prinses
VEROORDELEN
■TOT-TCTB
Bedrijfsvereniging hield een
zeer geslaagde vergadering
is niet moeilijk
lihTelle
beatrijs
Het Beste
BRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPUTER
Tl
rubriek voor 1 <M«*
LANDBOUW en VEETEELT
VOOR BABY'S HUIDJE
Deze week in:
de advertentie van
tweede blad
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 10 FEBRUARI 1967
Wij zijn van mening, dat de plm.
honderd bezoekers van de Algemene
vergadering van de Vereniging voor
Bedrijfsvoorlichting ook dit jaar een
leerzame en geanimeerde vergadering
hebben meegemaakt. We zijn geneigd
om vooral de middagvergadering een
hoogtepunt te noemen door de causerie
met dia's van de heer K. Schipstra.
In het openingswoord werden woor
den van welkom gesproken tot de heer
Ir. de Glee, rijkslandbouwconsulent te
Schagen, de vroegere voorzitter, de
heer C. J. de Lugt, de assistenten en
de pers. Met waai dering werd gespro
ken over de redactie van de Texelse
Courant, die op zeer royale wijze ruim
te beschikbaar stelt voor de rubriek
voor Landbouw en Veeteelt.
Vervolgens wees de heer A. Dros
Bzn. op de belangrijke taak, die de
Landbouw heeft in het geheel van het
Nederlandse economische leven. De tot
plm. 8°/o ingekrompen agrarische be
volkingsgroep verzorgt voor een zeer
groot deel de voedselvoorziening van
de eigen bevolking en neemt daarnaast
nog een onevenredig groot gedeelte van
de export voor haar rekening. Er is
daarom geen reden voor minderwaar
digheidsgevoelens van het agrarische
bevolkingsdeel.
De landbouw is bezig om te schake
len van een arbeidsintensieve naar een
kapitaalintensieve bédnjfstak en heeft
naar de mening van de heer Dros daar
bij de hulp van de overheid nodig om
de interne en externe omstandigheden
van de bedrijven te verbeteren. Hij
wees hierbij op de rol van het Ontwik-
kelings- en Saneringsfonds voor de
Landbouw, dat o.m. premies verstrekt
bij de verbetering van de bedrijfsge
bouwen. Spreker was van oordeel, aat
voor de toekomst de gebundelde afzet
van agrarische produkten de aandacht
verdient, waardoor een groter deel van
de door de consument te betalen prijs
bij de boeren terecht komt.
De secretaris aan het woord
De notulen van de vorige algemene
vergadering werden ongewijzigd vast
gesteld. Vervolgens gaf de secretaris,
de heer M. Roeper Pzn. een overzicht
van het wel en wee van de boerenbe
drijven en de vereniging in het jaar
1966.
Ondanks de veelzins moeilijke om
standigheden kan van een vrij goed
jaar worden gesproken, hoewel de re
sultaten duidelijk minder waren dan in
de beide vorige jaren. De bruto-op-
brengsten van de voor pootgoed geteel
de aardappelen waren goed, maar het
percentage uitval was aanmerkelijk
hoger dan normaal. De kosten zijn door
de overmatige regenval hoog geweest.
Wat het werk van de voorlichtings
dienst betreft werd gewezen op de ver
minderde personeelsbezetting door het
vertrek van de heer P. A. Bakker en
het toekomstige vertrek van de heer J.
Nieuwenhuis. Dit zal betekenen, dat
van de individuele voorlichting steeds
mee- moet worden overgegaan op
groepsvoorlichting. Als een belangrijke
mogelijkheid noemde de secretaris de
rubriek voor Landbouw en Veeteelt.
Aan het slot van zijn overzicht vroeg
de heer Roeper een applaus voor de
bijzondere prestaties van het bestuurs
lid, de heer KI. Eelman, die reeds en
kele jaren Nederlands ploegkampioen
is en ons land dit jaar zal vertegen-
woordigen in de wedstrijd om het we
reldkampioenschap in Nieuw-Zeeland.
Aan dit verzoek werd zeer spontaan
voldaan.
