Cfroen CCvarts JexeU in het harL, GEEN BEHOEFTE AAN AANSLUITING BIJ HET VASTELAND BURGEMEESTER: C. DE KONING: Omzien zonder wrok Moerbeek's ->lO0R \Mu. tfvn. X secretaires <iEEF MIJ MAAR chocclad'edum/c ftIJDAG 31 DECEMBER 1965 79e JAARGANG No. 8029 Uitgare N.V. r/h Langeveld de Rooty Postbus 11 - Den Burg, Texel - Tel. 2058 edaktie: Harry de Graaf, Wilhclminalaan 33, Den Burg, tel. 2058, s avonds 2382. Verschijnt dinsdags en vrijdags. Bank: Ncderl. Middenstandsbank; Coöp. Boe renleenbank. Postgiro 652. Abonn.pr. ƒ2,95 p. kw. 30 ct. incasso. Advert.: familieberichten 14 ct. p. mm.; andere advert. 12 ct p. mm. OVERDENKING „Uren, dagen, maanden, jaren vliegen als een schaduw heen" Ook mensen, die nooit naar de kerk gaan, of hooguit ééns per jaar op de Oudejaarsavond (anders zou het eens sleur kunnen worden!) kennen dit ty pische oudejaars-avondlied, in ieder geval deze eerste regel, die immers precies vertolkt, wat wij allen weten en wat wij ons op deze avond van het jaar bewust zijn dat wij verganke lijk zijn als de tijd, waar wij deel aan hebben. Ik laat dit lied nooit zingen, niet alleen omdat ik het „uit de tijd" vindt, maar vooral, geloof ik, omdat ik er niets verder mee kom En ik wil toch wel graag verder op Oudejaarsavond. Zeker, „al het heden wordt verleden", maar als ik dan in dat lied hoor volgen: „schoon 't ons toegerekend blijft", dan zeg ik: geeft U mij dan de B.jbel maar op de Oudejaarsavond. Daar kom ik dan heel wat verder mee Heel veel mensen gaan gebukt onder het verleden. Zij torsen de last van het verleden de last van pijn en rouw, van gemis en schuld met zich mee de toekomst in. Zij komen niet los van dat verleden, omdat zij er steeds weer aan worden herinnerd, óók op deze laatste avond van het jaar. De zendingsman Stanley Jones ver telt in één van zijn boeken van een oud vrouwtje in India, dat op een stoffige door de zon geblakerde weg loopt te zeulen met een zware draagtas met hout. Ze wordt ingehaald door een jeep, waarvan de bestuurder haar uitnodigd tot een lift. Dankbaar installeert de vrouw zich achter in de wagen, met de zware tas op haar schoot. Als de chauffeur haar zo ziet zitten, zegt hij. „Zet U die tas toch naast U in de wa gen, er is ruimte genoeg!" En dan volgt het verrassende antwoord van deze vrouw, die nooit eerder in een auto gezeten heeft; „Nee, dank U wel! Ik ben al veel te blij. dat U mij meeneemt, die tas zal ik zelf wel dragen". Zo zijn wij: Ik zal het zeli wel Christus zegt: „Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt" Allen, zon der uitzondering, mensen met een ver leden. Allen, wéér: zonder uitzonde ring! hoe ons verleden er ook uit ziet uitgenodigd om dat verleden los te laten, niet onverschillig, maar vertrouwend in Zijn hand te leggen, en met Hem verder te gaan. Dan zal de ervaring van de schrijver van een oude Psalm de onze worden „Dag aan dag draagt Hij ons. Die God is ons heil". Dat heil en die zegen wens ik U nu alvast toe voor morgen en voor alle uren, dagen, maanden en jaren, die nog zullen volgen. L. Koopmans. t VERLEENDE BOUWVERGUNNINGEN In de afgelopen maand verleenden Burgemeester en Wethouders aan de navolgende personen, zaken en instel lingen de daarbij omschreven bouw vergunningen De heer W. L. Bakker te Den Hoorn, voor de verandering van een gevel aan Diek; de heer J. F. Jonkergouw te Den Burg, voor de bouw van een bollen schuur aan de Kogerstraat; de heer A. de Ridder te Den Burg. voor de bouw van