Iwi
Herrie op de
Hope Veluwe
Er zijn geen uitwassen in de
Sowjet-unie
r
v
VIERDE
AFLEVERING
Pracht handen
81if®ü^8Lfa"dpqslq
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 18 OKTOBER 1963
In dc sanatoria
Op een dag hebben we gelegenheid
een bezoek te brengen aan een der
sanatoria langs de kust. Het witte ge
bouw kwam in 1958 gereed, maar ziet
er uit als een tempel. We lopen tussen
de enorme van ornamenten voorziene
zuilen de hal binnen waar de directeur
arts ons verwelkomt. Calina heeft zich
laten vervangen door een mannelijke
tolk, want ze ligt met griep te bed. De
tolk heeft veel moeite de woorden van
de arts in het Duits om te zetten, maar
we komen te weten dat dit rusthuis
door enkele honderden arbeiders wordt
bewoond, die op advies van hun op
zichters voor 25 dagen hierheen zijn
gestuurd. Daarvoor betalen zij een ge
ring bedrag, de rest past de staat bij.
Tijdens een rondgang komen we ach
ter het gebouw, vanwaar we een
fraai uitzicht hebben op de blauwe zee.
Minder fraai in onze ogen zijn de tot
in het waanzinnige doorgevoerde ver
sieringen van de balcons, de daklijsten
en de vele trappen, die naar een lager
gelegen pleintje voeren, waar een klei
ne vijver is met fontein. Rond de vijver
zitten bronzen engeltjes voortdurend
water te spuwen en nog verder zien we
een beeldengroep, natuurlijk ernstig
kijkende arbeiders en arbeidsters voor-
stellende. Ergens op een bord staat:
„Rust komt iedere Sowjetburger toe".
Een bijzonder vervelende situatie, die
de verhoudingen binnen onze uit recht
se en linkse elementen bestaande dele
gatie zeer verslechtert, ontstaat als de
geneesheer-directeur ons vraagt hoe we
dit gloednieuwe gebouw vinden. „Oer
lelijk en onpractisch!" luidt het ant-
woórd van het rechtse deel. „O nee,
juist heel mooi.zeggen de anderen.
Daarmee is een soort koude oorlog tus
sen de twee delegatiehelften uitgebro
ken. De gesprekken vlotten nadien niet
meer zo goed en met het in acht nemen
van enige afstand lukt het ter nauwer-
nood een openlijke ruzie te voorkomen.
De geneesheer-directeur is boos op ons.
Op onze bewering dat wij nooit zo'n pa
leis zouden bouwen als sanatorium ant
woordt hij bits: „We hebben de kapi
talisten uit hun paleizen verjaagd en nu
wonen de arbeiders er in1" O zo, die zit!
Een „Jonge Pionier"
Dc verdachte ingenieur
In verband met de toestand in ons
groepje, die steeds méér een afspiege
ling wordt van de huidige wereldsitu
atie, wordt de vriendschap tussen de
vier rechtse elementen hechter. Wan
delend door Jalta komen we rond het
middaguur een jongeman tegen die ons
aanspreekt. Het is een ingenieur uit
Moskou, die hier op vakantie is en zich
niet erg ingenomen uitlaat over de gang
van zaken in de Sowjet-Unie. Zo open
hartig uit hij zijn kritiek, dat we een
ogenblik aan een valstrik denken en
hem zeer gereserveerd en geringschat
tend te woord staan. Hij begrijpt onze
gedachten en probeert ons van zijn goe
de bedoelingen te overtuigen. Hij wilde
praten, ergens zitten maar niet hier
op straat.... Zo gaan aan een tafeltje
zitten in een soort reusachtig over
dekt terras bij de haven, waar zelfs de
in de Sowjet-Unie zo zeldzame koffie
is te krijgen voor weinig geld. Onze in
genieur is blij verrast te horen dat ik
in Nederlandse kranten schrijf. En hij
vertelt honderd uit. Over ruzies in de
fabriek, over zijn verloving die uitge
raakt is omdat de vader een partij
functionaris een huwelijk met een
bourgeois element, waarvoor hij alge
meen doorging, niet kon goedkeuren.
