tnaar wat eten we...?
AGENDA
ZON
de bwnvfietó mnkd Jaa/i:
VEROORDELEN
BRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPUTER
Siemand behoeft te sterven van honger
is niet moeilijk
'WK EDE BLAD
TEXELSE COURANT
DINSDAG 9 MEI 1967
MET GENOEGEN nemen we plaats
an tafel, wanneer ons een etentje
'acht met diverse heerlijkhedenHet
rater komt ons in de mond wanneer
re denken aan bepaalde lievelinqs-
erechten. Bij dit al realiseren we ons
liet, dat we ook wat ons voedsel be
eft een slaaf zijn van eetgewoonten,
ie ons via duizenden generaties zijn
vergeleverd.
Wij kunnen ons niet anders inden-
en, dan dat ons brood gebakken
erd van meel, dat weer uit koren
reid gewonnen. Dan zijn er de eeuwi-
e aardappelen, die weliswaar niet
erg lang geleden hun intrede de
en, aoch die ook reeds honderden ja-
en in ons voedselschema zijn opgeno-
nen. Voor de bevrediging van onze
iwitbehoefte gebruiken we ei, melk,
aas, vlees en vis, tegen iets anders
■■eggen we „bah"!
Maar waarom? Bij sommige Afri-
aanse volkeren zijn geroosterde ter-
nieten, sprinkhanen en dergelijke een
elicatesse. Westerse onderzoekens, die
eze gerechten nuttigden zonder de
orsprong te weten, loofden de smaak
n de voedzaamheid. Het merkwaar-
ïge is echter, dat wanneer we weten
oe het gerecht is samengesteld, we
okhalzend de tafel verlaten Maar
raarom? Is er hier geen sprake van
ooringenomenheid? Een Mohamme-
aan zal er geen seconde over denken
•ts van het varken te eten en op onze
•urt kunnen wij dat niet begrijpen,
m rant hoe heerlijk smaken de varkens
lapjes niet.
Vooringenomenheid
Deze vooringenomenheid is een
waaltje, waaraan bijna alle mensen
ijden. Medewerkers van de Food en
Agriculture Organisation van de Ver-
nigde Naties hebben vastgesteld, dat
Iiongerlijdende mensen m ontwikke-
ingslanden zelfs geneigd zijn voedsel
weigeren, waarvan zij de samenstel
ing en oorsprong niet kennen. Zo sterk
it deze vooringenomenheid tegen be
taald voedsel er bij de mens in.
Toch staat het vast, dat hierin bin
ten niet al te lange ijd verandering zal
aoeten komen. De mens zal genood-
aakt zijn zichzelf te overwinnen, wil
uj in de toekomst niet ten onder gaan
an de honger.
Het staat namelijk vast, dat gezien
Ie explosieve groei van de wereldbe-
olking het niet lang zal duren of er is
liet voldoende conventioneel voedsel
neer om alle hongerige magen te vul-
en. Reeds nu is het zo dat drie van de
ier aardbewoners honger lijden. Wij
Nederlanders horen en lezen hierover,
loch het is met die honger precies zo,
ls met zoveel andere zaken, wanneer
we een en ander niet zelf voelen, kun-
n we ons niet begrijpen wat het be-,
ekent.
Catastrofe
Er zijn echter vele deskundigen die
met het nijpende voedselprobleem in
de wereld voortdurend worden gecon-
'ronteerd en uiteraard zoeken zij naar
wegen om een catastrofe in de toe-
comst te voorkomen.
Het merkwaardige is echter, dat
ilijkt dat onze aarde voldoende voe
dingsstoffen oplevert om zelfs een nog
eel grotere bevolking dan heden en in
le naaste toekomst wordt verwacht, te
weden, maar er is één factor waaraan
iient te worden voldaan. De mens zal
rijn vooringenomenheid tegenover di
verse voedingsmiddelen die hij niet ge
wend is te nuttigen, moeten overwin-
ïen.
