Cjroen ^wartsjexels in het karL,
Woensdag was het twintig jaar geleden
ALLE WEERBARE MANNEN WEGGEVOERD NAAR ASSEN
Herinneringen aan barre
toestanden in oorlogstijd
Elektrische dekens
Zuster Bos
maandag overleden
„Florence
Nightingale" van Assen
VRIJDAG 13 NOVEMBER 1964
TEXELSE
78e JAARGANG No. 791Ï
COURANT
Uitgave N.V. v/h Langeveld de Roojj
Postbus 11 - Den Burg, Texel - Tel. 2058
Rcdaktie: Harry de Graaf, Williclminalaan 33,
Den Burg, tel. 2058, 's avonds 2382.
Verschijnt dinsdags en vrijdags.
Bank: Neder!. Middenstandsbank; Coöp. Boe
renleenbank. Postgiro 652. Abonn.pr. ƒ2,65 p.
kw. 30 ct. incasso. Advert.: familieberichten
14 ct p. mm.; andere advert. 12 ct. p. mm.
BEKENDMAKINGAlle mannelijke personenop het eiland aanwezig in
den ouderdom van en met 17 jaar tot het voleindigde 35e levensjaar moe-z
ten zich, voorzien van mondvoorraad voor eenige dagen en van winter-
kleeding, uiterlijk Zaterdag, 11 November, 15 uur. te Den Burg, aan de voor-q
malige Zeevaartschool, Schildereinde, aanmelden. Voor ieder niet versche-jj
nen mannelijken inwoner worden de familieleden vastgenomen".
Aldus een door de Insclcommandant getekende oproep in de Texelse Cou
rant van zaterdag 11 november 1944. Het werd een historische datum in de
geschiedenis van Texel. Dezelfde dag vertrokken honderden mannen en jon
gens naar de overkant, nagewuifd door hun doodongeruste familieleden, die
geen idee hadden van het doel van de reis. Ook de mannen zelf wisten van
niets en zagen eerst dat zij in Assen terecht waren gekomen,, nadat zij een
verschrikkelijke dagenlange voettocht achter do rug hadden. Op primitieve
wijze werden de Texelaars in Assen gehuisvest in verschillende gebouwen. De
dagtaak, onder strenge Duitse controle, bestond uit het graven van tankgrach
ten, loopgraven en schuttersputten. Het werk was vooral in het begin van
het viermaandelijkse verblijf in Drente ongelooflijk zwaar, vooral door het
koude, langdurig regenachtige weer, waartegen onvoldoende bescherming was.
jongens in Assen zouden blijven, hebben
we alles in het werk gesteld om het
contact te onderhouden. Dank zij hulp
van particulieren en o.a. de heer Aris
Eelman kwam er al snel iets tot stand".
„Ome Bram" slaagde erin op allerlei
manieren gegevens over de toestand
van de jongens te verzamelen. Daar
kwam vaak de telefoon aan te pas en
de medewerking van tientallen mensen
was onontbeerlijk. Het huis van de heer
Van der Meulen werd een soort pers
bureau, waar het publiek het laatste
nieuws over de Texelse mannen voor
de ramen konden zien. Dat nam heel
wat onzekerheid weg. De heer Van der
Meulen heeft alle bulletins zorgvuldig
bewaard en in vologrde gelegd
vormen die een interessante geschiede
nis Ome Bram heeft ook de mogelijk
heid helpen scheppen om de jongens in
Assen pakketpost toe te zenden
Door op Texel georganiseerde acties
om de weggevoerde mannen van post
en extra voedsel te voorzien, werd het
later veel beter en aan de laatste maan
den in Assen bewaren vele der wegge
voerden zelfs prettige herinneringen.
Voor een belangrijk deel was dat te
danken aan de houding van de Asser
bevolking. Men deed alles wat mogelijk
was, om het de Texelaars naar de zin
te maken en in deze periode werden
vriendschapsbanden gesmeed, die nu
nog steeds bestaan.
Waarom?
Waarom werden de Texelse mannen
weggevoerd? De Duitsers, die op dat
moment een hopeloze strijd voerden
met de binnengedrongen geallieerde le
gers, beschouwden het zelf* als een
veiligheidsmaatregel. Texel was een
kwetsbaar deel van de Atlantic-Wall
'en dus Sperrgebiet, evenals de rest van
de Nederlandse kust. Omdat het Duitse
opperbevel meerdere geallieerde in
vasies op andere plaatsen verwachtte
en men wist dat de bevolking van het
kustgebied niet erg Duits-gezind was,
G. Wilner
nam men het zekere voor het onzekere
en liet het weerbare deel van de inwo
ners wegvoeren. De Duitsers hadden
bovendien weinig vertrouwen in de op
Texel aan het 400 man tellende be
zettingsleger toegevoegde Russen, zodat
men zich niet bijzonder sterk voelde en
men op alle eventualiteiten voorbereid
wilde zijn. Op het moment, dat de
bekendmaking van de Inselkomman-
dant in de Texelse Courant verscheen,
was reeds een groot deel van de Texe
laars bijeengedreven. De heer G. Wil
ner (45) te Den Hoorn vertelde ons hoe
de Duitsers in zijn dorp tewerk gingen.