En over de brutale mond, die hij toen
had gegeven, waardoor zijn promotie
nog steeds op zich laat wachten
Naar aanleiding van deze moeilijkheden
was hij ook geroyeerd door de Komso
mol, de jeugdorganisatie. We vinden het
interessant iemand getroffen te hebben
die bereid is zij het dan ten gevolge
van een bepaalde gemoedstemming
iets over het dagelijkse leven in Rus
land te vertellen en nodigen hem en zijn
nieuwe meisje, dat hij in Jalta heeft
opgedaan, voor die middag uit naar
het strand. De jonge ingenieur is zeer
verheugd met het aanbod: „Dat komt
prachtig uit, dan kan ik vanavond mijn
koffers pakken, want morgenochtend
moet ik weer terug naar Moskou!" Er
komt echter een kink in de kabel. Wan
neer we gewapend met onze bonnetjes
in de rij staan om aan boord te gaan
van het bootje, dat ons opnieuw naar
het gouden strand moet brengen, wordt
de jonge ingenieur en zijn meisje op
boze toon aangesproken door een man
in burger. Een verhitte discussie volgt.
De burger heeft het laatste woord. De
jongeman kijkt ons spijtig aan en zegt
dat hij nu reeds zijn koffers moet pak
ken. Hij knipoogt veelbetekenend en
verdwijnt.... Het is duidelijk wat er
aan de hand is De jonge Rus heeft men
voortdurend in de gaten gehouden tij
dens zijn gesprekken met de buiten
landers. Men, liet hem zijn gang gaan
tot het de spuigaten uitliep en het
nodig werd in te grijpen. Het geval van
de verdachte ingenieur bewijst duide
lijk, dat veel jonge sow jet-burgers on
danks de voortdurende propaganda hun
eigen mening hebben behouden en die
soms met veel risico verbreiden. De
jeugd gelooft niet steeds de* ver
halen en wil graag zelf onderzoeken
wat er in het versmade westen aan de
hand is. Mede daarom klampen ze toe
risten aan en zoeken contact.
School vol pioniers
Reeds op de lagere scholen wordt
aan de leerlingen de grote wetenschap
pelijke successen voor ogen gehouden
en als voorbeeld gesteld. We kunnen
dit zelf zien als we een school in Jalta
bezoeken, één van de 200 000 scholen in
de Sowjet-Unie. We worden in een
fraai vertrekje ontvangen door de pre
sidente van de school. Ze vertelt ons
over de bijzondere vorderingen, die
juist haér leerlingen maken, niet alleen
met de hersenen maar ook in de sport.
En ze wijst naar een rij bekers en me
dailles, die door leerlingen werden be
haald tijdens sportontmoetingen met
andere scholen.
Dat de leerlingen van de school ook
m politiek opzicht zeer vooruitstrevend
zijn, blijkt bij een rondgang langs de
verschillende lokalen. Zeer vele leer
lingen dragen bij het schooluniform een
rode halsdoek, het bewijs van lidmaat
schap van de organisatie „De jonge
Pioniers". Een pionier moet aan be
paalde eisen voldoen. Zo wordt er gelet
op ijver en netheid, maar ook op de
houding jegens de staat en het socia
lisme. Deze communisten-in-de-dop
worden met achting behandeld en aan
anderen ten voorbeeld gesteld Om hun
status van „Jonge Pionier" te handha
ven zijn ze verplicht hulp te verlenen
en arbeid te verrichten als dat nodig
is; zij moeten geheel onbaatzuchtig mee
werken aan de opbouw van de staat.
