BRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPUTER
„Eens komt het geluk"
PONTIAC
NUTSSPAARBANK
Reisdeviezen
Reischeques
Verzekeringen
BAKKER N.V.
Groeneplaats
Feuilleton:
flVEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 18 AUGUSTUS 1967
AL WEER DE RUIGE WEIDEN
Ook dit keer is de achtergrond van
dit artikeltje een telefoontje. Veel min
der vleiend als waarvan ik U een paar
ffeken geleden vertelde en waarin een
bepaalde Texelaar mij een pluim op de
hoed meen te te moeten steken voor
[Ojjn aandeel in het mooie gazon, dat
luj om z'n huis had.
De man, die me nu belde was veel
minder tevreden over de pennevruoh-
len in de rubriek voor Landbouw en
Veeteelt. Het was vooral het verhaal
tje, waarin ik een enthousiaste veehou
der iets liet zeggen over het voordeel
van het maaien van de ruige weiden,
dat z'n gramschap opwekte. Het is me
met mogelijk om woordelijk weer te
geven, wat de veehouder naar voren
bracht, maar het kwam hier op neer.
Met mijn artikeltjes over de ruige
weiden kon hij het helemaal niet eens
fljn. Mijn advies was in dit opzicht
helemaal mis en hij beklaagde de vee
houders, die dit advies opvolgden. Zelf
had hij een paar weken geleden een
paar perceeltjes „gebost", maar hij had
daar nu spijt van als haar op z'n hoofd.
De percelen, waar het niet was gebeurt
gaven de schapen n.l. nog iets te vre
ten, maar op de gemaaide percelen was
niets te vinden. Uiteraard heb ik ook
het mijne gezegd, maar onze stand
punten bleven ver van elkaar.
Een paar opmerkingen
In de eerste plaats dit. Het begrip
mige weiden kan wel wat verschillen.
Ür kan U wel zeggen, dat ik bij het
denken aan ruige weiden niet als van
zelf op het bedrijf van de veehouder
van het telefoontje terecht kom. Ik heb
dan heel andere gevallen op het oog.
Uc denk dan aan percelen grasland,
waar nu al weken lang een dik zwad
volkomen geel gekleurd gras op het
land staat. Gras, dat geen dier meer
wil vreten en waar het oude gras er
tevens de schuld van is, dat de goede
grassen verdwijnen. Mijn artikeltje
was dus niet m de eerste plaats be
doeld voor de betreffende veehouder.
Toch wil ik als tweedy opmerking
wel naar voren brengen, dat ook min
der erge gevallen om verbetering vra
gen, vooral als de aanwezigheid van
het oude gras een reden is om met de
stikstofbemesting te waohten. Mijn ge
sprekspartner liet duidelijk blijken,
dat hij er niets voor voelde om met
weersomstandigheden, zoals die de
laatste weken waren stikstof te
strooien. Het staat voor mij als een
paal boven water, dat hij hier mis is.
Juist dezer dagen bracht een andere
veehouder naar voren, dat de droge zo
mer, die we nu beleven minder funest
is voor de Texelse veehouders dan bijv.
de zomers van 1947, 1949 en 1959, om
dat heel veel veehouders er toe geko
men zijn om ook in een droge periode
door te gaan met de 6tikstofbemesting
Als derde opmeiking deze. Telkens
hoor ik van veehouders, dat het vee
opvallend goed tevreden is op kale
weiden, die door de stikstofbemesting
hun groene kleur behouden, oojc al is
de hoeveelheid gras uiterlijk maar heel
klein.
Tenslotte dit. Ik acht het heel nor
maal, dat op bedrijven met koeien en
schapen in deze tijd van het jaar de
schapen nog enige tijd weiden op per
celen, waar de koeien wat gras hebben
achtergelaten. Het zou inderdaad on
juist zijn om alle gras, dat nog over
is als de koeien naar een ander .perceel
gaan, direct af te maaien. De 6chapen
'kunnen hier nog heel wat gras tot
waarde brengen. Na het weiden van de
schapen dient de rest echter afgemaaid
te worden. Overigens moet wel worden
gezegd, dat het kwaad van de ruige
weiden vooral voorkomt op bedrijven
met een naar verhouding groot aantal
schapen en weinig rundvee
DINGEN OM AAN TE DENKEN
Inzaai van grasland na
stoppelknollenzaad
Voor inzaai van grasland wordt ook
wel gebruik gemaakt van de vroege
stoppel van stoppelknollenzaad. Daar is
ook wel reden voor. Het is een gewas,
dat vrij vroeg het veld ruimt en als
zodanig zeer geschikt.
