Moord op Oudejaarsavond
Werkgelegenheid zal na 1964 sterk verminderen
BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF
Bouwvergunningen
VOLGENS GEWESTELIJK ARBEIDSBUREAU
Grondgebied
Het gewest Den Helder omvat de na
volgende gemeenten; Den Helder, Cal-
lantsoog, Anna Paulowna, Texel, Bar-
singerhorn, Harenkarspel, Nieuwe Nie-
dorp, Oude Niedorp, Schagen, Sint
Maarten, Wieringerwaard, Winkel, Zij-
pe, Wieringen en Wieringermeer.
Bevolking
Het aantal levend geboren mannen m
1962 bedroeg 1314, hiertegenover ston
den 437overledenen, zodat er een ge
boorteoverschot van 877 resulteerde.
Het aantal mannen dat zich in 1962
binnen het gewest vestigde(5743) was
nog juist iets groter dan het aantal
vertrokkenen (5699), zodat er een vesti
gingsoverschot resulteerde van slechts
44. Niet in elke gemeente was het aan
tal vestigingen echter groter. Met name
in Anna Paulowna. Barsingerhorn, Ha
renkarspel, Nieuwe Niedorp, Sint Maar
ten, Wieringerwaard, Zijpe, Wieringen
en Wieringermeer vertrokken meer
mannen dan er zich vestigden.
Als gevolg van een en ander nam de
mannelijke bevolking toe tot 59.020 per
1 januari 1963 Er waren 53.574 vrou
wen, zodat de totale bevolking 112.591
bedraagt.
De leeftijdsopbouw in de 14 platte
landsgemeenten van het gewest (dus
zonder Den Helder) vertoond verschui
vingen ten kóste vande groepen mannen
20 t.m. 39 jaar en 40 t.m 59 jaar Dit
verwondert niet als men bedenkt dat
de landbouw minder werk gelegenheid
biedt dan vroeger en een gedeelte der
werkende mannen naar elders vertrekt.
de omvang van de beroepsbevolking
op het eiland Texel na 1964 reden tot
bezorgdheid geven. Wanneer de ruil
verkaveling haar beslag krijgt - hetgeen
op de landbouwbedrijven tot arbeidsbe
sparende maatregelen zal leiden - en in
de landbouw de mechanisering en ra
tionalisering ook verder veld zullen
winnen, zal zich een structureel over
schot aan mannelijke arbeidskrachten
voordoen, dat - indien het niet lukt vol
doende andere plaatselijke werkgele
genheid te scheppen - alleen door mi
gratie zal kunnen worden opgeheven.
De belangstelling van de Texelse be
volking voor werkgelegenheid op het
„vaste land" blijft voldoende, alhoewel
het woningprobleem hier remmend
werkt.
De werkgelegenheid van het gewest
is als volgt over de verschillende sec
toren van het bedrijfsleven verdeeld
sectoren
Nijverheid
Landbouw
Visserij
Diensten
mannen vrouwen totaal
Een vergelijking van de jaren 1951,
1957 en 1963 toont dit aan.
Leeftijdsopbouw mannelijke bevol
king per 1 januarj in het gewest, met
uitzondering van de gemeente Den Hel
der.
0 t.m. 19 jr 20 t.m. 39 jr 40 t.m. 59 jr
Jaar abs °/o abs °/o abs
1951 11368 38,8 8211 28,0 6436 21,9
1957 11809 39,3 7722 25,7 6791 22,6
1963 12415 39.9 7726 24,8 6746 21,7
9834 1484 11318
7885 689 8574
729 729
14477 4993 19470
Voor enkele voor het gewest belang
rijke bednjfsklassen volgen hieronder
nog enige gegevens:
a. Bouwnijverheid
Het gemiddelde aanbod van bouw
vakarbeiders bedroeg in 1963: 31; de
gemiddelde vraag daarentegen 129.
De bouwaktiviteit was groter dan in
1962, hetgeen vooral duidelijk blijkt uit
de vergelijkingscijfers der in aanbr-uw
zijnde woningen in het laatste kwartaal
i(dit jaar 1260; in 1962: 1183).
b. Metaalnijverheid
Het gemiddelde aanbod van werkloze
metaalbewerkers bedroeg dit jaar 12.
De vraag was hiei gemiddeld 345 Er
is een groot tekort aan geschoolden (en
in mindere mate ook aan ongeschool
den), vooral in de gemeente Den Helder.
