VEEL LltFSVAN RONNIE Leven moet mogelijk blijven Steeds meer mensen gaan per vliegtuig op vakantie BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF Nederland moet op zijn zaakjes passen (I) rnm- co^aGHT (NNP) Nederland is een modern land, met een moderne organisatie van het maatschappelijk leven. Wij hebben niet veel armen meer, de economie holt zo hard vooruit, dat men zelfs zijn best moet doen de zaak af te remmen. Ons land heeft na de oorlog zijn eigen welvaartswonder opgebouwd. Zo te zien zijn er maar weinig vaderlandse vuiltjes aan de lucht. Toch dreigen de meest sim pele dingen, die nodig zijn om te leven, in de knel te komen. Het is alsof wij weer terughollen naar het begin van deze eeuw toen de overheid harde maat regelen moest nemen om de woningbouw op poten te zetten, omdat de huis vesting een van de elementaire levensbehoeften door de maatschappelijke ontwikkelingen van de vorige eeuw in het gedrang was geraakt. Wat zich nu voordoet, is ongeveer hetzelfde alleen is nu, meer nog dan bij het vinden van onderdak, het menselijk bestaan zelf in het geding. Het gevarenfront ligt nu bij zulke eenvoudige zaken als lucht en water, zonder welke het leven ge woon niet mogelijk is. Daarnaast komen ook andere voor de mens onmisbare zaken in gevaar. Zoals „privacy", rust en stilte, kontakt met de natuur. De gevarenzone ligt, kortweg gesproken, bij die hele reeks van faktoren, waarvan voor ieder afhangt of hij de noodzakelijke harmonie kan brengen in zijn fy siek en geestelijk bestaan. Deze niet geringe waarschuwing is afkomstig van de Rijksdienst voor het Nationale Plan, vastgelegd in het jaar verslag van deze rijksdienst. Deze, al tijd fraai uitgevoerde boekwerken, heb ben zich een grootse reputatie verwor ven. Het zijn in feite zeer leerzame, hoogst actuele atlassen dan ons land, die een nauwgezet beel geven van de ontwikkelingen in Nederland. Zo valt er nauwkeurig in na te gaan hoe het zit met de ontwikkeling van onze ste den, welke streek zich minder goed ontwikkelt, waar zich veel industrie heeft gevestigd, maar ook waar de be volking schreeuwt om recreatiegebie den, waar de waterhuishouding in de knoei dreigt te komen of waar duidelijk te weinig goede wegen zijn. Om al dit soort zaken heeft Nederland zich de af gelopen jaren druk gemaakt. Plannen makers hebben nachten wakker gelegen om tenslotte na veel hoofdpijn met op lossingen te komen. Van plaatselijke probleempjes stapte men over op pro vinciale. op landelijke, op internatio nale. Ruimtelijke ordening werd voor vele deskundigen ambtelijke en niet- ambtelijke een levenstaak. De grote vraag was: waar moeten alle Nederlan ders wonen en werken? Plotseling ech ter dringen nu de harde feiten ons juist de zorg voor het milieu als een der cen trale doelstellingen van de ruimtelijke ordening op het hart, zo stelt de rijks dienst nu vast. Nu is het grote pro bleem niet waar, maar hoe moeten wij het doen? Meer mensen meer zorgen De feiten zijn een deel van een onver mijdelijk proces, aldus de rijksdienst voor het nationale plan. De bevolkings groei neemt almaar toe in ons kleine en al zo dichtbevolkte land; de sterke in dustrialisatie en verstedelijking, het hand over hand toenemen van het ver keer, de rationalisatie en mechanisatie volgen er welhaast automatisch op. Ons inwonertal stijgt elk jaar met grotere cijfers: in 1961 nog met 160 duizend, in 1964 al met meer dan 170 duizend. Op 1 januari van dit jaar konden wij