BRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPÜTER
HET GEHEIM VAN
j<.„ cw*. DE BLAUWE TREIN
Over zonnebrand gesproken
VEEL IN DE ZON, SNELLER EEN
OUDE HUID
Vroeger toen een tere blanke huid
een teken van voornaamheid was, droe
gen alle dames in de badplaatsen hoog
gesloten kleren en parasols om er voor
te zorgen, dat de zonnestralen haar
huid niet konden beroeren.
Later ontstond een groot enthousias
me voor de zon, want een bruine, door
de zon gebrande huid, gaf de drager of
draagster iets sportiefs, iets vlots. Deze
mode droeg grote gevaren in zich, zeker
wanneer mensen die normaal weinig in
de zon komen, plotseling overdadig
gaan zonnebaden en daarbij delen van
hun lichaam laten „braden", die anders
het hele jaar door geen sprankje zon
zien. En dat alles onder het motto: hoe
bruiner, hoe beter
Maar de donkerbruin gekleurde huid
op zich is zeker nog geen bewijs van
gezondheid. Professor Hans Götz, direc
teur van de huidkliniek te Essen, heeft
hier nog wel het een en ander over te
zeggen na de uitgebreide studie die hij
gemaakt heeft over de invloed van de
zon op de menselijke huid.
Hij moet wel wijzen op de vele nare
gevolgen, die voortvloeien uit de huidi
ge mode om het heerlijke zonlicht zo
veel als maar even mogelijk is op het
lichaamsoppervlak te laten schijnen.
Een van de meest voorkomende narig-<
heden is wel „zonnebrand" als gevolg
van het niet gewend zijn van de huid
aan de ultraviolette stralen van de zon.
Velen menen, dat men urenlang on
gestraft in de zon kan braden, wanneer
men maar eerst wat gebruind is, ook
al zou men dat in eerste instantie met
wat verbrande huid moeten betalen.
Deze visie komt niet overeen met de
waarheid
Zeker biedt het bruine pigment, dat
zich in onze huid vormt een zekere be
scherming tegen de indringende zonne
stralen, maar die bescherming is in we
zen niet het belangrijkst. Veel meer be
scherming ontvangen wij van iets an
ders en wel de verdikking van de bo
venste huidlaag. Deze zogenaamde
„hoornlaag" kan wel tien keer zo dik
worden als normaal en deze een beetje
vereelte laag beschermt ons beter tegen
het indringende zonlicht, dan het daar
onder liggende pigment. Het is alleen
zo, dat het verdikken van de bovenste
huidlaag slechts heel langzaam in zijn
werk gaat en men behoeft dus niet te
verwachten, dat men in korte tijd flink
tegen de zon bestand is, ook al is men
wel bruin geworden.
Overigens kon worden vastgesteld,
dat een voortdurende lichtprikkeling de
huid in zeker opzicht doet degenereren,
waardoor deze snel oud wordt. We zien
dit wel bij mannen en vrouwen, die
voortdurend in de buitenlucht vtertoe"
ven. Bij hen maakt de huid van gezicht
en handen een oudere indruk, dan de
leeftijd die zij hebben. Nu is dat in ons
land met zijn bescheiden hoeveelheid
zonlicht per jaar nog niet zo duidelijk
te zien. Maar de huidartsen in Austra
lië, een land dat rijkelijk van zonne
schijn kan genieten, kunnen er over
meepraten. Mannen en vrouwen in dat
land hebben op hun veertigste jaar
dikwijls een aanmerkelijk oudere huid,
dan die van de doorsnee Nederlander
van die leeftijd.
Bij het baden in water wordt het in
dringen van het water voorkomen door
een onder de hoornlaag liggende laag
van speciale cellen. Bij zeer lang baden
worden echter bepaalde in water oplos
bare beschermende stoffen aan de huid
onttrokken, waardoor de huid gevoeli
ger wordt voor infectie Heel lang in
het water verblijven is daarom ook af
te raden.