60 jr en ouder
abs °/o
3323 11,3
3721 12,4
4241 13,6
Hieruit blijkt, dat de bevolkingsgroep
0 t.m 19 jaar t.o.v. 1951 is toegenomen
met 0,5% in 1957 en met 1,1% in 1963
De groep van 60 jaar en ouder is even
eens toegenomen i(in 1957 met 1.1% en
in 1963 met 2,3%). De bevolkingsgroep
20 t.m. 39 jaar vertoont daarentegen
t.o.v.1951 een afneming van 2,3°/o in
1957 en van 3,2% in 1963. De groep van
40 t.m. 59 jaar tenslotte nam in 1957
t.o.v. 1951 eerst toe met 0,7%, doch
daarna af, zodat zij uiteindelijk in 1963
t.o.v. 1951 met 0,2% afnam.
Werkgelegenheid
Niet alle in het gewest wonende
werknemers wérken ook in dat gebied.
Zo bestaat er een zgn. „pendel", vooral
naar de IJmond (830) en de Zaanstreek
(250). Daartegenover werken er man
nen in het gewest, die elders wonen
De Koninklijke Marine is in dit verband
wel het belangrijkste. De landbouw
biedt ook werkgelegenheid aan vaste-
en losse arbeiders uit aangrenzende ge
bieden. De Wieringermeer, waar inge
zetenen van de omliggende gemeenten
(van Medeblik tot en met Wieringen)
emplooi vinden, is hiervan een bekend
voorbeeld Ook in de metaalnijverheid
en het bouwbedrijf van het gewest Den
Helder vinden elders woonachtige
werknemers emplooi.
Alhoewel het peil van de werkgele
genheid gunstig mag worden genoemd,
blijft de westelijke werkgelegenheid
toch achter bij de behoeften der beroeps
bevolking.De pendel naar het zuidelijke
gedeelte van de provincie versluiert een
structueel overschot aan mannelijke ar
beidskrachten. Met name voor de plat
telandsgemeenten van het gewest is de
situatie in dit opzicht niet rooskleurig.
Zoals reeds in het vorig jaarverslag
werd opgemerkt, zal speciaal het ach
terblijven van de werkgelegenheid bij
c. Landbouw
Het gemiddelde aanbod over 1963
wortd vrijwel geheel gevormd door de
winterwerkloosheid in de eetste maan
den van het jaar. T.o.v. 1962 is het ge
middelde aanbod gestegen van 88 tot 98.
c. Vrouwen
De werkgelegenheid voor vrouwen
was in 1963 eveneens gunstig. Het ge
middelde aanbod (45) kon de vraag (ca
150 in de confectie-industrie, textielin
dustrie, huiselijke diensten en kantoor
personeel) niet overbruggen.
Jeugdigen
De opneming van jeugdigen in het ar
beidsproces verliep gunstig Van de dit
jaar afgestudeerde leerlingen van de la
gere technische scholen te Den Helder
en Schagen werden er 116 in hun be
roep van opleiding geplaatst.
Op de ulo-scholen ontvingen de leer
lingen der hoogste klassen voorlichting
omtrent de beroepsmogelijkheden na
het verlaten der school.
De beroepententoonstelling op Texel
waarheen leerlingen van de 6e klasse
der lagere scholen, dc leerlingen van de
landbouwschool en de landbouwhuis-
houdschool, alsmede de Texelse leerlin
gen van de lagere technische school te
Den Helder (in totaal 282 jongens en
399 meisjes) een excursie maakten, had
veel succs.
Vakopleiding
Van de mogelijkheid van vakoplei-
van een trainingstoeslag werd in 1963
ding in het bedrijf onder toekenning
in één geval gebruik gemaakt.
Uit het gewest Den Helder voltooi
den 14 cursisten hun opleiding op een
Centrum voor Vakopleiding van Vol
wassenen, t.w. 1 timmerman, 4 metse
laars, 1 straatmaker, 2 metaaldraaiers,
1 metaalbewerker, 1 onderhouds-bank-
werker, 1 elektrisch lasser en 3 hulp
monteurs-sterkstroom.
In december werden in Den Helder,
Schagen, Slootdorp en Den Burg voor
lichtingsbijeenkomsten belegd over de
vakopleiding van volwassenen. In to
taal 50 belangstellenden bezochten die
bijeenkomsten, terwijl 32 mannen, die
de voorlichting niet bijwoonden, bij let
Arbeidsbureau om inlichtingen vroegen.
