DE LEKKERSTE EN
VOORDELIGSTE
CHOCOLADEBELEGGING
VOOR DE BOTERHAM!
PRSmCHOCR
Mnrd ip Oudejaarsavond
Voor de lekkerste boterham
/St
•V
BSaa■■-rr
Pastachoca „melk"
Een uitstekende combinatie van volle
melk en eerste klas cacao! Romig-
zacht van smaak, kort van structuur
dus: „stevig" smeerbaar. In bekers
van 350 gram.
Een Frieech® <4^ Vlag product
Pastachoca „puur"
De pittige chocoladebelegging met
de puur-natuursmaak van bittere cho
colade- In bekers van 500 en 250 gram.
Ook ideaal voor het maken van choco
lademelk, het garneren van toetjes en
het bakken van chocoladecake.
27. Hij haalde een eenvoudig velletje
papier uit de omslag en las:
„Waarde neef,
Ik deel u mede, dat ik met de bus uit
Enschede kom, die half acht in Dor
ringen is. Ik hoop, dat u me afhaalt.
Nieuwjaarsdag moet ik weer tijdig
terug naar Amsterdam. Ik weet, dat u
het op m'n ondergang hebt voorzien,
maar ik neem wat mee en ik hoop,
dat u dit zult willen aannemen en me
dan verder met rust zult laten. Ik ben
een oude vrouw, die alleen maar in
rust wil leven. Ik begrijp niet, waar
om u mij nu opeens het leven zuur en
onmogelijk wilt maken. Dat het om
m'n geld te doen is, heb ik lang be
grepen U kunt er wat van krijgen,
als u me verder niet meer lastig valt.
Dat kunnen we dan oudejaarsavond
wel bepraten. Dus tot oudejaarsavond
en een groet van uw tante
A. Goedgeburen".
Gert las het briefje tweemaal en
knikte nadenken „Dat is een ernstige
beschuldiging, Jan".
„Ja, misschien was het beter geweest,
als ik die brief meteen maar verbrand
had en teruggeschreven had: blijf maar,
waar je bent, ik wil niks meer met je
te maken hebben. Dat was beslist het
beste geweest onder de gegeven om
standigheden. Maar ja.... ik was na
tuurlijk spinnijdig en ik nam die bele
diging niet. Ik dacht: eerst zal ik met
haar praten en als ze dan haar excuus
aanbiedt, ga ik toch met die brief naar
de politie en laat er werk van maken".
„Heb je haar werkelijk nergens an
ders mee bedreigd?"
„Ach natuurlijk niet. Wat kan mij,
als het er op aankomt, tante Anne sche
len? Amsterdam is ver weg en niemand
in Dorringen kon weten, dat zij familie
van mij is. Gestel, dat ze de een of
andere dag opgepikt werd voor haar
woekerpraktijken en dat het in de
krant kwam te staan. Wat dan nog?"
Ja, er zat wel wat in die redene
ring. Maar toch„Waarom maakje
je eigenlijk zoveel drukte over dat
woekeren?"
Gillissen haalde zijn schouders op.
„Och, dat weet ik eigenlijk zelf niet.
Misschien het meest om Grada. En mis
schien toch ook nog een beetje, omdat
ze familie was. Zoudt u het leuk vin
den, als een familielid van u de ver
keerde kant op ging? Zoudt u dan niet
proberen iets te doen, om het ergste te
voorkomen? Mogelijk was het toch een
soort familietrots, die me er toe leidde
haar van haar verkeerde praktijken te
overtuigen. Althans, het te proberen.
Maar die brief van haar raakt kant
noch wal. Wat zou ik er voor belang bij
hebben om haar ondergang te bewer
ken? Haar geld? Laat me niet lachen!
Wilt u m'n boekhouding doorzien? Dan
kun u zelf constateren, dat ik ruim
schoots genoeg verdien in het zomer
halfjaar om het desnoods de hele win
ter te kunnen uitzingen. Bovendien heb
ik ook een paar centen op de Bank.
Opgespaard. Wat heb ik verder nodig
als eten en drinken en kleren? In café's
kom ik nooit Uitgaan doe ik evenmin.
dam moeten zijn om Grada te ontmoe
ten. Nu ja, dan gingen we samen af en
Of het zouden de reisjes naar Amster-
toe ergens heen. Maar verder. Gaat
u maar eens naar ons informeren, naar
mijn vader en ik, hier in Dorrincgen. Bij
de mensen, die ons kennen: de buren,
de klanten, wie u wilt".
