BRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPÜTER HET GEHEIM VAN j<.„ cw*. DE BLAUWE TREIN Over zonnebrand gesproken VEEL IN DE ZON, SNELLER EEN OUDE HUID Vroeger toen een tere blanke huid een teken van voornaamheid was, droe gen alle dames in de badplaatsen hoog gesloten kleren en parasols om er voor te zorgen, dat de zonnestralen haar huid niet konden beroeren. Later ontstond een groot enthousias me voor de zon, want een bruine, door de zon gebrande huid, gaf de drager of draagster iets sportiefs, iets vlots. Deze mode droeg grote gevaren in zich, zeker wanneer mensen die normaal weinig in de zon komen, plotseling overdadig gaan zonnebaden en daarbij delen van hun lichaam laten „braden", die anders het hele jaar door geen sprankje zon zien. En dat alles onder het motto: hoe bruiner, hoe beter Maar de donkerbruin gekleurde huid op zich is zeker nog geen bewijs van gezondheid. Professor Hans Götz, direc teur van de huidkliniek te Essen, heeft hier nog wel het een en ander over te zeggen na de uitgebreide studie die hij gemaakt heeft over de invloed van de zon op de menselijke huid. Hij moet wel wijzen op de vele nare gevolgen, die voortvloeien uit de huidi ge mode om het heerlijke zonlicht zo veel als maar even mogelijk is op het lichaamsoppervlak te laten schijnen. Een van de meest voorkomende narig-< heden is wel „zonnebrand" als gevolg van het niet gewend zijn van de huid aan de ultraviolette stralen van de zon. Velen menen, dat men urenlang on gestraft in de zon kan braden, wanneer men maar eerst wat gebruind is, ook al zou men dat in eerste instantie met wat verbrande huid moeten betalen. Deze visie komt niet overeen met de waarheid Zeker biedt het bruine pigment, dat zich in onze huid vormt een zekere be scherming tegen de indringende zonne stralen, maar die bescherming is in we zen niet het belangrijkst. Veel meer be scherming ontvangen wij van iets an ders en wel de verdikking van de bo venste huidlaag. Deze zogenaamde „hoornlaag" kan wel tien keer zo dik worden als normaal en deze een beetje vereelte laag beschermt ons beter tegen het indringende zonlicht, dan het daar onder liggende pigment. Het is alleen zo, dat het verdikken van de bovenste huidlaag slechts heel langzaam in zijn werk gaat en men behoeft dus niet te verwachten, dat men in korte tijd flink tegen de zon bestand is, ook al is men wel bruin geworden. Overigens kon worden vastgesteld, dat een voortdurende lichtprikkeling de huid in zeker opzicht doet degenereren, waardoor deze snel oud wordt. We zien dit wel bij mannen en vrouwen, die voortdurend in de buitenlucht vtertoe" ven. Bij hen maakt de huid van gezicht en handen een oudere indruk, dan de leeftijd die zij hebben. Nu is dat in ons land met zijn bescheiden hoeveelheid zonlicht per jaar nog niet zo duidelijk te zien. Maar de huidartsen in Austra lië, een land dat rijkelijk van zonne schijn kan genieten, kunnen er over meepraten. Mannen en vrouwen in dat land hebben op hun veertigste jaar dikwijls een aanmerkelijk oudere huid, dan die van de doorsnee Nederlander van die leeftijd. Bij het baden in water wordt het in dringen van het water voorkomen door een onder de hoornlaag liggende laag van speciale cellen. Bij zeer lang baden worden echter bepaalde in water oplos bare beschermende stoffen aan de huid onttrokken, waardoor de huid gevoeli ger wordt voor infectie Heel lang in het water verblijven is daarom ook af te raden. Zo zien we, dat ook bij baden en zon nebaden matigheid dringend moet wor den aanbevolen CONSULTATIEBUREAU VOOR ZUIGELINGEN Woensdag 3 augustus worden de moeders van de buitendorpen verwacht op de volgende uren Den Hoorn: 13.0013.30 uur, Oosterend en De Waal: 13.3014.00 uur; De Cocksdorp en Eierland: 14.0014.30 uur; De Koog: 14.30—15.15 uur. 20. Er werd geklopt. Een piccolo trad binnen met een telegram. Van Aldin scheurde het open