bogen op welgeteld 12 miljoen 213 duizend Nederlanders, als wij gemakshalve de hier werkende buitenlandse arbeiders tot landgenoten rekenen. Gaan wij in hetzelfde tempo door, dan telt Neder land rond 2000 en dat is nog maar een halve mensenleeftijd verder meer dan twintig miljoen inwoners. Twintig miljoen op hetzelfde lapje grond, waar mee wij het met z'n twaalf miljoen al zo krapjes moeten doen. Geen wonder, dat de planologen de mensen, die moeten uitmaken waar en hoe we ons zelf nu eigenlijk het beste kunnen vestigen om alles zo goed mo gelijk te verdelen reden hebben voor hoofdpijn. Nu al doen zich moeilijk heden voor om ieder te verzekeren van de meest simpele zaken, die hij nodig heeft om te leven ruimte, water en lucht en hoe moet dat dan wel als er nog eens miljoenen bijkomen? Dure lucht en water Och, we redden het wel, zeggen we om niet ongezellig te zijn in het volste vertrouwen. Dat kan, menen de deskun digen, heel best, maar dan zal er nu al heel hard moeten worden aangepakt. Neem de eenvoudige voorbeelden van het water en de lucht. Nooit heeft de mens, in heel zijn bestaan, moeilijkhe den gehad bij het veroveren van deze onmisbare, simpele zaken. Behalve dan misschien in het midden van een woestijn. Toch wordt lucht, goede lucht wel te verstaan, bijzonder kostbaar. De verontreiniging neemt almaar toe. De industrie, het verkeer spuien enorme hoeveelheden afvalgassen in de at mosfeer die zichzelf met reinigt en ook niet gereinigd kan worden. Dit m te genstelling met water. Wat dat zeggen wil, weet ieder, die wel eens door het Duitse Ruhrgebied, het meest geïndus trialiseerde stukje land van Europa, met ongetwijfeld ook het grootste aan tal fabrieksschoorstenen, is gekomen. Op sommige dagen hangt boven de hele streek een vieze, vaalbruine mist, die de huizen somber kleurt en het was goed smerig maakt. De medici zijn het er niet over eens wat nu precies de ge volgen hiervan zijn voor de gezondheid, maar ze zijn zeker niet best. Nederland wordt bedreigd door hetzelfde gevaar. Maatregelen zijn hard nodig. De indus trie zal moeten zorgen, dat haar afval gassen onschadelijk zijn zodra ze via de schoorstenen verdwijnen; er zal ook een oplossing gevonden moeten worden voor de uitlaatgassen van het verkeer, die, volgens de rijksdienst, voor een derde verantwoordelijk zijn voor de luchtver ontreiniging boven Nederland. Het be sef hiervan is nog niet voldoende tot ons doorgedrongen, stelt de dienst koel tjes vast. Zuiver water hebben wij niet minder nodig dan goede lucht. Nederland heeft het, wat het water aangaat, nog extra moeilijk. Wij liggen in de delta van de rivieren, die het afvalwater meevoeren van de grootste bevolkingsconcentraties en industriegebieden op het Westeuro- pese vasteland. Daar komen dan nog eens de hoeveelheden afvalwater bij van onze eigen bevolkingscentra en in dustrieën. Dit laatste nog wel in schrik barende hoeveelheden. Er wordt op de Nederlandse rivieren, vaarten en kana len zesmaal zoveel afvalwater gespuid als zij eigenlijk kunnen verwerken. Om het allemaal nog eens extra moeilijk te maken probeert vanuit zee het zoute water binnen te dringen. Welke gevol gen dat heeft, weet elke Rotterdammer. Het is een bekend verschijnsel, dat de welvaart onze persoonlijke behoefte aan schoon water doet toenemen. Niet zozeer om het op te drinken, maar wel voor allerlei karweitjes, zoals de afwas, het spoelen van auto's, het sproeien van de tuin, de douche. Het