Moord op Oudejaarsavond Werkgelegenheid zal na 1964 sterk verminderen BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF Bouwvergunningen VOLGENS GEWESTELIJK ARBEIDSBUREAU Grondgebied Het gewest Den Helder omvat de na volgende gemeenten; Den Helder, Cal- lantsoog, Anna Paulowna, Texel, Bar- singerhorn, Harenkarspel, Nieuwe Nie- dorp, Oude Niedorp, Schagen, Sint Maarten, Wieringerwaard, Winkel, Zij- pe, Wieringen en Wieringermeer. Bevolking Het aantal levend geboren mannen m 1962 bedroeg 1314, hiertegenover ston den 437overledenen, zodat er een ge boorteoverschot van 877 resulteerde. Het aantal mannen dat zich in 1962 binnen het gewest vestigde(5743) was nog juist iets groter dan het aantal vertrokkenen (5699), zodat er een vesti gingsoverschot resulteerde van slechts 44. Niet in elke gemeente was het aan tal vestigingen echter groter. Met name in Anna Paulowna. Barsingerhorn, Ha renkarspel, Nieuwe Niedorp, Sint Maar ten, Wieringerwaard, Zijpe, Wieringen en Wieringermeer vertrokken meer mannen dan er zich vestigden. Als gevolg van een en ander nam de mannelijke bevolking toe tot 59.020 per 1 januari 1963 Er waren 53.574 vrou wen, zodat de totale bevolking 112.591 bedraagt. De leeftijdsopbouw in de 14 platte landsgemeenten van het gewest (dus zonder Den Helder) vertoond verschui vingen ten kóste vande groepen mannen 20 t.m. 39 jaar en 40 t.m 59 jaar Dit verwondert niet als men bedenkt dat de landbouw minder werk gelegenheid biedt dan vroeger en een gedeelte der werkende mannen naar elders vertrekt. de omvang van de beroepsbevolking op het eiland Texel na 1964 reden tot bezorgdheid geven. Wanneer de ruil verkaveling haar beslag krijgt - hetgeen op de landbouwbedrijven tot arbeidsbe sparende maatregelen zal leiden - en in de landbouw de mechanisering en ra tionalisering ook verder veld zullen winnen, zal zich een structureel over schot aan mannelijke arbeidskrachten voordoen, dat - indien het niet lukt vol doende andere plaatselijke werkgele genheid te scheppen - alleen door mi gratie zal kunnen worden opgeheven. De belangstelling van de Texelse be volking voor werkgelegenheid op het „vaste land" blijft voldoende, alhoewel het woningprobleem hier remmend werkt. De werkgelegenheid van het gewest is als volgt over de verschillende sec toren van het bedrijfsleven verdeeld sectoren Nijverheid Landbouw Visserij Diensten mannen vrouwen totaal Een vergelijking van de jaren 1951, 1957 en 1963 toont dit aan. Leeftijdsopbouw mannelijke bevol king per 1 januarj in het gewest, met uitzondering van de gemeente Den Hel der. 0 t.m. 19 jr 20 t.m. 39 jr 40 t.m. 59 jr Jaar abs °/o abs °/o abs 1951 11368 38,8 8211 28,0 6436 21,9 1957 11809 39,3 7722 25,7 6791 22,6 1963 12415 39.9 7726 24,8 6746 21,7 9834 1484 11318 7885 689 8574 729 729 14477 4993 19470 Voor enkele voor het gewest belang rijke bednjfsklassen volgen hieronder nog enige gegevens: a. Bouwnijverheid Het gemiddelde aanbod van bouw vakarbeiders bedroeg in 1963: 31; de gemiddelde vraag daarentegen 129. De bouwaktiviteit was groter dan in 1962, hetgeen vooral duidelijk blijkt uit de vergelijkingscijfers der in aanbr-uw zijnde woningen in het laatste kwartaal i(dit jaar 1260; in 1962: 1183). b. Metaalnijverheid Het gemiddelde aanbod van werkloze metaalbewerkers bedroeg dit jaar 12. De vraag was hiei gemiddeld 345 Er is een groot tekort aan geschoolden (en in mindere mate ook aan ongeschool den), vooral in de gemeente Den Helder. 