en zijn gezicht werd krijtwit. Hij trachtte zich vast te hou den aan de leuning van een stoel en wenkte de jongen weg te gaan. „Wat is er, mijnheer?" Knighton was verschrikt opgespron gen. „Ruth!" zei Van Aldin hees. „Mrs. Kettering?" „Gedood „Een spoorwegongeluk?" Van Aldin schudde het hoofd. „Neen. Volgens dit telegram zou ik zeggen dat ze °°k beroofd is. Ze ge bruiken het woord niet, maar mijn ar me dochter is vermoord". „Maar, mijnheer!" Van Aldin tikte met zijn vinger op het telegram. „Het komt van de politie te Nice. Ik moet er met de eerstvolgende trein heen". Knighton keek naar de klok. „Vijf uur van Victoria, mijnheer". „Goed. Jij gaat mee, Knighton. Laat Archer inpakken en doe het zelf ook. Zorg voor alles hier. Ik wil nog even naar Curzon Street". De telefoonschel ging en de secretaris nam de hoorn op. „Ja, wie daar?" Toen tot Van Aldin: „Daar is mr. Goby, mijnheer". „Goby? Ik kan hem nu niet hebben. Of neen wacht eens, we hebben nog alle tijd. Laat hem boven sturen". Het geheim van het kleine HONDERDEN TRANSISTORS IN EEN VINGERHOED De fotografie bood de mogelijkheid tot verkleining en vereenvoudiging Velen van ons, de ouderen zullen het nog wel weten, dat vroeger een radio een fors apparaat was, voorzien van lampen, spoelen en wat al niet meer. In die twintiger jaren kon niemand denken, dat in onze tijd een radio een klein compact apparaatje zou kunnen zijn dat als het moest niet groter be hoeft te zijn dan een doosje sigaretten. Waar zijn dan toch al die lampen, spoe len e.d. gebleven zullen velen zich af vragen. De techniek heeft niet stilgestaan en bijvoorbeeld de ruimtevaart en de mo derne computers zouden er niet zijn, wanneer de elektro-techniek nog ge bruik zou moeten maken van die volu- meuze onderdelen uit de oude doos. De apparatuur zou dan zo omvangrijk en zwaar worden dat ze niet bruikbaar zou zijn. Men heeft kans gezien door de moderne ontwikkeling al die lastige en omvangrijke onderdelen te vervangen door heel kleine, soms microscopisch kleine onderdelen, die ook weer vrijwel niets wegen. Hierdoor is men in staat ingewikkelde apparatuur samen te stel len, die heel weinig weegt en weinig ruimte eist, allemaal belangrijke facto ren in de ruimtevaart en de computor- techniek. Bijna niemand zal er aan denken, dat deze nieuwe ontwikkeling zijn oor sprong vond in de fotografie. In wezen heeft deze het mogelijk gemaakt, dat wij tegenwoordig beschikken over micro-elektrftscbe schakelingen die in oppervlakte niet groter zijn dan een kwartje en microtransistors, die niet groter zijn dan een griesmeelkorrel en die men slechts met een grote, sterke loep kan onderscheiden van gewone kleine korreltjes. Het merkwaardige en interessante is wel, dat de basis voor de ontwikkeling van deze hypermoderne elektronische apparatuur al werd gelegd in een tijd, dat er van elektro-techniek nog geen sprake was en wel in 1826 zo'n dertien jaar voor de uitvinding van de foto grafie toen Nièpce kwam tot de ontwik keling van zijn heliografische druk platen. Op deze uitvinding berust trou wens de chemigrafie, die als methode een belangrijke rol speelt in de grafi sche bedrijven en in andere takken van industrie. Het is de methode volgens welke men cliché's maakt voor "net drukken. Het principe is bijzonder eenvoudig. Een metaalplaat wordt bedekt met een lichtgevoelige laag. Daar waar de laag door lioht wordt geraakt, wordt de substantie niet meer oplosbaar en biedt zelfs weerstand aan bepaalde zu ren. Neemt men nu bijvoorbeeld een teke ning in zwart-wit en maakt men hier van een fotonegatief, dan zal op dit fotonegatief wat origineel zwart was, wit, ofwel doorzichtig zijn en wat origi neel wit was, wordt zwart en ondoor zichtig. Legt men nu dit negatief op de lichtgevoelige laklaag van z'n metalen plaat en laat men daar licht op vallen, dan valt dit lioht door de witte (trans parante) delen