De vierde dag
BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF
LANDBOUW en VEETEELT >un Oronintfcti
GEERVLIET N.V. hoortoestellen
bruining
L!^ PiGtnaderm f2.95
Pu rol lioudtde huid
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 29 MEI 1984
rubriek voor «.tani..
DE BIETENVLIEG IN ACTIE
Het ziet er naar uit, dat de bieten
telers dit jaar niet vrij zullen blijven
van een bestrijding van de bietenvlieg.
Vorige week zijn nl. op, naar we mogen
aannemen practisch alle percelen bie
ten, de eieren van dit insect afgezet. U
kunt ze vinden als witte puntjes aan de
achterzijde van de bladeren.
Zolang de eivorm blijft bestaan is
geen kwaad te duchten. De normale
gang van zaken is echter, dat binnen
een week uit deze eieren de zgn. maden
komen. Hun eerste werk is zich in het
blad invreten. In het blad doen ze zich
tegoed aan de zachte massa tussen
boven- en onderzijde van het blad.
Binnen een week na de eiafzetting ziet
U meestal de zgn. mineergangen, die
zich als lichte kanalen in het blad af
tekenen, verschijnen. Op dat moment
moet de bestrijding plaats hebben.
Vooral in het stadium, waarin de
bieten nu verkeren is een bestrijding nl.
beslist nodig. Gebeurt dit niet, dan
houden de jonge planten vrijwel geen
blad over. De latere generaties van dit
insect doen over het algemeen veel
minder kwaad.
Er zijn op het moment zeer goede
middelen om aan de vreterij van de
maden een halt toe te roepen. De loon-
spuiters zijn hiermee voldoende op de
hoogte. En als U zelf wilt spuiten kan
Uw handelaar in bestrijdingsmiddelen
U het juiste middel leveren.
OOK DE GLANSKEVERS ZIJN
ACTIEF
In de percelen knollenzaad voor zaad
teelt wemelt het op het moment van de
glanskevers. Dit insect doet schade in
de periode, waarin de bloeiknoppen
verschenen zijn, maar de volle bloei nog
niet is aangebroken.
Het streven van genoemd insect is er
nl. op gericht het stuifmeel als voedsel
te gebruiken. Daar is op zichzelf niets
op tegen. Zolang echter de bloei nog
niet in het gewas is moet de kever om
dit stuifmeel te bereiken de knop aan
vreten. Daarbij worden stamper en
meeldraden beschadigd en het gevolg
kan zijn, dat er geen bloem of een on
volledige bloem komt. Vooral in geval
len, waarin de bloei niet doorzet, d.w.z.
in een periode met veel regen en weinig
zon kan de glansklever veel schade
doen.
Ook deze vijand van de gewassen is
goed te bestrijden Op een aantal per
celen is dit reeds gebeurd Op het mo
ment is de ontwikkeling van het gewas
59. Het kleine vorstendommetje Slavo-
nië, dat diep verscholen lag in het rots
achtige bergmassief van de Dolopathen,
had maar een klein hoofdstadje. Dat
stadje Ottoburg mocht dan .al klein zijn,
het was welvarend daar ging niets van
af. Er reed zelfs een elektrisch tram
metje, al hadden ze slechts één wagen
tje op één lijntje. Een echt heen en
weertje dus. Dat vooruitstrevende tram
metje had de aartshertog Ferdinand
van Saxen-Weibach doen aanleggen,
want deze hertog was erfprins van Sla-
vonië en koesterde het vaste voornemen
om van dit kleine vorstendommetje een
welvarend en schatrijk landje te maken.
zodanig, dat dit nog zonder veel schade
kan gebeuren.
Met verwijzing naar een artikeltje
van enkele weken geleden, moeten we
U echter op het hart binden om, vooral
in de gevallen, waarin de bloei reeds
is begonnen de bijentelers op de hoogte
te stellen. Het meldingsadres is telefo
nisch te bereiken. Het is (02220) 2006.
DE AARDAPPELSELECTEUR IS ZIJN
WERK BEGONNEN
Als we het over de aardappelselec
teur hebben, dan bedoelen we in dit
geval de heer Tromp uit Heerhugo-
waard, die door de Streekontwikke-
lmgscommissie is aangeworven. Zoals
reeds eerder werd vermeld is het vooral
de bedoeling om hulp te geven aan se
lecteurs in opleiding.
