Jan en Paula leven in de Heer Evangelistenechtpaar werkt zonder kerk of organisatie V Niet afbreken Spotters Enthousiasme Alleen begonnen Overgave Gebod Open boek TWEEDE BLAD TEXELSE COURANT DINSDAG 13 JULI 1965 NEEN, wij zijn niet tegen de ker ken. beslist niet. Tenminste, niet tegen de kerk cds middel om God te dienen. We hebben wel bezwaren tegen de kerk als organisa tie, die haar gelovigen een bepaalde gedrachtslijn opdringt. Wat wij willen is de mensen tot de Here brengen. Ze moeten van de Heer gaan houden en met Hem gaan leven. Of ze daar voor in hun kerk blijven of niet, is ons onverschillig!" Zo spreken de man en de vrouw, die op Texel door ieder Jan en Paula worden genoemd, hoewel ze vorig jaar zijn getrouwd en dus best de heer en mevrouw Brouwer zouden kun nen heten. Dat laatste vindt het echt paar echter onbelangrijk. Waar het om gaat is het benaderen van mensen, jong en oud, uit alle lagen van de be volking. Iedereen moet met de Heer leren leven. Het is een schier onbe reikbaar doel, maar Jan zowel als Paula spannen er zich tot het uiterste voor in. Bij velen vinden zij voor him evangelisatie geen begrip en een en kele keer is de houding van het pu bhek zelfs vijandig. Sommigen fluisteren dat het tweetal er uitsluitend op uit is om bestaande kerken te ondermijnen en de kinderen van het geloof van hun ouders te ver vreemden. Anderen fantaseren de meest merkwaardige antwoorden op de vraag die vele Texelaars zich stellen: waar le ven Jan en Paula van? Zij wonen in een huis. leven met veel onkosten, be zitten zelfs een auto, maar hebben geen duidelijke bron van inkomsten. Weer anderen vinden het tweetal gevaarlijk. Als men ziet hoe elke dag in alle dorpen steeds weer tientallen kinderen naar hen gaan om te luisteren naar de ver halen uit de Schrift, wordt door sommi gen zelfs verondersteld dat zij een hyp notische invloed uitoefenen. Uit de aanhaling in het begin van dit verhaal blijkt reeds dat Jan en Paula het niet op de bestaande kerken hebben voorzien en uit tactische overwegingen zullen ze het zelfs achterwege laten kritiek op een of andere kerk als orga nisatie uit te oefenen. Maar dat is ook niet nodig, vinden ze. Om het ene op te bouwen, behoeft het andere niet afge broken te worden. Op onze vraag aan Jan en Paula of zij wilden instemmen met een inter view over hun werk, zeiden ze niet direkt ja. Paula zei niet zonder meer te kunnen beslissen. De Heer moest het zeggen en het duurde twee dagen voordat Paula ons mee deelde, dat het in orde was. Zo wa ren wij getuige van een evangeli satiemiddag en hebben een lange avond gesproken over hetgeen deze twee mensen bezielt. „Neen. we zijn niet tegen de kerk", herhaalt Paula. Ze wijst op een portret aan de wand. „Zie je die vrouw? Dat is een vriendin van ons. Ze is Rooms- Katholiek maar heeft zich tot de Heer gewend. Tóch is ze in haar kerk geble ven. Dat kan dus best, zolang God dat vraagt. Waar het om gaat, is dat ons hart oprecht is voor Hem, dan zijn we behouden. Buitenkerkelijken komen er iets makkelijker toe om in de Heer te gaan leven dan kerkelijken. Zij voelen de kerkorganisatie niet als een rem. Kerkelijken denken nog heel lang, dat het doel bereikt is. wanneer ze maar vaak genoeg in dat gebouw komen!" Er wordt wel eens gespot met het we*k van Paula en Jan. Hoe reageren zijj daarop? „Dat remt ons niet in het minst", zegt Jan. „Als je het evangelie brengt zijn er weerstanden: spotters en bestrijders. Er is altijd iets dat er tegen opkomt. Dat is het werk van de Satan. Die komt in het geweer, zodra zijn macht wordt bestreden. Als wij worden bespot weten we dat God werkzaam is!" Jan Brouwer (27) werkt sinds