60 jr en ouder abs °/o 3323 11,3 3721 12,4 4241 13,6 Hieruit blijkt, dat de bevolkingsgroep 0 t.m 19 jaar t.o.v. 1951 is toegenomen met 0,5% in 1957 en met 1,1% in 1963 De groep van 60 jaar en ouder is even eens toegenomen i(in 1957 met 1.1% en in 1963 met 2,3%). De bevolkingsgroep 20 t.m. 39 jaar vertoont daarentegen t.o.v.1951 een afneming van 2,3°/o in 1957 en van 3,2% in 1963. De groep van 40 t.m. 59 jaar tenslotte nam in 1957 t.o.v. 1951 eerst toe met 0,7%, doch daarna af, zodat zij uiteindelijk in 1963 t.o.v. 1951 met 0,2% afnam. Werkgelegenheid Niet alle in het gewest wonende werknemers wérken ook in dat gebied. Zo bestaat er een zgn. „pendel", vooral naar de IJmond (830) en de Zaanstreek (250). Daartegenover werken er man nen in het gewest, die elders wonen De Koninklijke Marine is in dit verband wel het belangrijkste. De landbouw biedt ook werkgelegenheid aan vaste- en losse arbeiders uit aangrenzende ge bieden. De Wieringermeer, waar inge zetenen van de omliggende gemeenten (van Medeblik tot en met Wieringen) emplooi vinden, is hiervan een bekend voorbeeld Ook in de metaalnijverheid en het bouwbedrijf van het gewest Den Helder vinden elders woonachtige werknemers emplooi. Alhoewel het peil van de werkgele genheid gunstig mag worden genoemd, blijft de westelijke werkgelegenheid toch achter bij de behoeften der beroeps bevolking.De pendel naar het zuidelijke gedeelte van de provincie versluiert een structueel overschot aan mannelijke ar beidskrachten. Met name voor de plat telandsgemeenten van het gewest is de situatie in dit opzicht niet rooskleurig. Zoals reeds in het vorig jaarverslag werd opgemerkt, zal speciaal het ach terblijven van de werkgelegenheid bij c. Landbouw Het gemiddelde aanbod over 1963 wortd vrijwel geheel gevormd door de winterwerkloosheid in de eetste maan den van het jaar. T.o.v. 1962 is het ge middelde aanbod gestegen van 88 tot 98. c. Vrouwen De werkgelegenheid voor vrouwen was in 1963 eveneens gunstig. Het ge middelde aanbod (45) kon de vraag (ca 150 in de confectie-industrie, textielin dustrie, huiselijke diensten en kantoor personeel) niet overbruggen. Jeugdigen De opneming van jeugdigen in het ar beidsproces verliep gunstig Van de dit jaar afgestudeerde leerlingen van de la gere technische scholen te Den Helder en Schagen werden er 116 in hun be roep van opleiding geplaatst. Op de ulo-scholen ontvingen de leer lingen der hoogste klassen voorlichting omtrent de beroepsmogelijkheden na het verlaten der school. De beroepententoonstelling op Texel waarheen leerlingen van de 6e klasse der lagere scholen, dc leerlingen van de landbouwschool en de landbouwhuis- houdschool, alsmede de Texelse leerlin gen van de lagere technische school te Den Helder (in totaal 282 jongens en 399 meisjes) een excursie maakten, had veel succs. Vakopleiding Van de mogelijkheid van vakoplei- van een trainingstoeslag werd in 1963 ding in het bedrijf onder toekenning in één geval gebruik gemaakt. Uit het gewest Den Helder voltooi den 14 cursisten hun opleiding op een Centrum voor Vakopleiding van Vol wassenen, t.w. 1 timmerman, 4 metse laars, 1 straatmaker, 2 metaaldraaiers, 1 metaalbewerker, 1 onderhouds-bank- werker, 1 elektrisch lasser en 3 hulp monteurs-sterkstroom. In december werden in Den Helder, Schagen, Slootdorp en Den Burg voor lichtingsbijeenkomsten belegd over de vakopleiding van volwassenen. In to taal 50 belangstellenden bezochten die bijeenkomsten, terwijl 32 mannen, die de voorlichting niet bijwoonden, bij let Arbeidsbureau om inlichtingen vroegen. Vreemdelingen Buiten de Belgische en Luxemburgse werknemers voor wie in verband met het Interim Akkoord, dat op 20 maart 1957 tussen België, Luxemburg