Jan en Paula leven in de Heer
Evangelistenechtpaar werkt
zonder kerk of organisatie
V
Niet afbreken
Spotters
Enthousiasme
Alleen begonnen
Overgave
Gebod
Open boek
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
DINSDAG 13 JULI 1965
NEEN, wij zijn niet tegen de ker
ken. beslist niet. Tenminste, niet
tegen de kerk cds middel om
God te dienen. We hebben wel
bezwaren tegen de kerk als organisa
tie, die haar gelovigen een bepaalde
gedrachtslijn opdringt. Wat wij willen
is de mensen tot de Here brengen.
Ze moeten van de Heer gaan houden
en met Hem gaan leven. Of ze daar
voor in hun kerk blijven of niet, is ons
onverschillig!" Zo spreken de man en
de vrouw, die op Texel door ieder Jan
en Paula worden genoemd, hoewel ze
vorig jaar zijn getrouwd en dus best de
heer en mevrouw Brouwer zouden kun
nen heten. Dat laatste vindt het echt
paar echter onbelangrijk. Waar het om
gaat is het benaderen van mensen,
jong en oud, uit alle lagen van de be
volking. Iedereen moet met de Heer
leren leven. Het is een schier onbe
reikbaar doel, maar Jan zowel als
Paula spannen er zich tot het uiterste
voor in. Bij velen vinden zij voor him
evangelisatie geen begrip en een en
kele keer is de houding van het pu
bhek zelfs vijandig.
Sommigen fluisteren dat het tweetal
er uitsluitend op uit is om bestaande
kerken te ondermijnen en de kinderen
van het geloof van hun ouders te ver
vreemden. Anderen fantaseren de meest
merkwaardige antwoorden op de vraag
die vele Texelaars zich stellen: waar le
ven Jan en Paula van? Zij wonen in
een huis. leven met veel onkosten, be
zitten zelfs een auto, maar hebben geen
duidelijke bron van inkomsten. Weer
anderen vinden het tweetal gevaarlijk.
Als men ziet hoe elke dag in alle dorpen
steeds weer tientallen kinderen naar
hen gaan om te luisteren naar de ver
halen uit de Schrift, wordt door sommi
gen zelfs verondersteld dat zij een hyp
notische invloed uitoefenen.
Uit de aanhaling in het begin van dit
verhaal blijkt reeds dat Jan en Paula
het niet op de bestaande kerken hebben
voorzien en uit tactische overwegingen
zullen ze het zelfs achterwege laten
kritiek op een of andere kerk als orga
nisatie uit te oefenen. Maar dat is ook
niet nodig, vinden ze. Om het ene op te
bouwen, behoeft het andere niet afge
broken te worden.
Op onze vraag aan Jan en Paula of
zij wilden instemmen met een inter
view over hun werk, zeiden ze niet
direkt ja. Paula zei niet zonder
meer te kunnen beslissen. De Heer
moest het zeggen en het duurde
twee dagen voordat Paula ons mee
deelde, dat het in orde was. Zo wa
ren wij getuige van een evangeli
satiemiddag en hebben een lange
avond gesproken over hetgeen deze
twee mensen bezielt.
„Neen. we zijn niet tegen de kerk",
herhaalt Paula. Ze wijst op een portret
aan de wand. „Zie je die vrouw? Dat is
een vriendin van ons. Ze is Rooms-
Katholiek maar heeft zich tot de Heer
gewend. Tóch is ze in haar kerk geble
ven. Dat kan dus best, zolang God dat
vraagt. Waar het om gaat, is dat ons
hart oprecht is voor Hem, dan zijn we
behouden. Buitenkerkelijken komen er
iets makkelijker toe om in de Heer te
gaan leven dan kerkelijken. Zij voelen
de kerkorganisatie niet als een rem.
Kerkelijken denken nog heel lang, dat
het doel bereikt is. wanneer ze maar
vaak genoeg in dat gebouw komen!"