Financieel overzicht
De financiële positie van de Vereni
ging is zeer goed. Het saldo steeg met
plm. ƒ1700,In de toelichting werd
er op gewezen, dat dit een gevolg is van
het feit, dat een enkele jaren geleden
voorziene geldelijke bijdrage langer
uitblijft dan gedacht was. Het betreft
de bijdrage aan de zgn. fifty- fifty re
geling, waarbij aan het landbouwbe
drijf sleven de mogelijkheid wordt ge
geven voorlichtingspersoneel aan te
stellen op fifty-fifty basis. Zowel de
overheid als het bedrijfsleven dragen
dan elk 50°/o van de kosten.
In verband met deze regeling werd
de contributie een paar jaar geleden
verhoogd. Het ziet er naar uit, dat nu
zeer binnenkort voor de consulent
schappen Schagen en Purmerend spe
cialisten aangesteld kunnen worden
voor mechanisatie en boerderijenbouw.
Als bijdrage zal van de Vereniging voor
Bedrijfsvoorlichting dan een bedrag
van 0,25 per ha. worden gevraagd.
Namens de rekeningnazieners werd
door de heer Joh. Witte Johzn. geadvi
seerd de rekening goed te keuren. Als
nieuwe rekeningnaziener werd be
noemd de heer C Kuip Czn., „Kilstee",
Waalenburg.
Overzicht werkzaamheden door dc
assistenten
Dit overzicht werd dit jaar gegeven
door middel van een zgn rollenspel,
waarbij in een gesprek van twee „boe
ren" en één voorlichter de diverse as
pecten van het werk naar voren wer
den gebracht.
De inhoud van het eerste „spel" con
centreerde zich op de resultaten van
een vijftiental Texelse bedrijven, zoals
die naar voren kwamen uit de bedrijfs
economische boekhouding over het jaar
1965/'66 Opmerkelijke cijfers kwamen
voor in het tienjarig overzicht van de
groep Texelse bedrijven, waarvoor over
de genoemde periode een bedrijfseco
nomische boekhouding werd verzorgd.
Deze cijfers vormen een zeer waarde
volle documentatie over de ontwikke
ling van de Texelse landbouwbedrijven
in de afgelopen tien jaar.
Het tweede „spel" had betrekking op
een aantal landbouwtechnische zaken,
waarbij de voederwinning en de proe
ven met schapen de hoofdmoot vorm
den. De opvoering van deze stukken
werd door de aanwezigen met zeer veel
aandacht gevolgd. Persoonlijk zijn wij
echter van mening, dat het naar voren
brengen van deze gegevens via het
normale „praatje" toch beter aan net
doel beantwoordt. Het komt ons voor,
dat voorlichting via een rollenspel in
kleinere groepen beter tot zijn recht
zal komen dan in een grotere vergade
ring als deze.
De vragen, die gesteld werden naar
aanleiding van het gebodene, hadden
vooral betrekking op het inkuilen van
gras via maaikneus- en voordroog
methode en het mineralenonderzoek.
De bestuursverkiezing
De heer A. Dros Bzn. werd als voor
zitter herkozen. Ook de heer H. Smit
Pzn., die in het bestuur de afdeling
Texel van de L.T.B. vertegenwoordigt,
werd herkozen. In de vacature M.
Roeper Pzn. werd als vertegenwoordi
ger van de Holl. Mij. van Landbouw
afd. Texel, de heer W. Grisnigt Jzn.
gekozen. Voorzitter Dros liet zijn
dankwoorden aan het aftredende be
stuurslid M. Roeper vergezeld gaan
van een boekenbon.
DOOR TO DORSSEN-VAN LOON
18. Het eerste, wat de kersverse moeder
deed, was het gezicht bekijken. Op wie
lijkt ze, dacht ze zenuwachtig, op Max
of op Frans? Maar zelf kon ze er geen
antwoord op geven. Het was haar even
wel een hele geruststelling, toen groot
vader Oudkerk, na de baby bewonderd
te hebben, rustig opmerkte; „In menig
opzicht lijkt zij op haar vader, hoewel
de neus is specifiek Oudkerk, ab
soluut Oudkerk. Frans zal opkijken, als
hij weer thuis is, zo'n knappe dochter,
Enfin, dat zal zo lang niet meer duren,
Mientje. Alles wijst er op, dat de oor
log over enkele maanden wel afgelopen
zal zijn.
Toen op 5 mei 1945 de vredesklokken
begonnen te luiden, was Sjaantje
Sornee vier jaar oud. Een lief verwend
ding, het zonnetje in de woning, die
sinds vijf jaren niet meer door de vader
was betreden.
