EXCURSIES IN PLAATS VAN OPENINGSPLECHTIGHEID Wandeling door een dynamisch bedrijf De „Eendracht" kan nu 28 milj. kg. melk verwerken Cijfers Wandeliug Fabricage Boter Teleurstelling Wei TWEEDE BLAD TEXELSE COURANT Aan het jaarverslag over 1963- '64 van de Coöp. Zuivelfabriek G.A. ontlenen wij het volgende: Er werd 16.975.625 kg. melk ontvangen met een gemiddeld vet gehalte van 3,8°/o en een eiwit gehalte van 2,26%. Voor de melk werd betaald 4.923.045,79, het geen 29 cent per kg. betekent. De leveranciers, die melk met de beste kwaliteit afleverden (26 x klasse 1)): mevr. Eelman-van Kan, Gebr. Hoogenbosch, M. Koorn, Jac. Bakker en J. N. Witte. In het totaal werden in de fa briek geproduceerd: 248.055 kg. boter, 1.512.965 kg. kaas, 280.138 kg. room, 483.257 kg. consumptie- melk, 3.115 kg. consumptiekame- melk, 474.351 kg. voerkarnemelk, 732.277 kg. voerwei en 11.382.700 kg. wei voor de verwerking tot 668.270 kg. weibrokjes. In dienst van de Coöp. Vereni ging werken 46 personen. In het overzicht van de diverse boekjaren komt duidelijk de groei van de fabriek sinds het oprich tingsjaar 1930 naar voren. Be gonnen werd met een jaarlijkse aanvoer van 2.221.071 kg. Er waren toen 32 veehouders aange sloten. Het aantal leden is nu meer dan vertienvoudigd, nl. 395. Zonder officiële plechtigheid of ander openbaar vertoon is de Coöperatieve Zuivelfabriek ,,De Eendracht" aan de Schilderweg in gebruik genomen na een verbou wing, waarbij het fabriekscomplex meer dan twee maal zo groot is ge worden. Hoe kolossaal en ingrijpend dit werk is geweest, blijkt reeds uit het feit dat men in 1962 begon en eerst onlangs geheel gereed kwam. Van een echte ingebruikneming of herope ning kon niet worden gesproken, want de koeien hielden met de verbouw geen rekening en bleven melk geven, die tot boter en kaas moest worden verwerkt. De fabriek moest dus blijven draaien en wat dat voor personeel en direktie betekende kan men vermoe den. Het heeft heel wat hoofdbrekens gekost om alles naar wens te laten functioneren zonder dat de belang rijke verbouwing er ernstig door werd opgehouden. Dat men dan ook bijzon der voldaan en blij was toen het kar wei eindelijk gereed kwam en metse laars, tegelzetters, timmerlieden en monteurs het gebouw verlieten, laat zich denken. Trots en voldoening over wat be reikt is, komen naar voren als de di recteur, de heer M. Wieringa. belang stellende bezoekers van de fabriek toe spreekt aan het begin van een uren lange rondleiding door het complex. Die rondleidingen worden gehouden in plaats van een officiële opening. Men wil in ieder geval leden en belangstel lenden de gelegenheid geven dit kolos sale gebouw met zijn hypermoderne outillage te bewonderen. „Eigenlijk hadden we deze excursie al veel eerder willen houden", vertelt de directeur de bezoekers, die onder het genot van een kopje koffie en een gebakje bijeen zitten in het voor deze gelegenheid ontruimde kantoor. „Wij dachten aanvankelijk aan het eind van de zomer 1964 of de herfst, maar de verbouw en inrichting van de fabriek hebben in de loop van de laatste jaren steeds langer geduurd dan was voor zien". Het besluit om tot de verbouwing over te gaan was uiterst belangrijk en kon eerst na langdurige berekeningen en het overwegen van toekomstver wachtingen worden genomen. Aanlei ding tot de verandering waren de pro blemen, waarmee bestuur en directeur een jaar of wat geleden te maken kre gen. Allereerst het probleem van de gestaag wassende melkstroom op Texel. De fabriek was per jaar in staat 10 tot 12 miljoen kg. melk te verwerken, maar De afgelopen weken was dit voor het per soneel van de kaasfabriek een dagelijks beeld. Op de foto ziet men assistent-directeur J. Dijkstra, die tijdens een roDdgang door de fabriek een groep belangstellenden op de hoogte brengt van de grote veranderingen, die in de fabriek zijn aangebracht. Het gebouw, waarin de Coöp. Zuivelfabriek „De Eendracht" begon te draaien op 1 april 1930. Dat er in de afgelopen 35 jaar heel wat is veranderd, blijkt wel uit de onderstaande grote foto, die wij onlangs van het vernieuwde complex maakten, vanuit zuid-oostelijke rich ting. de hoeveelheid klom tenslotte op tot 17,5 miljoen kg. Deze hoeveelheid kon niet op verantwoorde wijze in het oude gebouw worden verwerkt. Een ander probleem was de vijfdaagse werkweek, die men ook voor de werkkrachten van de zuivelfabriek wilde laten