De heer Tromp is in de eerste zes
weken op maandag, woensdag en vrij
dag op het eiland en hij hoopt dan in
ieder geval alle deelnemers van de cur
sus aardappelselectie één of meermalen
te bezoeken. Hij zal dit zoveel mogelijk
van te voren afspreken.
We willen er echter nogmaals op
wijzen, dat het recht om de heer Tromp
„te gebruiken" niet alleen is voorbe
houden aan de cursisten van genoemde
cursus. Elke selecteur, die zich nog in
opleiding voelt en daarom zichzelf niet
geheel vertrouwt, kan een beroep doen
op de heer Tromp.
Het is slechts nodig U daarvoor te
melden bij de landbouwvoorlichters.
DE HOOIOOGST IS BEGONNEN
De eerste percelen gras, bestemd voor
hooiwinning zijn deze week tegen de
grond gekomen. Zoals we vorige week
al opmerkten is de snede gras op diver
se percelen zeer zwaar. Dat betekent in
de eerste plaats dat er tijdig moet wor
den gemaaid Daarmee is men er echter
niet.
Een zware snede gras geeft ook bij
het klaar maken van hooi meer zorgen
dan een licht gewas. We willen een
paar punten noemen, die mogelijk die
zorgen iets kunnen verlichten.
Daar ls in de eerste plaats de kwestie
van het droog maaien. Dit is vooral voor
een zwaar zwad een eerste eis. Wordt
het gras nl. nat gemaai,d, dan wordt in
de binnenzijde van het zwad zeer veel
water opgesloten. We hebben de indruk,
dat men nog steeds niet voldoende
overtuigd is van het belang van droog
maaien.
Dan het schudden. Over dit punt be
staat nog altijd verschil van mening. De
landbouwvoorlichters maken al enkele
jaren „propaganda" voor het veelvuldig
Dat lukte hem aardig, want er kwamen
al héél wat Amerikanen hun vakantie
doorbrengen. En wat slaat men in deze
wereld nu nog hoger aan dan Ameri
kaanse dollars? Hoogstens beroepsvoet
bal! O zo!
Doch terzake. Op dit late uur van de
stikdonkere nacht tingelde het Otto-
burgse trammetje slaperig voorbij de
gehele politiemacht, bestaande uit de
opperwachtmeester Zwiebelmann.
Zwiebelmann's commandant, de in
specteur von Donnerwetter zat op dat
ogenblik te dutten. Er gebeurde immers
toch nooit wat te Ottoburg! Doch oei.
die nacht gebeurde er wèl wat! Plotr
BRIEF UIT DE U.S.A.
Hutchinson (Kansas-USA),
Beste vrienden op Texel,
Eindelijk ga ik mijn belofte maar eens
waar maken en U iets over mijn ver
blijf in de States vertellen. Want voor
ik het weet, sta ik weer op Texelse
bodem. Eerst neem ik u mee terug naar
mijn eerste half jaar; verder nog, naar
die dag waarop wij Hollands haven
verlieten nu bijna 9 maanden gele
den wat mij soms als jaren voor
komt en soms als de dag van gisteren.
Daar in Rotterdam was het weemoe
dige en opwindende moment van het
„los" gaan, op weg naar Amerika. Dat
ene woordje heeft voor vele Europeanen
een magische klank, zo óók voor ons
trainee's.
schudden van het voor hooi bestemde
gras. En zij willen dit doen vanaf de
eerste dag. Vooral als we een zwaar
zwad gras hebben wordt dit van be
lang geacht.
Vooral vorig jaar hebben we hier heel
wat bedenkingen tegen gehoord. De
praktijk is nl. nog altijd van mening,
dat door het schudden de gevoeligheid
voor slecht weer groter wordt. Krijgt
men Dijv. drie dagen na het maaien re
gen, dan zou de schade in al enkele
malen geschud hooi veel groter zijn dan
in gras, dat nog op het zwad ligt. We
houden dit niet voor onmogelijk. Naar
ik meen moeten we echter anders rede
neren.
Als we het geluk hebben, dat we een
periode van vijf dagen droog weer na
het maaien hebben, dan kunnen we het
intensief geschudde hooi inschuren,
maar het niet of weinig geschudde hooi
blijft dan nog enkele dgaen aan de na
delen van ongunstig weer bloot staan.
Daarom blijven we het aanhouden op
intensief schudden, d.w.z. bij gunstig
weer vanaf de eerste dag. Het staat wel
vast, dat het tweemaal schudden per
dag bij scherp drogend weer nog voor
delen heeft boven het eenmaal schud
den.