Er kan aan deze voorvrucht echter
ook een bezwaar zijn verbonden. Vorig
jaar hebben we dit in één geval zeer
duidelijk waargenomen. Dit bezwaar is
het volgende.
Vóór en tijdens het oogsten komt er
ook bij een goede oogstmethode heel
wat zaad op de grond terecht. Dit zaad
gaat heel spoedig kiemen en dit is ook
duidelijk waar te nemen op deze per
celen. Gaat men zo'n perceel gebruiken
voor de inzaai van grasland, dan kan
deze opslag later een groot bezwaar
zijji. In het geval, waar ik hiervoor op
doelde was de ontwikkeling van de op
slag nl. zodanig, dat het gras- en kla
verzaadmengsel onvoldoende kansen
kreeg. Op heel wat plaatsen waren al
leen knollen en geen gras- en klaver-
planten te vinden. Het bleek nodig het
perceel als grasland af te schrijven.
Wil men deze stoppel toch gebrui
ken voor de inzaai van grasland, dan
zal het zaak zijn er voor te zorgen, dat
het grootste gedeelte van het stoppel
knollenzaad eerst de kans krijgt om te
kiemen. Het perceel moet daarvoor
voorlopig met rust worden gelaten, of
een zeer ondiepe bewerking met de
egge krijgen.
Als aangenomen kan worden, dat
vrijwel alle zaad is gekiemd, kan een
diepere bewerking volgen, waarna zo
spoedig mogelijk tot inzaai van het
gras- en klaverzaadmengsel kan wor
den overgegaan. We menen, dat bij
deze wijze van werken de kans op veel
opslag van herfstknollen veel minder
aanwezig is.
MuurontwikkcLing bij inzaai van
grasland
Vrijwel ieder jaar komen we geval-^
len tegen, waarbij in een pas ingezaai-B|
de weide veel muur voorkomt. Dit on-™
kruid kan flinke schade geven. Op een
Texels bedrijf, waar ieder jaar na de
oogst van de zomergerst een opper
vlakte nieuw grasland wordt ingezaaid
was het vorige herfst zeer erg met de
muurontwikkeling. Hoewel er zeer
goede middelen aanwezig zijn om muur
te bestrijden, werd er aanvankelijk
van' afgezien, omdat met het onkruid
ook de klaver zou verdwijnen. Toen
het tenslotte toch moest gebeuren raak
te de klaver toch weg en door de zwa
re muurbezetting waren ook de fijne
grassen verdwenen. Het resultaat is
een weide, die lang zo goed niet als
een eerste jaars weide kan zijn.
Zijn er mogelijkheden om ontwikke
ling van muur te voorkomen?
Niet eenvoudig
Als we hierover een paar opmerkin
gen maken, dan zijn we er ons van
bewust, dat dit antwoord niet meer
dan een zoeken en proberen is.
Van belang is het, dat het zaaibed
voldoende vast is. Hoe losser de grond
is, hoe groter de kans op ontwikkeling
van muur. We hebben meerdere keren
gezien, dat op de sporen van de tractor
later veel minder muur staat. Een
kwestie van vastere ligging. We moe
ten daartrij direct opmerken, dat in een
aantal gevallen het aandrukken van
de grond bezwaren kan geven met het
oog op stuifgevaar.
In de tweede plaats is het van belang
te zorgen voor een ideaal zaaibed. De
hele natuur is vol van de worsteling
om een plaatsje te krijgen, waar ge
leefd kan worden. Dit geldt voor men
sen, dieren en planten. De mens, het
dier of de plant die de beste kansen
krijgt, wint het uiteindelijk.