Er wordt wel eens gespot met het
we*k van Paula en Jan. Hoe reageren
zijj daarop?
„Dat remt ons niet in het minst", zegt
Jan. „Als je het evangelie brengt zijn
er weerstanden: spotters en bestrijders.
Er is altijd iets dat er tegen opkomt.
Dat is het werk van de Satan. Die komt
in het geweer, zodra zijn macht wordt
bestreden. Als wij worden bespot weten
we dat God werkzaam is!"
Jan Brouwer (27) werkt sinds ruim
twee jaar met Paula samen. Maar daar
voor hadden ze al regelmatig contact.
Jan ging persoonlijk met de Heer leven,
ongeveer een jaar voordat hij in mili
taire dienst ging. Hij studeerde toen nog
in Amsterdam voor onderwijzer. Daar
kwam hij in contact met jongeren, waar
bij het hem opviel, dat zij veel intenser
met de Heer leefden dan hij, hoewel hij
toch regelmatig in de kerk kwam en zijn
bijbel las. Hij dacht goed gereformeerd
te zijn, maar achteraf noemt hij deze
periode een donkere nacht, waarin hij
zoekend rondtastte. Jan is gereformeerd
gebleven, kómt ook nog in de kerk,
maar zegt alles anders te zien sinds hij
de Heer heeft gevonden. In deze perio
de vervulde Jan dus zijn militaire
dienstplicht. Kon hij het een en ander
rijmen? Hij zegt: „Ik heb met dat pro
bleem werkelijk gezéten. In militaire
dienst gaan is toch eigenlijk in strijd
met de Bijbel, maar dienstweigeraar
ben ik niet geworden. Ik heb de vraag
in mijn gebed aan God voorgelegd en
toen werd het mij niet duidelijk, dat ik
niet moest gaan. Geen antwoord. Toen
heb ik dus de weg gevolgd, waarheen
ik werd geleid en trok het soldatenpak
aan. Temidden van die militaire dienst
leefde ik dus met de Heer en dat was
mogelijk. Ik heb mijn ervaringen zelfs
kunnen uitdragen. Of ik zou mogen do
den in oorlogstijd? Ik weet het niet. In
dienst heb ik geleerd alles aan de Heer
over te laten. Hij leidt mij en beslist
voor mij"
Paula voegt er aan toe: „Mensen zijn
eigenwijs Ze denken dat ze alles moe
ten regelen en hun houding van tevoren
bepalen. Fout. want dat geeft zóveel
zorgen! Ikzelf was geen haar beter.
Toen ik met Jan ging trouwen, heb ik
maandenlang gepiekerd. Wat een pro
bleem! Kon ik trouwen en tegelijk mijn
opdracht vervullen? Stel je voor dat er
kinderen kwamen. Zou de Heer dan
nóg zo voor je samen kunnen zorgen als
hij het voor je alleen doet? Later heb ik
gezegd; Heer, het spijt me dat ik zo dom
geweest ben. U hebt ons bij elkaar ge
bracht en aanvaardt daarvan de conse
quenties. God zegt ons: doe wat je hand
vindt om te doen. Dat is wijs, maar wij
menen vaak dat we het beter weten".
Bij hun evangelisatie ontwikkelen
Jan en Paula een geweldig enthousias
me en bijna voordurend wordt met veel
energie enorm hard gewerkt. Dat maakt
indruk, ook op degenen die er niets
voor voelen om zich te laten „bepraten"
plotseling werd het me duidelijk: ik
moest gezinsverzorgster worden en ging
naar Leiden voor de opleiding. Ik kwam
op Texel terug. Toen had ik nog geer,
idee dat ik na anderhalf jaar het beroep
al weer zou opzeggen. Het was op een
nieuwjaarsnacht om een uur of twaalf.