en Nederland is gesloten en per 1 no vember 1960 door het Benelux-Arbeids- verdrag is vervangen, geen werkver gunning meer wordt vereist zijn 46 vreemdelingen in het gewest Den Hel der werkzaam. Emigratie In het afgelopen jaar emigreerden 47 personen uit het gewest (vorig jaar 421 die zich bij het Gewestelijk Arbeids bureau Den Helder hadden aangemeld. Aanvullende Werken Als gevolg van de lange winter van 1963 konden geen Aanvullende Werken worden uitgevoerd. In december 1963 werd op Texel een object in uitvoering genomen. Burgemeester en wethouders ver leenden aan de navolgende personen, ondernemingen en instellingen de daar bij omschreven bouwvergunningen: Het bestuur van de L.T S. te Den Burg voor de bouw van een technische school aan de Emmalaan; De heer M. H. Smit te Den Burg voor de bouw van een boerderij met woning aan de Middel- landseweg; De heer P. Wuis te Ooster end voor de bouw van een veldschuur aan de Hoofdweg in Het Noorden; De heer J. Vos te Den Burg voor de ver andering van een toilet; De heer T. Koopman te De Waal voor de verande ring van een toilet; De heer M. Brons te De Waal voor de verandering van een woning aan het Hogereind; De heer J. Brouwer te Oosterend voor de bouw van een woning aan de Oranjestraat. DINSDAG EN WOENSDAG VOOR ZUIGELINGEN Dinsdagmiddag 7 januari wordt er zuigelingenbureau gehouden voor Oude- schild en Den Burg van 13.00 - 15 15 uur. Woensdagmiddag 8 januari worden de moeders van de buitendorpen ver wacht op de volgende uren: Den Hoorn 13.00 - 13.30 uur; Oostcrend 13.30 - 14.15 uur; De Cocksdorp 14.15 - 14.45 uur en De Koog 15.00 - 15.30 uur. Dus, zoals U ziet, worden de moeders allemaal iets vroeger verwacht! ZON, MAAN EN HOOG WATER Hoog water ter rede van Oudeschild: 7 jan. 1.11 en 13.49; 8 jan. 1.59 en 14.41; 9 jan. 3.01 en 15.48; 10 jan. 4.11 en 16.55; 11 jan. 5.19 en 17.53. Aan het strand ongeveer een uur eerder hoog water. WAAR BLIJFT DE MEDEWERKING? i(Ingezonden) Geachte Redactie, Vergun mij ook nog enkele regelen in Uw blad te wijden aan wat ons, de een mooier dan de ander, thans als mannen siert, en wel de baard. Het zal alle baarddragers wel bekend zijn, het commentaar, wat men van vele, niet doordenkende medemensen moet incasseren. En wel: nou, als ik zo'n kop had, enz., enz. En dat wordt je dan met een tamelijk grote mond (of bek) duidelijk gemaakt. Diezelfde zijn het, die straks met de stadsrechtfeesten, dezelfde grote mond open doen, omdat de organisatie van een feest, heel veel te wensen overlaat. Ze vergeten echter, dat al die grootspre kers er zelf de schuld van zijn, als zo een groot opgezet feest niet zal slagen. Oosterend weer present had nooit en *e nimmer zo'n succes geworden, als de Oosterenders hadden gezegd laat dokter Renout en Joop Roeper het maar op knappen. Nee, hier sloot men aanéén, handen uit de mouwen, allen zonder uitzondering werkten mee en hard ook. Het succes van dit feest is U allen be kend. Laat nu die grootsprekers en commentaarlieden als straks het feest gaat beginnen thuis blijven, of zeker hun mond houden, dan hebben de feest gangers geen aanstoot aan hen. Ook zij, die hier straks finan cieel beter van gaan worden, nu geen commentaar, maar werk nu ook mee, opdat ook het feest van 550 jaar stadsrechten zeker mag slagen. U, redactie, broeder met de baard, ik dank U. Max. VOLLEYBALNIEUWS G.V.T. Donderdagavond 9 januari zal weer de eerste trainingsavond in het nieuwe jaar zijn. Nieuwe leden zijn van harte welkom. De leden worden dringend verzocht deze avonden toch vooral geregeld te bezoeken. De laatste tijd laat