van het negatief en op die plaatsen wordt de lak oponlosbaar en bestand tegen etsende zuren. Wordt de metalen plaat met zijn lak laag ontwikkeld, dan lossen de plaatsen waar geen licht doordrong op en komt het metaal vrij, terwijl op de belichte plakken de lak zich handhaaft. Gaan we daarna etsen, dan wordt het metaal weggevreten op de onbedekte plaatsen en ontstaat alles wat op het negatief transparant (wit) was (op de originele tekening zwart) als een relief op de plaat. Met zo'n plaat ingesmeerd met inkt kan men weer afdrukken op pa pier e.d. maken. Dat is dan een cliché. In de elektro-techniek maakt men van dergelijke cliché's gebruik om ze inplaats van met inkt met goed gelei dend metaalpoeder in te smeren en daarmee wordt een afdruk gemaakt op een goed isolerende plaat. Zo ontstaat wat men bijvoorbeeld noemt „gedrukte bedrading". En nu komt het geheim van het heel Van Aldin was een sterk man. Hij had reeds zijn ijzeren kalmte herwon nen. Weinig mensen zouden iets bij zonders hebben gehoord in zijn stem, toen hij Goby begroette. „Ik heb weinig tijd, Goby. Heb je iets belangrijks mede te delen?" Goby kuchte. „Ik kan u omtrent de heer Kettering meedelen, dat hij gistermorgen uit Londen naar de Riviera is vertrokken". „Wat?" Nu trof toch ook Goby iets bijzonders in Van Aldins stem. Hij week af van zijn gewoonte, degene tot wie hij sprak niet aan te zien en wierp even een blik op het gelaat van de miljonair. „Met welke trein is hij gegaan?" vroeg Van Aldin. „Met de blauwe trein, mijnheer". Goby kuchte nogmaals en keek naar de klok op de schoorsteen. „Mademoiselle Mirelle, de danseres van het Parthenon, is met dezelfde trein vertrokken". HOOFDSTUK XIV Ada Mason vertelt „Ik kan u niet genoeg onze ontstel tenis, onze afschuw en onze sympathie betuigen, mijnheer". Aldus sprak monsieur Carrège, de rechter van instructie, tot Van Aldin. Monsieur Caux, de commissaris, maakte enige keelgeluiden die zijn instemming met deze woorden moesten vertolken. Met een korte handbeweging maakte Van Aldin een eind aan ontsteltenis, af- kleine. Wanneer men nu in zwarte inkt een bepaalde bedrading op wit papier tekent en men fotografeert dit, doch verkleind, dan krijgt men een aanmer kelijk kleiner negatief, waarop het hele schema in miniatuur staat. Gebruikt men dit negatief nu voor het vervaar digen van een cliché, dan kan men het schema heel in het klein afdrukken met een metaalpoeder op een niet geleiden de plaat of plaatje. Deze techniek is momenteel zodanig geperfectioneerd, dat men kans ziet ingewikkelde sche ma's zo te verkleinen, dat ze een fractie zijn van het origineel. Het is wel duide lijk welke enorme voordelen zoiets heeft. We behoeven hierbij maar te denken aan de oude methoden van dra den aanleggen volgens het schema, die dan op de knooppunten moesten wor den gesoldeerd. Een enorme besparing aan arbeid en materiaal kan door de nieuwe methoden worden bereikt. Voortbouwend op hetzelfde principe kent men ook nog andere manieren. Zo maakt men ook wel gebruik van een isolerende plaat, die bedekt is met een koperfolie. Over die koperfolie wordt weer een fotolak (lichtgevoelige lak) gedaan. Als nu hierop een negatief van en of andere elektro-technische schake ling o.d. wordt gelegd, dan doet de lak onder invloed van het lioht weer zijn plicht. Bij het ontwikkelen verdwijnt de beschermende laklaag op de onbelichte plaatsen en komt de koperfolie voor de dag. Zuren kunnen daar de koperfolie weer wegetsen en zo ontstaat zonder drukken met metaalpoeder of iets van dien aard, een ragfijne bedrading die geëtst werd uit de koperfolie, en dade lijk geschikt is voor montage. Maar men gaat nog steeds verder. Op deze manier worden niet alleen bedra dingen vervaardigd, maar ook weer standen en wel in de vorm van gelaag de elementen vervaardigd uit zwak geleidend materiaal. Ook condensato ren met tussenliggende