MISDAAD EN STRAF Mnrd op Oudejaarsavond Minder bedrijvigheid in 1962 op vliegveld Texel Vermoordden twee Oosterender moeders hun kinderen BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF S. in Texels verleden EEN VERMOGEN ACHTER DE HAND AGEN DA Op 9 maart 1772 werd de bevolking van Oosterend opgeschrikt door een lu gubere vondst. In de waterput van het huis van Frederik Slot trof men het lijk aan van een pasgeboren kind, een welgeschapen jongetje, zonder enig uiterlijk letsel. Er reed dadelijk ernstig vermoeden van misdrijf, dat door een zeer grondig uitgevoerde sectie werd bevestigd. Na een voorlopig onderzoek viel de verdenking op twee vrouwen: Baaf]e Frans, de vrouw van Willem Reijersz Ran, en Fokje Likles, de vrouw van Siets Klaasz Slot. Beiden ont kenden met grote stelligheid iets met het kind te maken te hebben. Na onder handtastinge te hebben beloofd, zich ter beschikking van de justitie te houden, mochten zij weer naar huis gaan. (De handtastinge was een plechtige belofte, bij handslag afgelegd, die op Texel algemeen werd opgelegd aan verdachten als zij na een verhoor of uit voorlopige hechtenis werden ontslagen). Het delicate karakter van de kwestie belet mij diep op details in te gaan, maar na een onderzoek, waaraan o.a. vroedvrouwen te pas kwamen, werd Fokje Likles, wier man al geruime tijd afwezig was, gevangen genomen, Wij mogen wel aannemen, dat men naar de gewoonte van de tijd haar door folte ringen met vuur na aan de schenen heeft gelegd, maar ook onder deze om standigheden bezwoer zij haar onschuld. Nu de bekentenis, de kroon op het be wijs, ontbrak en andere aanwijzingen ruimte lieten voor twijfel, kwamen schout en schepenen voor een dilemma te staan. Aan de ene kant kon vervol ging waarschijnlijk niet tot een veroor deling leiden, anderzijds was de aard van het misdrijf te ernstig en de ver denking te zwaar om Fokje zomaar te laten gaan. De schepenbank, samenge steld uit Meijert Boon, Cornelis Jansz Leen, Hendrik Vlaming en Cornelis Duijnker, burgemeesters, en Pieter Vaartjes, Jan Pruijt, Cornelis Klaasz Swart en Pieter Visser de jonge, sche penen, besloot daarom de raad van rechtsgeleerden in te roepen. Deze wis ten wel een juridisch handigheidje: men stuurde Fokje voor een jaar naar het tuchthuis in Alkmaar „in verseeckerde bewaring" in afwachting van verdere vervolging. Een jaar later was de zaak nog geen steek verder gekomen. Nu konden de schepenen Bouwen Bakker, Cornelis Omes, Reijer Cornelisz Schaap, Corne lis Jansz Schagen, Dirk Gorter en Si mon Boon geen reden vinden om het arrest te verlengen en werd Fokje on der handtastinge uit provisionele hech tenis ontslagen. Fokje Liklesdochter was, zoals haar Friese namen al doen vermoeden, geen geboren Texelse; zij kwam uit Gorredijk, ten N.O. van Hee renveen. Veertien jaar later kwam Neeltje Pieters Zonderzorg, de vrouw van Sierk Paulusz Schuijl, op bijna precies dezelfde manier in moeilijkheden. Men vond het kleine kinderlijk in een zak verborgen aan de Noorderdijk, tussen Machtig, zoals klein spaartegoed groot wordt. Een vermogen. Want uw spaargeld is goed voor alles. Ga naar de spaarbank waar men u óók gaarne van dienst is met andere bankzaken, zoals rekening-courant, deviezen voor uw reizen, kredieten, hypotheken en bemiddeling in effectenzaken. Meer dan 1000 banken ên bijkantoren. De spaarbanken met volledige bankservlce. AANGESLOTEN BIJ DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT de Genteweg en de Poldersboe aan het Toebuijsse Gat. Enkele oplettende Oos terender vrouwen hadden de afgelopen maanden eigenaardigheden