Gras. en klaverzaad heeft voorkeur
voor een fijn, goed aangesloten zaai
bed, het zaad moet niet te diep in de
grond komen en het is verder van groot
belang, dat er voldoende vocht is om
een directe kieming te krijgen. In die
omstandigheden mogen we een vlotte
kieming en eerste groei verwachten,
waarbij het gras en de klaver een slag
voor is op het onkruid.
Een derde punt. We brengen het met
een zekere schroom naar voren, omdat
dit punt in zekere zin ingaat tegen ad
viezen, die in het verleden werden ge
geven. Het is de kwestie van de stik
stofbemesting. Ons advies was altijd
om direct een bemesting te geven,
waarbij we een zekere voorkeur had
den voor een mengmeststof, die zowel
stikstof, fosfaat als kali bevat.
Nu is het voldoende bekend, dat het
onkruid muur buitengewoon reageert
Pontiac Hydraulica,
100% waterdicht
en condensproof
Kloek van vorm en toch elegant.
Uiterst nauwkeurig.
op een stikstofbemesting. Dit onkruid
wordt wel beschouwd als een aanwij
zing, dat de grond stikstof rijk is. In
zekere zin gaan we dus met een stik
stofbemesting de groei en ontwikkeling
van muur bevorderen. We achten het
daarom niet onmogelijk, dat door het
weglaten of verminderen van de stik
stofgift het gevaar van overheersing
door muur kan worden tegengegaan.
Het lijkt ons daarom gewenst, dat op
bedrijven, waar de ontwikkeling van
muur in het jonge grasland een pro
bleem is, in deze zin proeven worden
genomen.
Het zou best mogelijk kunnen zijn,
dat de stikstofbemesting nog kan wor
den gegeven als gras en klaver goed
boven de grond staan. Indien op dat
moment de ontwikkeling van muur
van weinig of geen betekenis is zal de
stikstof waarschijnlijk minder invloed
hebben op de ontwikkeling van muur
en aan het gras een stimulans geven,
waardoor wordt voorkomen, dat muur
gaat overheersen.
Oude en nieuwe ervaringen
gevraagd
We zullen het zeer op prijs stellen
als men ons over dit onderwerp goede
ervaringen uit voorgaande jaren wil
doorgeven. Als men naar aanleiding
van dit artikeltje proeven gaat nemen,
dan doet U er Uw collega's en ons een
dienst mee als U het resultaat daarvan
aan ons doorgeeft.
Uit het voorgaande hebt U al wel
bemerkt, dat het hier echt geen zaak
is, die wij weten en met een zeker ge
zag aan U door kunnen geven. Het is
een zoeken en proberen, waar zowel
boeren als voorlichters mee bezig moe
ten zijn.
VERTROKKEN PERSONEN
Klaas J. van der Kooij, van Ooster
end, Peperstraat 29 naar Wonseradeel,
Makkum, Schokkerweg 11; Leentje N
Broekman, ev. Van der Kooij, van De
Waal, Hogereind 44 naar Wonseradeel,
Makkum, Schokkerweg 11; Romkje
Vis, van De Koog, Ruijslaan 22 naar
Zaandam, Hemkade 22; Johannes J
Ran, van Den Burg, Julianastraat 6
naar Amstelveen, Eleonore Roosevelt-
laan 79; Joop van Hoorn, van De
Cocksdorp, Kikkertstraat 59 naar
Arnhem, Spijkerstraat 156; Jacob
Voorthuijzen, van De Cocksdorp C 103
naar Den Helder, Het Nieuwe Diep 5,
Joannes S. Hin, van Den Burg, B 109a
naar Edam, Voorhaven 158; Janke C.
M. Kloosterman, van De Koog, Ruijs
laan 4 naar Baarn, Groeneveld 25;
Focko IJ. Plantinga, van Den Burg,
Burgerhoutstraat 18 naar Bergen, Jan
van Oldenburglaan 47; Gerdina J.
Grisnigt, ev. Bakker, van Den Burg,
Schilderend 87 naar Zuid-Laren,
Schutsweg 30.