afgelopen jaar gebruikten wij, voor huishoudelijk en industrieel gebruik, rond 1,1 miljard kubieke meter water, hetgeen gelijk is aan de gigantische hoeveelheid van 1 100.000.000.000 liters. De deskundigen verwachten, dat dit verbruik rond het jaar tweeduizend (over 35 jaren) vier keer zo groot zal zijn. Het allergrootste deel hiervan zal door het oppervlakte water geleverd moeten worden, dus door de rivieren, die nu al zo vervuild zijn. Geen wonder, dat men zich af vraagt hoe wij er ooit in zullen slagen dit probleem op te lossen. (Wordt vervolgd) „V FEUILLETON: llllllllllllllllllimi lllllllll llllll lllllllll II lllllllllll Hill III III IIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIII lllllll iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii (iiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii door Maartje Zeldenrijk 10. Wees dankbaar, dat God je gescha pen heeft als knappe jonge vrouw Nee, dat zeg ik natuurlijk verkeerd. Maar dat hij je zo heeft laten opgroeien, dat bedoel ik. En? Heb ik niet gelijk ge kregen? Meneer van Begen.u als haar vriendzegt u het eens? Is onze Yolanda geen schoonheid geworden?" De vrouw bloosde en lachte verlegen. „Jan, als je gaat flirten, loop ik meteen weg. Foei toch, jij op jouw leeftijd De oude man keek dromerig voor zich uit. Ja, mijn kind, ik heb altijd de schoonheid bewonderd. In alles in het leven. In het liedde muziek maar ook de jeugd. Waarom niet? Ik aanbid alle schoonheid, dat veraange naamt alles.Maar.ik praat weer te veel, lieve kind. Wat verschaft mij de eer van jullie bezoek?" Yolanda wees op Ronnie. „Ik heb werk voor je. Een taak, die je aan kunt. Deze jongeman kan zingen. Maar zijn stem is ongeschoold". Ze spreidde haar handen. „Moet ik nog meer zeggen? Wat bij mij mislukte, zul je bij hem kunnen bereiken, Jan". De oude man begon te glimlachen. „Een zanger, een zangeres wordt ge boren, niet gemaakt. Hij is als een ruwe diamant. Ongeslepen reeds waardevol, maar geslepenbestemd om te schit teren. Wat zingt u, meneer van Begen?" „Beelen", verbeterde de jongeman rustig. „Maar zegt u alstublieft Ronnie. En ik ben van mening, dat Yolanda overdrijft, meneer Pottenberg. Ik zing maar heel doodgewone liedjes. Van ope ra's en zo heb ik geen verstand". „Het verstand komt met de jaren, meneer. Wat wilt u voor me zingen?" Ronnie lachte verlegen. „Ik eh.... ik heb niets bij me. Yolanda heeft me min of meer overrompeld". „Kunt u pianospelen?" „Dat is m'n beroep, dus...." „Gaat u zitten, meneer. Speelt u en zingt u, als u dat mogelijk is. „Ik luis ter". HOOFDSTUK 6 Die donderdagavond was het uitzon derlijk druk bij Willem Volland- Tij dens het spelen dacht Ronnie: Als ze straks komt met haar vrienden, is hier nergens meer plaats. Zelfs Blikkie is dan niet in staat een vrije tafel voor hen te vinden. Een stel luidruchtige Amerikaanse militairen, met verlof uit Duitsland, domineerde in de zaal. Hij zag de ge fronste wenkbrauwen op het gezicht van baas Willem. Die hield niet van der gelijk bezoek. „Chez Volland" had een goede naam. Politie zag je hooguit één keer per jaar. Enfin, hij hoefde er zich niet mee te bemoeien. Willem en Blik kie waren beiden mans genoeg om het tegen dat stelletje op te nemen. Het bandje speelde een rustige wals. Intussen dacht Ronnie terug aan het be zoek bij die oude baas in Rijswijk. Hij had het liedje van Trenet gespeeld, dat lag hem het beste- De oude had goed keurend geknikt, hoewel hij