Mijn ouders waren naar bed en ik
knielde neer om het nieuwe jaar aan de
Heer op te dragen, want ik wist toen
allang dat Hij alleen mijn leven zou
kunnen leiden. Ik sloeg mijn bijbel open
en ineens zag ik de tekst in Timotheus:
om ten volle in Zijn dienst te
staan". Die woorden speelden door mijn
hoofd en ik kwam er niet van los. Da
genlang achtervolgde het me. Ik zei:
Heer dat kan ik niet doen? Wie moei
mij betalen? Ik kan toch niet zómaar
mijn beroep opzeggen? Al die mense
lijke gedachten kwamen in me op en
twéé maanden lang heb ik zodoende
tegen de Heer gevochten. Ik had geen
vrede meer en was ongelukkig. Ik sprak
er met mijn ouders over. Mijn vader
vond dat ik best ten volle in dienst van
de Heer kon staan in de gezinsverzor
ging. Hij heeft er dus zeker niet op
aangedrongen Maar ik bleef onzeker en
na twee maanden zei ik: Heer als U het
dan werkelijk wil, zegt U het dan nóg
eens tot me".
Soms kan men Jan met Paula ergens op
Texel zien preken, op een hoek van een
straat of op de markt. Ze geven dage
lijks aan groepjes kinderen onderricht;
iedere dag in een ander dorp. Zomers
worden de activiteiten ook op de vreem
delingen gericht, zowel Duitsers als Ne
derlanders. Vooral over het onderricht
aan de kinderen zijn Jan en Paula en
thousiast. Jan: „Een kind is heel ont
vankelijk voor de Heer. Hij weet intuï
tief dat de Heer hem liefheeft. Dat is
begrijpelijk, want de Godskern, het
zaad, ligt in de mens. Dan kan hij een
geweldige drang voelen om maar vooral
veel over de Heer te horen. We hebben
kinderen die niet mógen komen van
thuis, maar als het enigszins kan.
dan zien we ze hier toch telkens ver
schijnen!"
Paula voegt er aan toe, dat het er niei
om te doen is een kind, dat niet naar
haar mag luisteren, tegen de ouders op
txihc
fZébt, JauTvt», JaUUu «tl £i±Bor Ovrm, Jam-
aiowi aLt-
Hl TUx. jCa/rtt. 0>
Jfurt^ ww dn, irLfrOv
UitftAvatKjtAwv. Dai- JUdirf* kftkotv ur^ a
/7TV«Lt Lm, /iduxAt/»L büL,
1oUA X» c- GaxJ\s Afrrv/nvt/rV bmmJSK.
JLTTX, &L, -WVfrOV tLcAtlAL •V1DL JlMD» dl/TV.
lu/r- JGa-cKl. o-Jtfjr -uiórdL Kilt tuxAfc a«-
LTvJJi-"UAL op JlauL.
Paula cn Jan onderhouden een uitgebreide
correspondentie met hun kennissen en leerlin
gen. Hier een reproduktie van een brief van
een Duits jongetje, dat in zyn vakantie de
lessen van het evangelistenechtpaar volgde.
te zetten. ..We dwingen de kinderen
niet en zeggen zelfs niet dat ze tóen
maar moeten komen. We bidden alleen
voor zo'n kind en proberen het zo bij de
Heer te brengen. En zelfs al mag zo'n
kind niet naar de club komen, dan nóg
kan God met hem verder gaan. De geest
kent geen muren en werkt door na zo'n
eerste contact".
Paula is alleen met he evangelisatie
werk begonnen. Dat was in 1957. „Mijn
vader en moeder zijn oprechte kinderen
van de Heer, maar zijn niet bij een
kerk aangesloten. Ze hebben er bij mij
nooit op aangedrongen hun voorbeeld
te volgen. Er is nooit van enige dwang
sprake geweest en ze hebben me zelfs
nooit geprest te geloven. Wat ze wel
deden was voor me bidden en dat is wat
veel ouders niet begrijpen: hoe belang
rijk het is dat ze voor hun kinderen
bidden. Het enige dat ze in stilte hoop
ten, was dat ik met de Heer zou leven
Of dat nu als huismoeder was of als iets
anders deed ei niet toe. Ik heb lang
getwijfeld en me afgevraagd wat ik
moest worden. Steeds bad ik: Heer wat
wilt U dat ik met mijn leven doe? En
maar al te waar: „Jonge leeuwen lijden
ontbering en honger, maar wie de Here
zoeken, hebben geen gebrek aan enig
goed". Daar hebben we op vertrouwd.