Einde van het eerste deel.
TWEEDE DEEL
HOOFDSTUK I
Vijf oorlogsjaren vormen samen een
lange tijd Wie er nu nog aan terug
denkt, beschouwt die periode als een
boze nachtmerrie, als een periode vol
narigheid en ellende, angst en honger,
schaarste en vernedering. Een tijdperk,
waarin een mens leerde, dat het leven
zeer betrekkelijk kon zijn Eén bom
aanval en dat zou het einde kunnen
betekenen. Eén razzia en dat zou ster
ven in een kamp, ver weg van huis,
Het werkplan voor 1967
Na de middagpauze met erwtensoep
en broodjes gaf de heer C van Gronin
gen een kort overzicht van het Werk
plan voor 1967
Ook in 1967 zal weer veel aandacht
worden gegeven aan de voederwinning.
Er is een duidelijke verbetering van de
kwaliteit van het kuilgras. Ook bij het
hooi is verbetering waar te nemen.
Toch is er op dit gebied nog veel te
doen. Naast de aandacht voor de kwa
liteit van het ruwvoer zal er in toene
mende mate aandacht moeten zijn
voor besparing en verlichting van de
arbeid bij de voederwinning. Als mo
gelijkheden bij het inkuilen werden ge
noemd het maaikneuzen en het maken
van zg.n „rijkuilen", waarbij een goed
gebruik kan worden gemaakt van de
opraapwagens. Ook bij het hooien kan
de opraapwagen een mogelijkheid wor
den om de overgang van baalhooi op
los hooi te bewerken. Verder wordt met
veel aandacht de ontwikkeling van
hooiblazers met verdeler gevolgd.
In verband met de drang naar vee-
loze bedrijven, of in ieder geval het af
stoten van het melkvee, zal voorlich
ting nodig zijn voor de bedrijven, waar
als gevolg hiervan de voorziening met
organische stoffen in gevaar komt.
Hierbij wordt gedacht aan een bouw
plan met veel groenbemesting.
De proeven met winterhuisvesting
van schapen op de bedrijven van de
Uit voorraad leverbaar bij:
Den Burg: Europameubel
heer Commandeur, Den Hoorn, en de
heer H, Smit Pzn., Noordhaffel, zuilen
worden voortgezet. Verder zal ook in
1967 voorlichting nodig zijn op bedrij
ven, waar nieuwe stallen worden ge
bouwd of verbouwing van stallen en
bedrijfsgebouwen plaats vindt.
Een reis door de Verenigde Staten
De heer C. van Groningen deelde
mee, dat de keuze van de heer K.
Schipstra. als inleider min of meer een
„noodsprong" was. Aanvankelijk was
nl. getracht een inleider te vinden, die
een causerie zou houden over Brazilië.
Toen dit niet slaagde is de heer Schip
stra gevraagd, die graag bereid was iets
te vertellen over twee reizen naar de
Verenigde Staten. De vrees, dat deze
causerie een doublure zou kunnen zijn
van de causerie van de heer C J. de
Lugt twee jaar geleden over hetzelfde
onderwerp, 'bleek ongegrond te rijn.
Op buitengewoon onderhoudende en
geestige wijze voerde de heer Schipstra
ons met behulp van dia's door een groot
deel van Amerika. De causerie werd
doorspekt met allerlei wetenswaardige
bijzonderheden over het voorkomen en
de bestrijding van plantenziekten in
Amerika. Duidelijk bleek uit de cause
rie van de heer Schipstra, dat de ont
wikkeling van allerlei zaken in Europa
vooraf gegaan is door dezelfde ontwik
kelingen in de Verenigde Staten. Aan
vankelijk was het tijdsverschil wel een
jaar of vijftien. Dit wordt echter steeds
kleiner.
Zoals hiervoor reeds werd gezegd,
was deze causerie een hoogtepunt van
deze vergadering. De dankwoorden van
de voorzitter werden dan ook onder
steund door een zeer hartelijk applaus.
BOERDERIJENTOCHT
Zoals we reeds eerder vertelden is
er voor deze tocht grote belangstelling.