Zo zien we, dat ook bij baden en zon
nebaden matigheid dringend moet wor
den aanbevolen
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Woensdag 3 augustus worden de moeders
van de buitendorpen verwacht op de volgende
uren
Den Hoorn: 13.0013.30 uur, Oosterend en
De Waal: 13.3014.00 uur; De Cocksdorp
en Eierland: 14.0014.30 uur; De Koog:
14.30—15.15 uur.
20. Er werd geklopt. Een piccolo trad
binnen met een telegram. Van Aldin
scheurde het open en zijn gezicht werd
krijtwit. Hij trachtte zich vast te hou
den aan de leuning van een stoel en
wenkte de jongen weg te gaan.
„Wat is er, mijnheer?"
Knighton was verschrikt opgespron
gen.
„Ruth!" zei Van Aldin hees.
„Mrs. Kettering?"
„Gedood
„Een spoorwegongeluk?"
Van Aldin schudde het hoofd.
„Neen. Volgens dit telegram zou ik
zeggen dat ze °°k beroofd is. Ze ge
bruiken het woord niet, maar mijn ar
me dochter is vermoord".
„Maar, mijnheer!"
Van Aldin tikte met zijn vinger op
het telegram.
„Het komt van de politie te Nice. Ik
moet er met de eerstvolgende trein
heen".
Knighton keek naar de klok.
„Vijf uur van Victoria, mijnheer".
„Goed. Jij gaat mee, Knighton. Laat
Archer inpakken en doe het zelf ook.
Zorg voor alles hier. Ik wil nog even
naar Curzon Street".
De telefoonschel ging en de secretaris
nam de hoorn op.
„Ja, wie daar?"
Toen tot Van Aldin: „Daar is mr.
Goby, mijnheer".
„Goby? Ik kan hem nu niet hebben.
Of neen wacht eens, we hebben nog
alle tijd. Laat hem boven sturen".
Het geheim van het kleine
HONDERDEN TRANSISTORS IN EEN
VINGERHOED
De fotografie bood de mogelijkheid tot
verkleining en vereenvoudiging
Velen van ons, de ouderen zullen het
nog wel weten, dat vroeger een radio
een fors apparaat was, voorzien van
lampen, spoelen en wat al niet meer.
In die twintiger jaren kon niemand
denken, dat in onze tijd een radio een
klein compact apparaatje zou kunnen
zijn dat als het moest niet groter be
hoeft te zijn dan een doosje sigaretten.
Waar zijn dan toch al die lampen, spoe
len e.d. gebleven zullen velen zich af
vragen.
De techniek heeft niet stilgestaan en
bijvoorbeeld de ruimtevaart en de mo
derne computers zouden er niet zijn,
wanneer de elektro-techniek nog ge
bruik zou moeten maken van die volu-
meuze onderdelen uit de oude doos. De
apparatuur zou dan zo omvangrijk en
zwaar worden dat ze niet bruikbaar
zou zijn. Men heeft kans gezien door de
moderne ontwikkeling al die lastige en
omvangrijke onderdelen te vervangen
door heel kleine, soms microscopisch
kleine onderdelen, die ook weer vrijwel
niets wegen. Hierdoor is men in staat
ingewikkelde apparatuur samen te stel
len, die heel weinig weegt en weinig
ruimte eist, allemaal belangrijke facto
ren in de ruimtevaart en de computor-
techniek.
Bijna niemand zal er aan denken, dat
deze nieuwe ontwikkeling zijn oor
sprong vond in de fotografie. In wezen
heeft deze het mogelijk gemaakt, dat
wij tegenwoordig beschikken over
micro-elektrftscbe schakelingen die in
oppervlakte niet groter zijn dan een
kwartje en microtransistors, die niet
groter zijn dan een griesmeelkorrel en
die men slechts met een grote, sterke
loep kan onderscheiden van gewone
kleine korreltjes.
