Puro! Wij vragen uw aandacht voor... BRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPUTER VAN DE 2 MILJOEN SPAARDERS BIJ DE RAIFFEISENBANK WONEN ER 4 DUIZEND IN FLEVOLAND. HET GEHEIM VAN 't Mooiste bruin Pigmaderm.Tube f 2,95 gifWIZl 114 LtUVlzw vvv^t? .JjfA houcRdvf^ m$n\ TWEEDE BLAD VRIJDAG 20 MEI I960 rubriek voor j' Onder mliltlii' >«n (L >«n i.romingfM Inkuilen van gras Terwijl wij dit schrijven zijn de eer ste kuilen al weer gemaakt. In het al gemeen kan wel gezegd worden, dat de veehouders, die de eersten zijn bij het inkuilen van gras ook de grootste kans maken om in de komende winterperiode goed kuilgras tot hun beschikking te hebben. Goed en jong gras is echter niet voldoende. Minstens even belang rijk is de methode van inkuilen. Een paar weken geleden schreven we in deze rubriek, dat er naar onze mening twee goede methoden zijn, nl. die van het maaikneuzen en het voordrogen. Wij menen er bij de veehouders nog eens op te moeten aandringen om uit deze twee methoden een keuze te doen. 'De laatste jaren waren voor de ruw- voederwinning op ons eiland gunstig. De gevreesde droogte bleef uit. Dat kan ook wel weer eens anders zijn. En spe ciaal dan is het van belang om de voe- derwaarde, die bij het maaien in het gras aanwezig is voor een zo groot mogelijk gedeelte in de kuil of silo te krijgen. Het winnen van hooi Er is een tijd geweest, dat we als we op Texel spraken over het winnen van ruwvoer vrijwel uitsluitend aan hooi dachten. Dat is wel wat veranderd. Maar toch maakt het hooi nog altijd een zeer groot en belangrijk gedeelte uit van het winterrantsoen van het rund vee. En volgens vele deskundigen is het nog steeds zo, dat goed hooi de basis is van het winterrantsoen. Ook voor hooi geldt, dat het eerst ge wonnen hooi veelal de beste kwaliteit heeft. Het tijdstip, waarop we met suc ces kunnen gaan hooien is echter nog wat nauwer begrensd dan bij het in kuilen. Hooien vóór 20 mei geeft in het algemeen vrij veel risico, omdat de droogsnelheid in de eerste helft van mei te klein is om het hooi binnen een aanvaardbare tijd te kunnen inschuren. Dat risico is er ook na 20 mei nog. En het is niet voor de eerste keer als \\e zeggen, dat dit risico zo klein mogelijk moet worden gemaakt. Naast droog maaien en veelvuldig schudden is de aanwezigheid van een ventilatiesysteem in het hooivak een belangrijk middel om de risico's zo klein mogelijk te ma ken. Als U nog niet beschikt over een ventilator en luchtverdeelsysteem in Uw hooibergplaats, dan is het echt de tijd om daar eens ernstig over te den ken U krijgt daardoor de mogelijkheid de veldperiode één tot twee dagen te verkorten. Bij ongunstig weer kunnen deze één of twee dagen wel uitgroeien tot een week. Denkt U er vooral om, dat bij de aanleg van een ventilatiesysteem met op de kosten moet worden beknibbeld. De ventilator moet voldoende zwaar zijn en het luchtverdeelsysteem ruim voldoende. Het strooien van stikstof Er is dit voorjaar op de meeste be drijven weer ruim stikstof gestrooid op het grasland. Ik meen, dat we zo lang zamerhand wel kunnen vaststellen, dat er weinig streken in ons land zijn, waar in het begin van de groeiperiode zoveel stikstof wordt gestrooid als op ons eiland. Daar is ook wel reden voor. Hoe wel we het de laatste jaren dreigden te vergeten is het toch nog altijd zo, dat ons eiland op een plaats van ons land ligt, waar het in de zomermaanden dro ger pleegt te zijn dan elders in Neder land. Het is daarom zaak de eerste groeimaanden extra te benutten. Een machtig) hulpmiddel daarbij is stikstof. Daarom moet er bij wijze van spre ken na het afweiden of afmaaien van een perceel grasland geen dag voorbij gaan voordat U een overbemesting met stikstof geeft. Moet het perceel klaar gemaakt worden voor beweiding, dan is een gift van 200 - 250 kg. kalkammon voldoende. Wordt het perceel bestemd voor kuilen of hooien, dan moet dit wel 300 - 400 kg. kalkammon per bunder zijn. De redacteur van deze rubriek weet heel goed, dat er voor de groei van het gras belangrijke faktoren zijn, die de veehouder niet in z'n hand heeft. Over zon en regen kan hij niet beschikken. Maar het feit, dat op volkomen verge lijkbare bedrijven de ene veehouder het klaar speelt om vrijwel altijd voldoen de goed gras ter beschikking te hebben, terwijl de ander daar steeds mee tobt is er het bewijs voor, dat naast zon en regen ook andere zaken van groot be- en beschermt tegen zonnebrand fQsL, e.u..