ruim twee jaar met Paula samen. Maar daar voor hadden ze al regelmatig contact. Jan ging persoonlijk met de Heer leven, ongeveer een jaar voordat hij in mili taire dienst ging. Hij studeerde toen nog in Amsterdam voor onderwijzer. Daar kwam hij in contact met jongeren, waar bij het hem opviel, dat zij veel intenser met de Heer leefden dan hij, hoewel hij toch regelmatig in de kerk kwam en zijn bijbel las. Hij dacht goed gereformeerd te zijn, maar achteraf noemt hij deze periode een donkere nacht, waarin hij zoekend rondtastte. Jan is gereformeerd gebleven, kómt ook nog in de kerk, maar zegt alles anders te zien sinds hij de Heer heeft gevonden. In deze perio de vervulde Jan dus zijn militaire dienstplicht. Kon hij het een en ander rijmen? Hij zegt: „Ik heb met dat pro bleem werkelijk gezéten. In militaire dienst gaan is toch eigenlijk in strijd met de Bijbel, maar dienstweigeraar ben ik niet geworden. Ik heb de vraag in mijn gebed aan God voorgelegd en toen werd het mij niet duidelijk, dat ik niet moest gaan. Geen antwoord. Toen heb ik dus de weg gevolgd, waarheen ik werd geleid en trok het soldatenpak aan. Temidden van die militaire dienst leefde ik dus met de Heer en dat was mogelijk. Ik heb mijn ervaringen zelfs kunnen uitdragen. Of ik zou mogen do den in oorlogstijd? Ik weet het niet. In dienst heb ik geleerd alles aan de Heer over te laten. Hij leidt mij en beslist voor mij" Paula voegt er aan toe: „Mensen zijn eigenwijs Ze denken dat ze alles moe ten regelen en hun houding van tevoren bepalen. Fout. want dat geeft zóveel zorgen! Ikzelf was geen haar beter. Toen ik met Jan ging trouwen, heb ik maandenlang gepiekerd. Wat een pro bleem! Kon ik trouwen en tegelijk mijn opdracht vervullen? Stel je voor dat er kinderen kwamen. Zou de Heer dan nóg zo voor je samen kunnen zorgen als hij het voor je alleen doet? Later heb ik gezegd; Heer, het spijt me dat ik zo dom geweest ben. U hebt ons bij elkaar ge bracht en aanvaardt daarvan de conse quenties. God zegt ons: doe wat je hand vindt om te doen. Dat is wijs, maar wij menen vaak dat we het beter weten". Bij hun evangelisatie ontwikkelen Jan en Paula een geweldig enthousias me en bijna voordurend wordt met veel energie enorm hard gewerkt. Dat maakt indruk, ook op degenen die er niets voor voelen om zich te laten „bepraten" plotseling werd het me duidelijk: ik moest gezinsverzorgster worden en ging naar Leiden voor de opleiding. Ik kwam op Texel terug. Toen had ik nog geer, idee dat ik na anderhalf jaar het beroep al weer zou opzeggen. Het was op een nieuwjaarsnacht om een uur of twaalf. Mijn ouders waren naar bed en ik knielde neer om het nieuwe jaar aan de Heer op te dragen, want ik wist toen allang dat Hij alleen mijn leven zou kunnen leiden. Ik sloeg mijn bijbel open en ineens zag ik de tekst in Timotheus: om ten volle in Zijn dienst te staan". Die woorden speelden door mijn hoofd en ik kwam er niet van los. Da genlang achtervolgde het me. Ik zei: Heer dat kan ik niet doen? Wie moei mij betalen? Ik kan toch niet zómaar mijn beroep opzeggen? Al die mense lijke gedachten kwamen in me op en twéé maanden lang heb ik zodoende tegen de Heer gevochten. Ik had geen vrede meer en was ongelukkig. Ik sprak er met mijn ouders over. Mijn vader vond dat ik best ten volle in dienst van de Heer kon staan in de gezinsverzor ging. Hij heeft er dus zeker niet op aangedrongen Maar ik bleef onzeker en na twee maanden zei ik: Heer als U het dan werkelijk wil, zegt U het dan nóg eens tot me". Soms kan men Jan met Paula ergens op Texel zien preken, op een hoek van een straat of op de markt. Ze geven dage lijks aan groepjes kinderen onderricht; iedere