Het merkwaardige en interessante is
wel, dat de basis voor de ontwikkeling
van deze hypermoderne elektronische
apparatuur al werd gelegd in een tijd,
dat er van elektro-techniek nog geen
sprake was en wel in 1826 zo'n dertien
jaar voor de uitvinding van de foto
grafie toen Nièpce kwam tot de ontwik
keling van zijn heliografische druk
platen. Op deze uitvinding berust trou
wens de chemigrafie, die als methode
een belangrijke rol speelt in de grafi
sche bedrijven en in andere takken van
industrie. Het is de methode volgens
welke men cliché's maakt voor "net
drukken. Het principe is bijzonder
eenvoudig.
Een metaalplaat wordt bedekt met
een lichtgevoelige laag. Daar waar de
laag door lioht wordt geraakt, wordt
de substantie niet meer oplosbaar en
biedt zelfs weerstand aan bepaalde zu
ren.
Neemt men nu bijvoorbeeld een teke
ning in zwart-wit en maakt men hier
van een fotonegatief, dan zal op dit
fotonegatief wat origineel zwart was,
wit, ofwel doorzichtig zijn en wat origi
neel wit was, wordt zwart en ondoor
zichtig. Legt men nu dit negatief op de
lichtgevoelige laklaag van z'n metalen
plaat en laat men daar licht op vallen,
dan valt dit lioht door de witte (trans
parante) delen van het negatief en op
die plaatsen wordt de lak oponlosbaar
en bestand tegen etsende zuren.
Wordt de metalen plaat met zijn lak
laag ontwikkeld, dan lossen de plaatsen
waar geen licht doordrong op en komt
het metaal vrij, terwijl op de belichte
plakken de lak zich handhaaft. Gaan
we daarna etsen, dan wordt het metaal
weggevreten op de onbedekte plaatsen
en ontstaat alles wat op het negatief
transparant (wit) was (op de originele
tekening zwart) als een relief op de
plaat. Met zo'n plaat ingesmeerd met
inkt kan men weer afdrukken op pa
pier e.d. maken. Dat is dan een cliché.
In de elektro-techniek maakt men
van dergelijke cliché's gebruik om ze
inplaats van met inkt met goed gelei
dend metaalpoeder in te smeren en
daarmee wordt een afdruk gemaakt op
een goed isolerende plaat. Zo ontstaat
wat men bijvoorbeeld noemt „gedrukte
bedrading".
En nu komt het geheim van het heel
Van Aldin was een sterk man. Hij
had reeds zijn ijzeren kalmte herwon
nen. Weinig mensen zouden iets bij
zonders hebben gehoord in zijn stem,
toen hij Goby begroette.
„Ik heb weinig tijd, Goby. Heb je iets
belangrijks mede te delen?"
Goby kuchte.
„Ik kan u omtrent de heer Kettering
meedelen, dat hij gistermorgen uit
Londen naar de Riviera is vertrokken".
„Wat?"
Nu trof toch ook Goby iets bijzonders
in Van Aldins stem. Hij week af van
zijn gewoonte, degene tot wie hij sprak
niet aan te zien en wierp even een blik
op het gelaat van de miljonair.
„Met welke trein is hij gegaan?"
vroeg Van Aldin.
„Met de blauwe trein, mijnheer".
Goby kuchte nogmaals en keek naar
de klok op de schoorsteen.
„Mademoiselle Mirelle, de danseres
van het Parthenon, is met dezelfde
trein vertrokken".
HOOFDSTUK XIV
Ada Mason vertelt
„Ik kan u niet genoeg onze ontstel
tenis, onze afschuw en onze sympathie
betuigen, mijnheer".
Aldus sprak monsieur Carrège, de
rechter van instructie, tot Van Aldin.
Monsieur Caux, de commissaris, maakte
enige keelgeluiden die zijn instemming
met deze woorden moesten vertolken.