geconsta teerd in het figuur en gedrag van Neeltje Pieters Zonderzorg, en zo kwam de verdenking al spoedig op haar te rusten. In gevangenschap bekende zij buiten pijn en bande (d.w.z. zonder te zijn gefolterd), dat het kind het hare was en biechtte zij de hele trieste ge schiedenis van het begin tot het einde op. Alleen hield zij vol, dat het kind bij de geboorte al dood was geweest, wat door de schepenen werd aanvaard on danks de tegengestelde vermoedens van de chirurgijn van Oosterend Gerrit Rozendaal, die bij de sectie als patho loog-anatoom was opgetreden. Niette min oordeelde de vierschaar op goede gronden, dat Neeltje Zonderzorg in alle opzichten hoogst zorgeloos had gehan deld. Het vonnis luidde dan ook con form de eis: geseling op het al vaker genoemde voor het Raadhuis op te rich ten schavot en verbanning voor de tijd van vijftig jaar Neeltjes leeftijd van 35 jaar in aanmerking genomen, zal zij wel nooit op Texel zijn teruggekeerd. In vergelijking met de zeer zware straffen, die men voor kleine diefstallen oplegde, maken de maatregelen tegen Fokje Likles en Neeltje Zonderzorg nog een milde inrduk. Uit andere plaatsen zijn wel gevallen bekend, waarin vrou wen als straf door wurging om het le ven werden gebracht. Ook thans is de zogenaamde kindermoord en kinder doodslag met strafmaxima van resp. 9 en 6 jaar minder strafbaar dan gewone moord of doodslag, waarop levenslang en 15 jaar staat. Een derde soortgelijk misdrijf, begaan in 1808, is nooit tot oplossing gebracht. Deze lugubere vondst het lijkje van een pasgeboren meisje werd gedaan door Jacob Harmensz Schoen, knecht bij Dirk Cornelisz Dijksen in Tienhoven, in een sloot achter Ongeren voorbij de boe van de erven Pieter Augustijnz Dijksen. Ondanks uitloving van een beloning van ƒ150,bleef de dader(es) onbe kend. Een geval, dat zich in 1810 af speelde bij de Weeze-waterput liep ge lukkiger af. Het vermoedelijke voorne men van de moeder om zich van het pasgeboren kind te ontdoen kon nog bij tijds worden belet en het kind, verstopt onder het stro van een bedstede, werd gered. J S. M. D. HOOG WATER Hoog water ter rede van Oudeschild: 25 febr. 6.47 en 19.18; 26 febr. 7 58 en 20.21; 27 febr. 8.54 en 21.14, 28 febr. 9.41 en 21.55; 29 febr. 10.14 en 22.25. Aan het strand ongeveer een uur eerder hoog water In 1962 nam het aantal overland- vluchten op het vliegveld Texel toe van 610 tot 832; het aantal tcrreinvluchtcn daalde van 2440 tot 1816. Van de overlandvluchten (start en landing op verschillende vliegvelden) behoorden 113 of 13°/o tot het com merciële verkeer (1961: 12°/o). De 719 niet-commerciële overland vluchten bestonden uit 465 particuliere, 174 les- en oefenvluchten en 80 overige vluchten. Het aantal particuliere overland vluchten bedroeg in 1961: 342, zodat in 1962 deze categorie met 36°/o steeg. Van de 1816 terreinvluehten behoor den er 546 (30°/o) tot het commerciële verkeer (rondvluchten). De 1270 niet- commerciële terreinvluehten bestonden uit 530 particuliere, 700 les- en oefen- vluchten en 40 overige vluchten. Slechts 12 particuliere niet-commer ciële overlandvluchten werden gemaakt met een vliegtuig dat niet de Neder landse nationaliteit bezat. (6 West- Duitse), 2 Luxemburgse, 2 Oostenrijkse en 2 Zwitserse). Het aantal vliegtuigbewegingen per vliegtuig volgens vliegtuigtype was als volgt: Overland- Terrein- vluchten vluchten 1961 1962 1961 1962 Auster 36 32 Cessna 6 50 40 Dornier 30 10 820 102 Ercoupe 6 50 Friendship 4 28 Harvard 40 31 424 416 Jodel Bébé 94 139 884 546 M. Saulnier 38 Pipercub 184 258 6 Saab Safir 116 172 310 678 Overige 98 48 2 Totaal 610 832 2440 1816 VERTROKKEN PERSONEN Adriaan Keijser, van B 203 naar Am sterdam, Bilderdijkstraat 95 II; Adriaan Schot, van Den Burg, Gravenstraat 26 naar Assendelft, Dorpsstraat 529a; Ja cobus M. Reinders, v»n H 131 naar Rot terdam, Toepad 120; Johannes W. H Boks, van De Cocksdorp, Molenlaan 30 naar Almelo, Violierstr. 