dag in een ander dorp. Zomers worden de activiteiten ook op de vreem delingen gericht, zowel Duitsers als Ne derlanders. Vooral over het onderricht aan de kinderen zijn Jan en Paula en thousiast. Jan: „Een kind is heel ont vankelijk voor de Heer. Hij weet intuï tief dat de Heer hem liefheeft. Dat is begrijpelijk, want de Godskern, het zaad, ligt in de mens. Dan kan hij een geweldige drang voelen om maar vooral veel over de Heer te horen. We hebben kinderen die niet mógen komen van thuis, maar als het enigszins kan. dan zien we ze hier toch telkens ver schijnen!" Paula voegt er aan toe, dat het er niei om te doen is een kind, dat niet naar haar mag luisteren, tegen de ouders op txihc fZébt, JauTvt», JaUUu «tl £i±Bor Ovrm, Jam- aiowi aLt- Hl TUx. jCa/rtt. 0> Jfurt^ ww dn, irLfrOv UitftAvatKjtAwv. Dai- JUdirf* kftkotv ur^ a /7TV«Lt Lm, /iduxAt/»L büL, 1oUA X» c- GaxJ\s Afrrv/nvt/rV bmmJSK. JLTTX, &L, -WVfrOV tLcAtlAL •V1DL JlMD» dl/TV. lu/r- JGa-cKl. o-Jtfjr -uiórdL Kilt tuxAfc a«- LTvJJi-"UAL op JlauL. Paula cn Jan onderhouden een uitgebreide correspondentie met hun kennissen en leerlin gen. Hier een reproduktie van een brief van een Duits jongetje, dat in zyn vakantie de lessen van het evangelistenechtpaar volgde. te zetten. ..We dwingen de kinderen niet en zeggen zelfs niet dat ze tóen maar moeten komen. We bidden alleen voor zo'n kind en proberen het zo bij de Heer te brengen. En zelfs al mag zo'n kind niet naar de club komen, dan nóg kan God met hem verder gaan. De geest kent geen muren en werkt door na zo'n eerste contact". Paula is alleen met he evangelisatie werk begonnen. Dat was in 1957. „Mijn vader en moeder zijn oprechte kinderen van de Heer, maar zijn niet bij een kerk aangesloten. Ze hebben er bij mij nooit op aangedrongen hun voorbeeld te volgen. Er is nooit van enige dwang sprake geweest en ze hebben me zelfs nooit geprest te geloven. Wat ze wel deden was voor me bidden en dat is wat veel ouders niet begrijpen: hoe belang rijk het is dat ze voor hun kinderen bidden. Het enige dat ze in stilte hoop ten, was dat ik met de Heer zou leven Of dat nu als huismoeder was of als iets anders deed ei niet toe. Ik heb lang getwijfeld en me afgevraagd wat ik moest worden. Steeds bad ik: Heer wat wilt U dat ik met mijn leven doe? En maar al te waar: „Jonge leeuwen lijden ontbering en honger, maar wie de Here zoeken, hebben geen gebrek aan enig goed". Daar hebben we op vertrouwd. En dat moesten we ook doen: vertrou wen en nog eens vertrouwen! Ik had dus niet hoeven piekeren. God is als een vader voor ons. We hebben nooit ergens gebrek aan gehad. Wel eens een lege portemonnee gehad, dat wel, maar alle noodzakelijke dingen hebben we. De Heer .zorgt zelfs voor luxe dingen: een bloemetje, een nieuw schort of een elek trische deken, zoals onlangs gebéurde. Natuurlijk ligt die deken of dat schort er niet plotseling als door een wonder. God werkt via mensen. Er zijn mensen die de Heer liefhebben en in hun hart krijgen dat zij ons b.v. geld geven. En dat gebeurt regelmatig. Dus geen bond of overkoepelende vereniging die evan gelisten als Paula en Jan steunen? Jan: „Nee, beslist niet. Het zijn individuele mensen de van God de opdracht krij gen en ook voor ons bidden. Dat laatste is nog belangrijker. Het is voor ons telkens weer verbazingwekkend om te constateren wat we kunnen doen. Zo hebben we een auto aan kunnen schaf fen en dat was toch een kwestie van duizenden guldens. De caravan mogen we gebruiken". Bijna dagelijks geven Paula cn Jan bijbel onderricht aan schoolkinderen. Dit is het klasje van Den Burg. Men ziet Paula bij het flanel bord, waarop de zelfgemaakte voorstellingen