dit nl. zeer veel te wensen over. Het feit dat de trainer de laatste keer met slechts één van de leden aanwezig was, zegt genoeg. Dus wil de vereniging blijven bestaan, dan zal er in de toekomst meer animo aan de dag gelegd moeten worden. Kunnen we op iedereen rekenen? Tevens worden de leden verzocht eventuele achterstallige contributie zo spoedig mogelijk te voldoen. INGEZONDEN WAT ZIJN NIEUWJAARWENSEN Als ik het goed begrijp zijn het wen sen die je als normaal mens ieder jaar aan vrienden en kennissen behoort te geven. Laat het geen wens zijn, als hij de deur uit is, nou die rotvent of dat rot wijf had ook wel weg kunnen blijven, want dan begrijp je het verkeerd. Ais iemand met goede bedoelingen bij u komt en wenst u een gelukkig nieuw jaar, dan moet u altijd denken, het is goed bedoeld, want als u anders denkt dan bent u zelf ook geen haar honderd procent beter. De gedachten die uitgaan als het nieuwe jaar is aangebroken zijn toch meestal goed van alle mensen. En daar om laten wij bij de intrede van het nieuwe jaar eens niet terug denken wat is 1963 voor mij geweest, maar wat gaat 1964 ons brengen? Dat is zeer be langrijk. Als u iets wil zeggen, denk dan aller eerst wat kan ik iemand aandoen met een paar woorden. Het hele jaar een scheef gezicht en dan maar weer nieuwjaar afwachten wat het nu gaat worden. Nee lieve men sen dat is verkeerd. Er wordt al zo veel geroddeld en kwaad gesproken en dat doen wij als mensen in 1964 niet meer. Wij gaan nu onze gedachten eens op iets anders rich ten en wel dat wij mensen zijn die fou ten maken, maar elkander elke dag nodig hebben en nu vooral in deze tijd. De voorbeelden zijn er, en de gehele wereld wacht met alles wat nodig is om tot die overtuiging te komen. Wij moe ten een eenheid zoeken en liefst zo gauw mogelijk, want miljoenen mensen wachten dagelijks op die mensen die hand in hand tot deze oplossing komen en dan kunnen wij zeggen Gelukkig Nieuwjaar en dan denk ik en u niet meer wat wij altijd hadden moeten doen. S. L. 35. „Memento nostro calcare" zei snor- remans-Angelico, wat zoveel wilde zeg gen als: denk om de sporen die we ach terlaten.... „Si si! Certamente!" ant- woorde Diavolo en meteen begaf hij zich op weg. Hij ging de sporen uitwis sen. Hij haalde het ijskarretje uit de auto van Sjouwerman en Vrachtjes en vatte nogmaals de hengseltjes daarvan beet. Toen begaf hij zich naar de in gangspoort van het opslagterrein en laat die poort nu toevallig niet afgesloten zijn! Even wierp de schurk een speu rende blik naar links en rechts Nee, niemand te zien! Pijlsnel rende hij de weg op en weldra had hij een mooi plekje gevonden, waar hij het bezwa rende ijskarretje verstoppen kon. Hoe- plaaamet een gezwinde zwaai zwenkte de dikzak het erf op van de aldaar woonachtige boer Knolleneus. Het witte jasje en het ijswagentje schoof hij sluw achter de hooibergToen rende hij terug naar het stations-em placement en hij was maar net op tijd ook, want nauwelijks zat hij in de koel wagen, of daar gingen gewichtige din gen gebeuren. Daar kwam namelijk zo'n soort, die de spoormannen een sik noe men. Zo n „sik" is een klein, maar dap- klein locomotiefje aanrijden van de per machienfje, waarmee je in een wip een aantal wagens in de juiste volgorde kunt rangeren. Zo wordt er op snelle wijze een mooie trein gevormd en dat geschiedde nu ook hier.... 13. „Zonder antwoord te krijgen, want op datzelfde ogenblik was de vrouw al dood. Zo, dat is het dan Wat ik nog vragen wilde, meneer Gillissen, u bent toen niet even naar het park gelopen? U hebt toen, voor uw tante in