Met een korte handbeweging maakte
Van Aldin een eind aan ontsteltenis, af-
kleine. Wanneer men nu in zwarte inkt
een bepaalde bedrading op wit papier
tekent en men fotografeert dit, doch
verkleind, dan krijgt men een aanmer
kelijk kleiner negatief, waarop het hele
schema in miniatuur staat. Gebruikt
men dit negatief nu voor het vervaar
digen van een cliché, dan kan men het
schema heel in het klein afdrukken met
een metaalpoeder op een niet geleiden
de plaat of plaatje. Deze techniek is
momenteel zodanig geperfectioneerd,
dat men kans ziet ingewikkelde sche
ma's zo te verkleinen, dat ze een fractie
zijn van het origineel. Het is wel duide
lijk welke enorme voordelen zoiets
heeft. We behoeven hierbij maar te
denken aan de oude methoden van dra
den aanleggen volgens het schema, die
dan op de knooppunten moesten wor
den gesoldeerd. Een enorme besparing
aan arbeid en materiaal kan door de
nieuwe methoden worden bereikt.
Voortbouwend op hetzelfde principe
kent men ook nog andere manieren. Zo
maakt men ook wel gebruik van een
isolerende plaat, die bedekt is met een
koperfolie. Over die koperfolie wordt
weer een fotolak (lichtgevoelige lak)
gedaan. Als nu hierop een negatief van
en of andere elektro-technische schake
ling o.d. wordt gelegd, dan doet de lak
onder invloed van het lioht weer zijn
plicht. Bij het ontwikkelen verdwijnt de
beschermende laklaag op de onbelichte
plaatsen en komt de koperfolie voor de
dag. Zuren kunnen daar de koperfolie
weer wegetsen en zo ontstaat zonder
drukken met metaalpoeder of iets van
dien aard, een ragfijne bedrading die
geëtst werd uit de koperfolie, en dade
lijk geschikt is voor montage.
Maar men gaat nog steeds verder. Op
deze manier worden niet alleen bedra
dingen vervaardigd, maar ook weer
standen en wel in de vorm van gelaag
de elementen vervaardigd uit zwak
geleidend materiaal. Ook condensato
ren met tussenliggende isolering en
men denkt reeds aan op deze wijze ge
drukte spoelen.
Dat tegenwoordig in één enkele ar-
beidsgang, die weliswaar bestaat uit
een aantal aparte delen, honderden
transistors van niet meer dan 0,6 milli
meter lang kunnen worden vervaardigd
is eigenlijk ook een wonder der tech
niek. Een dergelijke ontwikkeling is
echter slechts mogelijk dank zij de foto
grafie. En de toekomst houdt ongetwij
feld nog grote verrassingen voor ons in
petto
OPENBARE BIBLIOTHEEK
Leeszaal en bibliotheek: maandag 11 tot
12 uur; woensdag 14.30 - 15.30 uur en
19.30 - 21.30 uur; vrijdag 19.30 - 21.30
uur.
Jeugd: woensdag en vrijdag van 15.30 -
17.30 uur.
Leeszaal (geen uitlening): maandag
15.30 - 17.30 uur en 19.30 - 21.30 uur.
schuw en sympathie. Hij bevond zich in
de kamer van de rechter van instructie
te Nice Behalve Carrège, de commis
saris en Van Aldin bevond zich nog een
persoon in de kamer. Hij was het, die
nu sprak.
„Monsieur Van Aldin", zei hij, wenst
dat er gehandeld, 9poedig gehandeld
zal worden".
„O!" riep de commissaris. „Ik heb u
nog niet voorgesteld. Monsieur Van
Aldin dit is monsieur Hercule Poirot;
u heeft zonder twijfel van hem gehoord.
Hoewel hij zijn werk al een paar jaar
eraan heeft gegeven, is zijn naam nog
altijd bekend als die van een der groot
ste detectives".
„Het verheugt me u te zien, mr.
Poirot", zei Van Aldin. „U heeft uw
beroep neergelegd?"
„Ja, mijnheer, ik leef nu voor mijn
genoegen".
De kleine man maakte een welspre
kend gebaar.
„Monsieur Poirot was toevallig in de
blauwe trein", verklaarde de commis
saris, „en hij is zo vriendelijk geweest
ons met zijn uitgebreide ervaring bij te
staan".