83; Adrianus van de Rijt, van H 131 naar Rotterdam, Toepad 120; Otto M Hanses, van Den Burg, Schoonoordsingel 23 naar Duits land; Horst M. Fiedler, van De Koog, Badweg 2 naar Hamburg-Altona Dl.., Bahrenfellerstr. 98 II. Van de 832 overlandvluchten werden er 6 gemaakt met West-Duitse Dornier en 2 met een Zwitserse Pipercub. De overige vluchten werden gemaakt met een vliegtuig dat de Nederlandse natio naliteit bezat. (Bron: Statistiek van de Nederlandse luchthavens in 1962) CONSULTATIEBUREAU VOOR ZUIGELINGEN Woensdag 26 februari a.s. worden de moeders van de buitendorpen verwacht op de volgende uren: Den Hoorn: 13.0014.00 uur; Oosterend: 14.0015.00 uur; De Cocksdorp* 15.15 16.00 uur; De Koog: 16.0016.30 uur. Illlllllllllllll Illlllllllllllll Dinsdag, 25 februari Den Burg, City-Theater, 20.00 uur, filmavond NOVIB. Woensdag, 26 februari Den Burg, De Zwaan, 20.00 uur, voorlichtings avond R.K. Vrouwengilde, IGLO diepvries- en visberciding. Vrijdag 28 februari Don Buig, Dc Oranjeboom", schooluitvocrmg HBS. „De held van Waterloo'. GIFTEN WITTE KRUIS Den Burg. K. 2,50; Z. 2,50; P. 2,50; V. 2,50; B. 2,50; B. 5,Den Hoorn: L. 2,50; J. B. 10,—; V. 2,50; De Koog. L. 2,50. GEVONDEN EN VERLOREN VOORWERPEN Gevonden te Den Burg: Kinderkerkboekje met bruin lederen omslag, sleutel, blauw groene want; een paar wanten kleur gemengd groen, bruin en blauw; geldbedrag ad 140, zilveren ketting met bedeltjes (halsketting); een vrij nieuwe pyjamabroek; wollen want met Noors patroon; dameshandschoen (rechts) ny lon kl. zwart; aktentas inh. boeken en schrif ten opschrift Witte, 't Noorden. Verloren te Den Burg: grijze damesfiets, merk Gazelle, beldop eraf; een paar grijze wanten (kindermaat), ceintuur van donker blauwe regenjas (jongensmaat), blauw wind jack (jongensmaat, initialen D S. Het bureau der rijkspolitie te Den Burg is voor het aangeven van gevonden en/of verlo ren voorwerpen geopend op werkdagen van 16 00 tot 18.00 uur 44. „Hoezoantwoord op mijn vraag?" vroeg de chauffeur, die er hoe langer hoe minder van begreep. „Ik zal het je uitleggen", zei brigadier Piet. „Terwijl iedereen uitkeek naar 'n ijskarretje met twee Italianen, zat het hele stel in jouw auto. Zonder lastig gevallen te worden reed jij dit terrein- op. Toen al het personeel hier naar huis was gegaan, stapten de schurken rustig uit en verborgen ze het ijskarretje op het erf van boer Knolleneus. Begrepen? „Ja, zo is het misschien wel gebeurd", mompelde de chauffeur, „We hebben nu eenmaal geen nachtwaker, dus iedereen kan hier rondscharrelen zoveel hij wil". „Mooi", vervolgde de slimme briga dier. „Jullie opslagterrein ligt vlak naast het spoorwegemplacement. Wat ligt er nu voor de hand dan dat die twee kerels met Karei hun toevlucht hebben gezocht op het spoorwegterrein? Vermoedelijk hebben ze zich listig in een goederenwagen verstopt en zijn ze doodleuk uit Bonckelhoven weggere den". De chauffeur, die kennelijk goed naai de radio had geluisterd, krabde zich aandachtig en energiek op het eigen hoofd. „Ik dacht, dat alle treinen ge controleerd waren" merkte hij op. „De personentreinen wel", zei Piet somber, „Maar aan de goederentreinen heeft natuurlijk niemand gedacht. Nou ik wil toch achter elkaar te weten ko men of er vannacht een trein naar Ita lië is vertrokken". En nu volgde onze slimme brigadier dezelfde weg, die de twee Italianen nog maar zo kort geleden ook gevolgd hadden. Behendig klauter de hij over het hek. Doch dit wekte de woede op van ene Theodorus Vlampyp, arbeidzaam machinist der spoorwegen. „Héla, smeris! Wat mot dat?" riep Theodorus nors. Ja, ja...., Theodorus had een kwade bui. want zijn vrouw had vergeten suiker in de koffie te doen, die hij meevoerde in het bekende, blauwgeëmailleerde spoorwegkannetje. 