Vreemdelingen
Buiten de Belgische en Luxemburgse
werknemers voor wie in verband
met het Interim Akkoord, dat op 20
maart 1957 tussen België, Luxemburg
en Nederland is gesloten en per 1 no
vember 1960 door het Benelux-Arbeids-
verdrag is vervangen, geen werkver
gunning meer wordt vereist zijn 46
vreemdelingen in het gewest Den Hel
der werkzaam.
Emigratie
In het afgelopen jaar emigreerden 47
personen uit het gewest (vorig jaar 421
die zich bij het Gewestelijk Arbeids
bureau Den Helder hadden aangemeld.
Aanvullende Werken
Als gevolg van de lange winter van
1963 konden geen Aanvullende Werken
worden uitgevoerd. In december 1963
werd op Texel een object in uitvoering
genomen.
Burgemeester en wethouders ver
leenden aan de navolgende personen,
ondernemingen en instellingen de daar
bij omschreven bouwvergunningen:
Het bestuur van de L.T S. te Den Burg
voor de bouw van een technische school
aan de Emmalaan; De heer M. H. Smit
te Den Burg voor de bouw van een
boerderij met woning aan de Middel-
landseweg; De heer P. Wuis te Ooster
end voor de bouw van een veldschuur
aan de Hoofdweg in Het Noorden; De
heer J. Vos te Den Burg voor de ver
andering van een toilet; De heer T.
Koopman te De Waal voor de verande
ring van een toilet; De heer M. Brons
te De Waal voor de verandering van
een woning aan het Hogereind; De heer
J. Brouwer te Oosterend voor de bouw
van een woning aan de Oranjestraat.
DINSDAG EN WOENSDAG
VOOR ZUIGELINGEN
Dinsdagmiddag 7 januari wordt er
zuigelingenbureau gehouden voor Oude-
schild en Den Burg van 13.00 - 15 15 uur.
Woensdagmiddag 8 januari worden
de moeders van de buitendorpen ver
wacht op de volgende uren:
Den Hoorn 13.00 - 13.30 uur; Oostcrend
13.30 - 14.15 uur; De Cocksdorp 14.15 -
14.45 uur en De Koog 15.00 - 15.30 uur.
Dus, zoals U ziet, worden de moeders
allemaal iets vroeger verwacht!
ZON, MAAN EN HOOG WATER
Hoog water ter rede van Oudeschild:
7 jan. 1.11 en 13.49; 8 jan. 1.59 en 14.41;
9 jan. 3.01 en 15.48; 10 jan. 4.11 en 16.55;
11 jan. 5.19 en 17.53.
Aan het strand ongeveer een uur eerder
hoog water.
WAAR BLIJFT DE MEDEWERKING?
i(Ingezonden)
Geachte Redactie,
Vergun mij ook nog enkele regelen in
Uw blad te wijden aan wat ons, de een
mooier dan de ander, thans als mannen
siert, en wel de baard.
Het zal alle baarddragers wel bekend
zijn, het commentaar, wat men van
vele, niet doordenkende medemensen
moet incasseren. En wel: nou, als ik
zo'n kop had, enz., enz. En dat wordt je
dan met een tamelijk grote
mond (of bek) duidelijk gemaakt.
Diezelfde zijn het, die straks met de
stadsrechtfeesten, dezelfde grote mond
open doen, omdat de organisatie van een
feest, heel veel te wensen overlaat. Ze
vergeten echter, dat al die grootspre
kers er zelf de schuld van zijn, als zo
een groot opgezet feest niet zal slagen.
Oosterend weer present had nooit en *e
nimmer zo'n succes geworden, als de
Oosterenders hadden gezegd laat dokter
Renout en Joop Roeper het maar op
knappen. Nee, hier sloot men aanéén,
handen uit de mouwen, allen zonder
uitzondering werkten mee en hard ook.
Het succes van dit feest is U allen be
kend. Laat nu die grootsprekers en
commentaarlieden als straks het feest
gaat beginnen thuis blijven, of zeker
hun mond houden, dan hebben de feest
gangers geen aanstoot aan hen.
Ook zij, die hier straks finan
cieel beter van gaan worden, nu
geen commentaar, maar werk nu ook
mee, opdat ook het feest van 550 jaar
stadsrechten zeker mag slagen.
U, redactie, broeder met de baard, ik
dank U.
Max.
VOLLEYBALNIEUWS G.V.T.