En dat moesten we ook doen: vertrou
wen en nog eens vertrouwen! Ik had
dus niet hoeven piekeren. God is als een
vader voor ons. We hebben nooit ergens
gebrek aan gehad. Wel eens een lege
portemonnee gehad, dat wel, maar alle
noodzakelijke dingen hebben we. De
Heer .zorgt zelfs voor luxe dingen: een
bloemetje, een nieuw schort of een elek
trische deken, zoals onlangs gebéurde.
Natuurlijk ligt die deken of dat schort
er niet plotseling als door een wonder.
God werkt via mensen. Er zijn mensen
die de Heer liefhebben en in hun hart
krijgen dat zij ons b.v. geld geven. En
dat gebeurt regelmatig. Dus geen bond
of overkoepelende vereniging die evan
gelisten als Paula en Jan steunen? Jan:
„Nee, beslist niet. Het zijn individuele
mensen de van God de opdracht krij
gen en ook voor ons bidden. Dat laatste
is nog belangrijker. Het is voor ons
telkens weer verbazingwekkend om te
constateren wat we kunnen doen. Zo
hebben we een auto aan kunnen schaf
fen en dat was toch een kwestie van
duizenden guldens. De caravan mogen
we gebruiken".
Bijna dagelijks geven Paula cn Jan bijbel
onderricht aan schoolkinderen. Dit is het klasje
van Den Burg. Men ziet Paula bij het flanel
bord, waarop de zelfgemaakte voorstellingen
worden vastgezet ter illustratie van het mon
delinge onderricht.
„Toen sloeg ik mijn bijbel op een
willekeurige plaats open en er stond:
„Heb ik U niet geboden, wees sterk en
moedig, vreest niet en siddert niet voor
hen want de Here Uw God zelf gaat
met U. Hij zal U niet begeven en U niet
verlaten". Dat was in januari 1957. Ik
'ben opgestaan en heb ds. Van Reijen-
dam opgebeld, het hoofd van de inter
kerkelijke gezinsverzorging in die da
gen. Ik zei mijn beroep op en juist toen
ik de hoorn op de haak gelegd had, was
alle vrede en blijdschap terug. Onvoor
stelbaar maar waar! Alles was weer
goed want ik was gehoorzaam gewor
den.
Maar toen? Moest ik naar een bijbel-
school om gereed gemaakt te worden
voor het zendingsveld of moest ik hier
blijven? Maar ook toen gaf de Heer zijn
aanwijzingen. Deze keer door Psalm 37:
„Vertrouw op de Here en doe het goede.
Woon in het land en betracht getrouw
heid". Dus ik dacht: ik zal gewoon hier
blijven en trouw blijven. Verder stond
er: „Verlustig U in de Here dan zal hij
U geven de wensen van Uw hart. Wen
tel Uw weg op de Here en vertrouw op
Hem en Hij zal het maken!" Nu, dat
heeft hij gedaan. En op 3 mei 1957 las
ik: „Wacht op de Here en bewaar zijn
weg. Dan zal Hij u verhogen om het
land te beërven.
De uitroeiing van goddelozen zult
gij met vreugde zien". Dat was dus
een belofte; uitroeiing van de god
delozen. Natuurlijk niet de mensen
zelf maar hun goddeloosheid moest
verdwijnen. Ze moesten met God
gaan wandelen.