elkaar zakte niet gezegd: Een ogenblik, tante, ik moet even daarheen, of zoiets?" Gillissen keek de rechercheur vreemd aan. „Naar het park? Wat zou ik daar moeten doen?" Gert haalde zijn schouders op. „Weet ik niet. Het is zo maar een vraag. Let er maar niet op. Bedankt voor de moei te. O ja, kom vanavond een uurtje bij me thuis op visite. Grada van Andel is nog steeds bij ons. Dan kun je kennis maken." „Nou, heel graag, meneer. Hoe laat schikt het u?" „O, dat steekt niet op een kwartier. Laten we zeggen; half negen." „U kunt op me rekenen." Terug op het politiebureau keek Gert de agent aan en zei: „Is jou niets op gevallen?" „Tijdens de reconstructie?" „Ja," „Ik zou niet weten. Gert ging zitten en stak een sigaret op. „Als politieman moet je overal op letten, Willems. Denk nu eens goed na: een man en een vrouw lopen op Oude jaarsavond over de Haarlanderweg, langs het park. Er is veel lawaai van vuurwerk, dat de jongelui in het park afstaken. De man loopt rechts van de vrouw, loopt dus tussen haar en het park. Als er iemand in het park achter een boom staat met een revolver en hij wil de vrouw neerschieten, dan is het doelwit niet bereikbaar, omdat de man er tussen loopt. Snap je?" „Jawel." „Mooi. Op een gegeven ogenblik zet de man de koffer neer, omdat die zo zwaar is. Dat is juist: de koffer was zwaar. Meteen bukt hij zich om zijn veter vast te maken. Nu heeft de dader een prachtige kans, waarvan hij profi teert en schiet. Als de man weer over eind komt, ligt de vrouw al dood op straat. Kun je me volgen?" „Jawel." „Wat zijn danjouw conclusies?" „Dat de moordenaar zijn kans heeft moeten afwachten. Dat hij heeft moeten wachten tot het schootsveld vrij was, om zo te zeggen." Gert knikte en keek de ander veelbe tekenend aan. „Dan kan dat bukken, om een veter vast te maken, een vooraf af gesproken seintje geweest zijn voor de moordenaar, begrijp je?" De agent krabde zich achter het oor en dacht na. „Wilt u daarmee zeggen, dat die Gillissen mee in het complot zat?" „Ik zeg nog niets. Maar onder ons het zit er in. Waarom vraagt die jonge Gillissen zijn tante om oud en nieuw in Dorringen door te brengen? Het mens is er nog nooit geweest en volgens zijn uitlatingen was de band tussen die twee ook niet zo heel stevig. Waarom loopt hij aan de rechterkant van de weg en niet links, zoals het behoort? Er zijn geen trottoirs, het is donker en er is ver keer. Om te beginnen dus al behoorlijk gevaarlijk. Waarom zet hij juist daar de koffer even neer om zogenaamd zijn ve ter vast te maken? Daarvoor moet hij bukken en is het doelwit, in casu de oude vrouw, duidelijk zichtbaar in het schijnsel van de straatlantaarn. Het is allemaal zo verdraaid toevallig, vindt je niet? Zó toevallig allemaal, dat het voor mij begint te stinken. Die jonge man weet er meer van. Dat staat voor mij als een paal boven water. Hij zal wel een heel gegronde reden gehad heb ben om zijn tante te doen verdwijnen. En die reden zal ik te weten komen. Reken maar!" HOOFDSTUK 7 Een half uurtje later zat Gert in het kantoor van de inspecteur en gaf een relaas van zijn bevindingen tijdens en na de reconstructie. „Die jonge Gillissen begint langzamerhand een belangrijk figuur te worden, meneer, heel belang rijk zelfs. Ik moet wat meer van die fa milie te weten zien te komen." De inspecteur knikte. „Ik heb hier een mededeling voor je, die voor het verdere onderzoek van groot belang kan zijn. Een rapport van het Legerkamp waar Gillissen in dienst geweest is. Hij was daar ordonnans en droeg een revol ver. Hij was zeer bekwaam in het revol verschieten. Een