Donderdagavond 9 januari zal weer
de eerste trainingsavond in het nieuwe
jaar zijn. Nieuwe leden zijn van harte
welkom.
De leden worden dringend verzocht
deze avonden toch vooral geregeld te
bezoeken. De laatste tijd laat dit nl.
zeer veel te wensen over. Het feit dat
de trainer de laatste keer met slechts
één van de leden aanwezig was, zegt
genoeg.
Dus wil de vereniging blijven bestaan,
dan zal er in de toekomst meer animo
aan de dag gelegd moeten worden.
Kunnen we op iedereen rekenen?
Tevens worden de leden verzocht
eventuele achterstallige contributie zo
spoedig mogelijk te voldoen.
INGEZONDEN
WAT ZIJN NIEUWJAARWENSEN
Als ik het goed begrijp zijn het wen
sen die je als normaal mens ieder jaar
aan vrienden en kennissen behoort te
geven.
Laat het geen wens zijn, als hij de
deur uit is, nou die rotvent of dat rot
wijf had ook wel weg kunnen blijven,
want dan begrijp je het verkeerd. Ais
iemand met goede bedoelingen bij u
komt en wenst u een gelukkig nieuw
jaar, dan moet u altijd denken, het is
goed bedoeld, want als u anders denkt
dan bent u zelf ook geen haar honderd
procent beter.
De gedachten die uitgaan als het
nieuwe jaar is aangebroken zijn toch
meestal goed van alle mensen. En daar
om laten wij bij de intrede van het
nieuwe jaar eens niet terug denken wat
is 1963 voor mij geweest, maar wat
gaat 1964 ons brengen? Dat is zeer be
langrijk.
Als u iets wil zeggen, denk dan aller
eerst wat kan ik iemand aandoen met
een paar woorden.
Het hele jaar een scheef gezicht en
dan maar weer nieuwjaar afwachten
wat het nu gaat worden. Nee lieve men
sen dat is verkeerd.
Er wordt al zo veel geroddeld en
kwaad gesproken en dat doen wij als
mensen in 1964 niet meer. Wij gaan nu
onze gedachten eens op iets anders rich
ten en wel dat wij mensen zijn die fou
ten maken, maar elkander elke dag
nodig hebben en nu vooral in deze tijd.
De voorbeelden zijn er, en de gehele
wereld wacht met alles wat nodig is om
tot die overtuiging te komen. Wij moe
ten een eenheid zoeken en liefst zo
gauw mogelijk, want miljoenen mensen
wachten dagelijks op die mensen die
hand in hand tot deze oplossing komen
en dan kunnen wij zeggen Gelukkig
Nieuwjaar en dan denk ik en u niet
meer wat wij altijd hadden moeten
doen. S. L.
35. „Memento nostro calcare" zei snor-
remans-Angelico, wat zoveel wilde zeg
gen als: denk om de sporen die we ach
terlaten.... „Si si! Certamente!" ant-
woorde Diavolo en meteen begaf hij
zich op weg. Hij ging de sporen uitwis
sen. Hij haalde het ijskarretje uit de
auto van Sjouwerman en Vrachtjes en
vatte nogmaals de hengseltjes daarvan
beet. Toen begaf hij zich naar de in
gangspoort van het opslagterrein en laat
die poort nu toevallig niet afgesloten
zijn! Even wierp de schurk een speu
rende blik naar links en rechts
Nee, niemand te zien! Pijlsnel rende hij
de weg op en weldra had hij een mooi
plekje gevonden, waar hij het bezwa
rende ijskarretje verstoppen kon. Hoe-
plaaamet een gezwinde zwaai
zwenkte de dikzak het erf op van de
aldaar woonachtige boer Knolleneus.
Het witte jasje en het ijswagentje schoof
hij sluw achter de hooibergToen
rende hij terug naar het stations-em
placement en hij was maar net op tijd
ook, want nauwelijks zat hij in de koel
wagen, of daar gingen gewichtige din
gen gebeuren. Daar kwam namelijk zo'n
soort, die de spoormannen een sik noe
men. Zo n „sik" is een klein, maar dap-
klein locomotiefje aanrijden van de
per machienfje, waarmee je in een wip
een aantal wagens in de juiste volgorde
kunt rangeren. Zo wordt er op snelle
wijze een mooie trein gevormd en dat
geschiedde nu ook hier....