een woonhuis aan de Schoonoord singel; de heer C Huisman te Den Burg, voor de bouw van een bloembollen- schuur aan de Westerweg; de heer J. A. Hillen te De Koog, voor de uitbreiding van zijn cafetaria aan de Dorpsstraat; de heer A. Dros, Eierland, voor de uit breiding van zijn woonkamer; Staats bosbeheer te De Koog, voor de bouw van een toiletgebouwtje aan de Boodt- laan; de N.V. TESO te Den Burg voor de uitbreiding van de garage aan het Wezenland; de heer C. Bakker te De Waal, voor de bouw van een woonhuis aan de Westerbcersweg; de heer P. N. W. Kikkert te De Koog. voor de veran dering van een raamkozijn; de heer B. H. Boks te De Koog, voor de uitbreiding van een woning aan de Bosrandweg; de heer T. Wuis Szn. te Oosterend, voor de verbouw van een kippenhok aan de eerste dwarsweg; de Sportvereniging De Cocksdorp. voor de bouw van een kleedaccommodatie aan de Vuurtoren- weg; de heer J D. Drijver te Den Hoorn, voor de bouw van een land- bouwschuur aan de Mok weg, de heer E. Spoelstra, P.H. Polder, voor de ver andering en verbetering van een wo ning; de C E. Gollardsstichting te Den Burg, voor de uitbreiding van het be jaardenhuis; de directeur van Gemeen tewerken te Den Burg, voor de uitbrei ding van een woning aan de Sommel- tjesweg; en de heer D. Hillen te Den Burg, voor de vernieuwing van een voorgevel aan de Kogerweg. MEUBELHANDEL Den Burg Tel.2572 Een verrukkelijke chocoladedrank me» slechts 1% vet Fris en pittig von smaak. Tosli lest de dorst, is lokker luchtig en eerbiedigt de slanke lijnl In het komende jaar hoopt „de TAK" óók U van dienst te kunnen zijn met advies en apparaten op het gebied van I ELEKTRONIKA - ELEKTRICITEIT - RADIOTECHNIEK - ZWAKSTROOM- APPARATUUR - WAARSCHUWINGS APPARATEN en vele praktische schakelingen. Vraagt vrijblijvend om inlichtingen en gegevens. Ons telefoonnummer is 02223- 495. W Ploeg, Oesterstr. 25. Oosterend Dit is de bar, die vorige week door de heer L. Kellner van „Casino" in ge bruik is genomen. De bar werd getim merd door de heer Joh. Bakker te Den Hoorn, naar een ontwerp van zijn zoon Nico. is er alleen maar de Waddenzee, zoals die daar ligt en wel blijft; dan zijn en blijven er de natuurbescherming en de recreatie op de Waddenzee be scheiden, op de eilanden zeer omvang rijk en de handhaving van een, kennelijk van het allergrootste gewicht zijnde, wetenschappelijk arbeidsveld. Het wil mij voorkomen dat er aan leiding is dit inpolderingsvraagstuk, waarbij de Waddeneilanden ten nauw ste betrokken zijn, opnieuw te bezien en daarbij in het bijzonder de relatie tot Texel te leggen ik vermeet mij uiteraard niet voor de andere eilanden diezelfde betrekking te zoeken. Ook al heeft kortgeleden de Texelse Courant een uitvoerige verslaggeving gebracht, geloof ik dat het nog belangrijk ge noeg is op de zaak opnieuw in te gaan. Toeval kan het nauwelijks zijn dat in zo'n kort tijdsbestek èn het Wadden symposium in Groningen èn het con gres van kortgezegd de natuur beschermers in Utrecht plaats vonden. Het moet wel zijn omdat het inpolde ringsvraagstuk der Waddenzee acuut gaat worden en tevens de algemene belangstelling heeft verkregen. De balans van deze congressen valt niet uit in de richting van de inpolde ring der Waddenzee. Nuttig effect met betrekking tot de zoetwatervoorziening schijnt er niet te zijn. De landaanwin ning is ten behoeve van de landbouw nauwelijks van betekenis; gezien de wijze waarop men dit thans beziet telt deze landwinning