isolering en men denkt reeds aan op deze wijze ge drukte spoelen. Dat tegenwoordig in één enkele ar- beidsgang, die weliswaar bestaat uit een aantal aparte delen, honderden transistors van niet meer dan 0,6 milli meter lang kunnen worden vervaardigd is eigenlijk ook een wonder der tech niek. Een dergelijke ontwikkeling is echter slechts mogelijk dank zij de foto grafie. En de toekomst houdt ongetwij feld nog grote verrassingen voor ons in petto OPENBARE BIBLIOTHEEK Leeszaal en bibliotheek: maandag 11 tot 12 uur; woensdag 14.30 - 15.30 uur en 19.30 - 21.30 uur; vrijdag 19.30 - 21.30 uur. Jeugd: woensdag en vrijdag van 15.30 - 17.30 uur. Leeszaal (geen uitlening): maandag 15.30 - 17.30 uur en 19.30 - 21.30 uur. schuw en sympathie. Hij bevond zich in de kamer van de rechter van instructie te Nice Behalve Carrège, de commis saris en Van Aldin bevond zich nog een persoon in de kamer. Hij was het, die nu sprak. „Monsieur Van Aldin", zei hij, wenst dat er gehandeld, 9poedig gehandeld zal worden". „O!" riep de commissaris. „Ik heb u nog niet voorgesteld. Monsieur Van Aldin dit is monsieur Hercule Poirot; u heeft zonder twijfel van hem gehoord. Hoewel hij zijn werk al een paar jaar eraan heeft gegeven, is zijn naam nog altijd bekend als die van een der groot ste detectives". „Het verheugt me u te zien, mr. Poirot", zei Van Aldin. „U heeft uw beroep neergelegd?" „Ja, mijnheer, ik leef nu voor mijn genoegen". De kleine man maakte een welspre kend gebaar. „Monsieur Poirot was toevallig in de blauwe trein", verklaarde de commis saris, „en hij is zo vriendelijk geweest ons met zijn uitgebreide ervaring bij te staan". De miljonair keek Poirot scherp aan. Toen zei hij plotseling „Ik ben heel rijk, mr. Poirot. Men denkt gewoonlijk, dat een njk man meent dat hij alles en iedereen met zijn geld kan kopen. Dat is niet waar. Ik ben op mijn wijze een groot man en de ene grote man kan een dienst verzoeken aan een andere grote man". Poirot knikte. „Dat is heel juist gezegd, monsieur Van AJdin. Ik ben geheel tot uw dienst" „Dank u", zei Van Aldin. „Ik kan slechts zeggen dat u te allen tijde een beroep op mij zult kunnen doen en dat REPUTATIE VAN TEXEL BEDREIGD DOOR VRIJGEVOCHTEN JONGEREN (vervolg van ipagina 1) twijfel zeer sterk overdreven, maar de mogelijkheden om op zeer grote schaal ontucht te plegen zijn voor de onge controleerde kampeerders op Texel buitengewoon groot, vooral omdat er ook meisjes zijn, die geen onderdak hebben en graag ingaan op het aanbod van hun vakantievriend om de nacht bij hem in tent of schuur door te bren gen. Bedenkelijk is het, dat Texelaars bepaalde toestanden in de hand wer ken. Er zijn gevallen bekend van jon gelui die gedwongen werden hun kam peerterrein te verlaten of daar werden geweigerd, maar liefderijk door een boer werden opgenomen, die hen een slaapplaats in het hooi van boet of schuur aanbood Nogmaals; tot ernstige excessen hebben deze „mogelijkheden" niet geleid, maar die zullen er komen als VW-voorzitter W. A. Visser gelijk krijgt en het aantal jongeren in de vol gende jaren nog aanzienlijk groter zal zijn. Snuiven Een nieuw verschijnsel is het zg. snuiven, dat onder jeugdige vakantie gangers in verschillende gelegenheden wordt beoefend. Het is waarschijnlijk niet verböden, omdat het niet als ge bruik van verdovende middelen is aan te merken. Wij zagen het gebeuren op het strand van De Koog, waar een groepje jongens een fles ether doorgaf. Het snuiven is niets anders dan het inhaleren van etherdamp. De snuiver giet iets van de vloeistof op de mouw van zijn jas of op een zakdoek en snuift dan enkele malen zo diep mogelijk. Het gevolg is een soort bewustzijnsver laging. Getuige de gelukzalig-weke uitdrukking van het gezicht, moet het een korte lustervaring zijn. Tot degenen, die zich over deze ver schijnselen zeer bezorgd maken, hoort ook de heer J. W