Is de bijbel voor Jan en Paula, die
toch geen bijzonder theologisch onder
richt hebben gehad, een open boek in
de overdrachtelijke zin van het woord?
Hébben zij het recht om conclusies te
verbinden aan de verschillende teksten
en daarnaar te handelen? Zijn vele ci
taten niet voor verschillende uitleg vat
baar en wordt juist dat eruit gehaald
dat het best in de kraam van dit twee
tal tepas komt? Paula: „Natuurlijk kon
den we dat niet, maar God heeft ons
geleid en leidt ons nog steeds. Hij
spreekt tot ons via de Schrift en hij
heeft ons zijn woord juist leren inter
preteren".
Maar nu komt dan toch de onvermij
delijke vraag. Waar leven Jan en Paula
van? Is het waar dat God hun van alle
aardse zaken in voldoende mate voor
ziet en hebben zij geen bronnen van in
komsten?
„De vraag hebben we ook aan de
Heer voorgelegd", zegt Paula. „Je bent
een mens en je moet je voeden, kleden
en je hebt onkosten. In het begin had ik
nog een spaarbankboekje, maar daar
heb ik een stel kinderen van op reis la
ten gaan naar een bijbelclubkamp. We
hebben dus, geen kapitaal dat we steeds
laten interen. Maar het bijbelwoord is
De buitenstaander, die deze van hun
enthousiasme overmeesterde mensen
hoort spreken, zal vroeg of laat de
vraag stellen wat men te doen heeft om
in het geluk van het in de Heer leven,
deel te hebben. Het antwoord van
Paula is verrassend van eenvoud: „Je
overgeven Je persoonlijk tot de Heer
wenden en je met langer richten op
geld en goed. Hij zal verder de weg
wijzen. Dat is het!" Jan: „Je moet God
aanvaarden als je persoonlijke verlos
ser. Duizenden mensen geloven, dat de
Here Jezus voor hun zonden is gestor
ven, maar ze geloven het voor hun
groep of kerk. Maar God is er niet voor
de mens van de massa; Hij is er voor de
mens als persoon. Als je dat niet aan
vaardt, wordt je niet gelukkig. Je ziet 't
zelf: nooit waren de mensen zo rijk als
nu, maar ze waren ook nooit zo ongeluk
kig en wanhopig. Hoe komt dat? Omdat
ze 't persoonlijke contact met God mis
sen. De Texelaars léven zo goed, denken
ze. Ze doen zo weinig slechte dingen en
zo sussen ze zich in slaap. Maar als ieder
die zich Christen noemt met de Heer
Jezus zou leven, zouden wij dit werk
niet hoeven doen. Dan zou ieder mens
op zich een getuige zijn, een evangelist.
Dan zou de bakker en de kruidenier het
van de huisvrouw horen. Maar omdat
er grote nood is, omdat de mens niet
op de plaats staat waar God hem wil
hebben, daarom moeten wij doorgaan.
Dat is onze opdracht!"
WEIDE- EN AKKERBOUWGEBIED
In ons blad van 2 juli j.l. werden de
resultaten vermeld van een steekproef
uit de weidebedrijven in Noordholland.
Opgemerkt werd dat Texel tot de wei
degebieden wordt gerekend.
In het hiernavolgende zullen wij
trachten met behulp van de landbouw
tellingen aan te geven in welke mate
Texel weide- en akkerbouwgebied is.
Indeling cultuurgrond
In 1963 telde ons eiland 699 bedrijven
met cultuurgrond. Er waren 397 bedrij
ven met akkerbouwgewassen, 493 be
drijven met gras en 309 bedrijven met
tuinbouwgewassen. Het zou onjuist zijn
hier uit te concluderen dat akkerbouw,
gras en tuinbouw elkaar niet veel ont
lopen. Integendeel.