Iets waar velen nog akkoord mee
:ullen gaan is wel, dat de mens van
de toekomst om te beginnen meer op
vis, in plaats van vlees zal moeten
)verschakelen. De wereldzeeën bergen
eriorme hoeveelheden vis, waarmee een
jroot deel van de wereldbevolking zou
kunnen worden gevoed zonder dat de
visstand in gevaar behoeft te komen.
Men zal alleen elders moeten gaan vis
sen, dan tot nu toe gebruikelijk.
Vissoorten
Daarbij zal het echter voorkomen dat
er vissoorten worden aangevoerd, die
vallen buiten het tot nu toe geijkte
patroon. Die vissoorten zullen we moe
ten leren eten en waarderen. Gelukkig
bevinden zich in de naaste omgeving
van veel dichtbevolkte ontwikkelings
landen rijke visgebieden, die nog on
voldoende geëxploiteerd worden. Het is
van groot belang, dat in deze landen de
visserij sterk wordt gestimuleerd, ter
wijl daarnaast technische adviseurs de
vistechniek kunnen moderniseren en
het ook raadzaam is dat deze landen de
beschikking krijgen over moderne vis
sersvaartuigen, uitgerust met de
nieuwste snufjes.
Helaas is men er met het visvangen
niet, want de bevolking van dergelijke
landen, waarvan een groot deel gene
raties lang niet gewend is vis te eten,
zal wat het voedingspatroon betreft,
moeten overschakelen met alle moge
lijkheden van dien. Zou dit niet luk
ken, dan blijft de honger en de gevan
gen vis is onverkoopbaar en rot weg.
Genoeg voedsel
Divers geleerden hebben zich met
het probleem honger en voeding voor
de toekomstige wereldbevolking bezig
gehouden. Zuiver wetenschappelijk ge
zien kwamen zij tot de ontdekking, dat
er in wezen niemand honger behoeft
te lijden, aangezien onze aarde zoveel
voedingsstoffen voortbrengt, dat zelfs
een gigantische wereldbevolking zich
daarmee nog voldoende zou kunnen
voeden.
Om te beginnen kan men van heel
veel vis, die er bij de mensen niet zo
goed in wil als smakelijk voedsel, vis
meel maken, waarbij de kostbare
eiwitten worden bewaard en van welk
vismeel men eventueel andere synthe
tische voedingsmiddelen kan maken,
waarin dan via het vismeel hoogwaar
dige eiwitten zich bevinden. Alleen al
langs de kust van de Verenigde Staten
kan per jaar 12 miljard pond vis wor
den gevangen, zonder dat daardoor de
visstand in moeilijkheden komt. Het
vismeel hieruit gewonnen zou in staat
zijn een bevolking van één miljard
mensen gedurende 300 dagen van de
nodige dierlijke eiwitten te voorzien.
Algen
Reeds is er veel geschreven over
algen'', de bekende in het water voor
komende plantjes, die bijzonder eiwit
rijk zijn Deze plantjes vinden 'hun
groeistoffen in het water van de zee en
wel in de vorm van fosfaten, nitraten
e.d. Zonder dat de mens deze plantjes
in cultuur behoeft te brengen kan hij
ze overal in de wereldzeeën vinden.
Men rekent dat er zich ongeveer 100
ton algen bevinden per hectare water
oppervlakte. Zonder moeite vermeer
deren ze zich bijzonder snel onder in
vloed van het zonlicht en wat dat be
treft heeft de mens eigenlijk zijn voed
sel zo maar voor het opscheppen, zon
der dat hij er iets voor behoeft te doen.
Maar, daar komt weer het grote pro
bleem om de hoek kijkenHebt U
trek in een heerlijke algensalade?
Slechts weinigen zullen in staat zijn
hun gevoel op dat gebied te overwin
nen. Maar onze moderne techniek staat
voor niets. Reeds worden in de Ver
enigde Staten, alsook in Japan proeven
genomen met syntetisch vervaardigde
voedingsmiddelen, waarin dergelijke
eiwitten zijn verwerkt. Men is in staat
U een heerlijk stuk brood voor te zet
ten, dat echter in zijn samenstelling
niets met meel of koren gemeen heeft.