Dekker, directeur VVV Texel. Hij zegt: „De situatie vraagt dringend om bezinning. Ik ge loof niet dat het nu al te laat is, maar het verlossende woord kan ik niet ge ven. Het is hoogst noodzakelijk, dat een groep mensen zich na het seizoen met al deze verschijnselen gaat bezig houden en nagaat hoe er paal en perk aan te stellen is. Met het beatcentrum Sarasani ben ik niet helemaal gelukkig om dezelfde redenen als de heer Visser naar voren bracht: het cumulatieeffekt. Volgend jaar komen er massa's jonge ren naar Texel en wat moeten we daar mee aanvangen? Ik werk op het ogen blik aan een rapport, waarin alle erva ringen van dit seizoen worden neerge legd. Er zullen buitengewoon drastische maatregelen getroffen moeten worden, u mij niet ondankbaar zult vinden. En nu, heren, ter zake". „Ik stel vooi", zei Carrège, allereerst Ada Mason te ondervragen. U hebt haar medegebracht, veronderstel ik?" „Ja" zei Van Aldin. We hebben haar op onze doorreis meegenomen uit Pa rijs. Ze was zeer verschrikt toen ze hoorde van de dood van haar meeste res". Even later trad Ada Mason binnen. Ze was keurig in het zwart gekleed en droeg zwarte peau de suède hand schoenen. Ze keek eerst wat schuw de kamer rond, maar werd blijkbaar ge rustgesteld door de aanwezigheid van Van Aldin. De rechter van instructie stelde haar op haar gemak, daarbij ge holpen door Poirot, die als tolk optrad. „U weet waarvoor u hier geroepen is", zei Carrège „Laten we de zaak eens rustig bespreken. Was er sprake van dat u in Parijs zou blijven, toen u uit Londen vertrok?" „O neen, mijnheer. We zouden recht door naar Nice gaan". „Was madame Kettering anders dan anders, toen zeop reis ging?" „Ze leek me een beetje ongedurig en prikkelbaar; het was haar moeilijk naar de zin te maken". „En wanneer werd er het eerst over gesproken dat u te Parijs zou achter blijven?" „Aan het Gare de Lyon, mijnheer. Mevrouw wilde wat op het perron heen en weer gaan lopen, maar toen ze in de gang kwam, uitte ze plotseling een kreet en kwam terug in haar coupé met een heer. Ze sloot de deur tussen haar afdeling en de mijne, zodat ik niets kon zien of horen, tot ze de deur opende en tegen mij zei dat ze van idee veranderd was. Ze gaf mij wat geld en zei dat ik die van sommige kanten veel protest zullen uitlokken. Maar daar mogen we niet voor wijken. De ervaringen met de avondklok op het kampeerterrein Ko- gerstrand steunen mij daarin. Dat is een zege geweest. Er zijn mensen, die vinden dat je de vrijheid van de jeugd niet rnoet aantasten. Ze zeggen: je bent zelf toch ook jong geweest? Maar dat raakt kant noch wal. Hier is het geluk kig nog betrekkelijk rustig, maar ons eiland zal op den duur net zo'n slechte naam krijgen als Valkenburg, Zand- voort en Scheveningen als niet tijdig maatregelen worden getroffen. De afge sloten ligging van Texel is een voordeel waar wel eens zeer dankbaar gebruik van zou kunnen worden gemaakt. De WV heeft in deze een taak, want vol gens de statuten zijn wij verplicht al datgene te doen wat kan strekken tot veraangenaming van het verblijf op Texel. Tot veraangenaming hoort ook het weren van onmaatschappelijke ele menten, waarvan een belangrijk deel strafbaar is omdat het zich aan land loperij schuldig maakt". Goede hoop De VW-directeur hoopt, dat men dit jaar nog zal weten te voorkomen, dat Texel in de publiciteit komt, zoals vorig jaar Terschelling, waar de gemeente raad gisteren overigens een aantal maatregelen heeft genomen, die be doeld zijn om herhalingen van de ge beurtenissen van 1965 te voorkomen. Enkele van deze bepalingen: intensie ver toezicht door politie en gemeente op alle kampeerterreinen. De exploitant wordt verantwoordelijk gesteld voor de gang van zaken op de camping; als hij niet ingrijpt bij wanordelijkheden wordt zijn exploitatievergunning inge trokken. Alle patates-frites-kramen moeten om half twaalf 's avonds geslo