Op 14-jange leeftijd kan een Pionier
worden bevorderd. Hij verlaat dan de
organisatie maar wordt tegelijk lid
van een andere jeugdbeweging: De
Komsomol. Van de Komsomol worden
nog grotere prestaties gevergd. Zij
door
Harry de Graaf
dienen zich vrijwillig te melden wan
neer ergens veel werk moet worden
verzet. Het komt zelfs voor dat zij een
aantal weken van hun vakantie offeren
om geheel „vrijwillig" te helpen bij de
graanoogst. Zo kan men tenslotte partij
lid worden. Het hoogst bereikbare ide
aal voor de Sowjet-burger is de status
van „Stachonow". Het woord betekent
letterlijk „stootarbeider". Het predikaat
kan worden verworven door een lang
durige inspanning, die uitgaat boven
de verplichte arbeidsprestaties. Wan
neer een toegeweid arbeider zeer lange
tijd belangeloos overwerkt om een be
paald projekt te helpen voltooien, be
staat er kans dat hij „stachnow" wordt.
In politiek opzicht moet er dan niets
op hem aan te merken zijn. Overigens
wordt de stachnow-titel ook wel toe
gekend als ere-predikaat. De bootsman
van de „Baltika" en de chef-kok van
dat schip werden door bemiddeling van
Chroestsjow stachanow-arbeider, als
blijk van waardering voor de service
tijdens de reis van de verschillende
communistische leiders naar de Alge
mene vergadering van de Verenigde
Naties in New York, enkele jaren ge
leden.
Eén der vrouwelijke Pioniers leidt
ons door de gangen en lokalen van de
school §n vertelt honderd uit. Af en toe
wordt gepauzeerd bij zinvolle afbeeldin
gen op de wand, cijfers en statistieken.
De school munt uit door haar bijzondere
Lenin-verering, wordt ons verteld. Dat
klopt, want geen vertrek is er, waar het
portret van Lenip niet hangt. Er is zelfs
een speciale „Leninhoek" waar een
extra groot portret staat, omfloerst door
rode vlaggen en bloemen. Kinderen kib
belen over de vraag wie de bloemen bij
Lenin mag verversen
Avondje uit
Jalta is een havenstad en zoals in
alle havensteden van de Sowjet-Ume
kent men er het probleem van de bui
tenlandse zeelieden, die de wal op
willen en zich amuseren. Dat buitenlan
ders zich ongestoord tussen de Russen
kunnen begeven en daar hun verderfe
lijke invloed uitoefenen, is een ernstige
zaak, zo meent men. Er moet voorko
men worden dat zeelieden doelloos
rondslenteren en daarom zijn bij alle
havens van de USSR speciale huizen
gebouwd, waar zij zich kunnen ver
pozen, de z.g. „Seamens-clubs", combi
naties van bioscoop, leeszaal en café,
waar men tot diep in de nacht zoet
gehouden kan worden.
Wij moeten naar het oordeel van onze
Intourist-functionarissen ook bezig ge
houden worden en dus belanden we op
een avond in de „Seamens-club" van
Jalta. We worden er vriendelijk ont
vangen door een Engels sprekende heer.
Hij praat over vrede en vriendschap en
reikt boekjes uit, véél boekjes. Het is
in Engelse en Duits gestelde litteratuur
van de bekende soort: Het Communis
tisch Manifest, de grondwet van de
Sowjet-Unie, een boek genaamd „Zó is
de USSR morgen" en massa's foldertjes
en brochures over onderwijs en tech
niek. We krijgen ook postzegels, enkele
mapjes met series van de Ruimtevaart.