meesterschutter zelfs Gert floot tussen zijn tanden. „Al weer een verzwarende omstandigheid." De hoofdinspecteur knikte. „Ja, en na je ervaringen van vanmorgen met die reconstructie voel ik er veel vopr om een arrestatiebevel tegen die Gillissen uit te schrijven." Gert dacht enige tijd na. „Het zou in menig opzicht te verantwoorden zijn, meneer. Maar toch....ik ben van me ning, als ik zo vrij mag zijn om dit te zeggen, dat het beter is hem voorlopig althans nog op vrije voeten te laten." De inspecteur glimlachte. „Je bent liever voor.zichtig, niet Hoolwerf?" „Ja meneer, een kwestie van ervaring Indertijd had er in Amsterdam een be roving plaats. Een kleine duizend gul den. Ik had die nacht net dienst. Het slachtoffer kon een vrij duidelijke be schrijving geven van de man en de vrouw, die hem uitgenodigd hadden om bij hen thuis nog wat te drinken. We sloegen het archief er op na en kwamen terecht bij twee bekenden van ons: een vrouw van. de vlakte met haar bescher mer. Om twee uur pikten we het twee tal thuis op. Het had ons al verwonderd, dat we een paar jaar niets meer over dit tweetal gehoord hadden.Er was geen alibi, maar beiden beweerden, onafhan kelijk van elkaar, dat ze om half elf al naar bed waren gegaan. Dat zegt na tuurlijk niets, want dat kan van tevo ren afgesproken werk zijn geweest. De confrontatie de volgende morgen bracht als verrassing, dat de man hen perti nent herkende. We borgen het paar op en ze werden voorgeleid voor de officier toen we een tip kregen, dat we de ver keerden te pakken hadden. Ik ging op nieuw beginnen en na drie dagen had ik de werkelijke daders achter slot en grendel zitten. Intussen had het eerste tweetal vijf dagen onschuldig op de Weteringschans gezeten. Later bleek, dat ze al een paar jaar heel ordentelijke burgers geworden waren, dat het vrouwtje niet meer tippelde en de man regelmatig werkte. Kijk, dan wordt je steeds voorzichtiger, meneer. En wat dit geval betreft: veel bewijzen hebben we nog niet. Een flinke advokaat rafelt ze stuk voor stuk allemaal uit elkaar Want al zouden we Gillissen opsluiten, daarmee is nog niet bewezen, dat hij de oude vrouw vermoord heeft." „Toegegeven. Maar een paar dagen cel doet soms wonderen, Hoolwerf. Daar weet ik van mee te praten." „Wacht nog even, meneer, als u wilt. Als hij er inderdaad meer van weet, dan snapt hij nu al, dat ik geleidelijk aan meer te weten kom. En let u eens op? Dan gaat hij stommiteiten uitha len." „Best, Hoolwerf, we laten hem nog even lopen. Maar houdt me regelmatig op de hoogte. En neem geen onnodige risico's. Een moord is tenslotte geen kleinigheid." 's Middags belde Gert Amsterdam en vernam van zijn collega Veenstra, dat het onderzoek daar in volle gang was. „Zeg, Hoolwerf," zei hij door de tele foon, „ik heb nog iets, dat misschien van belang is voor jouw onderzoek. Enkele dagen voor de moord is er een jonge man op bezoek geweest bij tante Anne - zoals ze ook in de buurt genoemd werd - en de buren beweren, dat die twee nogal hoge ruzie gehad hebben. Het moet een vreemde geweest zijn, want de buren kennen natuurlijk ieder een, die op gezette tijden bij tante Anne kwam aanwippen. Die bewuste persoon is een paar uur binnen geweest en na een poosje werd het weer rustig. Tegen de avond heeft men hem zien vertrek ken, persoonlijk uitgeleide gedaan door de oude vrouw. Op de stoep. Ze hebben gehoord, dat de bezoeker bij het af scheid zei: Nou, tot oudejaarsavond dan maar. Dan praten we wel verder. Heb- je daar wat aan?" (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1964 | | pagina 4