Hetzelfde is reeds gelukt met boter.
Boter die er voortreffelijk uitziet en
Donderdag 11 mei
Den Burg, City-theater, Texelfüm, 20 00 uur
Vrijdag 12 mei
Den Burg, Dorpshuis, Fotoclub „De Kieken
dief", 20.00 uur.
Zaterdag 13 mei
Den Burg, De Oranjeboom, Concert Water-
lands Muziekgezelschap.
ook prima smaakt doch geen verwant
schap heeft met enig produkt van de
koe.
Overschakelen
Het is op deze manier, dat we in de
toekomst langzaam maar zeker zullen
moeten overschakelen op die nieuwe
voedselbronnen. De grondstoffen zullen
moeten worden verwerkt in voedsel-
vormen die ons bekend en vertrouwd
zijn. Daarnaast kunnen dan op den
duur nieuwe vormen worden gecre-
eerd, die na verloop van tijd misschien
aftrek vinden bij de consument. Het is
allemaal een kwestie van langzame
overschakeling en aanpassing. Als dat
gelukt kunnen we honger voorgoed
verbannen, maar dan is het wel nood
zakelijk dat we al ons technisch kun
nen aanwenden om een en ander zo
•snel mogelijk te realiseren. Want zoals
de zaken nu staan is spoed geboden,
aangezien de honger een grotere be
dreiging voor de mensheid vormt dan
een eventuele toekomstige kernoorlog,
die door een ieder zo gevreesd wordt!
WETENSWAARDIGHEDEN
DE OORSPRONG VAN HET
METRIEKE STELSEL
MEESTAL zonder er verder bij na te
denken werken we met onze maten en
gewichten, met onze meters, kilome
ters, grammen en kilogrammen, vol
gens het simpele tientailig-systeem dat
wij reeds als kind op school leerden.
Maar zo eenvoudig is het met altijd ge
weest. Onze verre voorouders hebben
het met de maten, gewichten en mun
ten heel wat moeilijker gehad en zij
moesten heel wat meer rekenen dan
wij.
Vroeger werkte men met geheel an
dere eenheden en omrekening van de
een naar de ander bracht de grootste
moeilijkheden met zich mee. Dit was
namelijk in veel gevallen nodig, omdat
de gebruikte maten en gewichten
meestal slechts van kracht waren voor
een bepaald geografisch gebied van
beperkte afmetingen. Kwam men daar
buiten dap rekende men daar prompt
met andere afwijkende maten. We be
hoeven hierbij alleen maar te denken
aan de „voet", die pei streek van ver
schillende lengte was.
Daarin heeft indertijd Napoleon ver
andering gebracht. In 1790 gaven de
leiders van de Franse revolutie de
Franse Academie voor Wetenschappen
de opdracht voorstellen te doen voor
de vervanging van de chaotische veel
heid van eenheden die in Frankrijk ge
bruikt werden. Zij vroegen om één sys
teem van maten en gewichten. De
Franse geleerden besloten toen dat een
dergelijk systeem niet gebaseerd zou
moeten zijn op door mensen gemaakte
en aanvechtbare basismaten, die zou
den kunnen vergaan of verloren of be
schadigd raken, doch op permanente
maten waarin de natuur voorziet. Als
eenheid van lengte werd gekozen het
1/40.000.000 deel van de equator. Deze
afstand werd nu de „meter" genoemd.
Als eenheid van gewicht zou worden
aangenomen het gewicht van een ku
bus met gedistilleerd water van een
bepaalde inhoud, bij normale atmosfe
rische druk en bij de temperatuur van
de maximale dichtheid. Aangezien men
de kubieke meter water een te grote
eenheid voor praktisch gebruik vond,
besloot men dat eenheid van gewicht
een kubieke centimeter water van vier
graden Celsius en een druk van 760
millimeter kwik zou zijn en men noem
de deze eenheid „gram".
