ik het heft eens in handen nemen" Hij zette haar overeind en keek haar in de ogen. Ter wijl hij het meisje stevig bij de schou ders greep, vroeg hij: „Houdt u van me, juffrouw van Essen?" (Wordt vervolgd) Behoud van Uw tanden. 75ct-f1.-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1963 | | pagina 3