De datum is nu definitief vastgesteld
op dinsdag 14 februari. Door de grote
deelname is het nodig om in twee groe
pen te gaan. Het lijkt ons nl. onge
wenst, dat een groep groter is dan 30
personen. We wilden het als volgt doen:
Groep I. Hierin willen we de deel
nemers zien uit het zuidelijk deel van
het eiland. Om de gedachte te bepalen
kunnen we zeggen ten zuiden van de
lijn Oudeschild-Den Burg-Westerweg-
Bakkeweg.
Programma: 13.30 uur Jac Bakker,
Amaliaweg, P.H. Polder; 14.30 uur Be
drijf C. J. de Lugt, „Padang", Eier-
land, 15.10 uur KI. Eelman, „Noord-
wijk", 't Noorden; 15.40 uur B. Vla
ming, Nieuweschild.
Groep II. In deze groep komen dus de
deelnemers uit het noordelijk deel van
het eiland. Voor hen is het programma
als volgt: 13.30 uur C. J. de Lugt, „Pa
dang", Eierland; 14.10 uur KI Eelman,
„Noordwijk", 't Noorden; 14.40 uur B.
Vlaming, Nieuweschild; 15.30 uur Jac.
Bakker, Amaliaweg, P.H. Polder.
Het is de bedoeling, dat er voor eigen
vervoer wordt gezorgd De deelnemers,
die niet over een auto beschikken kun
nen zich maandag a.s. bij ons melden.
Daarnaast vragen we deelnemers, die
plaatsen in hun auto over hebben zich
ook te melden. We zullen dan proberen
om iedereen aan vervoer te helpen.
(Zie ook de advertentie in dit nummer).
DOE ER WAT AAN
„Je schrijft nu al een hele tijd over
stekels, de bossige weiden en de ver
vuilde drains. Het zou goed rijn als je
nu weer ens aandacht schonk aan de
ratten, want die zijn er ook nog steeds".
Met dit verzoek kwam een paar dagen
geleden een veehouder bij me.
We geloven, dat er inderdaad reden
is om hieraan weer een aandacht te
geven. De man in kwestie was van
mening, dat de minder goede resulta
ten van de rattenbestrijding voor een
groot deel te wijten zijn aan het feit,
dat er veel te roekeloos met etensres
ten wordt omgesprongen. Hij had zich
verwonderd over de vele etensresten
in vuilnisemmers en allerlei provisori
sche vuilnishopen. Hij was van mening,
dat er voor deze etensresten een veel
betere bestemming was.
Het komt me voor, dat mijn ge
sprekspartner gelijk heeft. Een doelma
tige bestrijding van de ratten moet
beginnen met een hongerblokkade voor
deze rovers. Een bestrijding met giftige
middelen wordt pas effectief als aan
de ratten de mogelijkheid wordt ont
houden op een gemakkelijke manier
aan minder riskant voeder te komen
Laat ieder op „eigen erf" er wat aan
doen.
ONDERZOEK VAN GIERMONSTERS
Sinds enige tijd beschikken de men
sen van de Voorlichtingsdienst op
Texel over een eenvoudig apparaatje
om het stikstof- en kaligehalte van
gier te onderzoeken. Dit onderzoek
wordt kosteloos verricht.
Op grond van vergelijking met de
uitslag van het onderzoek door een la
boratorium mogen we aannemen, dat
met dit eenvoudige onderzoek de juiste
samenstelling zeer dicht wordt bena
derd. Verder is gebleken, dat de kwali
teit van gier op de diverse bedrijven
zeer ver uiteenloopt. Het is beslist niet
zo, dat zonder onderzoek kan worden
gezegd wat de bemestingswaarde van
gier is Mocht U belangstelling hebben
voor dit onderzoek, dan kunt U zich op
geven bij één van de mensen van de
landbouwvoorlichtingsdienst.
57. Eenmaal terug op zijn werkkamer
ging Sipko Stunt direct aan de gang.
Een blijde trek overtoog zijn gezicht en
de ene vloeiende volzin na de andere
smeet hij er uit. Hij stelde koppen en
onderkoppen samen en binnen enkele
uren had hij een sensationele pagina in
elkaar gecomponeerd Geheimzin
nige Japanner oefent onbekende wiel
renner lui vet tegen super-kracht
Stalen Piet overweegt maatregelen
wie staat er achter Kobus? Feiten
over Rijkhuyzen wat zal de wielren.
unie doen?