S.V. TEXEL
Zondag a.s. starten we dan met ons
oefenprogramma voor het nieuwe sei
zoen. Er zijn drie wedstrijden vastge
steld, zodat we een overzicht kunnen
krijgen van %lle beschikbare spelers.
Alcmaria Victrix-Texel, half drie;
WGW comb.-Texel comb., half 3
Texel comb.-Oosterend comb., half 11.
Op 10 september begint de compe
titie voor het eerste en op 3 september
voor de afdelingselftallen.
Voor het vierde moeten er nog een
paar spelers bijkomen. T.C.
BURGERLIJKE STAND VAN TEXEL
van 9 tot en met 15 augustus 1967
Geboren: Corina, dv. Comelis Roe
per en Elisabeth M. H. van Leersum;
Esther Desirée, dv. Robert H. Blom en
Maria Bonneveld; Eveline Alida, dv.
Willem P. van Leersum en Cornelia
Koorn; Maaike Christina, dv. Sijbrand
van der Vis en Ymkje Tel.
Ondertrouwd- Nicolaas Bakker en
Annetje S. Bakker; Willem Bol en
Marina van der Vis.
Overleden: Jannetje Maat, wv. Yetze
Al'kema, oud 71 jaar.
INGEKOMEN PERSONEN
Ane Huisman met echtgenote, van
Gaasterland, Balk, Mr. C. J. Tromp
straat 37 naar De Cooksdorp C 55;
Maria C. Broekman, van Alkmaar,
Nassauplein 17 naar De Waal W 3;
Félicie M. M. de Groot, van Alkmaar,
Emmastraat 1 naar Den Burg, Hoger-
straat 9; Lammerdina L. Eijkhusen,
van Schiedam, Nassaulaan 23 naar De
Cocksdorp, Kikkertstraat 1; Walter E.
Grabowskd, met gezin, van Duitsland,
naar Den Hoorn, Klif 8; Joke Horse-
ling, van Amsterdam, H. Jacobszstraat
34 III naar Den Burg, Schilderend 101.
ZON, MAAN EN HOOG WATER
De zon komt 20 augustus op om 5.31 uur
en gaat onder om 19.55 uur; 23 augustus op
om 5.36 uur en onder om 1949 uur.
Maan: 20 aug. V.M.; 28 aug. L.K.
Hoog water ter rede van Oudeschild:
18 aug. 7.14 en 19.35; 19 aug. 8.15 en 20.31;
20 aug. 9.05 cn 21.17; 21 aug. 9.45 en 21.53;
22 aug. 10.16 en 22.20; 23 aug. 10.46 en
22.43; 24 aug. 10.10 en 23.08; 25 aug. 11.32
en 23.29; 26 aug. 11.55 en 23.52.
Aan bet strand ongeveer een uur eerder
hoog water.
OPENINGSTIJDEN
OPENBARE BIBLIOTHEEK
De openingstijden zijn
Maandag: 10.00 tot 12.00 uur;
Woensdag: 19.30 tot 21.30 uur;
Donderdag: 15.30 tot 17.30 uur.
Vrijdag: 14.30 tot 15.30 uur en 19.30 tot
21.30 uur.
Jeugd: woensdag van 14.30 tot 17.30
uur en vrijdag van 15.30 tot 17.30 u.
98. De volkscommissaris en de kleine,
geheime agent dronken elkaar herhaal
de malen toe, totdat tenslotte het mo
ment gekomen was, dat W. I. Oms-
komsk moest zeggen: „Nu zijn de fles
sen leeg, kameraad Kotsof!"
Laten we dus nu de kist gaan ope
nen. Dat is de logische volgorde. Kom!
Volg me!"
En met forse, zelfbewuste tred wan
delde hij voor de kleine Wladimir uit,
en hij was héél wat van plan: dat kon
je duidelijk zien.
„Hahaaa! Nou zullen we die fraaie,
Japanse uitvinding 'es even uit haar
kistje halen", grinnikte Wasilew. Met
een forse zwaai opende hij de kist, doch
toen was het hem alsof zijn wereld met
één klap in elkaar stortte. „LEEG!!"
huilde hij woest. „DE KIST IS LEEG"
brulde hij. „Wladimir! Je hebt me be
drogen!!"