„We werden vrijdag zomaar uit de
huizen gehaald. We hadden geen idee
waar ze ons voor nodig hadden. De
nacht werd met nog een paar lui door
gebracht in de barakken van batterij
Klumper bij „Heidehof", maar om vier
uur moesten we al opstaan en gingen
we te voet naar de haven van Oude-
schild. Toen merkten we, dat we niet
de enigen waren, want op de haven was
al een paar honderd man verzameld.
We werden in het gelid gezet en geteld
en gingen toen aan boord". Op de
„Marsdiep" werden de eerste vlucht-
plannen uitgebroed. Wilner weet te
vertellen hoe Joop Kikkert van „De
Lindeboom" toen het schip nog in de
haven lag. wist te ontsnappen. Kikkert
trok ongezien zijn kleren uit en gaf ze
aan Wilner, die ze over zijn andere
kleren aantrok. Niemand had wat in
de gaten toen Kikkert zich in het water
liet zakken en zich tussen de in de
haven liggende vissersboten wist te
verschuilen. Onmiddellijk stelde Wilner
de andere jongens op de hoogte en
zorgde ervoor dat de nog aan boord
staande koffer van Kikkert werd ont
daan van alles waaruit de Duitser zou
den kunnen afleiden wie de bezitter
was geweest. Een TESO-man werd be
reid gevonden het persoonsbewijs aan
Kikkert terug te bezorgen.
Maar toen de „Marsdiep" in Den Hel
der was afgemeerd kwam de ontsnap
ping aan het licht. De mannen werden
in het gelid gezet, geteld, nog eens ge
teld, maar er bleef één man tekort. Het
geval gaf grote vertraging. Aan boord
van de „Marsdiep" zochten de Duitsers
vergeefs een half uur. Er ging nog
meer tijd voorbij voordat de tocht naar
het onbekende reisdoel werd voortge
zet, want juist na het vertrek van de
boot hadden de Duitsers in Zuid-Haffel
nog een aantal jongens kunnen grijpen,
die bij hetzelfde transport moesten
worden ingedeeld. Daar was urenlang
het wachten op. Kikkert was intussen
het ouderlijk huis weer binnengestapt,
tot grote verbazing van zijn vader.
Deze meende, dat de onderneming te
veel risico opleverde en was er van
overtuigd, dat het beter was dat de
vluchteling zich alsnog zou melden. Hij
zou dan zijn broer, die ook was wegge
voerd, tot steun kunnen zijn. Kikkert
kwam dus toch in Assen terecht, maar
als lid van de tweede groep op
een heel wat menselijker manier dan de
eerste, die intussen aan een voettocht
begonnen was, zó ver en zó verschrik
kelijk, dat weinigen deze driedaagse
mars zullen vergeten.
Barre tochl
De eerste nacht werd doorgebracht in
een barak op het vliegveld De Kooij;
de tweede nacht in een school te Wie-
ringen. De volgende ochtend werd be
gonnen aan de etappe Den Oever-Wit-
marsum via de Afsluitdijk. Dat was een
bijzonder gevaarlijk© onderneming. Om
het risico van aanvallende vliegtuigen
zoveel mogelijk te beperken, werden
groepjes van 25 a 30 man gevormd, die
steeds tien minuten na elkaar vertrok
ken. „De vreselijkste taferelen speelden
zich op deze tocht af", zo vertelde Wil
ner ons. „Er waren jongens, die, omdat
hun klompen intussen versleten waren,
op sokken en tenslotte op blote voeten
liepen. Het duurde niet lang of iedere
stap liet een bloedspoor achter. Maar
we moesten doorlopen en behoorlijk
snel ook!" In Wit mar sum wachtte de
Texelaars een hartverwarmend wel
kom, georganiseerd door de onderwij
zer G. B. F. Scharp, die als tolk-kwar-
tiermaker toestemming van de Duitsers
had om vooruit te trekken. Een aantal
mensen zou represailles moeten onder
gaan voor het geval de onderwijzer niet
zou terugkomen. De vreugde in Wit-
marsum duurde maar kort. De rest van
de tocht werd een marteling door het
snel verslechterende weer. Een lang
durige sneeuwstorm woedde toen het
trajekt Franeker-Leeuwarden werd af-
gesukkeld. Verschillenden hielden het
niet vol en moesten zich aan de volg-
wagens met bagage vastklampen om
zich staande te houden. Anderen, die het
helemaal niet meer harden konden,
mochten op de wagens klimmen en
lieten zich voorttrekken. De weg werd
steeds minder begaanbaar en tenslotte
BAKKER'S
IJZERHANDEL
gaven ook de paarden het op. De wa
gens bleven achter mét de proviand.