Die postzegels zijn ook te koop en ik
voorzie me van enkele mapjes in de
hoop ze later, in Holland gunstig van
de hand te kunnen doen. Dat zou later
bitter tegenvallen, want Russische post
zegels zijn in het buitenland betrekke
lijk weinig waard. Mooi zijn ze wel,
maar een beetje plaatsjesachtig. Vooral
de ruimtevaart heeft de ontwerpers van
de Russische PTT geïnspireerd. We zien
Wostoks en Spoetniks op de zegels af
gebeeld en de portretten van de ruimte
vaarders. We tonen ons dankbaar voor
de geschenken en nemen een kijkje in
een aangrenzende zaal. Er wordt film
gedraaid. Helaas in de Russische taal,
zodat we er weinig van begrijpen en in
een ander gedeelte van het gebouw ons
heil zoeken. Daar is het gezellig. Er is
.publiek en er is een band die zij het
wat dilettantisch jazzmuziek produ
ceert. Het is duidelijk een progressief
gezelschap, wat aan de tafeltjes langs
de wanden zit. Er wordt gedanst: Stijf
jes Engelse wals en foxtrot. Naarmate
de uren vorderen en het publiek zich
wat makkelijk gaat bewegen onder in
vloed van de ruim voorradige wodka,
komt de stemming er beter in. We
knopen een gesprek aan met een Rus
en vragen of hij wel eens van twist en
rock 'n roll gehoord heeft. Hij knikt
bevestigend en onderhoudt zich met
zijn kameraden. Hij wendt zich weer tot
ons: „Kunt U zó dansen....?" Hij
zwaait met zijn heupen en bedoelt
kennelijk de twist. „O, ja!", zeggen we
roekeloos. Weer praat hij met zijn
vrienden. Ze worden enthousiast. We
moeten het demonstreren en voordoen!
Het enige waarop ik hartstochtelijk
hoopte als ik de dansvloer op ga en een
Russisch meisje de beginselen van de
twist onderwijs, is dat er niemand in
de zaal zit die wérkelijk bedreven is op
dit gebied. Kennelijk is dat niet het
geval, want er wordt heftig geapplau-
diseert nog vóór we aan echt dansen op
de maat van de muziek toezijn. De
band verleent medewerking. Het trage
ritme maakt plaats voor een pittiger
tempo, het westen en de twist waardig.
Er doen nu meerdere paartjes mee,
terwijl de anderen geïnteresseerd toe
kijken. Aan variaties waag ik me voor
lopig niet, niet omdat ik ze niet ken,
maar omdat deze Russen ook zó al ple
zier hebben. Er wordt gelachen en op
een gegeven moment zelfs uitbundig
gegild! De Westerlingen hebben de
show gestolen! Maar opeens is het af.
De deuren gaan open en enkele heren
komen binnen; de een mengt z'ich onder
het publiek en de ander onderhoudt
zich met de zangeres van de band.
Het wordt stil in de zaal als de zange
res naar ons toekomt en ons toefluis
tert:: „Dit mag U hier niet doen, het is
niet goed!" De zaal lijkt zich tegen ons
te hebben gekeerd. Sommigen kijken
ons verbolgen aan op een enkeling na,
die grijnslacht en knipoogt. Als we de
zaal verlaten wordt over het „incident"
niet meer gesproken. We zoeken ons
hotel op en gaan naar bed op tijd:
11 uur.
Terug
Het eind van de achttiendaagse reis
komt in zicht als we Jalta verlaten en
per Tupolew via een aantal steden te
rugvliegen naar Moskou en vandaar per
trein naar het Westen.
De verzorging in de Russische treinen
is redelijk goed. Het enige dat ons
werkelijk hindert, zijn de luidsprekers,
die in elke coupé en zelfs in de restau
ratiewagens zijn aangebracht en die
voortdurend het programma van radio
Moskou ten gehore brengen. We zoeken
tien minuten vruchteloos naar een
schakelaar om het ding tenminste in
ónze coupé uit te schakelen. Later zie ik
dat in 'n speciale afdeling van de trein
een man achter 'n radio met versterkers
en bandrekorder zit, die voor de goede
doorkomst van de programma's ver
antwoordelijk is. Het reizen in de trein
is ondanks alle Russische service oer-
vervelend. Het landschap buiten is een
tonig en in de coupé is het benauwd
omdat een raam niet geopend kan wor
den vanwege de roetwolken uit de
schoorsteen van de stoomlokomtief.