De miljonair keek Poirot scherp aan.
Toen zei hij plotseling
„Ik ben heel rijk, mr. Poirot. Men
denkt gewoonlijk, dat een njk man
meent dat hij alles en iedereen met zijn
geld kan kopen. Dat is niet waar. Ik
ben op mijn wijze een groot man en de
ene grote man kan een dienst verzoeken
aan een andere grote man".
Poirot knikte.
„Dat is heel juist gezegd, monsieur
Van AJdin. Ik ben geheel tot uw dienst"
„Dank u", zei Van Aldin. „Ik kan
slechts zeggen dat u te allen tijde een
beroep op mij zult kunnen doen en dat
REPUTATIE VAN TEXEL BEDREIGD
DOOR VRIJGEVOCHTEN JONGEREN
(vervolg van ipagina 1)
twijfel zeer sterk overdreven, maar de
mogelijkheden om op zeer grote schaal
ontucht te plegen zijn voor de onge
controleerde kampeerders op Texel
buitengewoon groot, vooral omdat er
ook meisjes zijn, die geen onderdak
hebben en graag ingaan op het aanbod
van hun vakantievriend om de nacht
bij hem in tent of schuur door te bren
gen. Bedenkelijk is het, dat Texelaars
bepaalde toestanden in de hand wer
ken. Er zijn gevallen bekend van jon
gelui die gedwongen werden hun kam
peerterrein te verlaten of daar werden
geweigerd, maar liefderijk door een
boer werden opgenomen, die hen een
slaapplaats in het hooi van boet of
schuur aanbood Nogmaals; tot ernstige
excessen hebben deze „mogelijkheden"
niet geleid, maar die zullen er komen
als VW-voorzitter W. A. Visser gelijk
krijgt en het aantal jongeren in de vol
gende jaren nog aanzienlijk groter zal
zijn.
Snuiven
Een nieuw verschijnsel is het zg.
snuiven, dat onder jeugdige vakantie
gangers in verschillende gelegenheden
wordt beoefend. Het is waarschijnlijk
niet verböden, omdat het niet als ge
bruik van verdovende middelen is aan
te merken. Wij zagen het gebeuren op
het strand van De Koog, waar een
groepje jongens een fles ether doorgaf.
Het snuiven is niets anders dan het
inhaleren van etherdamp. De snuiver
giet iets van de vloeistof op de mouw
van zijn jas of op een zakdoek en snuift
dan enkele malen zo diep mogelijk.
Het gevolg is een soort bewustzijnsver
laging. Getuige de gelukzalig-weke
uitdrukking van het gezicht, moet het
een korte lustervaring zijn.
Tot degenen, die zich over deze ver
schijnselen zeer bezorgd maken, hoort
ook de heer J. W Dekker, directeur
VVV Texel. Hij zegt: „De situatie
vraagt dringend om bezinning. Ik ge
loof niet dat het nu al te laat is, maar
het verlossende woord kan ik niet ge
ven. Het is hoogst noodzakelijk, dat
een groep mensen zich na het seizoen
met al deze verschijnselen gaat bezig
houden en nagaat hoe er paal en perk
aan te stellen is. Met het beatcentrum
Sarasani ben ik niet helemaal gelukkig
om dezelfde redenen als de heer Visser
naar voren bracht: het cumulatieeffekt.
Volgend jaar komen er massa's jonge
ren naar Texel en wat moeten we daar
mee aanvangen? Ik werk op het ogen
blik aan een rapport, waarin alle erva
ringen van dit seizoen worden neerge
legd. Er zullen buitengewoon drastische
maatregelen getroffen moeten worden,
u mij niet ondankbaar zult vinden. En
nu, heren, ter zake".
„Ik stel vooi", zei Carrège, allereerst
Ada Mason te ondervragen. U hebt
haar medegebracht, veronderstel ik?"
„Ja" zei Van Aldin. We hebben haar
op onze doorreis meegenomen uit Pa
rijs. Ze was zeer verschrikt toen ze
hoorde van de dood van haar meeste
res".