Dit jaar wordt op enkele bedrijven
op ons eiland een methode van hooi
winning toegepast, die naar het zich
laat aanzien de periode tussen maaien
en hooien met enkele dagen kan bekor
ten. We menen, dat het te vroeg is om
hierover al een oordeel te geven. Maar
ook dan geldt het met minder, dat veel
vuldig schudden een eerste eis is.
Het lijkt ons bijna onnodig er op te
wijzen, dat hooiventilatie in ieder geval
de mogelijkheid geeft het risico op het
land kleiner te maken. Het is voldoende
bewezen, dat men bij toepassing van
deze methode één of twee droge dagen
minder nodig heeft om het hooi schuur-
rijp te maken
De eerste avond en nacht waren
seling begon de telefoon namelijk te
ratelen. De inspecteur schrok wakker
van dat ongewone geluid en greep on
middellijk de hoorn van de haak. „Ja.
hier politie van Ottoburg...., in
specteur von Donnerwetter aan de lijn!"
riep hij. „Wat zegt u? Bonckledinges?
Wie is dat? OBonckelhoven
hoofdstad van eh.jaja! Wat zegt u
me nou? Hebben ze een beroemde semi-
prof bij jullie ontvoerd? Weggesleept
door twee Italianen? Wel hier en gun-
ter? Dat is een schandaal! Ja, ja. u kunt
op me rekenen, hoor! Vliegt u maar zo
gauw mogelijk hier naar toe. Ik zal ze,
die Italianen!"
reuze spannend. Je kende niemand.
Schuchter kwam je elkaar tegemoet. Ik
had het voorrecht al 3 Hollandse reizi
gers te kennen. Er waren nóg 47 andere
trainee's en behalve dat waren er nog
zo'n 800 jongelui en een stuk of wat
oudjes. Voor dat je het wist, zat je dik
in de vrienden en kennissen. We hebben
enorm veel plezier gehad aan boord,
een paar dagen stralend weer, en een
paar dagen pikten we het staartje van
de hurricane „Arlene" mee. Met haar
misleidende naam bracht ze dik over
de 700 man groen en geel in bed Als je
door de gangen liep kwam er gekreun
uit iedere cabine, die gedeeld werd door
8 personen, wat nog weer eens 2 niet-
zeezieke extra zeeziek maakte
Al met al was het natuurlijk een on
vergetelijke reis. Maar tegen het einde
begon iedereen toch wel genoeg van al
dat waterige water te krijgen. Als
kleine kinderen, zó gelukkig waren we
toen we, later dan verwacht land in
zicht kregen. Er ging een wonderlijk ge
voel door me heen en ik dacht: zó moet
Columbus zich ook gevoeld hebben.
De Amerikanen aan boord, die soms
toch zo sentimenteel kunnen zijn, be
gonnen met tranen in de stem het
volkslied te zingen, terwijl wij er een
beetje verbouwereerd bij stonden, niet
goed wetende wat te doen. We deden j
dus niets. Alleen kijken naar de enorme,
massieve kolossen vóór ons; wolken
krabbers, die langzamerhand vorm be
gonnen te krijgen
Toch was het wel anders als ver
wacht was: géén Indianen om je te ver
welkomen, noch cowboys. Alleen het
gekrioel van New York City, vóór je,
onder je, boven je.
Daar het bekende Vrijheidsbeeld Wat
was het maar klein. We voeren er op
zo'n afstand vanaf Ik vroeg me af
waarom we er niet wat dichter langs
gingen. We waren tóch al twee uur te
laat. Om zes uur lagen we vast, het
was een groots moment, al zag je op
dat moment dan met veel meer dan een
kale kade en hoorde je niet veel meer
dan slechts de schorre rauwe kreten van
dikke negers. Je was tóch in Amerika.
Om half elf waren trainee's en koffers
in een bus gepropt en daar gingen in
de nacht 48 doodvermoeide trainee's
door een angstwekkend grote stad.
De dagen in Ahion vlogen om en het
afscheid daar viel ons niet makkelijk. Je
dook, nu je uit elkaar ging, wèèr vol
komen de onbekendheid in.
Mijn eerste half jaar was in Pennsyl
vania, het Oostenrijk van de „States",
zoals het weieens genoemd wordt. Het
is heuvelachtig, de omgeving is prachtig
bosrijk met mooie huizen Heet klimaat
in de zomer.