gelden. Een dag minder werken in een toch al te kleine fabriek, was er niet bij, zolang deze niet zou worden uitgebreid. Men was dus wel gedwongen om maatrege len te nemen. Allereerst diende vastge steld te worden hoe groot de uitbrei ding moest worden. De capaciteit dien de in overeenstemming te zijn met de hoeveelheid melk, die men in de toe komst maximaal kon verwachten Er werd een commissie van deskundigen benoemd, die naar Texel kwam. de oude fabriek bestudeerde en o.a. op basis van mededelingen van veehou ders, een prognose maakte van de hoeveelheid melk, die men op zijn hoogst zou kunnen verwachten. Al di rect stond vast, dat de op Texel gewon nen melk ook in een Texelse fabriek moest worden verwerkt. Samenwerking met fabrieken aan de overkant was een riskante zaak. Er kwam een rapport, waarin de verwachting werd uitgespro ken dat de hoeveelheid gewonnen melk op Texel tot 18 a 20 miljoen kg. per jaar zou kunnen stijgen. Die capaciteit moest de nieuwe fabriek dus zeker per jaar hebben bij vijf werkdagen per week. De mensen, die onder leiding van de directeur of de assistent-directeur J. Dijkstra de fabriek doorwandelen, be ginnen doorgaans bij de melkontvangst. Deze afdeling waar de melk in de bus sen de fabriek inkomt, is gescheiden In de kaasmakerij worden de plastic kaas- vaten gevuld. Links boven het productiebordes, waaronder twee wrongeldraineerbakken staan en de trans-port- en werkhanden voor het Laude kaasvat. waar ze in zes grote tanks kan worden bewaard. Vanuit de opslagtanks gaat de melk de fabriek in. De melk die de fabriek ontvangt heeft een gemiddeld jaar-vetgehalte van 3,85°/o. Dit is te vet voor gewone kaas. Voor 40+ kaas kan worden vol staan met melk met 2V2°/o vet, terwijl volvette kaas gemaakt wordt uit melk van 3°/o. Er blijft dus vet over. De voor de kaasbereiding geschikte melk wordt verkregen door vermenging van volle melk met magere melk. De overblijven de room vormt de grondstof voor de boterfabricage. De zuivelfabriek kan dus worden gezien als een kaasmakerij met als bijprodukt boter. Het scheiden van het vet van de melk wordt uitge voerd in het centrifugelokaal, dat door zijn wirwar van glanzende buizen en instrumenten aan een natuurkundig laboratorium doet denken. In een rij staan de melkcentrifuges opgesteld. Een deel van de volle melk wordt dus ont- roomd en tot het juiste vetgehalte ge mengd met volle melk om daarna naar de kaasmakerij te gaan. De overblijvende room wordt voorlo pig opgeslagen, gepasteuriseerd, afge koeld tot 13-14 gr. C. en is dan de bo- tergrondstof geworden. De room blijft ongeveerd 20 uur in een tank staan en daarna verkarnd. In die 20 uur is de substantie zuur geworden door het er aan toegevoegde zuursel, een cultuur van melkzuurbacteriën. Boter uit ge zuurde room heeft meer geur en smaak dan boter uit zoete room. Na het kar nen blijft de karnemelk over die naar de melkontvangst kan worden terug gepompt voor de veehouders, terwijl de gewonnen boter in dozen van 25 kg. naar de boterkelder gaat. In de „Een dracht" wordt de boter uitsluitend in dozen van 25 kg. verpakt. Het aan maken van kleine pakjes kan (nog) niet rendabel worden gemaakt. Terug naar de kaasmelk. Deze wordt naar een bovenverdieping gepompt en in vier grote bakken a 8000 liter ge bracht. Daarvóór wordt de melk gepas- gedeelte daarvan, ongeveer 6 procent, gaat als veevoeder terug naar de boer derij. De rest wordt in de fabriek ver werkt. Nadat het restant vet er in de centrifuge uitgehaald is, zodat nog slechts 0,03 a 0,04% overblijft. De praktisch vetvrije wei gaat daarop naar de indampinstallatie waar ze tot een zesde van het oorspronkelijke volume wordt ingedikt. Deze zg „dikwei" wordt gedroogd, waarna weibrokjes overblijven. Er wordt aldus zes kg. wei brokjes gewonnen uit 100 liter. Voor alle processen in de fabriek is veel energie nodig. Voor pasteuriseren, schoonmaken, indampen enz. wordt stoom gebruikt, die in het ketelhuis wordt opgewekt. De stoomketels wor den automatisch gestookt en bij deze afdeling hoort ook de hoge schoorsteen, die op heel zuidelijk Texel duidelijk is te zien. Een vergelijking met de oude fa briek leert dat maar weinig van het oorspronkelijke geheel is overgebleven. De melkontvangst is afzonderlijk ge worden en is nu makkelijk in staat 18.000 kg. melk per uur te verwerken. De opslag van de melk is vergroot tot 200.000 kg. Botermakerij en