„Hmhiep hoi! Niet slecht!
Waarlijk niet slecht!" mompelde hij
toen tevreden. „Deze kopjes beloven de
ten gevolge kunnen hebben. Tenslotte
beheerste een soort fatalisme het be
staan van de meeste mensen, die feite
lijk maar één belangrijke gedachte
hadden: hoe kom ik vandaag weer aan
voldoende eten?
En zo maar ineens was het afgelopen.
De dag tevoren was er nog een kolonne
Duitsers door het dorp getrokken. Op
een schoen en een slof. Op gestolen
fietsen en gevorderde wagens. In vuile,
versleten uniformen, wetende, dat het
einde vrijwel nabij was. Waarom ze
nog ergens heen gingen, wisten ze zelf
niet, maar Befehl ist Befehl, dus gin
gen ze, doelloos, moedeloos, zonder
energie. Misschien waren het dezelfden,
die vijf jaar geleden in keurige unifor
men zingende hun zegetocht maakten
in de dorpen der lage landen. Nu was
er van hun bravour niet veel meer
over.
Terwijl ze door de straten sjokten,
ontmoetten ze enkele vijandige en spot
lachende blikken. De hoon lag duimdik
op menig gezicht. Het leedvermaak kon
je er van afschrijven. Het feit, dat ze
nog altijd geweren en mitrailleurs bij
zich hadden, gaf de soldaten een ze
ker gevoel van veiligheid. Al wisten ze
het, op een enkele fanatiekeling na
misschien: het is voor ons een verloren
zaak. Vandaag nog zijn we meester,
vraag niet hoe en kijk niet naar hun
gezichten. Morgen is het willicht voor
bij. Voorgoed. En wat dan?
Op de vijfde mei waren er geen Duit
sers meer in het dorp. Toen het bericht
van de algehele capitulatie bekend
werd, duurde het nauwelijks twee mi
nuten of het dorp was omgetoverd in
een vlaggenzee. Twee ondergedoken
maréchaussées liepen plotseling in het
dorp in hun oude, vooroorlogse unifor
men. De mensen hadden hun werk
neergelegd en liepen met blijde gezich
ten de straat op. Max Ellegers gaf ook
zijn drie overgebleven mensen toestem,
ming de rest van de dag maar vrijaf te
nemen. Wie dacht er onder deze om
standigheden nog aan werken? Daarom
sloot hij de werkplaats af en liep naar
huis, waar Mientje zich gereedmaakte
om met Sjaantje een eindje het dorp
door te wandelen. De burgemeester,
reeds twee jaar geleden afgezet door de
Duitsers, bleek ook weer terug te zijn.
Toen de dorpelingen hem ontdekten
bij het gemeentehuis, werd hij hartelijk
toegejuicht.
In de vroege avond, toen Sjaantje
naar bed was, dronken Max en Mientje
koffie. Terwijl ze via de openstaande
deur naar de gezellige drukte in het
dorp keken, zei de vrouw opeens:
„Max, ik heb nog een klein flesje oude
klare in de kelder. Zal ik het halen om
deze dag te vieren?"
Hij schudde zijn hoofd. „Dat bewaren
we tot Frans thuis is".
Haar gezicht betrok opeens. De hele
dag, sinds het bekend worden van de
vrede, had ze van alles gedacht: Geen
verduistering meer, straks weer vol
doende eten en drinken, en volop licht
en gas en goede kleding. De Duitsers
weg, voorgoed, en weer voldoende hout
om te kunnen werken. Misschien zal
binnenkort de carrosseriebouw weer
opgevat kunnen worden. En geen angst
lezers een opwindend verhaaltje Let
op, jongens: die krant gaat er in als
koek. Als de hoofdredacteur nu zijn
goedkeuring geeft, dan staat mijn werk
morgen op de voorpagina!"
En nu bofte Sipko Stunt toch wel
heel erg, want toevallig waren alle
hoofdredacteuren, directeuren en chef
redacteuren op een late werkbijeen
komst vergaderd! Goed geklede, wel
doorvoede mannen waren het, voor wie
feestvieren ook werken was. En feest
gevierd moest er worden, want „De
Opregte Gravendrechter", opgericht in
het rampjaar 1672, bestond bijna 300
jaar!
„Kê-je nagaan wat dat voor een
meer voor bombardementen.