« I...M kw.un d. r.d.lll.vgrc£ RASSENSCHEIDING 1 Helaas, L. Koopmans, kan ik niet de opinie van millioenen niet-folanken ver zinnen. Blijft U er dus over denken zoals U wilt. Waarom ook niet? U bent toch „dagelijks in de gelegenehid om U op de hoogte te stellen hoe de zwar ten er over denken". Jan A. Bremer RASSENSCHEIDING II Hoe oud bent U, Theun de Winter? Jan A. Bremer (37) Maandag werden de VW-kantoren te iDen Hoorn en De Cocksdorp geopend. Op deze kantoren zijn, evenals te De smetteloo» zuiver lang zijn. Eén van die zaken is het op tijd strooien van een juiste gift stikstof. Doorgeven van ervaringen Vrijwel ieder jaar komt het voor, dat we achteraf in kennis gesteld worden van „belevenissen", die veehouders of akkerbouwers op hun bedrijven mee maken. We vinden het jammer als dit achteraf gebeurt. Het is voor ons werk van groot belang om bepaalde zaken „in natura" te aanschouwen, omdat we daarmee anderen van dienst kunnen zijn. Dat behoeven echt niet zulke opzien barende dingen te zijn. We denken aan zaken als de invloed van verschillende voorvruchten op één bepaald gewas, aan een verschillend resultaat van twee gébruikte onkruidbestrijdingsmiddelen, het verschil in groei tussen twee gras- en klaverzaadmengsels, de invloed van een bepaalde grondbewerking, enz. Deze zaken spelen op veel meer be drijven dan ons ter ore komen. En ook al werk je meer dan 25 jaar bij de land- bouwvoorlichtingsdienst; je hebt het nog nodig om telkens met de neus op dergelijke dingen gedrukt te worden. Daarom doen we ook dit jaar weer een beroep op Uw medewerking. STIJDIO AVAN COPYRIGHT 5. „Zo zo.... siste brigadier Piet nij dig. „Dit huisje staat dus al jarenlang leeg, hè? Waarom ligt er dan geen stof op de telefoon daar aan de wand?" .,Ik zou het echt niet kenne zegge, meneer de agent", fleemde Ranzige Rinus". „Misschien heb een geheim zinnige onbekende 'm afgestoft". „Ken niet!" riep Sjakie. „Onze buurt is een boevebuurt en boeve stoffe niet af!" „Hou je waffel, aap van een jonk!" riep Ranzige Rinus toen en meteen de monstreerde hij een treffend staaltje van vaderlijk gezag: hij verkocht Sjakie een kletsende tik Sjakie deed toen wat alle jongetjes in zulke gevallen doen en zette een keek op van heb-ik-jou-daar. Vervolgens vluchtte hij scheldend de straat op, ach- teervolgd door een razende Ranzige Rinus, die blijkbaar nog enkele tikken wenste te besteden aan de opvoeding van zijn zoontje. Intussen bekeek briga dier Piet de telefoon nog eens nader. „Hm....", mompelde hij. „Een ouder wets modelletje, zo te zien. En er ligt geen stofje op. Hij wordt dus veel gebruikt. Ik zal het hoofdbureau maar eens opbellen om precies te vertellen wat ik hier allemaal heb meegemaakt". Hij nam de hoorn van de haak, doch Koog en Den Burg, verkrijgbaar; boot kaartjes en treinkaartjes, alle uitgaven, huurcontracten en afschrijfkaartjes. Uiteraard worden bovendien inlichtin gen aan toeristen gegeven. De leden worden verzocht hun gasten op de door onze kantoren verleende ser vice te wijzen. De Texelfilm zal vanaf 26 mei weer elke donderdagavond in het City- Theater te Den Burg worden vertoond worden. Kaarten zijn verkrijgbaar tot 6 uur op het WV-kantoor te Den Burg en voor aanvang van de vertoning (20.00 uur) aan de zaal. Tot op heden is het aantal opgaven van de vrij akkommodaties gedurende de Pinksterdagen zeer teleurstellend ge weest. De leden worden dringend ver zocht zo spoedig mogelijk op te geven wat men nog vrij heeft in de periode 27 mei tot ca. 1 juni. Het afbellen van alle hotels, pensions enz. is voor de VW een zeer tijdrovende bezigheid. voor hij een nummer kon