Mijn familie woonde op een oude 14-
kamerige boerderij; er was een enorme
lap grond bij. Mijn baas was reclame
specialist, zijn echtgenote was onder
wijzeres. Er waren twee kinderen: Andy
8 en Donna 7.
De hele dag had ik het rijk alleen,
wat soms wel eens eenzaam was. Maar
door vrienden heb ik een heleboel din
gen mogen zien en beleven. Het is een
zeer mooie en waardevolle tijd geweest.
Deze mensen waren niet Doopsgezind en
het prototype van een Amerikaanse
familie. Vaak vond je in hun levens-
wijze het koude, harde en zakelijke van
de Amerikaan terug, dat dan toch weer 1
vaak wonderlijk vermengd was met een
grote dosis menselijkheid en gemak-
zucht. Ik bewonder de Amerikanen zeer
om de manier waarop zij kunnen leven, i
Hoewel de „never mind"-stemming
soms wel eens te ver gaat, kunnen wij
Europeanen er toch heel veel van leren,
want als je zo ingesteld bent, lijkt alles
wel makkelijker te gaan ook. Deze
Amerikanen, die men hier „the people
to keep up with the fones" noemt,
geven meestal veel onnodig geld uit en
leiden een onsamenhangend leven. De
kinderen uit zulke gezinnen hebben de
..ideale" ouders. Zij gehoorzamen hun
kinderen volkomen. De kinderen gaan
naar bed wanneer zij zelf willen. Zij
eten wanner zij willen, besluiten wat zij
willen doen. Dergelijke manier van op
voeden is werkelijk betreurenswaardig.
Later plukken zij er in hun leven de
vaak zure vruchten van.
Als je tegenover deze mensen, de
Doopsgezinden stelt, is het een verschil
van dag en nacht. Déze mensen, die
voor alles leven met liefde in hun hart
voor anderen en bewust zijn van hun
verantwoordelijkheid in het leven te
genover elkaar, zijn dan ook meestal
veel gelukkiger. Vooral hier, en nu kom
ik tot mijn tijd in Kansas, in de prairie
van de Mid-West, is het een feit, dat de
mensen door hun diepe hechte geloof
een nog gelukkiger leven leiden, dan in
het doelloze, bevolkte Penna.
Ver weg van al het grote lawaai van
steden en drukte, ligt een plaatsje
i Yoder, wat zich ontplooit tot vrede en
rust.
Het is weer zo'n verschillend leven
en het is een voorrecht hier te mogen
zijn Hoewel de eerste twee maanden
voor mij heel moeilijk zijn geweest door
bijzondere omstandigheden, houd ik
van dit stukje Ajnerika met zijn bevol
king. Deed ik in Penna de huishouding,
hier heb ik twee maanden koeien ge
molken. Het was toch moeilijk voor mij
om bij deze mensen weg te gaan; ik
voelde het als een falen van mijzelf,
maar het was me onmogelijk om met
deze a-sociale mensen verder te leven-
De hele gemeente heeft mij nu als
het ware geadopteerd. Zij wilden niet
dat ik weg ging en ik wilde niet weg
van hun. De mensen zijn lief en het
land fascineert mij. Nooit had ik willen
geloven, dat alles in Kansas zo mooi
groen kon zijn.
Nooit had ik van zulke zand- en
stofstormen gehoord. Je eet stof en
stuift blind, maar dan de volgende
morgen word je weer blij verrast door
een stralende dag Denkt U dat het op
Texel waait! U moest de Kansas wind
eens voelen. Het is zo wonderlijk mooi
om hier te zijn; het is zo interessant te
zien hoe verschillend alles is van
Europa. Wij mensen zijn allen gelijk,
allen Gods kinderen en tóch zo ver
schillend.
Op het moment ben ik weer op een
boerderij en ik heb het mieters. Er zijn
3 kleine jongetjes, die me de oren van
m'n hoofd over Holland vragen. Aan het
eind van deze maand hopen 6 trainee's,
waar ik dan ook toe behoor, naar Cali-
fornië te gaan, waar wij dan weer
daar ben ik zeker van een geheel an
der Amerika zullen zien, want dit land
is nu eenmaal te groot, heeft nu een
maal te veel verschillende soorten be
woners om het als één geheel te zien.
Ik hoop, dat ik in de weinige tijd
die ik hier heb. U enige indruk heb
kunnen geven van het leven hier in de
States.