13. „Zonder antwoord te krijgen, want
op datzelfde ogenblik was de vrouw al
dood. Zo, dat is het dan Wat ik nog
vragen wilde, meneer Gillissen, u bent
toen niet even naar het park gelopen?
U hebt toen, voor uw tante in elkaar
zakte niet gezegd: Een ogenblik, tante,
ik moet even daarheen, of zoiets?"
Gillissen keek de rechercheur vreemd
aan. „Naar het park? Wat zou ik daar
moeten doen?"
Gert haalde zijn schouders op. „Weet
ik niet. Het is zo maar een vraag. Let
er maar niet op. Bedankt voor de moei
te. O ja, kom vanavond een uurtje bij
me thuis op visite. Grada van Andel is
nog steeds bij ons. Dan kun je kennis
maken."
„Nou, heel graag, meneer. Hoe laat
schikt het u?"
„O, dat steekt niet op een kwartier.
Laten we zeggen; half negen."
„U kunt op me rekenen."
Terug op het politiebureau keek Gert
de agent aan en zei: „Is jou niets op
gevallen?"
„Tijdens de reconstructie?"
„Ja,"
„Ik zou niet weten.
Gert ging zitten en stak een sigaret
op. „Als politieman moet je overal op
letten, Willems. Denk nu eens goed na:
een man en een vrouw lopen op Oude
jaarsavond over de Haarlanderweg,
langs het park. Er is veel lawaai van
vuurwerk, dat de jongelui in het park
afstaken. De man loopt rechts van de
vrouw, loopt dus tussen haar en het
park. Als er iemand in het park achter
een boom staat met een revolver en hij
wil de vrouw neerschieten, dan is het
doelwit niet bereikbaar, omdat de man
er tussen loopt. Snap je?"
„Jawel."
„Mooi. Op een gegeven ogenblik zet
de man de koffer neer, omdat die zo
zwaar is. Dat is juist: de koffer was
zwaar. Meteen bukt hij zich om zijn
veter vast te maken. Nu heeft de dader
een prachtige kans, waarvan hij profi
teert en schiet. Als de man weer over
eind komt, ligt de vrouw al dood op
straat. Kun je me volgen?"
„Jawel."
„Wat zijn danjouw conclusies?"
„Dat de moordenaar zijn kans heeft
moeten afwachten. Dat hij heeft moeten
wachten tot het schootsveld vrij was,
om zo te zeggen."
Gert knikte en keek de ander veelbe
tekenend aan. „Dan kan dat bukken, om
een veter vast te maken, een vooraf af
gesproken seintje geweest zijn voor de
moordenaar, begrijp je?"
De agent krabde zich achter het oor
en dacht na. „Wilt u daarmee zeggen,
dat die Gillissen mee in het complot
zat?"
„Ik zeg nog niets. Maar onder ons
het zit er in. Waarom vraagt die jonge
Gillissen zijn tante om oud en nieuw in
Dorringen door te brengen? Het mens
is er nog nooit geweest en volgens zijn
uitlatingen was de band tussen die twee
ook niet zo heel stevig. Waarom loopt
hij aan de rechterkant van de weg en
niet links, zoals het behoort? Er zijn
geen trottoirs, het is donker en er is ver
keer. Om te beginnen dus al behoorlijk
gevaarlijk. Waarom zet hij juist daar de
koffer even neer om zogenaamd zijn ve
ter vast te maken? Daarvoor moet hij
bukken en is het doelwit, in casu de
oude vrouw, duidelijk zichtbaar in het
schijnsel van de straatlantaarn. Het is
allemaal zo verdraaid toevallig, vindt
je niet? Zó toevallig allemaal, dat het
voor mij begint te stinken. Die jonge
man weet er meer van. Dat staat voor
mij als een paal boven water. Hij zal
wel een heel gegronde reden gehad heb
ben om zijn tante te doen verdwijnen.
En die reden zal ik te weten komen.
Reken maar!"
HOOFDSTUK 7
Een half uurtje later zat Gert in het
kantoor van de inspecteur en gaf een
relaas van zijn bevindingen tijdens en
na de reconstructie. „Die jonge Gillissen
begint langzamerhand een belangrijk
figuur te worden, meneer, heel belang
rijk zelfs. Ik moet wat meer van die fa
milie te weten zien te komen."