draaien, klonk er al een kouwe, metaalachtige stem door de microfoon. „Wie daar?" zei die stem. „Met brigadiei P. J. Grijpse", ant woordde de brigges, geheel naar waar heid. Even was het stil. Toen vervolgde die stem, zo mogelijk nog kouder: „Ik ver onderstel, dat U het hoofdbureau wilde bellen, brigadier? Spaart U zich dan de moeite Dit toestel is alleen verbonden met mij. Kille Bill!" „Wat!? Met wie spreek ik!?" brulde de brigges. Doch slechts een dreigend en snijdend lachje weerklonk Vroeger was er alleen maar water; de Zuiderzee. En nóg verder in het verleden heette het Flevomeer. Daarom heet de nieuwste Zuiderzeepolder: Flevo land. In het midden van die nieuwe akkers ligt Dronten. Er zullen veel mensen in Nederland zijn, die nog nooit van Dronten hebben gehoord. Het Is ook niet groot: 3500 inwoners. Tóch is er al een Raiffeisenbank. En op de zevenduizend inwoners van Flevoland heeft de Raiffeisenbank in Dronten vierduizend spaarrekeningenl Flevoland zal verder groeien. Allerlei beroepen en ambachten zullen zich er vestigen. Die zevenduizend zullen er vele tienduizenden worden. Maar nu al staat de Raiffei senbank voor hen klaar om aan al hun wensen op bankgebied te voldoen. In een prettige sfeer. Zoals de Raiffeisenbank dat overal elders doet 2.000.000 spaarders. 4,8 Miljard gulden spaargeld. Meer dan 1000 vestigingen. spaarbank en alle bankzaken door Agatha Christie DE BLAUWE TREIN 2. „Hij komt veilig thuis", zei ze. „Je hoeft niets te vrezen of te hopen, naar je verkiest". „Waarom denk je dat hem niets zal overkomen?", vroeg Krassnine nieuws gierig. „Iemand die zoveel geld verdiend heeft als hij is niet gek", zei Olga. „En nu over het geld gesproken Ze keek veelbetekenend naar Krass nine. „Wat?" „Mijn deel, Boris Ivanovitch". Met tegenzin gaf Krassnine haar twee bankbiljetten. Ze knikte als dank, zon der enige emotie, en verborg ze in haar kous. „Dat is in orde", merkte ze met vol doening op. Hij keek haar nieuwsgierig aan. „Heb je geen spijt, Olga Vassilovna?" „Spijt? Waarover?" „Over wat je in bewaring hebt gehad. Er zijn vrouwen ik geloof zelfs de meeste vrouwen, die dol op zulke din gen zijn". Ze knikte nadenkend. „Ja, daar zeg je de waarheid. De meeste vrouwen zijn zo gek. Maar ik niet. Ik ben nu toch nieuwsgierig Ze zweeg. „Nu?" vroeg de ander. „De Amerikaan zal van hen geen last hebben o, daar ben ik zeker van. Maar later „Waar denk je toch over?" Hij geeft ze natuurlijk aan de een of andere vrouw", zei Olga in gedachten. „Ik ben benieuwd wat er dan zal ge beuren. Ze maakte een ongeduldige beweging en ging naar het venster. Plotseling uitte ze een kreet en riep haar metgezel. „Kijk, daar gaat hij nu de straat over de man die ik bedoelde". Samen keken ze naar beneden. Een slanke, elegante gestalte liep langzaam voort. Hij droeg een hoge hoed en was in een mantel gehuld. Toen hij langs een straatlantaarn kwam, viel het licht op een bos dik wit haar. HOOFDSTUK II De Markies De man met het witte haar liep voort, zonder zich te haasten en schijnbaar zonder op zijn omgeving te letten. Hij sloeg rechts en toen links een zijstraat in. Nu en dan wuifde hij zich een weinig frisse lucht toe. Plotseling bleef hij on beweeglijk staan en luisterde ingespan nen. Hij had een geluid gehoord. Het kon een band zijn, die sprong, misschien was het ook een schot. Een nieuwsgierig lachje speelde een ogenblik om zijn mond. Toen zette hij zijn rustige wan deling voort. Ten hij een hoek omsloeg, stond hij voor een toneeltje vol leven. Een ver tegenwoordiger van de wet stond iets op te schrijven in een notitieboekje en een paar late voorbijgangers waren erbij blijven staan. Aan een van dezen vroeg de man met het witte haar beleefd wat er te doen was. „Is er iets gebeurd?" „Mais oui, monsieur. Twee apachen hebben een bejaard Amerikaans heer overvallen". .