Met betrekking tot de tijd stelde men
eerst voor de dag te decimaliseren en
de tijd dus ook te verwerken tot een
tientallig systeem. Doch uiteindelijk
aanvaardde men de traditionele secon
de stelde deze vast op het 1/86400 deel
van de gemiddelde zonnedag.
Zo kwam ons systeem van maten en
gewichten tot stand.
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Woensdag 10 mei a.s. worden de moe
ders van Oudeschild en Den Burg verwacht
Oudeschild van 13.00 - 13.45 uur; daarna Den
Burg tot 16.00 uur.
DROS Eierland C 49 - telefoon 233
TEXEL
OARAGE
COPYRIGHT STUDIO AVAN
74. Geschrokken draaiden Kid Sucker
en Wladimir Kotsof zich om, want met
hun in een langdurig spionnenleven
goed geoefende oren hadden ze de
PLOP onmiddellijk en duidelijk her
kend. „You 6tinking son-of-aYou
you schoot met een gun met een
sailenser! Met een knaldemper, een
knaldemper!!!" brieste Kid Sucker.
„Goed geraden, broer!" lachte de de
tective Shylock Hommeles, de revolver
weer in zijn binnenzak wegbergend.
„En nu zou ik jullie willen aanraden:
maak geen geheime foto's meer! En
maak vervolgens dat je wegkomt! Héél
snel en héél ver weg!"
„Dat nemen we niet!" briesten Kid
en Wladimir. „We laten ons niet door
de eerste de beste schietende burger
wegjagen! Wij zijn onderdanen van be
vriende mogendheden en wij genieten
bescherming van de politie!!"
„Ik weet het, ik weet het", lachte
brigadier Piet. „De politie beschermt
jullie, ook al gaat dat niet helemaal
van harte. Dat kost ze zó veel inspan
ning, dat ze nauwelijks nog tijd hebben
voor de belangen van onze eigen bur
gers op te komen. Daarom doe ik dat
nu maar, begrijp je wel? En als jullie
daarom niet gauw maken, dat je weg
komt, dan schiet ik jullie de volgende
keer de punten van je snor en zes
gaatjes in je hoofd! En nou. VORT"
Angstig dropen de twee geheime
agenten af en zonder erg dwaalden ze
samen op het Rijkhuyzer bos af.
„We komen er alleen niet, collega",
zuchtte toen Kid Sucker. „Zullen we
voorlopig maar samen doen? Als we
het geheim van de sportcomputer een
maal hebben, kunnen we altijd nog lo
ten wie hem krijgt. We kunnen er een
spelletje Mens-erger-je-niet om spelen.
De winnaar mag de computer dan mee
naar huis nemen".
„Onder één voorwaarde!" siste Wla
dimir. „Ik speel alleen als ik met de
RODE dopjes mag spelen!"
DOOR TO DORSSEN-VAN LOON
■nei
5 da;
37. 's Middags dronken ze thee. Hij
vroeg: Heb je bepaalde plannen?"
De vrouw schudde haar hoofd. „Wel-
ïee. Alleen maar wegbij hem van-
Ik heb alles meegenomen ze
wees naar de grote koffer dus heb
ik geld genoeg. Ik heb heel wat rente
en dividend tegoed. Gelukkig, dat ik
ook hier wat geld liet. Ik ben onafhan
kelijk. Ik zal natuurlijk voor mijn ver
blijf in jouw huis betalen".
„Eh.Mientje.op het moment,
dat je hier binnenkwam, werd het
weer jouw huiö, begrepen? Ik heb veel
aan jullie te danken, maar voorname
lijk aan jou. Als ik terugdënk aan die
zaterdag in mei 1940, toen ik nergens
meer heen kon. Jij zorgde terstond
voor me en hielp me in elk opzicht. En
dan wil jij over betalen praten? Moet
ik nijdig worden?"