Maar dat de vrede inhield, dat nu
iedere dag haar Frans terug kon ko
men, was nog niet eens tot haar door
gedrongen. Ik ben gewoon vergeten,
dat ik een wettige echtgenoot heb Vijf
jaren is Max nu om me heen, ik weet
al niet beter, of het hoort zo. Op één
uitzondering na hebben we eigenlijk
geleefd als man en vrouw. We zijn vol
komen aan elkaar gewend geraakt. We
hebben de narigheid ondervonden en
zijn samen blij geweest over onze klei
ne schat. Max ging de boer op om vlees
en boter en melk. In ruil voor textiel,
potten en pannen, schoenen en dekens
leverde Max kruiwagens af. Met de
jongens verrichtte hij allerlei timmer-
karweitjes op boerderijen, waarvoor hij
dan met tarwe en rogge thuis kwam,
zodat we zelfs in de laatste beroerde
maanden toch nog genoeg te eten had
den. Dank zij Max hadden Sjaantje en
zij nooit gebrek. Wat had ze al die ja-'
ren zonder hem moeten beginnen?
Doch dit alles was weldra voorbij. De
rechtmatige heer des huizes keerde
terug uit rijn onvrijwillige balling
schap. Om zijn plaats weer in te ne
men. Max zou voortaan op het tweede
plan komen. Max, die haar zo dierbaar
was, de man van wie ze hield met al
haar liefde.
Ze wist het nu. Zo ze indertijd al eni
ge genegenheid gevoeld had voor haar
man, was die op dit moment in elk ge
val dood. Een vreemde komt straks dit
huis binnen. Een vreemde, die deson
danks rechten op me heeft en onge
twijfeld daarvan gebruik zal maken.
En ik zal me er niet tegen kunnen ver
zetten, hoewel de gedachte daaraan
alleen al benauwend is.
Was Max het niet geweest, die haar
ramp voor sommige families is ge
weest", 2ei dr. van Swammeren, de
president-directeur „Driehonderd jaar
geabonneerd op dezelfde krant! Hoe
nebbe ze het uitgehouwe!"
Een daverend gelach begroette deze
snedige opmerking en omdat al die
belangrijke krantemannen in zo'n goeie
bui waren, gaven ze Sipko Stunt maar
al te graag toestemming om de voor
pagina te gebruiken
Er kwam dus een ochtendblad uit,
dat insloeg als een bom. Vooral bij
Eelco Eelkema, de veldwachter. Die
was vroeg op en las de krant het eerste.
„Daar heb je het geduvel in de glaaz'n"
zei hij zorgelijk
HET BEHOUD VAN UW TANDEN
Onbetwist de beste tandpasta
op de morgen van de 29e november
1943 verwelkomd had met een bos
bloemen7 Zelf had ze er geen ogenblik
aan gedacht, dat ze op deze dag twaalf
en een half jaar getrouwd was met
Frans Sornee, wiens naam ze nog
steeds droeg, maar die ze al drie en een
half jaar niet meer had gezien. Ze had
het beschouwd als een wrange grap.
Een klucht. Daarom was ze goed nijdig
geweest. Arme MaxHij had het
goed bedoeld en dat begreep ze later
op de dag. Hij wilde niet, dat ze Frans
vergat. Te pas en te onpas noemde hij
zijn naarh, hetgeen haar soms haar
wenkbrauwen deed fronsen. Ze wilde
liever niet meer aan hem herinnerd
worden. Het deed haar niets meer, dat
hij er niet was en als hij nu, na de be
vrijding voorgoed wegbleef, zou het
haar niets kunnen schelen.
Eigenlijk ben ik een onmens, reali
seerde ze zich. Wie weet, hoe Frans al
die jaren geleden heeft. Hij kan wel
verwondingen opgelopen hebben. De
vraag rijst zelfs nog, of hij nog leeft.
Na dat Roode Kruisbericht heb ik im
mers nooit meer wat van hem verno
men?
Ze stond resoluut op en liep naar de
der. Even later kwam ze terug met een
glas en een klein flesje. „Geen onzin,
Max. We kunnen gerust aannemen, dat
hij z'n natje en droogje wel op tijd ge
had zal hebben. Vandaag vieren we sa
men de bevrijding van ons land, jij en
ik".
(Wordt vervolgd)