aan zijn gezicht gezien had, dat hij het liedje BRIDGEN De prijswinnaars van de 2de zomer- drive waren; 1. Bruin-van Lenten 109 pnt. 2. Echtpaar Balvers 96 pnt. 3Vs. mevr. v. Drop-M. Bakker 85 pnt. 3Vï. Backer-Raven 85 pnt. Vanavond weer bridgen in hotel „De Lindeboom-Texel", Den Burg- Aanvang 20.15 uur. GEVONDEN EN VERLOREN VOORWERPEN Gevonden te Den Burg: herenzonnebril met donker zwaar montuur, 1 glas gebroken; 1 gewicht van 1 kg.; grote rol touw; rode auto ped met groene voorvork; kinderportemonnee inh. Duits geld (klein geld); plasüc portemon nee inh. kleingeld, pasfoto's! herenpolshorloge merk Century, witte wijzerplaat, zwart ge vlochten nylon bandje; soort dwergpapagaai; rode vulpen met gouden pen; damesportemon nee, zeehondeleer met ritssluiting; tas met bromfietsgereedschap en paar zwarte heren sandalen; portable transistorradio Imperial, grijs met naam L. Daalder; dolkmes souvenir met schede; oud herenrijwiel merk onbekend, licht- en donkerblauw (overgelakt) met plaatje J. D. Bakker; damesrijwiel sportmodel kl. groen, versnelling, handremmen; zwart dames rijwiel Fongers, bruin zadeldek, metalen ket- tmgkast; NSU bromfiets Quickly. Verloren te Den Burg: herenzegelring goud initiaal G P.; portemonnee inh. 2,50, met naam H. de Vries; bruin kinderjack, ritsslui ting, voering capuchon geel/blauw gestreept; lichtgrijze herentrui wol, ronde hals; honde- riem leder, gevlochten; blauw meisjesjack, rits sluiting, capuchon, voering zwart/wit geblokt; hcrenportemonnee inh. ƒ1,75, papiertje met naam; groene damestas, lange draagband inh. plm 20,zonnebril en bril; toeristenkaart, zakagenda en pasfoto's; pijp met lederen kop; plastic kinderkruiwagen geel/rood; zilv. arm band, platte schakels met puntjes; bedelarm- bandje met 5 bedeltjes; kinderslaapzakje, grijs, geel wit gevoerd (deel van kinderwagen); rij bewijs AB-E; geel met zwarte autoped; dames trouwring goud inscr. Theo 11-5-1965; pakje inh 2 babysokjes; zwarte portefeuille inh. toe ristenkaart, pasfoto's; herenrijwiel Gruno, groen met wit, sportmodel, handremmen, ver snelling; zwart damesrijwiel oud, slot voor, teddy zadel, voorlamp; groen damesrijwiel, merk Locomotief, blauwe bagagedrager, slot, lamp; zwart herenrijwiel Germaan, geen ket- tingkast, geen lamp, geen zadeldek. Gevonden te De Koog: tas inh o.a. flessen, broodplank enz gouden ring „Hildegard"; fototoestel Agfa in tas. Verloren te De Koog: gouden ketting met gouden plaatje „Birgit"; blauw-rood jack; ken tekenbewijs XK 18-49; gouden dameshorloge. Portemonnee met ca. ƒ50,twee toegangs kaarten voor de tienerdansavond en enkele loonbriefjes. Het bureau der rijkspolitie te Den Burg is voor het aangeven van gevonden en/of verlo ren voorwerpen geopend op werkdagen van 16.00 tot 18.00 uur. 130. Dat die bal tegen Piet's hoofd kwam, had een wel zéér merkwaardig gevolg. De bal veranderde namelijk zó van nchtmg, dat hij onhoudbaar voor de keeper in het doel van de tegenpartij vloog. Eénnul voor de Fiorenza Boys en de wedstrijd was nog geen twee mi nuten oud! Eén-nul! De mensen op de tribune waren net gek. Ze gilden het uit van geestdrift en ze sloegen elkaar van dolle pret bijna bont en blauw. Een golf van vreugde stormde hittig over het veld en de massa brulde woest van hoi hoi hoi, smekend om nog meer van die mooie kopballen. „Zag je die han dige schijnbeweging van Pinanti?" huil de een der kenners op de tribune. „Hij zelf verschrikkelijk vond. Misschien is er wat van