De kleine Wladimir sloeg verbijsterd
de handen voor de ogen, sprong als een
bal omhoog, doch kromp toen sidde
rend ineen. Intussen stak brigadier
Piet zijn hoofd voorzichtig een eindje
tussen de gordijnen uit en nam ver
heugd het vrolijke tafereeltje waar, dat
zich voor zijn ogen begon af te spelen.
door Henk van Heeswijk
24. HOOFDSTUK VIII
„Geert, jongen, drink niet zoveel...."
De volgende dag maakte Geert de
papieren in orde, welke nodig waren
voor het huwelijk. Tevens schreef hij
naar zijn ouders een brief, waarin hij
over zijn voorgenomen trouwplannen
sprak en een foto van zijn aanstaande
vrouw insloot. Hij had gevraagd of
beiden zouden willen overkomen naar
Texel, zodat zij dan met Nel zouden
kunnen kennis maken, of dat ze anders
oen volmacht zouden sturen. Nel was 's
morgens naar het weeshuis gegaan en
bad de vader verteld van haar plan om
te hertrouwen. Deze was daarover zeer
verwonderd geweest, maar toen ze zo
bet een en ander over Geert verteld
bad en hem duidelijk maakte, dat ze
ook voor haar werk in de zaak man
nelijke hulp nodig had, kon hij niet
andei-s doen dan toegeven, dat ze in
deze niet beter kon handelen. Ze sprak
nog met de vader af, dat ze 's middags
een poosje met haar aanstaande man
naar Den Burg zou komen, zodat bei
den met elkaar konden kennismaken.
Ook vroeg ze of ze tot haar huwelijk
in het weeshuis kon overnachten, dan
bleef Geert in het café. Vanzelf vond
de vader ook dat goed.
Onderweg, op de terugreis naar Ou
deschild, overlegde ze nog bij ziohzelf,
hoe haar aanstaande schoonouders het
huwelijksplan van hun zoon zouden
opnemen. Ze kende ze niet anders dan
wat Geert over de beide oudjes had
verteld en inWendig verzuchtte ze: Als
er van die kant maar geen moeilijk
heden komen.
Hoe komt een gerucht in de wereld7
Het is niet bekend en het zal door de
eeuwen heen wel nooit precies uitge
vonden kunnen worden, wie de eerste
zegsman in dergelijke gevallen is. Ook
het voorgenomen huwelijk van Geert
en Nel was in het 'kleine vissersdorpje
aan de haven van Texel spoedig uitge
lekt en toen Nel na haar bezoek aan
het weeshuis terugfietste in het smalle
straatje, werd ze al bijna van het rij
wiel afgetrokken door een paar al te
hartelijke buurvrouwen, die haar met
alle geweld wilden feliciteren en de
eersten wilden zijn. Nel nam verbaasd
en enigszins kregel de hulde in ont
vangst en vroeg: „Maar hoe weet jullie
het? Heeft Geert het verteld?"
De vrouwen lachten geheimzinnig.
Nee, Geert hadden ze nog niet gezien,
laat staan gesproken. A propos, waar
was hij? Neen, van wie ze het wisten,
dat vertelden ze met, dat was nou hun
geheim
Het gerucht ging als een lopend
vuurtje door het kleine dorpje. Voor
de middag waren er al tientallen vaste
bezoekers, maar ook velen, die anders
nooit in het café van Blonde Nel kwa
men, binnengelopen om beiden te fe
liciteren en tevens hopende op een
„gratis oorlam", zoals Aris het lachend
brutaalweg uitdrukte. En diezelfde
avond was het kleine zaaltje van Nel's
café stampvol. Geert had handen vol
werk om alle bestellingen vlot uit te
voeren en af en toe moest zijn aan
staande vrouw een handje helpen.
In de late namiddag, toen het al
begon te schemeren, waren ze beiden
op de fiets gestapt en hadden Den
Burg opgezoéht, waar Nel haar aan
staande man aan de vader van het
weeshuis had voorgesteld. Men had een
uurtje genoeglijk met elkander zitten
keuvelen; de weeshuisvader bleek in
zijn jonge jaren machinebankwerker te
zijn geweest, zodat de beide collega's al
spoedig in een diep dispuut verzeild
waren geraakt. Nel was intussen naar
de eetzaal getogen, waar ze de moeder
en de kinderen een poosje gezelschap
hield. De indruk, die Geert bij Nel's
pleegouders had achtergelaten, was een
heel goede geweest.