Uit de oppervlaktecijfers blijkt dat
van de 9300 ha. cultuurgrond 2954 ha.
of 31,7% in beslag wordt genomen door
akkerbouwgewassen; 6103 ha. of 65,6%
door gras en slechts 246 ha. of 2,7%
door tuinbouwgewassen. De verhouding
tussen akkerbouw en gras is dus als
1 2.
Akkerbouw
Er zijn dus 397 bedrijven, die tezamen
2954 ha. met akkerbouwgewassen in
gebruik hebben. Deze 2954 ha. zijn ver
deeld over verschillende gewassen.
Daarnaast bleek het mogelijk per gewas
aan te geven door hoeveel bedrijven
het wordt geteeld. Het is echter niet
mogelijk op te geven hoeveel bedrijven
bijv. zowel granen als vlas telen.
Gewassen ha. bedrijven
granen 1767 287
peulvruchten 40 28
vlas 58 13
landbouwzaden 193 57
suikerbieten 194 86
klei-aardappelen 289 76
voederbieten 149 206
overige 264 265
Totaal 2954 397
Gras
Voor de 493 bedrijven, die tezamen
beschikken over 6103 ha. gras, zijn op
grond van de landbouwtelling 1963 na
dere gegevens voorhanden omtrent
bedrijfsgrootte en het percentage gras
land per bedrijf.
Indeling van de bedrijven naar
areaalgrootte:
tot 1 ha. 51 bedrijven met 22 ha.
1-2 ha. 40 56 ha.
2-2 ha. 18 42 ha.
3-4 ha. 34 137 ha.
5-10 ha. 81 615 ha.
10-15 ha. 104 1288 ha.
15 - 20 ha. 78 1337 ha.
20 en meer 87 2606 ha.
Totaal 493 6103 ha.
Laten wij de bedrijven beneden 1 ha.
buiten beschouwing, dan bedraagt het
gemiddelde aantal ha. gras per bedrijf
14 ha.
Zoals gezegd is per bedrijfsgrootte
AMELAND IS ANDERS
(Vervolg)
Het Amelandse vliegveld is 1100 x
450 meter groot, maar heeft vrijwel
geen accommodatie. Er zijn geen repa
ratiemogelijkheden en zelfs een tank
station ontbreekt.
Havenmeester M. de Kruik, die zijn
domicilie heeft in een van gaslicht
voorziene houten noodgebouwtje bij
het veld, vertelt dat er belangrijke
plannen tot verbetering op stapel
staan. Er komt een goed stationsge
bouw met restaurant en er zullen meer
dere voorzieningen getroffen worden
om het eiland voor sportvliegers aan
trekkelijk te maken. Het Amelandse
veld wordt door de gemeente geëxploi
teerd. Militaire vhegtuigen maken er
het meest gebruik van, maar zij beta
len geen landingsgeld. Daar tegenover
staat dat de toestellen van Leeuwar
den altijd bereid zijn gratis ernstige
zieken op te halen, wat vooral bij aan
houdende vorst, wanneer het eiland
wekenlang voor schepen onbereikbaar
kan zijn, van onschatbaar belang is.
Ander eiland
Voor een Texelaar is het een merk
waardig genoegen om door de landerijen
en dorpjes van Ameland te wandelen.
Het is interessant de vele overeenkom
sten, maar evenzovele verschillen met
Texel op te merken. Ameland is belang
rijk kleiner, maar weet aan grote aan
tallen gasten toch een behoorlijk uitge
strekt landschap te bieden met veel
variatie. Er zijn brede vrije stranden,
zandplaten en een groot weide- en land
bouwgebied. Dat heeft Texel óók, maar
de Amelanders hebben hun dorpjes te
midden van dit dorado vrijwel onge
schonden weten te houden. De straten
van Ballum, Hollum, Nes en Buren tel
len honderden gebouwtjes die met recht
op de monumentenlijst zijn gep'aatst en
niet worden ontsierd door aangrenzen
de smakeloze bouw. De recreatiebouw
vindt men vooral in Nes. Opvallend is
het dat in de Amelandse duinen ook
mag worden gebouwd, althans in het
gedeelte dat particulier bezit is. Hoewel
Ameland zich. wat de overnachtings-
cijfers betreft, niet met Texel kan me
ten, heeft het zich de grootte en be
perkte vervoersmogelijkheden in aan
merking genomen tot een van de
aantrekkelijkste recreatiegebieden van
Noord-Nederland ontwikkeld.