De inspecteur knikte. „Ik heb hier
een mededeling voor je, die voor het
verdere onderzoek van groot belang kan
zijn. Een rapport van het Legerkamp
waar Gillissen in dienst geweest is. Hij
was daar ordonnans en droeg een revol
ver. Hij was zeer bekwaam in het revol
verschieten. Een meesterschutter zelfs
Gert floot tussen zijn tanden. „Al
weer een verzwarende omstandigheid."
De hoofdinspecteur knikte. „Ja, en na
je ervaringen van vanmorgen met die
reconstructie voel ik er veel vopr om
een arrestatiebevel tegen die Gillissen
uit te schrijven."
Gert dacht enige tijd na. „Het zou in
menig opzicht te verantwoorden zijn,
meneer. Maar toch....ik ben van me
ning, als ik zo vrij mag zijn om dit te
zeggen, dat het beter is hem voorlopig
althans nog op vrije voeten te laten."
De inspecteur glimlachte. „Je bent
liever voor.zichtig, niet Hoolwerf?"
„Ja meneer, een kwestie van ervaring
Indertijd had er in Amsterdam een be
roving plaats. Een kleine duizend gul
den. Ik had die nacht net dienst. Het
slachtoffer kon een vrij duidelijke be
schrijving geven van de man en de
vrouw, die hem uitgenodigd hadden om
bij hen thuis nog wat te drinken. We
sloegen het archief er op na en kwamen
terecht bij twee bekenden van ons: een
vrouw van. de vlakte met haar bescher
mer. Om twee uur pikten we het twee
tal thuis op. Het had ons al verwonderd,
dat we een paar jaar niets meer over
dit tweetal gehoord hadden.Er was geen
alibi, maar beiden beweerden, onafhan
kelijk van elkaar, dat ze om half elf al
naar bed waren gegaan. Dat zegt na
tuurlijk niets, want dat kan van tevo
ren afgesproken werk zijn geweest. De
confrontatie de volgende morgen bracht
als verrassing, dat de man hen perti
nent herkende. We borgen het paar op
en ze werden voorgeleid voor de officier
toen we een tip kregen, dat we de ver
keerden te pakken hadden. Ik ging op
nieuw beginnen en na drie dagen had ik
de werkelijke daders achter slot en
grendel zitten. Intussen had het eerste
tweetal vijf dagen onschuldig op de
Weteringschans gezeten. Later bleek,
dat ze al een paar jaar heel ordentelijke
burgers geworden waren, dat het
vrouwtje niet meer tippelde en de man
regelmatig werkte. Kijk, dan wordt je
steeds voorzichtiger, meneer. En wat dit
geval betreft: veel bewijzen hebben we
nog niet. Een flinke advokaat rafelt ze
stuk voor stuk allemaal uit elkaar
Want al zouden we Gillissen opsluiten,
daarmee is nog niet bewezen, dat hij de
oude vrouw vermoord heeft."
„Toegegeven. Maar een paar dagen
cel doet soms wonderen, Hoolwerf. Daar
weet ik van mee te praten."
„Wacht nog even, meneer, als u wilt.
Als hij er inderdaad meer van weet,
dan snapt hij nu al, dat ik geleidelijk
aan meer te weten kom. En let u eens
op? Dan gaat hij stommiteiten uitha
len."
„Best, Hoolwerf, we laten hem nog
even lopen. Maar houdt me regelmatig
op de hoogte. En neem geen onnodige
risico's. Een moord is tenslotte geen
kleinigheid."
's Middags belde Gert Amsterdam en
vernam van zijn collega Veenstra, dat
het onderzoek daar in volle gang was.
„Zeg, Hoolwerf," zei hij door de tele
foon, „ik heb nog iets, dat misschien van
belang is voor jouw onderzoek. Enkele
dagen voor de moord is er een jonge
man op bezoek geweest bij tante Anne
- zoals ze ook in de buurt genoemd
werd - en de buren beweren, dat die
twee nogal hoge ruzie gehad hebben.
Het moet een vreemde geweest zijn,
want de buren kennen natuurlijk ieder
een, die op gezette tijden bij tante Anne
kwam aanwippen. Die bewuste persoon
is een paar uur binnen geweest en na
een poosje werd het weer rustig. Tegen
de avond heeft men hem zien vertrek
ken, persoonlijk uitgeleide gedaan door
de oude vrouw. Op de stoep. Ze hebben
gehoord, dat de bezoeker bij het af
scheid zei: Nou, tot oudejaarsavond dan
maar. Dan praten we wel verder. Heb-
je daar wat aan?"
(wordt vervolgd)