De Texelaars hebben er nooit meer iets
van teruggezien. Volkomen uitgeput
kwamen ze na vele uren in Leeuwar
den aan.
Belangrijk beter had de tweede groep
het gemaakt, die zaterdagochtend op
Texel bijeengedreven was. Deze man
nen werden met de „Voorwaarts"
rechtstreeks naar Harlingen gevaren
en vandaar moesten ze naar Leeuwar
den lopen, waar ze betrekkelijk fit* de
eerste groep konden opwachten. Bij
dez© tweede groep was ook Joop Kik
kert ingedeeld nadat hij zich had ge
meld In Leeuwarden konden de Texe
laars wat op verhaal komen, maar toen
werden ze in treinen gezet. Nog steeds
bleven de Duitse bewakers zwijgen over
het doel van de reis. Er ontstond lang
zamerhand een bijzonder ongeruste
stemming. Het angstige vermoeden be
gon te rijzen dat de trein naar Duits-
Tand zou gaan. De treinrit was op zich
zelf een verschrikking. In de wagons
zat geen glas en tussen de reten in de
vloer konden de mannen de spoor
bielzen voorbij zien schieten. Dat er
heel wat kou geleden werd in de toch
tige hokken, laat zich denken. De trein
had weinig snelheid en verschillende
mannen waren vast van plan eruit te
springen, wanneer duidelijk zou wor
den dat het op Duitsland afging. Voort
durend zat iemand op de uitkijk om de
route in de gaten te houden. Maar de
trein bewoog zich niet langer in Oos
telijke richting en kwam tenslotte in
Assen aan. Maar de Duitsers gunden
de uitgeputte en verkleumde Texelaars
geen rust. Via een reeks omwegen
moesten ze te voet naar hun onder
komens, waarze meer dan een uur over
deden. Later bleek dat het station niet
verder dan tien minuten wandelen van
de legeringsgebouwen is gelegen
Eindelijk dan konden de eilandbewo
ners hun vermoeide leden strekken op
het stro in de verschillende scholen, die
als verblijven waren ingericht. Het wa
ren de Landbouwschool, de Dr. de
Visserschool en een verenigingsgebouw,
genaamd „Ons Huis".
„Meer dan één dag rust in de vun
zige verblijven was er niet bij", zegt
Wilner, die in de Dr. Visserschool zat.
„De volgende dag moesten we al aan
treden om op tien kilometer van de
stad in de hei tankgrachten te gaan
graven. Vooral door mensen die zulk
werk niet gewend waren, werd veel
ontbering geleden. Het regende bijna
iedere dag en 's avonds moesten grote
aantallen kledingstukken op de ver
warming in het gebouw gedroogd wor
den Het eten was vooral in het begin
nogal slecht.
Strafcolonn®
Het toezicht tijdens het graafwerk
werd uitgeoefend door een soort sol
daten. dat waarschijnlijk voor de ge
wone krijgsdienst ongeschikt was. Zo'n
man had geen gemakkelijke taak, want
het werk werd bijna voortdurend ge
saboteerd. Toen een hele ploeg het bijl
tje er eens bij neergooide en tijdens
sneeuwstorm in een veeschuur kroop
om te schuilen, had dit plaatsing in de
strafkolonne tot gevolg. Dat betekende
in de modder kruipen, met blote voeten
in de sneeuw lopen, kniebuigingen ma
ken en afgeranseld worden. Gelukkig
werd niet altijd even streng opgetreden
zodat met medewerking b.v. van
Piet Schoorl, die de werkbriefjes van
spijbelende Texelaars tóch „present"
tekende men zich nogal eens kon
drukken. Veel prettiger werd het leven
in Assen toen werd toegestaan, dat de
Texelaars bij de Assenaren in de kost
gingen. Honderden hebben dankbaar
van deze mogelijkheid gebruik ge-
Op zaterdag 22 april 1950 werd deze bank
met de wapens van Texel en Assen op plech
tige wijze onthuld. De bank is bedoeld als
herinnering aan de dagen dat de Texelaars
in Assen waren. Het monument werd ge
bouwd door de Texelse metselaars S. Bruin,
H. Vecnema, L. Stiekema, C. Witsicrs en G.
Dekker. De onthulliug was indertijd een bij
zonder feestelijke gebeurtenis, waarbij een
grote groep Texelaars naar Assen trok. Op
bet monument is de tekst aangebracht: „No
vember 1944 - april 1945 - Aangeboden door
de Texelaars als dank voor do genoten hulp
en gastvrijheid.