te maken, was zijn oordeel geweest. Ronnie herinnerde zich de triomfantelijke blik op het gezicht van de raadselachtige Yolanda. Wat zag ze in hem? Waarom wilde ze met alle ge weld, dat hij bij die oude Pottenberg les ging nemen? Wat had ze er mee voor? Kapitaalsbelegging, had ze gesug gereerd. Laat me niet lachen. Hij had ■willen zeggen; breng het naar de bank, dan weet je zeker, dat je er rente van krijgt. Óp de terugweg had ze gezegd: Ik durf er heel wat om te verwedden, dat jouw stem te zijner tijd goud waard is. Als Jan goedkeurend knikt, dan ben je vast niet de eerste de beste. Ik ken hem. Al bijna acht jaar. Al zou je hem dui zend gulden per uur geven, en hij ziet niets in je, dan accepteert hij je niet. Geld interesseert hem in zoverre, dat hij het af en toe nodig heeft- Voor zijn huur, zijn eten en drinken, voor muziek en kleren. Maar voor de rest.... hij leeft alleen maar voor zang en muziek. Enne.knappe vrouwtjes kan hij ook appreciëren, maar hij zal ze nooit aan raken. Hij bewondert alleen het schone, zegt hij altijd. Na wat geharrewar, eerst in de wa gen op de terugrit naar Wassenaar, daarna bij haar thuis, had hij er ten slotte in toegestemd een maand les te •gaan nemen bij Jan Pottenberg. 's Mor gens van half tien tot twaalf. En van half twee tot drie uur. Langer kon hij niet, want uiterlijk zes uur moest hij weer bij Wilem Volland zijn. Op de suggestie van Yolanda om zijn baan er aan te geven, had hij slechts gelachen. „En dan?" had hij gevraagd, „zeker bij jou in de kost komen". SCHIPHOL Er gaan volgens een voorzichtige schatting elk jaar in Euro pa rond de vijftig miljoen mensen op reis, een aantal waarbij de „grote" volksverhuizingen uit de geschiedenis boekjes in het niet verzinken. Er is dan ook geen geliefder onderwerp van ge sprek dan de jaarlijkse vakantie, de twee of drie weken waarin we het Hollands klimaat ontvluchten. Steeds verder en vlugger naar het zuiden, is de tendens, naar landen waar men ze ker is van zon en blauwe lucht. Italië, Europa's speelplaats voor volwassenen, trekt als eerste toeristenland jaarlijks zo'n twintig miljoen vreemdelingen, Spanje haalde het vorig jaar reeds de dertien miljoenEen reis naar Capri of Corsica, naar de Costa Brava of Mallorca, naar Joegoslavië of Grieken land is voor letterlijk ontelbare vakan tiegangers niet langer iets om van te dromen, doch één van de vele mogelijk heden waaruit men kiezen kan. Door middel van advertentie-campagnes en bijzonder fraai uitgegeven reisgidsen (die soms van honderd tot tweehonderd pagina's beslaan!) worden we verleid tot het maken van dè reis van ons le ven, per autocar, trein of do laatste jaren steeds meer populair het mo derne verkeersvliegtuig. De belangstelling voor vliegreizen neemt jaarlijks toe. De cijfers spreken, wat dat betreft, duidelijke taal In 1963 gingen circa 42.000 Nederlanders vlie gend naar hun vakantiebestemming, in 1964 waren het er al meer dan 88.000 en voor dit jaar wordt het aantal vakantie- passagiers door de nationale luchtvaart maatschappijen op 140.000 geschat! Mensen die hun vakantie een te kost baar goed vinden om veertig tot vijftig procent van de vnje tijd achter het autostuur te verdoen, mensen die weten dat het rijden zelfs op autowegen gedu rende het hoogseizoen langzamerhand een onmogelijke zaak is geworden, men sen die vlug op de plaats van bestem ming willen zijn en die door het vlieg tuig te nemen hun vakantie inderdaad verlengen! Via