ten zijn en alle horecabedrijven om 12 uur. Met ingang van deze week is de kans dat het in De Koog tot ernstige orde verstoringen komt, sterk verminderd. Volgens de politie zijn de meeste po tentiële rustverstoorders verdwenen en hebben plaatsgemaakt voor publiek van een veel beter gehalte. Men mag goede hoop hebben, dat de naam van Texel dit jaar niet op de voorpagina's van de dagbladen zal verschijnen, wat echter niets afdoet aan de noodzaak, dat alles in het werk wordt gesteld om de in dit artikel gesignaleerde verschijnselen het volgend jaar te beperken. Texel steekt op dit ogenblik nog in vele opzichten met kop en schouders boven andere toe ristengebieden uit. Het moet voor dege- genen, die het toerisme op ons eiland een geed hart toedragen een ondrage lijke gedachte zijn dat deze reputatie ernstig wordt bedreigd door slechts en kele honderden lieden, die volgend jaar wellicht in veel groteren getale terug zullen komen. moest uitstappen en naar Ritz gaan. Ik moest daar wachten, tot ik bericht van haar kreeg. Ze zou me telegraferen, wat ik moest doen. Ik had nog juist de tijd om mijn boel bij elkaar te pakken en uit de trein te springen voor die ver trok. Het ging alles in de grootste haast". „Toen madame Kettering dit tegen u zei waar was toen die heer?" „Hij stond in het andere comparti ment, mijnheer, en keek uit het raam" „Kunt u hem beschrijven?" „Neen, mijnheer, ik heb hem nauwe lijks gezien Hij stond bijna doorlopend met zijn rug naar me toe. Hij was proot en donker; dat is het enige wat ik kan zeggen. Hij zag er uit precies als alle andere heren, met een donkerblauwe overjas en een grijze hoed". „Was het een van de passagiers van de trein?" „Dat denk ik niet, mijnheer; ik ver moed dat hij aan het station kwam om mevrouw op de doorreis te zien. Het kan natuurlijk een van de passagiers geweest zijn; ik heb daar eigenlijk nooit over nagedacht". Mason scheen een beetje in de war gebracht door die gedachte. Carrège ging over tot en ander onderwerp. „Uw meesteres vroeg later aan de conducteur haar de volgende morgen niet vroeg te wekken. Was ze dat ge woon of niet?" „O ja, mijnheer. Mevrouw ontbeet nooit en ze sliep 's nachts altijd slecht, zodat ze 's morgens graag lang bleef liggen". (Wordt vervolgd) 20. Brigadier Piet en smidje Verholen zetten juist voet op de eerste tree van de trap, toen die daverende knal weer klonk. „Naar boven!" riep de brigges. „Er wordt geschoten! Als we maar niet te laat zijn!" Maar de twee redders-in-de-nood hoefden al niet meer naar boven, want daar kwam Kille Bill van boven af aangesuisd. Zonder het zich te beseffen kegelde hij de smid en de brigges om ver en het drietal belandde op de harde stenen vloer van de onderaardse gang. Met en krakende slag sloeg Kille Bill's kaak tegen de plavuizen en voorlopig kon hij er geen woord van navertellen. Daarom zullen wij dat maar doen. Vol komen toevallig had dr. Yokito de mis dadiger tegen de geheime deur aangc" smeten, die het kostbare vertrek met de onderaardse gang verbond Intussen was de donderende Knal van Kille Bill's schot ook niet onopge merkt gebleven voor de stompzinnige Jonathan, die bezig was de hakbijl te slijpen. „Hu....!?? Lijkt wel een schot...." overpeinsde hij moeizaam. „Schoot Bill nou zellef? Hij weet toch, dat ik graag schiet: Ik gaat kijke!!" Dreigend zwaaiend met zijn hakbijl stoof Jonathan toen naar het vertrek toe, waar hij Yokito onder de hoede van Kille Bill had achtergelaten. „Leef jij nogzuchtte hij kwaad, maar opgelucht. „Hèhè...., ik dacht al, dat Bill jou de kaars had uitgeblaze! Zal ikke het dan maar doen? Jij mag kieze! Hakke of knalle? Wat zal het zijn?" „Geen van beide....," antwoordde dr. Yokito minzaam...., en hij besloot Jonathan in de achtendertigste obosai te nemen, wat een zéér effectieve greep

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1966 | | pagina 4