maakt en daarmee een grote kennissen
kring opgebouwd. De Texelaars ston
den er bijzonder goed op en hebben
enorme steun ondervonden van de be
volking. die voor haar dienst nooit een
cent heeft willen ontvangen. Bijzonder
spande ook Dr. W. H. Mook van het
stadsziekenhuis zich voor de Texelaars
in. Hij werkte enthousiast aan de spij-
belacties mee door links en rechts hal
ve dagen rust voor te schrijven en op
drachten om in het ziekenhuis behan
delingen te ondergaan. En niet te ver
geten zuster J. Bos, die vanaf het begin
voor de Texelaars een bijzonder be
moedigende figuur is geweest. Een ge
weldig feest was steeds de aankomst
van grote hoeveelheden pakketten en
post, die op onvoorstelbaar primitieve
wijze vanuit Texel word aangevoerd
door Jac. P Schoorl.
Thuisfront
Een van de mensen, die een belang
rijke rol hebben gespeeld bij het orga
niseren van brieven- en pakketten-
transporten naar Assen en het onder
houden van voortdurend contact, was
de heer A. v.d. Meulen te Den Burg.
Hij vertelde ons hoe hij van nabij mee
maakte, dat de jongens uit de huizen
werden gehaald en was op de haven
geweest om te zien hoe zij met onbe
kende bestemming vertrokken. „Ik
werd door een Feldwebel gedwongen
uit de opgestelde mensen de niet-Texe-
laars aan te wijzen. Ik werd dus meteen
met mijn neus op de feiten gedrukt
en dat was voor mij aanleiding om iets
te gaan doen. Zodra we wisten dat de
A. v.d. Mculea
Commissie
Er kwam een contactcommissie, be
staande uit de heer Kelder, notaris
Mulder en de heer v.d. Meulen. De heer
v.d. Meulen werd belast met de rege
ling van de pakettenverzending. De
pakketten werden ingewacht bij het
kantoor van C. R Keijser Co., waar
ze werden gewogen; een maximum ge
wicht van 10 kg was toegestaan. Nu
was het zaak iemand te vinden, die
bereid was het riskante vervoer van de
pakketten via de Afsluidijk voor zijn
rekening te nemen. Het was de heer
Jac. P. Schoorl, die zich bereid ver
klaarde dit karwei op zich te nemen.
De heer Schoorl was niet gedeporteerd
omdat hij „oogstwinner" was. Het eer
ste transport was op 23 november 1944
onder zeer slechte omstandigheden. Er
gingen 400 pakketten mee, die vrijdag
in Assen aankwamen. De vreugde on
der de Texelaars was onbeschrijfelijk
Op 1 december volgde het tweede
transport met 386 pakketten, die met
veel vertraging aankwamen. Op 19 de
cember weer met 750 pakketten en
veel post. Het was een kerstzending,
waarvoor de wagens feestelijk met
hulst waren versierd. Er werd een
speciaal rondje door Assen gereden al
vorens bij de gebouwen te stoppen,
waar natuurlijk uitzinnige vreugde
heerste. Met dit transport waren ook
een aantal muziekinstrumenten meege
komen.
(Zie vervolg pagina 2)
Zuster J. Bos t
Maandagmiddag is zuster J. Bos, vr(jkrer-
pleegster te Assen, plotseling overleden. Van
daag zal haar stoffelijk overschot te Gronin
gen worden gecremeerd. Vrijwel Iedere Texe
laar, die naar Assen werd gevoerd, heeft zus
ter Bos in die moeilijke dagen leren kennen
als uitzonderlijk opofferingsgezind en toege
wijd verpleegster, die kosten noch moeite
spaarde om het de Texelaars naar de zin te
maken. Niet alleen belastte zij zich geheel
belangeloos met de medische verzorging, maar
verbeterde ook het moreel van de groep door
telkens de berichten van de Engelse zender
over de geallieerde vorderingen door te geven.
Daarnaast heeft ze alle harten veroverd door
dat ze voor extra voedsel zorgde, wat moge
lijk was door haar uitgebreide contacten met
boeren in de omgeving. Zuster Bos werd een
vertrouwde en gewaardeerde verschijning en
is dat gebleven, ook na de bevrijding.
Herhaaldelijk bracht ze later bezoeken am
Texel en ook de afgelopen zomer heeft *e
nog verschillende kennissen bezocht. Zuster
Bos werd 70 jaar. Een bijzonder dramatisch
toeval is het dat haar crematie vandaag plaats
vindt, precies 20 jaar nadat de eerste groep
Texelaars in Assen aankwam. Zuster Bos zal
in de herinnering van honderden Texelaars
blijven voortleven als ecu voorbeeld van
naastenliefde, een Florence Nightingale van
Assen.