bijna niet mee. Gebiedsuitbreiding hier biedt voor de angstige vragen van de randstad Holland geen soulaas. De inpoldering van de Waddenzee zal 6 miljard kosten. Allèèn voor dijkbeveiliging is die uitgave niet nodig, de beveili ging van de eilanden en van de be trokken kustlijn kan op een veel goed kopere manier worden bewerkstelligd. Blijft na deze aftreksom toch niet veel anders over dan natuurbescherming en recreatie. Bij het eerste is er vanzelf geen sprake van dat bij een zo onover troffen natuurgebied, handhaving der Waddenzee niet primair zou zijn. De recreatie in het algemeen komt in an der daglicht te staan wanneer men de plannen voor Nederland in zijn geheel beziet. Als plan is toch aanvaard het creëren van 9 groenelementen in en om de randstad, die stuk voor stuk 1 miljard moeten kosten. Is het voorstel baar dat de inpoldering van de Wad denzee prioriteit zou verkrijgen boven die elementen waar de Randstad zo'n dringende behoefte heeft. Hoe nu moeten wij op Texel dit zien? Het antwoord is voor mij heel een voudig. Mits maar onze veiligheid tegen de zee is gegarandeerd, heb ik er totaal geen behoefte aan Texel aan gesloten te zien bij het vasteland. Onze welvaart wordt in grote mate bepaald door de recreatie; de gang en drang der recreanten naar deze ge meente wordt weer bepaald door en kele kenmerken van dit eiland, kort gezegd door de evenwichtige verde ling van de verschillende bestemmin gen van ons grondgebied èn het be trekkelijke isolement. (Het recreatie- facetplan brengt hierin geen wijziging, want van de landbouwgrond wordt wel een stuk afgeknabbeld, doch rela tief zeer weinig;. Dan is er nog zoiets dat welzijn heet. Wij weten geen van allen welke con sequenties „één met het vasteland" wel voor Texel zou hebben, op zijn minst denk ik dat daarvan de nodige moeilijkheden zouden zijn te verwach ten, in ieder geval dat van een hand having van karakter geen sprake zal zijn, is zeker. Misschien zou Texel v/el een bevolkingscijfer van een veelvoud van nu halen, misschien zou er hier of daar een brokje meerdere welvaart afvallen, maar hoe dan met de leef baarheid op dit eiland, met ons werke lijk welzijn? Wij moeten wel bedenken dat wij, hier op dit eiland in het bezit zijn van een aantal kostbaarheden, die op geen enkele wijze in geld zijn uit te drukken, maar toch zeer, zeer werke lijk zijn. 't Is best mogelijk dat enkele lezers opmerken dat die burgemeester aardig conservatief wordt. Daar zou ik tegenover willen opmer ken dat ik juist goed vooruit probeer te zien. Ik geloof n.l. dat in het jaar 2000 waarover wij in prognoses zo graag praten een qua karakter gehandhaafd Texel dan voor velen een nog groter weldaad zal zijn dan het nu al is en ook voor onze na zaten. Conclusie dus: moge voor Texel de inpoldering der Waddenzee maar achterwege blijven en laten wij, naar ons vermogen streven naar een ver betering van de verdediging van onze kustlijn. En tevens wordt deze conclusie nog versterkt door het feit dat de griezelige gedachte van een supersonisch vlieg veld in het Waddengebied dan niet kan worden uitgevoerd. Ik heb voor mij een respectabele lijst liggen met punten, 1965 betref fende. Als te doen gebruikelijk had ik daaruit voor deze beschouwing kunnen putten om dan de binding met de toekomst te leggen. Voor een keer is daar vanaf geweken, omdat mij die inpolderings kwestie toch wel van groot gewicht leek en dit artikel mij éénmaal een bijzondere gelegenheid