Schiphol immers ligt het „eigen eiland in de zon" op drie of vier uur afstand, wie dagelijks tussen de wielen zit, zou zich dan niet graag een maal per jaar een paar vleugels aan- meteen, voor de prijs behoeft niemand het meer te laten. Nu alweer verscheidene jaren geleden werden door de bij de IATA aangeslo ten luchtvaartmaatschappijen zoge naamde „inclusive-tours" geïntrodu- deed net of-ie schoppen wilde en nam de bal gelijk in éénen op zijn kop! Oer- hard! Goal!!! „Als dat zo doorgaat, krijgen we van middag van die Pinanti nog héél wat te zien!" zei een andere deskundige en daar waren de meeste toeschouwers het roerend mee eens. Maar de brave Karei Kleuntj es was het er helemaal niet mee eens. Die had wel aan Piet's malle be weging gezien, dat hij eigenlijk geen roos van voetballen kon. „Sufferd!" riep Karei uit, „Je stuurt ons hele plan in de war! We zouden toch in eigen doel schieten? Waarom maak je dan een goal?" Ja lezers, het is zo. Piet en Karei „Bijvoorbeeld", had ze rustig geant woord. „Je zoudt mijn woning dan als een internaat kunnen beschouwen- Een éénmans internaat". Het leek hem zo absurd, dat hij er aanvankelijk niet eens antwoord op had gegeven Tenslotte had hij gezegd: „En je vrienden? Wat zullen die er van zeg gen?" Ze had gelachen. „Je kent mijn vrienden niet, anders zou je zo'n vraag niet stellen". Uiteindelijk was zijn antwoord geko men. „We zullen het maar niet doen. Ik blijf rustig spelen en voorlopig reis ik dagelijks heen en weer naar Rijswijk. Van maandag tot vrijdag: forens. Öp een weekkaartje. Dat is weer eens wat anders". Die avond bij Volland bleef het ru moerig. Willem was al een keer naar de militairen gegaan om te proberen hen aan het verstand te brengen wat rusti ger te zijn- Een poosje ging het goed, toen gaf Willem het sein ze geen con sumpties meer te verstrekken. Jennie, een der dienstertjes, was ook al door een van hen lastig gevallen. Tenslotte verdwenen ze en onwillekeurig slaakte Ronnie een zucht van verlichting. Bonje had hij een hekel aan. Dat kostte altijd geld. De volgende morgen werd hij wakker van de ratelende wekker. In het spoor boekje, dat hij van Willem had geleend, had hij een trein opgezocht: acht uur negen van de Centraal. Een onmogelijk vroeg uur, maar je moest er wat voor over hebben. Terwijl hij uit bed stapte en zich ging wassen, dacht hij: nergens is natuurlijk al een cafetaria open. Mis schien kan ik wat in de trein te bikken krijgen. ceerd. De K.L.M. bijvoorbeeld bracht deze geheel verzorgde vliegvakanties onder de naam Ité. Reisbureaus (tour operators) konden door aan bepaalde voorschriften te voldoen op door hen georganiseerde, individuele reizen een it-nummer aanvragen. Het publiek werd in staat gesteld door enkele tien tjes boven de „kale vliegprijs" te beta len twee of drie weken naar de zon te vliegen. De opzet is duidelijk: de it- reizigers zouden de lege plaatsen in de lijndienst-toestellen opvullen, een nieu we markt werd „opengebroken", zoals men dat kernachtig noemt. Inmiddels heeft de praktijk uitgewezen, dat op de geijkte vakantiebestemmingen (Palma de Mallorca, Nice, Barcelona enz.) de lege it^plaatsen door enkele het volle pond betalende „normale" toeristen worden ingenomen Behalve de it-vakanties echter, wor den tegen voor de leek soms onwaar schijnlijk lage prijs, series vliegreizen naar de meest attractieve reisdoelen aangeboden die zich behalve in de i prijs! in niets onderscheiden van wat