25. Veenstra beloofde het en toen ze beiden de ziekenkamer betraden, zagen ze Grada plat in bed liggen. Toen het meisje Hoolwerf zag, glimlachte ze. Ze richtte even haar verbonden hand op ten groet. „Wat sloom, he?" zei ze. Hoolwerf keek naar zijn collega en deze knikte even onmerkbaar voor het meisje ,Wat bedoel je, Grada?" vroeg hij vriendelijk. „Nou, om van die stoep te vallen. Ik was de hele dag al niet lekker, al die emoties van de laatste dagen, en had af en toe duizelingen. En opeens, toen we daar stonden te wachten, begon alles om me heen te draaien en viel ik. Wat is er eigenlijk met me gebeurd?" „Kalm aan, Grada", antwoordde Hoolwerf rustig. „Was Jan niet bij je?" „Jazeker. Waar is hij? Waarom is hij niet meegekomen9 Heeft hij ook een ongeluk gehad?" „Hij komt je vandaag of morgen wel opzoeken Hij mankeert verder niets, alleen maar een shock, als je weet, wat dat is". „Ja, dat weet ik". „Hield Jan je dan niet vast? Ik bedoel liepen jullie niet gearmd?" „Ja, dat wel. Maar hij liet me juist even los. Wacht eenshij stak, ge loof ik, een sigaret op. Het licht bleef ook zo lang op rood staan en het was gemeen koud. Toen begon ineens alles te draaien en wankelde ik. Maar verder weet ik niet veel meer. Ik ben door een auto overreden, he? De zuster vertelde zoiets". „Alleen maar aangereden", verbeter de Gert. „Maar voelde je dan niet, dat iemand je een duw gaf? Iemand van de mensen, die bij jullie stonden? Er zijn drie getuigen, die zeggen gezien te heb ben, dat iemand je op straat duwde". „Welnee, wat een onzin! Dat zou ik toch gevoeld hebben? Wacht.... ik herinner me nu nog even het verschrik te gezicht van Jan gezien te hebben. ja, nu weet ik het weer.... het ging allemaal zo verschrikkelijk vlug. hij stak zijn hand uit om me te grijpen. Ik weet nog, dat ik probeerde die hand beet te pakken, maar meteen gleed ik weg en viel. Verder weet ik het niet meer". „Dus je hebt met gevoeld, dat iemand je op straat, van het trottoir af duwde?" „Welnee, zegt Jan dat soms? Ik geloof er niets van. Wie zou dat dan gedaan moeten hebben? We stonden allemaal rustig te wachten tot het licht weer groen zou worden". Opnieuw keken de beide rechercheurs elkaar aan en Grada knipperde even met haar ogen. „Wat hebben jullie toch samen?" Ze keek naar Veenstra. „Bent u een dokter?" „Dit is een Amsterdamse rechercheur, meneer Veenstra", verduidelijkte Gert. „Hij is onder anderen belast met het onderzoek betreffende de inbraak". „Inbraak?" Ze keek Hoolwerf en Veenstra beurtelings vragend aan. „O ja, bij tante Anne. En is er al wat nieuws?" Veenstra schudde zijn hoofd en vroeg aan Gert: „Mag ik even?" „Allicht". „Juffrouw van Andel, hoe is de ver houding tussen u en meneer Gillissen?" „Met Jan?" Ze glimlachte. „We hou den van elkaar en gaan trouwen". „Hebt u wel eens.... laten we zeg gen: woorden met hem gehad?" „Natuurlijk. Hij is een driftkop en ik blijf altijd ijzig kalm. Dat irriteert hem wel eens. Maar dat betekent niets". „Toen u daar stond te wachten, voor die oversteekplaats, had u toen onge noegen met meneer