biedt een me ning weer te geven. Nogeens op Texel terugkomende, onze gemeente heeft dit jaar weer niet te klagen gehad. Alles bijeen was het toch wel goed. Moge dit zo blijven. Ik wens iedere Texelaar voor 1966 het allerbeste. Moge welvaart en welzijn ons aller deel zijn, moge het begrip dat welzijn belangrijker is dan alleen maar wel vaart tot ons blijvend doordringen. C. DE KONING. HET BEGON met de februariramp in 1953. Uiteraard was onmiddellijk na die ramp een discussie gaande over de beveiliging van onze lage landen. Wat vast stond was dat, zo mensenhand hier iets tegen doen kon, dit nooit meer mocht gebeuren. Eveneens vanzelfsprekend was toen dat de verantwoordelijke figuren, klein en groot, ook op Texel, zich bezighielden met de inpoldering van de Waddenzee. In één adem werden toen genoemd, het Deltaplan en de inpoldering van de Waddenzee. De wel zeer noodzakelijke en voor de hand liggende vraag of de beveiliging tegen het geweld der zee deze inpoldering tot noodzaak, tot eis maakte, werd niet of nauwelijks gesteld. Neen, dat werd zonder meer aanvaard, althans in het denken van zeer velen, dat natuurlijk gro tendeels bepaald werd door de verschrikkingen van de recente ramp, dat vermoed ik tenminste. Nog zeer goed herinner ik mij een reis naar de overkant, waarbij ik in discussie raakte met een der hoofd ingenieurs van Waterstaat. Vooral de verontwaardiging die zich van mij meester maakte, toen deze hoofdinge nieur zeer laconiek opmerkte, dat de inpoldering van de Waddenzee om allerlei redenen, zeker nog 100 jaren zou duren, staat mij bij. Ik weet nog dat ik toen, waarschijnlijk meer parle mentair dan ik het nu doe, zei, dat dat allemaal maar onzin was, dat onze waterstaatsmensen zo knap zijn, dat zij iedere opdracht, welke ook op hun terrein, mits het maar een opdracht is, in staat zijn uit te voeren. Nu verbaas ik mij over dit alles wel even. En, ik vertel dit niet omdat het mij zo interessant lijkt U, Texelse lezer, op de hoogte te stellen van een denkfout, waarop ik mijzelf nu betrap, maar wel omdat het objectief belangwekkend is, te constateren hoezeer een eenmaal gemaakte denkfout nog zo lang kan nawerken. Nog maar kort geleden was er voor het gemeentebestuur aanleiding een persconferentie te houden, waarbij het door de raad met grote meerderheid inmiddels goedgekeurde recreatie- facetplan in de openbaarheid werd gebracht. Dit, uiteraard, omdat het gemeentebestuur dit plan voor de toe komst van deze gemeente van het grootste gewicht acht. Tijdens dit prettige contact met de pers werd veel gezegd en gevraagd. Zeer kort tevoren was in Groningen een Waddensymposium gehouden, waarbij een hooggeleerd gezelschap zijn licht deed schijnen op de vragen rondom de eventuele inpoldering van de Waddenzee. Vanzelfsprekend bijna was er aan leiding op de conferentie van het gemeentebestuur hier even op aan te sluiten. En van onze zijde werd toen ongeveer gesteld, af te zien van compromissen die X 13 partijen te vreden stellen en durven zeggen dat de componenten bij de inpoldering van de Waddenzee zijn of moeten zijn: recreatie en natuurbescherming. Ik zou zo'n stelling, die natuurlijk aan oversimplificatie lijdt, nog willen handhaven, ware het niet dat daarbij is uitgegaan van een praemisse dat de Waddenzee ingepolderd moet wor den. Is die vooronderstelling onjuist dan is er geen inpolderingsprobleem, dan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1965 | | pagina 1