Even later trad Ada Mason binnen.
Ze was keurig in het zwart gekleed
en droeg zwarte peau de suède hand
schoenen. Ze keek eerst wat schuw de
kamer rond, maar werd blijkbaar ge
rustgesteld door de aanwezigheid van
Van Aldin. De rechter van instructie
stelde haar op haar gemak, daarbij ge
holpen door Poirot, die als tolk optrad.
„U weet waarvoor u hier geroepen
is", zei Carrège „Laten we de zaak eens
rustig bespreken. Was er sprake van
dat u in Parijs zou blijven, toen u uit
Londen vertrok?"
„O neen, mijnheer. We zouden recht
door naar Nice gaan".
„Was madame Kettering anders dan
anders, toen zeop reis ging?"
„Ze leek me een beetje ongedurig en
prikkelbaar; het was haar moeilijk naar
de zin te maken".
„En wanneer werd er het eerst over
gesproken dat u te Parijs zou achter
blijven?"
„Aan het Gare de Lyon, mijnheer.
Mevrouw wilde wat op het perron heen
en weer gaan lopen, maar toen ze in de
gang kwam, uitte ze plotseling een
kreet en kwam terug in haar coupé met
een heer. Ze sloot de deur tussen haar
afdeling en de mijne, zodat ik niets kon
zien of horen, tot ze de deur opende en
tegen mij zei dat ze van idee veranderd
was. Ze gaf mij wat geld en zei dat ik
die van sommige kanten veel protest
zullen uitlokken. Maar daar mogen we
niet voor wijken. De ervaringen met de
avondklok op het kampeerterrein Ko-
gerstrand steunen mij daarin. Dat is
een zege geweest. Er zijn mensen, die
vinden dat je de vrijheid van de jeugd
niet rnoet aantasten. Ze zeggen: je bent
zelf toch ook jong geweest? Maar dat
raakt kant noch wal. Hier is het geluk
kig nog betrekkelijk rustig, maar ons
eiland zal op den duur net zo'n slechte
naam krijgen als Valkenburg, Zand-
voort en Scheveningen als niet tijdig
maatregelen worden getroffen. De afge
sloten ligging van Texel is een voordeel
waar wel eens zeer dankbaar gebruik
van zou kunnen worden gemaakt. De
WV heeft in deze een taak, want vol
gens de statuten zijn wij verplicht al
datgene te doen wat kan strekken tot
veraangenaming van het verblijf op
Texel. Tot veraangenaming hoort ook
het weren van onmaatschappelijke ele
menten, waarvan een belangrijk deel
strafbaar is omdat het zich aan land
loperij schuldig maakt".
Goede hoop
De VW-directeur hoopt, dat men dit
jaar nog zal weten te voorkomen, dat
Texel in de publiciteit komt, zoals vorig
jaar Terschelling, waar de gemeente
raad gisteren overigens een aantal
maatregelen heeft genomen, die be
doeld zijn om herhalingen van de ge
beurtenissen van 1965 te voorkomen.
Enkele van deze bepalingen: intensie
ver toezicht door politie en gemeente
op alle kampeerterreinen. De exploitant
wordt verantwoordelijk gesteld voor de
gang van zaken op de camping; als hij
niet ingrijpt bij wanordelijkheden
wordt zijn exploitatievergunning inge
trokken. Alle patates-frites-kramen
moeten om half twaalf 's avonds geslo
ten zijn en alle horecabedrijven om 12
uur.
Met ingang van deze week is de kans
dat het in De Koog tot ernstige orde
verstoringen komt, sterk verminderd.