^Hebben ze hem letsel toegebracht?" „Neen, gelukkig niet". De man lachte. „De Amerikaan had een revolver bij zich, en voordat ze hem konden aan grijpen schoot hij zo vlak langs hen heen dat ze er vandoor zijn gegaan De politie kwam natuurlijk weer te laat". „Zo", zei de ondervrager. Hij toonde niet de minste emotie. Alsof het hem niets aanging, zette hij rustig zijn nachtelijke wandeling voort. Nu ging hij de Seine over en kwam in de betere wijken der stad. Ongeveer twintig minuten later bleef hij staan voor een huis in een rustige, aristocra tische hoofdstraat. De winkel want het was een win kel was weinig opvallend of aanzien lijk. D. Papopoulus, handelaar in anti quiteiten, was zo algemeen bekend, dat hij geen reclame nodig had en hij deed dan ook de meeste zaken niet over een toonbank. De heer Papopoulus had zeer geriefelijke kamers met uitzicht over de Champs Elysées, en men zou met recht kunnen veronderstellen dat hij zich op een zo ongewoon uur daar en niet in zijn winkel zou bevinden; maar de man met het witte haar scheen zeker van zijn zaak, toen hij op de enigszins ver borgen aangebrachte schel drukte, na eerst vlug de straat in beide richtingen te hebben afgezien. Zijn vertrouwen werd niet be schaamd. De deur ging open en een man vertoonde zich. Hij droeg gouden ringen in de oren en had een gebruind uiter lijk. „Goedenavond", zei de vreemdeling. „Is je meester binnen?" „Mijn meester is hier, maar hij ver wacht op deze tijd van de avond geen bezoekers", zei de ander onvriendelijk. „Ik denk dat hij mij wel zal ontvan gen. Zeg hem dat zijn vriend de Mar kies er is". De man opende de deur een weinig verder en liet de bezoeker binnenko men. De man die zich de Markies had ge noemd, had zijn gelaat met de hand bedekt toen hij sprak. Toen de knecht terugkwam met de mededeling dat monsieur Papopoulos de bezoeker met genoegen zou ontvangen, had er op nieuw een verandering plaatsgehad in het voorkomen van de vreemdeling. De huisknecht moest wel zeer onoplettend of zeer goed afgericht zijn, want hij toonde geen spoor van verwondering over het kleine zwarte masker dat de gelaatstrekken van de ander verborg. Hij wees de weg naar een deur aan het andere eind van de hal, die hij opende, waarop hij eerbiedig aankondigde: „Monsieur le Marquis". De gestalte die oprees om de vreemde gast te verwelkomen was imposant. Er was iets eerbiedwaardigs en patriar chaals aan monsieur Papopoulus. Hij had een hoog gewelfd voorhoofd en een prachtige witte baard. Zijn manieren hadden iets priesterlijks en gewijds. „Beste vriend", zei Papopoulos „Hij sprak Frans en zijn stem klonk vol en zalvend „Ik moet mij verontschuldigen", zei de bezoeker, „dat ik zo laat kom", „Volstrekt niet, volstrekt niet", zei Papopoulos „het nachtelijk uur is interessant. Heeft u soms een goede avond gehad?" „Ik persoonlijk niet", zei de Markies. „Persoonlijk niet", herhaalde Papo poulos, „neen, neen, natuurlijk niet. En is er nieuws?" Hij wierp een scherpe zijdelingse blik v op de ander, een blik die heel weinig priesterlijks of heiligs bezat. „Er is geen nieuws. De poging is mis lukt. Ik had eigenlijk niet anders ver wacht". „Precies", zei Papopoulos: „Al di# ruwe methodes Hij wuifde met zijn hand om zijn hartgrondige afkeer te kennen te geven van alles wat enigermate ruw was. Er was werkelijk niets ruws aan monsieur Papopoulos, noch aan de zaken waar mee hij zich ophield. Aan de meeste Europese hoven was hij goed bekend, en koningen noemden hem vriendschappe lijk Demetrius. Hij stond bekend om zijn buitengewone discretie. Dit feit, gevoegd bij zijn edel voorkomen, had hem uit menig moeilijk parket gered. „De directe aanval", zei hij. Hij schudde het hoofd. „Hij leidt soms tot het doel maar slechts zeer zelden". De ander haalde de schouders op. „Het spaart tijd", merkte hij op, „en wanneer men faalt is er nog niets ver loren of bijna niets. Het andere plan zal niet falen". „Zo", zei Papopoulos, hem scherp aanziende. De ander knikte langzaam. „Ik heb een groot vertrouwen in uw eh reputatie", zei de antiquair. De Markies lachte gestreeld. „Ik meen te mogen zeggen dat Uw vertrouwen niet misplaatst zal blijken". (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1966 | | pagina 5