worden vastgezet ter illustratie van het mon delinge onderricht. „Toen sloeg ik mijn bijbel op een willekeurige plaats open en er stond: „Heb ik U niet geboden, wees sterk en moedig, vreest niet en siddert niet voor hen want de Here Uw God zelf gaat met U. Hij zal U niet begeven en U niet verlaten". Dat was in januari 1957. Ik 'ben opgestaan en heb ds. Van Reijen- dam opgebeld, het hoofd van de inter kerkelijke gezinsverzorging in die da gen. Ik zei mijn beroep op en juist toen ik de hoorn op de haak gelegd had, was alle vrede en blijdschap terug. Onvoor stelbaar maar waar! Alles was weer goed want ik was gehoorzaam gewor den. Maar toen? Moest ik naar een bijbel- school om gereed gemaakt te worden voor het zendingsveld of moest ik hier blijven? Maar ook toen gaf de Heer zijn aanwijzingen. Deze keer door Psalm 37: „Vertrouw op de Here en doe het goede. Woon in het land en betracht getrouw heid". Dus ik dacht: ik zal gewoon hier blijven en trouw blijven. Verder stond er: „Verlustig U in de Here dan zal hij U geven de wensen van Uw hart. Wen tel Uw weg op de Here en vertrouw op Hem en Hij zal het maken!" Nu, dat heeft hij gedaan. En op 3 mei 1957 las ik: „Wacht op de Here en bewaar zijn weg. Dan zal Hij u verhogen om het land te beërven. De uitroeiing van goddelozen zult gij met vreugde zien". Dat was dus een belofte; uitroeiing van de god delozen. Natuurlijk niet de mensen zelf maar hun goddeloosheid moest verdwijnen. Ze moesten met God gaan wandelen. Is de bijbel voor Jan en Paula, die toch geen bijzonder theologisch onder richt hebben gehad, een open boek in de overdrachtelijke zin van het woord? Hébben zij het recht om conclusies te verbinden aan de verschillende teksten en daarnaar te handelen? Zijn vele ci taten niet voor verschillende uitleg vat baar en wordt juist dat eruit gehaald dat het best in de kraam van dit twee tal tepas komt? Paula: „Natuurlijk kon den we dat niet, maar God heeft ons geleid en leidt ons nog steeds. Hij spreekt tot ons via de Schrift en hij heeft ons zijn woord juist leren inter preteren". Maar nu komt dan toch de onvermij delijke vraag. Waar leven Jan en Paula van? Is het waar dat God hun van alle aardse zaken in voldoende mate voor ziet en hebben zij geen bronnen van in komsten? „De vraag hebben we ook aan de Heer voorgelegd", zegt Paula. „Je bent een mens en je moet je voeden, kleden en je hebt onkosten. In het begin had ik nog een spaarbankboekje, maar daar heb ik een stel kinderen van op reis la ten gaan naar een bijbelclubkamp. We hebben dus, geen kapitaal dat we steeds laten interen. Maar het bijbelwoord is De buitenstaander, die deze van hun enthousiasme overmeesterde mensen hoort spreken, zal vroeg of laat de vraag stellen wat men te doen heeft om in het geluk van het in de Heer leven, deel te hebben. Het antwoord van Paula is verrassend van eenvoud: „Je overgeven Je persoonlijk tot de Heer wenden en je met langer richten op geld en goed. Hij zal verder de weg wijzen. Dat is het!" Jan: „Je moet God aanvaarden als je persoonlijke verlos ser. Duizenden mensen geloven, dat de Here Jezus voor hun zonden is gestor ven, maar ze geloven het voor hun groep of kerk. Maar God is er niet voor de mens van de massa; Hij is er voor de mens als persoon. Als je dat niet aan vaardt, wordt je niet gelukkig. Je ziet 't zelf: nooit waren de mensen zo rijk als nu, maar ze waren ook nooit zo ongeluk kig en wanhopig. Hoe komt dat? Omdat ze 't persoonlijke contact met God mis sen. De Texelaars léven zo goed, denken ze. Ze doen zo weinig slechte dingen en zo sussen ze zich in slaap. Maar als ieder die zich Christen noemt met de Heer Jezus zou leven, zouden