Volgens de politie zijn de meeste po
tentiële rustverstoorders verdwenen en
hebben plaatsgemaakt voor publiek van
een veel beter gehalte. Men mag goede
hoop hebben, dat de naam van Texel
dit jaar niet op de voorpagina's van de
dagbladen zal verschijnen, wat echter
niets afdoet aan de noodzaak, dat alles
in het werk wordt gesteld om de in dit
artikel gesignaleerde verschijnselen het
volgend jaar te beperken. Texel steekt
op dit ogenblik nog in vele opzichten
met kop en schouders boven andere toe
ristengebieden uit. Het moet voor dege-
genen, die het toerisme op ons eiland
een geed hart toedragen een ondrage
lijke gedachte zijn dat deze reputatie
ernstig wordt bedreigd door slechts en
kele honderden lieden, die volgend jaar
wellicht in veel groteren getale
terug zullen komen.
moest uitstappen en naar Ritz gaan. Ik
moest daar wachten, tot ik bericht van
haar kreeg. Ze zou me telegraferen, wat
ik moest doen. Ik had nog juist de tijd
om mijn boel bij elkaar te pakken en
uit de trein te springen voor die ver
trok. Het ging alles in de grootste
haast".
„Toen madame Kettering dit tegen u
zei waar was toen die heer?"
„Hij stond in het andere comparti
ment, mijnheer, en keek uit het raam"
„Kunt u hem beschrijven?"
„Neen, mijnheer, ik heb hem nauwe
lijks gezien Hij stond bijna doorlopend
met zijn rug naar me toe. Hij was proot
en donker; dat is het enige wat ik kan
zeggen. Hij zag er uit precies als alle
andere heren, met een donkerblauwe
overjas en een grijze hoed".
„Was het een van de passagiers van
de trein?"
„Dat denk ik niet, mijnheer; ik ver
moed dat hij aan het station kwam om
mevrouw op de doorreis te zien. Het
kan natuurlijk een van de passagiers
geweest zijn; ik heb daar eigenlijk nooit
over nagedacht".
Mason scheen een beetje in de war
gebracht door die gedachte. Carrège
ging over tot en ander onderwerp.
„Uw meesteres vroeg later aan de
conducteur haar de volgende morgen
niet vroeg te wekken. Was ze dat ge
woon of niet?"
„O ja, mijnheer. Mevrouw ontbeet
nooit en ze sliep 's nachts altijd slecht,
zodat ze 's morgens graag lang bleef
liggen".
(Wordt vervolgd)
20. Brigadier Piet en smidje Verholen
zetten juist voet op de eerste tree van
de trap, toen die daverende knal weer
klonk. „Naar boven!" riep de brigges.
„Er wordt geschoten! Als we maar niet
te laat zijn!"
Maar de twee redders-in-de-nood
hoefden al niet meer naar boven, want
daar kwam Kille Bill van boven af
aangesuisd. Zonder het zich te beseffen
kegelde hij de smid en de brigges om
ver en het drietal belandde op de harde
stenen vloer van de onderaardse gang.
Met en krakende slag sloeg Kille Bill's
kaak tegen de plavuizen en voorlopig
kon hij er geen woord van navertellen.
Daarom zullen wij dat maar doen. Vol
komen toevallig had dr. Yokito de mis
dadiger tegen de geheime deur aangc"
smeten, die het kostbare vertrek met de
onderaardse gang verbond
Intussen was de donderende Knal
van Kille Bill's schot ook niet onopge
merkt gebleven voor de stompzinnige
Jonathan, die bezig was de hakbijl te
slijpen. „Hu....!?? Lijkt wel een
schot...." overpeinsde hij moeizaam.
„Schoot Bill nou zellef? Hij weet toch,
dat ik graag schiet: Ik gaat kijke!!"
Dreigend zwaaiend met zijn hakbijl
stoof Jonathan toen naar het vertrek
toe, waar hij Yokito onder de hoede van
Kille Bill had achtergelaten.
„Leef jij nogzuchtte hij
kwaad, maar opgelucht. „Hèhè...., ik
dacht al, dat Bill jou de kaars had
uitgeblaze! Zal ikke het dan maar doen?
Jij mag kieze! Hakke of knalle? Wat
zal het zijn?"
„Geen van beide....," antwoordde
dr. Yokito minzaam...., en hij besloot
Jonathan in de achtendertigste obosai
te nemen, wat een zéér effectieve greep