In het grensstation van Brest-Litowsk
moet de trein van andere wielenstellen
worden voorzien. De tijd die dit om
vangrijke karwei kost, proberen we
nuttig te maken door wat rond te kij
ken, maar spoedig worden we naar een
douanegebouw verwezen waar onze
koffers gecontroleerd moeten \yorden.
Tot onze schrik zien we hier verschil
lende reizigers hun hele hebben en
houwen aan de douanebeambten voor
leggen, die alles tot in de kleinste on
derdelen inspecteren. Zelfs zaklantaarns
worden opengemaakt. Er wordt op gelet
of de passagiers roebels uitvoeren, wat
streng verboden is. Op een formulier
hebben we onze uitgaven moeten note
ren, zodat het bedrag in onze porte
monnee met het saldo daarvan overeen
moet komen. Om onduidelijke redenen
ontsnappen we aan de controle. We kun
nen onze trein instappen, die nu ge
schikt is gemaakt voor het smallere
Europese spoorwegnet. Zo rijden we
Polen binnen en weinige uren later
stoppen we in Warchau, de hoofdstad.
Anderhalve dag blijven we er om ook
in dit Poolse oord een indruk te kunnen
opdoen.
Volgende week slot:
„Terug naar dc vrijheid"
ZONDAGSDIENST DOKTOREN
Dcu Burg:
DOKTER ELIAS
(ingaande zaterdagmorgen 8 uur)
Oostcrend eu De Cocksdorp:
DOKTER RENOUT
(ingaande zaterdagmorgen 8 uur)
Zondagsdiensten dierenartsen:
A M. J. RUTTEN. tel (02220) 2936
(ingaande zaterdagmiddag 12 uur)
Zondagsdienst Witte Kruis
Zr. FORTGENS
Oosterend, tel. (02223) 250 of 207
(ingaande vrijdag 24 uur tot en met maandag
13 uur)
en nimmer ruw of schraal
T[""Hamea-Gelei
ZON, MAAN EN HOOG WATER
Dc zon komt 20 oktober op om 7.11 uur
en gaat onder om 17.38 uur; 23 oktober op
om 7.17 uur en onder om 17.31 uur.
Maan- 25 oktober E.K.; 1 november V.M.
Hoog water ter rede van Oudeschild:
18 okt. 9 13 en 21.36; 19 okt. 9.39 en 22.00;
20 okt. 10.01 en 22.26; 21 okt. 10.24 en 22.47;
22 okt 10.48 en 23 12; 23 okt 11.13 en 23.40;
24 okt. 11.39 cn 25 okt. 0.12 en 12 10;
26 okt. 0 49 cn 12 56
door Henk van Heeswijk
39. „Aan mij? Waarom?"
„Nou? Iemand moet het toch gedaan
hebben, nietwaar? Ze hadden geen
pootjes, die schilderijen, vanzelf tippel
den ze het museum niet uit. Met jou
waren ze op het verkeerde spoor. Mis
schien hebben ze wat anders ontdekt.
Je kunt nooit weten".
Hij stond langzaam op. „Laten we
dan maar "naar de voorkamer gaan.
Daar zijn vader en moeder ook En
daar staat de radio Jeetje, Stien, ik heb
er helemaal niet aan gedacht, dat je
wel een kop koffie zou lusten.
Ze kwam ook overeind en greep zijn
arm. „Loop heen met je koffie, dat drink
ik de hele dag al. Kom op, we gaan
naar voren. Ze zouden er wonderwat
van kunnen denken, dat we hier zo lang
hebben gezeten".
Bij de deur hield hij haar staande en
nam haar in zijn armen. „Wat bijvoor
beeld, Stien?"
„Hè? Wat bedoel je?"
„Nou, wat zouden de oudjes gedacht
kunnen hebben?"
Ze gaf hem speels een tik tegen zijn
wang. „Apekop, daar mag je heel niet
aan denken".