Ze glimlachte. Terwijl ze zijn arm
greep, antwoordde ze: „Je bent geluk
kig niets veranderd. Nog immer dezelf
de lieve, hartelijke Max. God, jongen,
waarom is het zo met ons gelopen in
het leven? Waarom heb ik je niet
twintig jaar eerder ontmoet?"
Hij zuchtte. „Waarom.... Er zijn
zoveel waaroms in het leven, waarop
We nimmer antwoord krijgen.jij.
ik.ieder mens, neem ik aan. Laten
we er ons niet meer in verdiepen. Het
heeft zo weinig zin".
Ze wendde zich af. „Ik weet het,
Max. Misschien is het 't noodlot, dat ons
iedere keer naar elkaar drijft. Maar
waar moest ik anders heen? Reeds
vanaf de eerste dag, dat ik daar was,
ondanks het mooie huis, ondanks mijn
vriendelijke burenondanks alles,
verlangde ik terug naar hier. Naar m'n
geboortedorp, mijn huisje. Ik weet wel
het was niet goed, wat wij gedaan
hebben, maar.maar.die twee
dagen waren we toch gelukkig, Max?
Toen stond voor ons de wereld stil.
Misschien is al die narigheid nadien de
straf voor wat ik misdaan heb. De rest
van mijn leven zal ik wel gebonden
zijn aan.aan hem. Voor we weg
gingen hij beloofde er nooit meer
op te zullen zinspelen. Ik heb hem op
een avondof was het middag? Ik
weet het niet meer.Ik heb hem al
les opgebiecht. Vraag me niet, wat me
dat gekost heeft. Wij wilde alles, tot
in de kleinste bijzonderheden weten.
Ik voegde er nog aan toe: Dat zul je
wel niet kunnen begrijpen, dat wat
Max en mij naar elkander dreef. Dat
weten alleen degenen, die het zelf be
leven, ondergaan, wat dit inhoudt. En
je zult me daarom wel veroordelen
want veroordelen is niet moeilijk Be
grijpen, proberen je in de plaats van de
betrokkene te stellen, dat is veel moei
lijker. Hij zei naderhand, dat hij er
wel iets van kon begrijpen en dat hij
,een soort bewondering voor me had,
nu ik alles verteld had. Hij vond, dat
ik op de een of andere wijze ook moed
had bezeten. En daar had hij respect
voor. Hij wilde niet veroordelen. Hij
wilde opnieuw met me beginnen. Ik
was blij en dacht: Misschien is dit de
oplossing. Misschien lukt het. En als hij
maar niet zo gedronken haddan
zou het wel gegaan zijn. Ik wa6 bereid
om offers te brengen, veel offers des
noods. Ik had toch mijn dorp en mijn
land vaarwel gezegd? En jou? Hij
moest toch weten, wat dit allemaal
voor me betekende? Maar toen hij daar
eenmaal wasachwat geeft
het, of ik het opnieuw weer oprakel.
Gp het laatstik walgde van hem
ik werd misselijk, als ik zijn drank-
adem over m'n gezicht voelde. Dat een
man dit niet kan begrijpen.Er was
weer iets teruggekomen bij mij, als hij
me in zijn armen nam en kuste. Net als
toen we pas getrouwd waren. Hij wist
weer iets in me wakker te maken. Ik
dacht: daarmee moet je nu tevreden
zijn; een mens krijgt niet alles in het
leven, wat hij graag wil. Maar., maar
hij heeft het zelf opnieuw in me
gedood. Met zijn brute dronkenmans-
passie.Als hij al lang zijn roes uit
sliep, lag ik nog wakker, rillend van
schaamte en vernedering. Dat een man
niet bemerkt, dat hij zichzelf verdier
lijkt en verlaagttottot een
beestZe fluisterde de laatste
woorden.
De man klopte haar rustig op de
schouder. „Zet het van je af, Mientje.
Het is nu voorbij. Dat is het belang
rijkste".