Gert begon te lachen. „Beste jongen,
dat hebben we natuurlijk al lang ge
daan. Als je het precies wilt weten: op
1 en 2 januari. Maar troost je: we heb
ben geen kwaad woord over jullie ge
hoord. Dat neemt niet weg, dat er op
het ogenblik heel wat aanwijzingen zijn,
die jou tot verdachte stempelen. Na
tuurlijk heb je verschillende ding-en te
gen. Dat is me tijdens het onderzoek
wel gebleken. Daar komt nog bij, dat er
andere feiten zijn, die in jouw nadeel
werken. En als ik mijn Amsterdamse
collega rustig zijn werk had laten doen,
zonder me ermee te bemoeien, dan zou
je nu nog opgesloten zitten. Ik bedoel
dit: je hebt geen deugdelijk alibi, want
al liep je, volgens je zeggen, vlak maast
je tante, toen er geschoten werd, nie
mand heeft dat gezien. Theoretisch be
staat de mogelijkheid, dat je bijvoor
beeld gezegd hebt: tante, wacht iu hier
even? Ik moet even naar het park. Bij
voorbeeld voor een natuurlijke "bood
schap, nietwaar? Voor jou als iemand,
die hier thuis is en de weg kent, z ou het
hooguit een kwestie van één minuut
geweest zijn om naar een boom t«a gaan
en vandaar tante Anne neer te schie
ten. Blijkens je vroegere militaire com
mandant ben je een scherpschutter op
de pistool. Je verdonkeremaant op de
een of andere manier het wapen en je
keert terug. Intussen is er niemand ge
passeerd en je houdt de wacht bij de
neergeschoten vrouw, tot er iemand
aankomt. Begrijp je? Deze theorie is
terdege overwogen. Voeg daarbij het
lawaai van het vuurwerk ook voor de
moordenaar bijzonder gunstig en net
feit, dat je tante in de onmiddellijke
nabijheid van een lichtkring stond, dan
stempelt dit alles je tot een verdachte
van formaat. Wanneer ik je op Nieuw
jaarsdag gearresteerd had, zou iedere
politiefunctionaris mij geprezen hebben
om mijn voortvarendheid. Er zouden
diverse bewijzen aan te voeren geweest
zijn. Deze brief zou inmiddels gevonden
zijn en ook dat is bezwarend voor je. Nu
is ook verklaard, waarom tante Anne
een kistje met juwelen meesjouwde van
Amsterdam naar Dorringen Dat klopt
met de zinsnede in de brief: ik neem
wat voor je mee en ik hoop, dat je het
zult willen aanvaarden. Voel je? Alle
maal bewijzen tegen je. Weliswaar zou
het bewijsmateriaal niet volledig zijn,
maar ik zou het voor elkaar krijgen,
dat ze je naar het Huis van Bewaring
brachten en de officier een aanklacht
wegens moord tegen je kon instellen.
Dan zou je er heel beroerd voor gestaan
hebben, jongeman".
Jan Gillissen maakte zijn sigaret uit
en keek de politieman lange tijd aan.
„En waarom hebt u dat dan niet ge
daan, meneer Hoolwerf?"
Gert haalde zijn schouders op. „Ik
weet het niet. Er waren daarvoor mis
schien twee oorzaken. In de eerste
plaats ben ik een voorzichtig man. Ik
moet wel heel zeker van mijn vermoe
dens zijn, als ik iemand beroof van zijn
vrijheid. Omdat ik mijn maatregel dan
behoorlijk moet kunnen rechtvaardigen.
We leven tenslotte in een democratisch
land, waarin iedere burger, behalve
plichten, ook zijn rechten heeft. En een
arrestant heeft ze niet minder. Rechts
kundige bijstand bijvoorbeeld. In de
tweede plaats zijn er zoveel raadsels in
deze zaak, dat ik geen blunder wil
maken. Overigens kan ik niet los komen
van de gedachte, dat er meer achter zit.
Een geraffineerde opzet bijvoorbeeld.
Als politieman heb ik zo langzamer
hand wel enige kennis gekregen. Jij
hebt verschillende gebreken; je bent
opvliegend en driftig. En een beetje
kortzichtig. Maar raffinement kan ik
bij jou niet vinden. En deze moord is
verbazend vernuftig voorbereid. Dat zit
in m'n achterhoofd en doorgaans blijk
ik het dan wel aan het goede eind te
hebben. Voeg daarbij de inbraak, die in
ieder geval onmogelijk door jou ge
pleegd kan zijn. En het bezoek, dat
tante Anne woensdags voor oudejaar
aan Dorringen bracht. In gezelschap van
een jongeman, een soort nozem. Dat is
waar ook, die ruzie toen, he? Bij tante
Anne Ik bedoel, toen je er pas was. Die
zogenaamde klant, die zo te keer ging.
Kon je aan de stem horen, of het een
jonge, dan wel oude man was?"
Jan Gillissen dacht na. „Ik zou zeg
gen", antwoordde hij voorzichtig, „dat
het eerder een jongeman was, dan een
oude".
„Waarom?"
(Wordt vervolgd)