Het spijt mij dat ik niet meer heb
kunnen schrijven, maar het is me bijna
onmogelijk. Bovendien hoop ik U in
3 maanden in levende lijve weer te zien
en U meer van mijn belevenissen en
indrukken te vertellen. Een solong tot
dan.
Ina Koburg.
KEIZERSGRACHT 411 OORHANGERS
AMSTERDAM HOORBRILLEN
Wij houden iedere 1e woensdag van de maand zitting
bij de firma Halee, Beatrixstraat 52, Den Helder, tel.
4673 (02230), voor het verzorgen van uw recept en
ZIEKENFONDSBIJDRAGE.
Verkoop van batterijen, snoeren e.d. dagelijks op
bovenvermeld service-adres.
FEUILLETON:
door H. van Omme.
5. Akke repte zich naar beneden, waar
ze Tjitske in de keuken vond, met
roodbehuilde ogen. „Of je aan de pillen
denkt.... wat is er nou, Tjitske?"
Ze schudde haar hoofd. „O. niks. Let
er maar niet op. Maar soms is het me
wel eens te veel.Dag aan dag doe
ik mijn best voor hem, sloof ik me uit
om allerlei lekkere hapjes voor hem
klaar te maken. Ik peins me suf om
zoveel mogelijk variatie in zijn eten te
brengen en wat krijg je als dank te
horen? Dat je nooit koken zult leren-
En daar doe je dan al die jaren je best
voor".
Akke ging naar haar toe en legde
haar arm om de vrouw heen. „Meid,
trek je er toch niks van aan.Je
weet toch, hoe hij is? Hij meent het vast
niet zo. Hij zou je toch immers niet
kunnen missen? Toe, was je gezicht een
beetje. Als-ie ziet, dat je gehuild hebt,
heeft hij misschien nog schik ook".
De bel rinkelde weer en Akke keek
rond. „Zal ik 'm z'n pillen geven?"
De vrouw knikte. ,,Er staan drie fles
jes op de medicijntafel. Met grijze, rode
en zwarte pillen. De grijze moet hij nu
hebben: twee stuks en een bodempje
water in zijn glas. Water is er in het
fonteintje".
„Steek een sigaret op en trek je er
niets van aan. Ik help hem wel".
Even later betrad Akke, na aange
klopt te hebben, opnieuw zijn kamer.
Zonder zich om de verwonderde blik
van de man te bekommeren, liep ze naar
het fonteintje, deed wat water in een
glas en zocht toen op het medicijntafel-
tje het flesje met grijze pillen. Ze nam
er twee uit en ging met de pillen en
het glas naar de zieke. Alstublieft, me
neer, uw pillen"
De man keek haar verwonderd aan.
„Wat betekent dat? Waarom komt
Tjitske niet?"
Akke haalde haar schouders op. „Mis
schien is ze de stad in om een kook
boek te kopen. U zei toch. dat ze nooit
koken zal leren? Misschien wil ze het
toch proberen, op deze manier".
Werktuiglijk nam de man de pillen
aan en keek naar het glas. „Er zit te
veel water in", bromde hij.
„Wat teveel is, kunt u er toch inlaten,
niet?"
De zieke keek haar verstoord aan.
„Jij bent een brutaal ding, weet je dat?"
„Het spijt me, meneer, maar ik was
me daarvan niet bewust. Het is tijd voor
uw pillen".
„Dat hoef je me niet te vertellen",
snauwde hij. Maar de zieke nam de
pillen in en dronk een slok water, waar
na hij het glas teruggaf. Akke zette het
neer en bleef even bij de zieke staan.
„Tjitske is een lieve meid, notaris, en
ze doet alles, wat mogelijk is om u zo
goed mogelijk te verzorgen. Zij is nog
een vrouw van het oude stempel, zoals
je ze tegenwoordig met een lantaarntje
moet zoeken. Probeert u alstublieft haar
werk voor u een beetje te waarderen.
plu"' en bescherming
Ze heeft het echt nodig"
„Wou jij mij een beetje de les lezen?"
„Beslist niet, notaris. Maar zegt u
niet van die lelijke dingen. U waardeert
haar wel, maar u wilt het niet weten.
U moppert nu wel op haar, maar diep in
uw hart meent u er niets van. U bent
helemaal niet zo'n isegrim, als u zich
voordoet".
„Wat zeg je?" De man keek haar
stom verwonderd aan.