Ze zaten nauwelijks in de ruime
voorkamer, toen de nieuwsberichten
begonnen en over de schilderijenroof
vertelde de nieuwslezer:
„De directie van het Rijksmuseum
Kröller-Müller heeft médegedeeld, dat
in de loop van de avond de ontvreem
de schilderijen van Jan Steen en Breit-
ner, alsmede het vlaamse Manabeeldje
teruggeplaatst zijn in het museum. De
drie kunstvoorwerpen, die eergisteren
werden vermist, zijn door drie studen
ten van de Amsterdamse Vrije Univer
siteit per auto op de Hoge Veluwe te
ruggebracht. De kunstvoorwerpen ble
ken onbeschadigd.
Nader vernemen wij, dat de drie stu
denten inmiddels zijn aangehouden en
ondervraagd. Het bleken eerstejaars
studenten te zijn, die in het kader van
de ontgroening opdracht gekregen had
den om twee schilderijen cn een beeldje
uit het rijksmuseum Kröller-Müller
weg te halen en te deponeren in de
sociëteit van de studenten. Woensdags
middags zijn zij per auto op het Natio
naal Park gearriveerd, bezochten het
museum en hebben kans gezien prak
tisch onder de ogen der suppoosten de
drie meergenoemde kunstvoorwerpen
los te haken en ze onder hun kleding
mee te smokkelen naar buiten. Dit is
omstreeks kwart over vier in de middag
geschied Men is daarna terstond het
Park uitgereden naar Amsterdam en
heeft daar de schilderijen en het beeld
je bij de studenten, die daartoe op
dracht gegeven hadden, afgeleverd. De
drie voorwerpen werden weggeborgen
in de kluis van de sociëteit Toen be
kend werd, dat inmiddels al een inge
zetene van Ede was gearresteerd, als
verdacht van deze roof, besloten de
studenten de voorwerpen weer terug te
laten brengen naar de Hoge Veluwe,
hetgeen dus vanavond heeft plaatsge
vonden. Na verhoor zijn de drie stu
denten voorlopig op vrije voeten ge
steld. Waarschijnlijk zal er geen straf
vervolging plaats vinden, omdat het
hier geen diefstal betreft, zoals de wet
dit omschrijft, maar een misplaatste
studentengrap, die van een bedenkelijke
smaak getuigt, gezien het feit, dat een
onschuldige hiervoor enige tijd in ar
rest heeft gezeten De Senaat van de
Vrije Universiteit is van een en ander
op de hoogte gesteld en het is der
halve niet uitgesloten, dat de verant
woordelijke ouderejaarsstudenten voor
deze stunt disciplinair gestraft zullen
worden".
De vier mensen in het vertrek keken
elkaar veelbetekenend aan. Stien van
Essen voelde, wat er in de jongeman
omging, en greep zijn arm, die ze stevig
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Woensdag 23 oktober a.s. worden de
moeders van de buitendorpen verwacht op de
volgende uren:
Den Hoorn: 13.0014.00 uur; Oostcrend:
14.0015.00 uur; De Cocksdorp: 15.15
16.00 uur; De Koog: 16.0016.30 uur.
CORRECTIE
In de vorige editie vermeldden wij
dat de heer D. Mantje te Oudeschild
met goed gevolg het examen voor ci-
viel-ingenieur had afgelegd. Dit was
wat al te voorbarig De heer Mantje
slaagde namelijk voor het propaedeu-
tisch gedeelte van het examen.
King kent, kent ook dat
heerlijke verkwikkende
gevoel, dat elk tablet
onmiddellijk geeft.
Neem King, bereid uit
het zuivere natuur
product en ga de dag
tegemoet met frisse
moed en frisse mond.
De natuurzuivere
drukte. „Zo, jongeman, met dit bericht
ben je gelijktijdig gerehabiliteerd. Moet
je eens opletten: vandaag of morgen
komen ze nog hun excuses aanbieden".