onder de naam „inclusive-tour" wordt gebracht. In die gevallen wordt gebruik gemaakt van zogenaamde charter- toestellen van non-iata maatschappijen, machines die op contract-basis een be paalde bestemming vliegen, toestellen dus die zijn „gehuurd" door een reis bureau voor een bepaald aantal vluch ten. Nederlands grootste onafhankelijke luchtvaartmaatschappij, Schreiner Air ways, (27 eigen toestellen in drie we relddelen eigen vestigingen in Iran en Nigeria!), bracht in 1964 een koninklijk toestel in de lucht voor het toeristische chartervervoer, namelijk een comforta bele Fokker Friendship, uitgerust met maohtige Rolls Royce turbine motoren. En in april van 1965 werden door de directie van de Nederlandse Fokkerfa brieken twéé gloednieuwe Friendships aan Schreiner Airways overgedragen, luchtpaiadepaardjes, waarmee het va kantieseizoen inmiddels reeds is inge zet. De Friendship is een „onverbeterlijke bestseller", ruim 300 toestellen van het type F 27 werden er door .Fokker reeds geleverd aan luchtvaartmaatschappijen in meer dan 70 landen! Doordat de F 27 is uitgerust met een drukcabine, wordt de passagier in no-time boven het slech te weer „uitgetild". Door de plaats van de vleugels, heeft men van alle plaatsen een onbeperkt uitzicht. De zonvakantie begint al boven Schiphol! hadden afgesproken in eigen doel te schieten. Dan zou de rest van het elftal wel vreselijk kwaad worden om hen vervolgens met echt zuidelijk tempera ment van het veld te smijten. Dan kon den ze misschien wel ongemerkt ver dwijnen, als ze eenmaal op straat lagen. „Je bent een goed geslaagd voorbeeld van een stomme ezel!" brulde Karei Kleuntjes nogmaals. „Als je dan niet weet, hoe je moet schoppen, kiek dan maar 's hoe ik het doe!" En voor Piet het kon verhinderen, had Karei hem al een daverende schop onder zijn broek gegeven en dat nog wel ten aanschouwe van die duizenden mensen op de tri bunes. Om tien over half acht stapte hij de straat op, maar gelijk bleef hij staan en keek verwonderd naar de grijze auto, die in de smalle straat stond. Meteen stapte Yolanda er uit- „Hallo, ik dacht wel, dat je ongeveer om deze tijd te voorschijn zou komen. Kan ik je een lift geven naai Rijswijk?" Hij trok zijn wenkbrauwen op. „Wat betekend dit? Verkeer je soms in de ver onderstelling, dat ik me niet aan m'n belofte zal houden?" Ze glimlachte beminnelijk en hield het portier open. „Wat ik denk of ge dacht héb, is van minder belang. Je kon je toch verslapen, niet? Ik had een ma- tineuze bui vanmorgen, dushier ben ik". Automatisch stapte hij in. Meteen nam de vrouw achter het stuur plaats en reed weg. „Dit doe je toch zeker niet iedere morgen, he?" Zijn stem klonk dreigend. „Het was wel mijn bedoeling, Ronnie. Maar als je me liever niet ziet.Ik weet wel, dat wij vrouwen er 's mor gens nooit op ons voordeligst uit zien". „Dat is het niet"- Ze knikte. „Je bedoelt je prestige. Ik wil ook wel ergens anders wachten". Ze legde even haar hand op zijn arm. „Toe, Ronnie, mijn leven is toch al zo leeg sindsIk heb nu een bezigheid. Iedere morgen vroeg op, jou ophalen en naar Rijswijk brengen. Ik ga wel ergens zitten luisteren, waar je me niet kunt zien. Of een boodschap doen. En 's middags gaan we samen prettig lunchen. Bij mij thuis of in Den Haag. Net wat je wilt- 's Middags breng ik je dan terug naar Amsterdam. Heb ik ook een dagtaak. Gun je me dat niet?" (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1965 | | pagina 4