Gillissen? Of soms gehad?" „Welnee. We hadden juist heel pret tig onze toekomst besproken". „Mag ik naar aanleiding hiervan één indiscrete vraag stellen?" „Als hij te indiscreet is, geef ik er geen antwoord op", lachte ze. „Hebt u de indruk, dat meneer Gil lissen veel van u houdt?" „Die? Waarom zou hii niet? Hij en ik, we zijn dol op elkaar. Maar waarom stellen jullie zulke gekke vragen? Is er soms toch wat met Jan?" „Een lichte shock", loog Gert glas hard, „maar dat betekent niets. Van daag of morgen is hij weer helemaal de oude". „Doet u hem de groeten, meneer Hoolwerf? Vergeet u het niet? En zeg maar, dat het gelukkig meegevallen is. De dokter zegt, dat ik wel een poosje plat zal moeten blijven liggen". „Dat is ook het ergste niet", meende Gert. „Nou Grada, hou je rustig. Jan komt je gauw opzoeken, zodra je bezoek mag hebben, hoor?" Hij drukte zacht haar gewonde hand. „Meneer Hoolwerf?" „Ja?" „Kom eens even" Hij boog zich over haar heen en het meisje fluisterde: „Is er echt niets met Jan? Kunt u er niet voor zorgen, dat hij me mag bezoeken?" „Ik zal het proberen. Misschien vdn- daag nog, hoor?" Hij wuifde. In de wagen naar het hoofdbureau zei Gert zo langs z'n neus weg: „Veel bewijs heb je niet, he?" Veenstra haalde zijn schouders op. „Stel, dat hij het wel gedaan heeft. Een meisje, dat van een jongen houdt, zal hem niet gauw beschuldigen. Ik ben er nog niet zo zeker van, Hoolwerf, dat hij onschuldig is. Wat denk je van mijn drie getuigen?" Gert keek de ander rustig aan en antwoordde: „Laat die getuigen nog maar eens komen en melk ze behoorlijk uit. Moet je eens opletten, wat er van hun beweringen overblijft. Of ken jij de Amsterdammers nu nog niet? Als er wat gebeurd is, hebben dertig mensen het gezien. En vraag eens een bijzonder- heidje, dan heb je een goede kans dertig verschillende antwoorden te krijgen". Veenstra dacht na. „Jij kunt ook be vooroordeeld zijn, omdat je het jonge span kent". „Ho ho, collega, ik ben in de eerste plaats politieman. Als Jan het gedaan heeft, dan moet hij hangen, al zou hij mijn eigen broer zijn". „Ik zal die getuigen meteen laten op roepen. Blijf je nog lang in de stad?" Gert haalde zijn schouders op. „Ik ben hier niet voor m'n plezier, maar werk aan een moordzaak. Om een uur of drie rijd ik weg". „Maak er vier uur van en als ik die getuigen kan losweken, kun je voor mijn part die Gillissen meenemen". Terwijl Veenstra een uur later de ge tuigen te pakken had gekregen en ze één voor één goed aan de tand voelde, belde Gert Cobie op en vertelde, dat Grada's toestapd vrij redelijk was. Het geen voor Cobie een grote opluchting was. Om kwart over vier verliet Jan Gil lissen het politiebureau als vrij man. Gert bracht hem naar het Binnengast huis en drukte hem op het hart niets over zijn arrestatie te zeggen tegen Grada. „Ik heb haar verteld, dat je door het gebeurde een lichte shock hebt ge had. Houdt het daar maar op. Door Gert's bemiddeling mocht Jan tien minuten bij zijn meisje zijn en daarna reden ze in de schemering Am sterdam uit, in' snelle vaart naar Dor ringen. Voorbij Diemen zei Gert opeens zo langs z'n neus weg: „Zeg, Gillissen, wat moest je tante vorige week woens dag in Dorringen doen?" Hoofdstuk 13. De jongen begon te grinniken. „Goeie mop. Ze was voor oudejaarsavond half acht nog nooit in ons dorp geweest". Gert keek strak voor zich uit. „Dan vergis je je", antwoordde hij zacht. Tante Anne was woensdagavond 29 december met een auto en nog iemand in Dorringen, 's Avonds om kwart voor elf". (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1964 | | pagina 4