Andere gasten
De gasten, die op Ameland rond
dwalen verschillen opvallend van de
Texel-bezoekers. Zij zijn rustiger, heb
ben meestal geen auto mee (te om
slachtig en te kostbaar!) en zijn voor
een merkbaar groter gedeelte niet uit
Duitsland afkomstig. Zijn het op Texel
vooral stedelingen uit de randstad, die
het Nederlandse aandeel van de toeris
ten uitmaken; hier verraadt het accent
dat het vooral mensen uit Groningen,
Leeuwarden en andere Noord-Neder
landse plaatsen zijn. Het is nu vnj druk
op het eiland, maar dit heeft geen in
vloed op de gemoedsgesteldheid van de
winkeliers, hoteliers en kampbeheer
ders. Men mist de zenuwspanning, die
op Texel veelal de sfeer in drukke win
kels en recreatiecentra bepaalt. Wij zijn
er getuige van hoe een winkelier rustig
een praatje staat te maken met een
buurman ondanks het feit, dat zes men
sen op hun beurt wachten. Niemand
vindt dat blijkbaar ernstig. De gasten
worden zonder geveinsde vriendelijk
heid en zelfs koel tegemoet getreden.
Fijne, evenwichtige mensen, die Ame
landers!
Terug
Een interessante dag, vol boeiende
kleine 'belevenissen is snel voorbij. Om
half vijf melden de passagiers zich op
het veld en korte tijd later zien we het
vriendelijke stukje grond met zijn op
vallende van rood-witte banden voor
ziene vuurtoren, onder ons wegschui
ven. Langs een iets andere route Ter
schelling kan nu veel beter worden ge
zien gaat het weer naar de thuis
haven op Texel. Een interessante tocht,
mogelijk het begin van een belangrijke
toeristische luchtverbinding, is ten
einde.
HANDELSREGISTER
Onder „wijzigingen in het Handels
register" lezen wij:
C. J. Visman, Texel, De Cocksdorp,
Kikkertstraat 7. Kleinh. in klompen
enz. Fil. gev. te Texel, Den Hoorn, Klif
23 o.d.n. Visman's Lunchroom. Bedr.:
patates fritesbedr. annex verk. van
verp. ijs enz.
niet bekend de verhouding tussen ak
kerbouw en gras. Wel heeft men voor
de bedrijven met gras nagegaan welk
deel het gras uitmaakt van het ge
hele bedrijf. Daarmede is dus al in een
belangrijk opzicht antwoord gegeven op
de vraag in welke mate er in onze ge
meente zuivere akkerbouw, gemengde,
dan wel zuivere weidebedrijven voor
komen.
Het resultaat van het onderzoek van
het C.B.S luidde:
tot 10% gras 6 bedrijven
10 - 20% gras 12
20 -25% gras 11
25 - 30% gras 5
30-40% gras 19
40 - 50% gras 30
50 - 60% gras 34
60 - 70% gras 35
70 - 75% gras 27
80 - 90% gras 75
75 - 80% gras 25
90 en meer 214
Totaal 493 bedrijven
Tot besluit vermelden wij hier nog
enkele cijfers omtrent de veestapel, die
in het bijzonder op vorengenoemde 6103
ha. gras is aangewezen.
Veestapel
Volgens de meitelling van 1963 zijn
er op Texel 302 bedrijven met in totaal
45.596 schapen !(w.o. 25.345 lammeren),
416 bedrijven met in totaal 9531 stuks
rundvee en 91 bedrijven met 1019 var
kens.