centrifuge- lokaal zijn gemoderniseerd; de energie voorziening is aangepast. Het labora torium waar voortdurend de kwaliteit van de melk wordt gecontroleerd, is verplaatst en vernieuwd en de kantoren zijn vergroot. De kaasmakerij is geheel gemechaniseerd en het pekellokaal is in oppervlakte verdubbeld, evenals het daarboven gelegen kaaspakhuis. Wan neer we de weiverwerkingsinstallatie en de garages buiten beschouwing la ten. kan eigenlijk van complete nieuw bouw worden gesproken. Zoals in het begin van dit artikel ge steld, werd tot vergroting tot de huidige omvang van de fabriek besloten op grond van toekomstverwachtingen. De prognose werd enkele jaren geleden gemaakt. Zijn dc Texelse boeren wel meer gaan melken, zoals zij destijds be loofden? Geconstateerd moet worden dat dit niet het geval is. De melkont vangst bedroeg dit jaar 17 miljoen kg., terwijl de 20 miljoen zeker bereikt had moeten zijn. Dit is voor de zuivelfa briek een tegenvaller, maar ernstige zorgen maakt men zich niet. Oorzaken zijn wel aan te geven en voor een deel waarschijnlijk van tijdelijke aard. De hoge lammerenprijzen, die de laatste jaren werden gemaakt, zijn voor een deel der veehouders aanleiding geweest om zich meer op deze tak toe te leggen en ook het arbeidsvraagstuk in de boerenbedrijven speelt een rol. Daar waar in het bedrijf geen knech ten of meewerkende zoons zijn, wordt het voor de boeren onaantrekkelijk om zeven dagen in de week te blijven mel ken. Zij leggen zich liever meer toe op de landbouw dan door uitbreiding van hun veestapel de melkproduktie te vergroten. Het bestuur van de zuivel fabriek te zijner tijd zeker zijn maxi- mistisch tegemoet en verwacht, dat de fabriek te zijner tijw zeker zijn maxi mumcapaciteit zal gaan verwerken. Intussen hebben meer dan 700 per sonen van de mogelijkheid gebruik ge maakt om de vernieuwde fabriek tij dens een excursie te bewonderen. Zij horen tot de groep voor wie dit artikel geen nieuws bevat. Het is dan ook be stemd voor de buitenstaanders, die we op deze wijze een indruk hebben willen geven van een bedrijf, waarop Texel nog meer dan vroeger trots mag zijn. van de eigenlijke fabriek door een over dekte ruimte, waar de auto's binnen komen, de volle bussen uitladen en en kele meters verder de bussen weer in laden, eventueel gevuld met wei of karnemelk. De binnengekomen melk wordt ge wogen, er wordt een monster van ge nomen en wordt daarna gekoeld met nortonwater. dat een temperatuur heeft van ongeveer 11 graden C. Wanneer melk langer bewaard moet worden iets dat in de laatste jaren veelal ge beurt dan moet deze reeds tot 11 graden afgekoelde melk diepgekoeld worden, wat gebeurt in ijswater met een temperatuur van 0 graden. De met ammoniak-compressoren werkende koelinstallatie is op zichzelf al een ver haal waard. De gekoelde melk wordt naar een bovenverdieping gepompt, Een deel van het enorme pekellokaal, waar de kazen zout opnemen. Na dit proces worden ze in het kaaspakhuis dat boven deze afdeling ligt, opgeslagen. teuriseerd (bij 85 gr. C.) en afgekoeld tot 30 gr. C., de juiste stremmingstem- peratuur. Eén bak van 8000 liter kan in een half uur worden gevuld. Ook het stremmen duurt een half uur en de melk is dan volkomen dik geworden, waarbij de wei uittreedt. De wei-kaas massa stroomt uit de kaasbakken naar beneden in andere bakken, die voorzien zijn van een dubbele bodem, waarvan de bovenste is geperforeerd. De kaas massa blijft dus op de geperforeerde bodem liggen. De „koek" kaas wordt in de kaasmakerij door een machine in blokken gesneden. Elk blok wordt een kaasje van het bekende ronde Edam mer model. Daarvoor worden de nog zachte blokken in de plastic kaasvaatjes gedaan. Deze vaatjes zijn van een bij zondere nieuwe constructie. Voorzien van deksels worden ze onder persen ge zet, waarbij de kaasbol in elkaar wordt gedrukt en de ronde vorm ontstaat. Na het persen gaan de kazen naar de grootste ruimte van de fabriek, het pe kellokaal. In grote betonnen bakken liggen ze drie a vier etmalen in de pekel en nemen daarbij zout op. Daar op worden de kazen naar een boven verdieping gebracht, naar de kaaspak huizen. Daar kan het produkt rijpen en na korte of langere tijd de fabriek ver laten. Zoals uit het hiervoor gaande blijkt, wordt bij het fabriceren van kaas een hoeveelheid wei gewonnen. Een klein

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1965 | | pagina 3