In Hoogendijk bemerkte men het de
volgende dag: Mientje Oudkerk is weer
terug uit Amerika. Je weet wel, die
met Frans Sornee getrouwd is, van die
wagenmakerij. Zeker een paar weken
vakantie. Ik heb haar man nog niet ge
zien. Hadden ze niet een dochtertje? Ik
zag haar vanmorgen in het dorp
Ik kan niet zeggen, dat ze er florissant
uitziet.Nu ja, ze is ook een dagje
ouder geworden.
Reeds de tweede dag nam Mientje in
huis het heft in handen. „Beschouw je
hier maar weer als de huisvrouw net
als vroeger", raadde Max haar aan.
„Dan heb je wat bezigheid en heb je
geen gelegenheid om te piekeren. En
hoef ik niet meer in een hotel te eten",
voegde hij er lachend aan toe.
Een paar dag later zei ze plotseling,
nadat ze na het eten een sigaret rook
ten: „Waarom trouw je niet, Max?"
„Die Mientje.. ..ik ben eenenveer
tig.... weduwnaar met 'n zoon, die in
dienst is. Nogal een mooie partij".
Ze dacht; Ik wist het wel, jongen,
als ik vrij was. Met jou zou ik gelukkig
zijn. Maar we gaan niet weer opnieuw
beginnen onder deze omstandigheden.
Hoewel.als hij me in zijn armen
nam, zou ik verloren zijn. Dat weet ik.
Max Ellegers dacht daar evenwel
niet aan. Gelukkig had hij zijn werk
en ook na half zes, als het personeel
zich naar huis spoedde en de machines
waren stilgezet, bleef hij dikwijls een
paar uur doorwerken. Tot Mientje hem
opmerkzaam maakte op de tijd: „Max,
moet je niet eten? Zal ik het bij je
brengen?"
Dan kwam hij naar de kamer en
bleef doorgaans bij haar, wat babbelen
en lezen. Of luisteren naar de radio.
Een week ging voorbij, zonder dat
hij Attie Bengers meer 'had ontmoet.
Op een avond verontschuldigde hij zich
bij Mientje, zei dat hij weg moest en
wandelde naar de woning van de fami
lie Bengers.
Attie deed hem open en keek blij
verrast. „Zo? Kon je de weg nog vin
den? Kom verder".
Hij volgde haar naar de huiskamer,
die slechts verlicht was met een paar
schemerlampen. „Vader en moeder zijn
niet thuis", verduidelijkte ze. „Naar
een verjaardag".
„Moest je niet mee?"
Ze schudde haar hoofd. „Zakenrela
tie van vroeger. Ik vind het wel eens
leuk een avondje alleen thuis te zijn".
Hij kwam overeind. „Dan kom ik
dus niet erg gelegen.
Ze drukte hem terug in de stoel.
„Dat moest er nog bij komen. Ik vind
het juist fijn, dat je er bent". Ze keek
hem lachend aan. „Koffie?"
„Hoef je nooit te vragen".
„Nee, he? Ik ken je al zo'n beetje.
Twee minuten. Daar liggen sigaretten".
Hij keek het meisje na, tot ze door
de deuropening verdwenen was en stak
een sigeret op. Onwillekeurig maakte
hij een vergelijking tussen Attie en
Mientje. Mientje, de gerijpte vrouw,
die rimpels in haar voorhoofd had
gekregen, op wier gezicht je de sporen
van hetgeen ze doorleefd had, kon afle
zen. Maar desondanks een goed figuur
had. De vrouw, van wie hij veel had
gehouden, met wie hij jaren geleden
gedurende een aantal uren het hoogste
geluk had doorleefd tot in alles fines
ses. En Attie, de niet meer zo jonge,
desondanks gedistingeerde vrouw.
Slank en sportief. Met een expressief,
lief gezicht. Waarom was hij vanavond
plotseling hierheen gegaan? Verlangde
hij naar Attie? Wat was het, dat hem
opeens hierheen had gedreven?
(Wordt vervolgd)