Karei Welsenaar zat enige tijd spra
keloos voor zich uit te kijken, maar op
eens schoot hij in een daverende lach
bui „Een studentengrap.... hoe ver
zinnen ze het! En uitgerekend net op
het tijdstip, dat ik mijn kunstkennis
aan het vermeerderen was.
Stien keek hem een beetje angstig
aan. Meende hij het nu? Of was het
wrange humor? Maar toen ze nog eens
in z'n lachende gezicht keek, slaakte ze
een zucht. Gelukkig, hij was er over
heen. Dit was misschien wel het beste:
het van de humoristische kant bezien.
Vader Welsenaar opperde nog voor
zichtig: „Zou je geen schadevergoeding
kunnen vragen?' Maar Karei wuifde
met zijn hand: „Ben je. ze hebben
een blunder gemaakt tot en met en ge
loof maar, dat ze nu wel een lang ge
zicht zullen trekken". Hij imiteerde; „Ik
heb twee betrouwbare getuigen, die u
pertinent herkend hebben, meneer Wel
senaar. Uw gedragingen in het museum
en daarbuiten waren bijzonder ver
dacht. En dat briefje met die drie reek
sen cijfers, waarvoor u geen aanneme
lijke verklaring kunt geven, meneer
Welsenaar. drie voorwerpen zijn
ontvreemd en u schrijft op een kladje
drie reeksen getallen En weer ge
woon: „Wat een overgehaalde uil"
„Wat was dat met dat kladje?" vroeg
Stien.
Karei legde het uit. „Jij had het toch
over zelf beginnen, niet? Weet je het
nog? Nou, ik ging meteen een ruwe
becijfering maken van de kosten en zo.
Dat kladje heb ik op mijn schrijftafel
neergelegd en prompt hebben ze het
daar vandaan meegenomen. Ze dachten
zeker, dat ik alvast een becijfering had
gemaakt van de opbrengst der gestolen
spullen. En dan moet je, zoals ik, er
geen laars verstand van hebben
Nou, ze hebben wel een mooi slacht
offer uitgezocht, dat moet ik zeggen".
Stien was resoluut „We beschouwen
het als afgedaan Een nachtmerrie zul
len we maar zeggen".
En dat vonden de anderen ook het
beste.
Laat in de avond bracht Karei haar
met de auto thuis, de fiets stevig vast
gebonden op de imperial op het wagen
dak. Vlak voor de deur stopte hij en
nam het meisje in zijn armen: „Dank je,
Stien, dat jij altijd in me geloofd hebt
in deze dagen".
„Wat dacht je dan? Ik bedien al enige
jaren in de Koperen Kop en dan doe je
wel een beetje mensenkennis op. Jij
bent vasthoudend als een terrier en af
en toe verdien je wel eens een draai
om je oren. Maar je bent een nette knul
en je zou de laatste zijn om zoiets te
doen".
„Zus, de gedachte alleen al. Moet je
zo'n held op sokken hebben als ik ben:
ik had vóór die tijd al drie droge broe
ken nodig en voor ik drie minuten in
het museum had rondgedalfd, zou
iedereen aan me gezien hebben, dat ik
wat in mijn schild voerde. Nee, daar
zal ik wel veel te stom voor zijn. Voor
inbreker ben ik niet in de wieg ge
legd".
„Voor wat dan wel?" vroeg ze, ter
wijl ze zich dichter in zijn armen nes
telde.
„Voor liefhebbende man van een zeld
zaam schattig vrouwje, luisterende
naar de naam Stien van Essen. Mor
genavond kom ik bij je thuis en dan
vraag ik toestemming aan je ouders
voor onze verloving".
„Nee, Karei".
„Ja, Stien. Nou zal ik het heft eens
in handen nemen" Hij zette haar
overeind en keek haar in de ogen. Ter
wijl hij het meisje stevig bij de schou
ders greep, vroeg hij: „Houdt u van
me, juffrouw van Essen?"
(Wordt vervolgd)
Behoud van Uw tanden. 75ct-f1.-