Akke knikte vriendelijk. „In de stad
zeggen ze, dat u altijd een heel be
kwaam notaris was. En dat u heel wat
mensen geholpen hebt. Laat dat goede
hart van u weer spreken, notaris".
„Wel, alle...." Maar wat er verder
op volgde, kon Akke niet verstaan,
want ze had intussen het vertrek weer
verlaten en zat even later in de keuken
tegenover Tjitske, die nog steeds met
een zakdoek over haar gezicht zat te
vegen, ,,'t Is oké Tjitske. Hij was stom
verwonderd, toen hij mij zag binnen
komen in plaats van jou. Maar hij heeft
zijn pillen ingenomen".
„Wat zei hij? Vroeg hij niet naar
mij?"
Akke knikte en stak een sigaret op.
„Ik antwoordde, dat je misschien de
stad in was om een kookboek te kopen.
Je had z'n gezicht eens moeten zien".
„Een kookboek Tjitske schoot in
een lach. „Kind, hoe durfde je
„Je moet niet alles van 'm nemen. Je
bent zijn slaaf niet".
„Een kookboek...." herhaalde Tjits
ke en lachte opnieuw. „Die zit z'n eigen
boven suf te peinzen over dat kook
boek".
Akke haalde haar schouders op.
„Heeft-ie tenminste bezigheid. Weet je
die man verveelt zich gruwelijk.
En daar worden de mensen sikkeneurig
van".
„Meid, je praat als een professor.
HOOFDSTUK 4
Akke is niet bang
De zomer spoedde zich ten einde en
het najaar kwam. Akke werkte van 's
morgens acht tojt 's avonds zeven in
„het huis", zoals de woning van de oud
notaris algemeen genoemd werd en kon
uitstekend overweg met de huishoud
ster, die ze zoveel mogelijk werk uit de
handen nam.
Gedurende de maanden, dat ze bij de
oude notaris overhuis kwam, had ze
ook enkele familieleden gezien, die zich
kwamen overtuigen van de toestand van
de zieke. En daar het nu wel vaker ge
beurde, dat Akke een kopje thee boven
bracht, of op de vastgestelde tijd er voor
zorgde, dat de oude man zijn medicijnen
innam, hoorde ze hem een keer zeggen,
na het bezoek van één zijner broers: „Ze
zitten allemaal op m'n dood te wachten
om m'n centen te kunnen pikken, Akke.
En als het aan hen nog maar goed be
steed was, maar niemand kent de waar
de van het geld. Geen van mijn broers
en zusters, neven en nichten is ook maar
enigszins geslaagd in het leven. Alle
maal sufferds, die niet verder kijken
dan hun neus lang is en al tevreden zijn
als ze een baantje hebben, waarin ze
verzorgd worden tot hun dood toe. Hard
werken om een beetje vooruit te komen
smetteloos- zuiver
in de wereld, hebben ze allemaal een
hekel aan. Waarom heb jij eigenlijk niet
gestudeerd?"
Akke schrok op Hoewel ze er al
enigszins aan gewend was, dat hij soms
van de hak op de tak sprong, overrom
pelde haar deze vraag. In de regel zat
z$ niet gauw om een antwoord verle
gen, en ook ditmaal antwoordde ze ad-
rem: „In dit leven zijn nu eenmaal he
ren en knechten nodig, notaris. Als
iedereen bijvoorbeeld notaris was ge
worden, leden ze allemaal gebrek".
„Dat is een dooddoener", mopperde
hij. „Wat had je voor cijfers op .de la
gere school voor taal? En lezen en
schrijven?"
Akke stond in haar gebruikelijke
houding, als hij het woord tot haar
richtte; met haar handen onder het
schort. „Precies weet ik dat niet meer,
maar op school was ik in ieder geval
lang niet de slechtste, notaris".
Hij keek haar spotlachend aan. Toen
keek hij rond op zijn bed, dat bezaaid
lag met boeken, schriften, papieren en
kranten. Toen greep hij een blocnote en
een potlood, bood het haar aan en ant
woordde: „Bewijs het. Schrijf enkele re
gels en improviseer zelf, als je ten
minste dit woord verstaat".
Het meisje aarzelde een ogenblik en
greep toen zonder de man aan te kijken
het papier en het potlood, ging op een
stoel zitten en begon, zonder er eerst
over na te denken, te schrijven. Na en
kele minuten hield ze op, las het ge
schrevene nog eens na en overhandigde
het toen aan de zieke.
(Wordt vervolgd)