wij dit werk niet hoeven doen. Dan zou ieder mens op zich een getuige zijn, een evangelist. Dan zou de bakker en de kruidenier het van de huisvrouw horen. Maar omdat er grote nood is, omdat de mens niet op de plaats staat waar God hem wil hebben, daarom moeten wij doorgaan. Dat is onze opdracht!" WEIDE- EN AKKERBOUWGEBIED In ons blad van 2 juli j.l. werden de resultaten vermeld van een steekproef uit de weidebedrijven in Noordholland. Opgemerkt werd dat Texel tot de wei degebieden wordt gerekend. In het hiernavolgende zullen wij trachten met behulp van de landbouw tellingen aan te geven in welke mate Texel weide- en akkerbouwgebied is. Indeling cultuurgrond In 1963 telde ons eiland 699 bedrijven met cultuurgrond. Er waren 397 bedrij ven met akkerbouwgewassen, 493 be drijven met gras en 309 bedrijven met tuinbouwgewassen. Het zou onjuist zijn hier uit te concluderen dat akkerbouw, gras en tuinbouw elkaar niet veel ont lopen. Integendeel. Uit de oppervlaktecijfers blijkt dat van de 9300 ha. cultuurgrond 2954 ha. of 31,7% in beslag wordt genomen door akkerbouwgewassen; 6103 ha. of 65,6% door gras en slechts 246 ha. of 2,7% door tuinbouwgewassen. De verhouding tussen akkerbouw en gras is dus als 1 2. Akkerbouw Er zijn dus 397 bedrijven, die tezamen 2954 ha. met akkerbouwgewassen in gebruik hebben. Deze 2954 ha. zijn ver deeld over verschillende gewassen. Daarnaast bleek het mogelijk per gewas aan te geven door hoeveel bedrijven het wordt geteeld. Het is echter niet mogelijk op te geven hoeveel bedrijven bijv. zowel granen als vlas telen. Gewassen ha. bedrijven granen 1767 287 peulvruchten 40 28 vlas 58 13 landbouwzaden 193 57 suikerbieten 194 86 klei-aardappelen 289 76 voederbieten 149 206 overige 264 265 Totaal 2954 397 Gras Voor de 493 bedrijven, die tezamen beschikken over 6103 ha. gras, zijn op grond van de landbouwtelling 1963 na dere gegevens voorhanden omtrent bedrijfsgrootte en het percentage gras land per bedrijf. Indeling van de bedrijven naar areaalgrootte: tot 1 ha. 51 bedrijven met 22 ha. 1-2 ha. 40 56 ha. 2-2 ha. 18 42 ha. 3-4 ha. 34 137 ha. 5-10 ha. 81 615 ha. 10-15 ha. 104 1288 ha. 15 - 20 ha. 78 1337 ha. 20 en meer 87 2606 ha. Totaal 493 6103 ha. Laten wij de bedrijven beneden 1 ha. buiten beschouwing, dan bedraagt het gemiddelde aantal ha. gras per bedrijf 14 ha. Zoals gezegd is per bedrijfsgrootte AMELAND IS ANDERS (Vervolg) Het Amelandse vliegveld is 1100 x 450 meter groot, maar heeft vrijwel geen accommodatie. Er zijn geen repa ratiemogelijkheden en zelfs een tank station ontbreekt. Havenmeester M. de Kruik, die zijn domicilie heeft in een van gaslicht voorziene houten noodgebouwtje bij het veld, vertelt dat er belangrijke plannen tot verbetering op stapel staan. Er komt een goed stationsge bouw met restaurant en er zullen meer dere voorzieningen getroffen worden om het eiland voor sportvliegers aan trekkelijk te maken. Het Amelandse veld wordt door de gemeente geëxploi teerd. Militaire vhegtuigen maken er het meest gebruik van, maar zij beta len geen landingsgeld. Daar tegenover staat dat de toestellen van Leeuwar den altijd bereid zijn gratis ernstige zieken op te halen, wat vooral bij aan houdende vorst, wanneer het eiland wekenlang voor schepen onbereikbaar kan zijn, van onschatbaar belang is. Ander eiland Voor een Texelaar is het een merk waardig genoegen om door de landerijen en dorpjes van Ameland te wandelen. Het is interessant de vele overeenkom sten, maar evenzovele verschillen met Texel op te merken. Ameland is belang rijk kleiner, maar weet aan grote aan tallen gasten toch een behoorlijk uitge strekt landschap te bieden met veel variatie. Er zijn brede vrije stranden, zandplaten en een groot weide- en land bouwgebied. Dat heeft Texel óók, maar de Amelanders hebben hun dorpjes te midden van dit dorado vrijwel onge schonden weten te houden. De straten van Ballum, Hollum, Nes en Buren tel len honderden gebouwtjes die met recht op de monumentenlijst zijn gep'aatst en niet worden ontsierd door aangrenzen de smakeloze bouw. De recreatiebouw vindt men vooral in Nes. Opvallend is het dat in de Amelandse duinen ook mag worden gebouwd, althans in het gedeelte dat particulier bezit is. Hoewel Ameland zich. wat de overnachtings- cijfers betreft, niet met Texel kan me ten, heeft het zich de grootte en be perkte vervoersmogelijkheden in aan merking genomen tot een van de aantrekkelijkste recreatiegebieden van Noord-Nederland ontwikkeld. Andere gasten De gasten, die op Ameland rond dwalen verschillen opvallend van de Texel-bezoekers. Zij zijn rustiger, heb ben meestal geen auto mee (te om slachtig en te kostbaar!) en zijn voor een merkbaar groter gedeelte niet uit Duitsland afkomstig. Zijn het op Texel vooral stedelingen uit de randstad, die het Nederlandse aandeel van de toeris ten uitmaken; hier verraadt het accent dat het vooral mensen uit Groningen, Leeuwarden en andere Noord-Neder landse plaatsen zijn. Het is nu vnj druk op het eiland, maar dit heeft geen in vloed op de gemoedsgesteldheid van de winkeliers, hoteliers en kampbeheer ders. Men mist de zenuwspanning, die op Texel veelal de sfeer in drukke win kels en recreatiecentra bepaalt. Wij zijn er getuige van hoe een winkelier rustig een praatje staat te maken met een buurman ondanks het feit, dat zes men sen op hun beurt wachten. Niemand vindt dat blijkbaar ernstig. De gasten worden zonder geveinsde vriendelijk heid en zelfs koel tegemoet getreden. Fijne, evenwichtige mensen, die Ame landers! Terug Een interessante dag, vol boeiende kleine 'belevenissen is snel voorbij. Om half vijf melden de passagiers zich op het veld en korte tijd later zien we het vriendelijke stukje grond met zijn op vallende van rood-witte banden voor ziene vuurtoren, onder ons wegschui ven. Langs een iets andere route Ter schelling kan nu veel beter worden ge zien gaat het weer naar de thuis haven op Texel. Een interessante tocht, mogelijk het begin van een belangrijke toeristische luchtverbinding, is ten einde. HANDELSREGISTER Onder „wijzigingen in het Handels register" lezen wij: C. J. Visman, Texel, De Cocksdorp, Kikkertstraat 7. Kleinh. in klompen enz. Fil. gev. te Texel, Den Hoorn, Klif 23 o.d.n. Visman's Lunchroom. Bedr.: patates fritesbedr. annex verk. van verp. ijs enz. niet bekend de verhouding tussen ak kerbouw en gras. Wel heeft men voor de bedrijven met gras nagegaan welk deel het gras uitmaakt van het ge hele bedrijf. Daarmede is dus al in een belangrijk opzicht antwoord gegeven op de vraag in welke mate er in onze ge meente zuivere akkerbouw, gemengde, dan wel zuivere weidebedrijven voor komen. Het resultaat van het onderzoek van het C.B.S luidde: tot 10% gras 6 bedrijven 10 - 20% gras 12 20 -25% gras 11 25 - 30% gras 5 30-40% gras 19 40 - 50% gras 30 50 - 60% gras 34 60 - 70% gras 35 70 - 75% gras 27 80 - 90% gras 75 75 - 80% gras 25 90 en meer 214 Totaal 493 bedrijven Tot besluit vermelden wij hier nog enkele cijfers omtrent de veestapel, die in het bijzonder op vorengenoemde 6103 ha. gras is aangewezen. Veestapel Volgens de meitelling van 1963 zijn er op Texel 302 bedrijven met in totaal 45.596 schapen !(w.o. 25.345 lammeren), 416 bedrijven met in totaal 9531 stuks rundvee en 91 bedrijven met 1019 var kens.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1965 | | pagina 3