Geert was die avond door het drukke
werk en de benauwde atmosfeer in de
zaal erg dorstig en dronk meer bier
dan hij gewoonlijk deed. Meestal be
paalde hij zich tot één of twee glazen,
die hij dan van één of andere vaste
klant kreeg. Dan zat hij gewoonlijk een
poosje bij de gever aan het tafeltje te
praten over de dingen van de dag, of
ze zaten met z'n vieren te kaarten en
ook dan dronk hij wel eens een glas.
Maar van avond had hij bijzonder veel
dorst. Nel, die het te druk had bij de
bierpomp en dikwijls ook zelf nog
mee moest helpen bedienen, was dit
ontgaan. Toen eindelijk ver na slui
tingstijd de laatste klant de deur uit
was geloodst, draaide Geert de lichten
uit en beiden vielen vermoeid in de
keuken op hun stoelen.
,,'t Is maar goed, dat we niet iedere
dag verloofd zijn, want dan zou 't ons
waarschijnlijk te druk worden. Je zult
wel moe zijn, nietwaar Geert?"
„Moe? Dat is niet zo erg", ant
woordde hij, „maar ik heb nog een
prachtdorst. Ik geloof, dat ik nog een
glaasje bier ga drinken".
Onzeker stond hij weer op en wilde
terug naar de zaal. Nel schrok en pakte
heb bij de arm. Met een scherpe, ver
wonderde blik keek ze hem aan.
„Geert", riep ze uit, „je lijkt wel
dronken! Heb je zoveel op vanavond?"
„'Dronken", wierp hij tegen, terwijl
hij weer in z'n stoel terugviel, „dron
ken? Ben je gek meid. Waarom zou ik
dronken zijn? Ik heb alleen erge dorst.
Dat is alles en als je dorst hebt, ben
je toch niet dronken?"
Nel fronste de wenkbrauwen. „Drink
wat water", zei ze beslist, „en ga naar
bed".
„Naar bed? Ik moet jou toch nog
naar Den Burg brengen? Wat heb je
nou op bed? Daar sterven de meeste
mensen. Geef ze eens een zoen.
„Je gaat naar bed en ik ga alleen
naar Den Burg", zei ze op een toon, die
geen tegenspraak duldde. „Vooruit,
Geert", ze pakte hem bij de schouders
en trachtte hem overeind te zetten, „ga
nu naar bed".
„En jou dn de nacht alleen naar Den
Burg laten fietsen? Geen sprake van",
gebaarde hij 'komisch.
„Je kunt me nog meer vertellen, m'n
jongen", antwoordde Nel resoluut. „I'k
ga alleen naar Den Burg; ze zullen me
onderweg niet opeten. Ik ben mans ge
noeg om op m'n eigen te letten. En jij
W. I. Omskomsk kreeg namelijk een
aanval van afschuwelijke en woedende
razernij, en haalde bliksemsnel een
karwats uit zijn zak, een bekend in
strumentje in Barroesja, waaraan men
daar grote, opvoedkundige waarde toe
kent. Daarmee begon Wasilew in blin
de woede op de kleine Wladimir los te
ranselen. Eilaas...., in blinde woede
ziet een mens niet veel en dus troffen
Wasilew's slagen nauwelijks doel. Met
grote, angstige sprongen wist Wladimir
aan het geweld van zijn baas te ont
komen en het enige, wat Wasilew be
reikte, was dus een flinke schade aan
het interieur
naar boven, vooruit. Ik ben nog niet
getrouwd, dus ik ben nog baas in huis.
Vooruit!"
Geert schrok van die toon en ont
nuchterde half. Na nog een paar malen
tegemgeprutteld te hebben, liet hij zich
ten slotte overreden en enkele minuten
later lag hij, slechts ontdaan van z'n
schoenen, boord en das in z'n bed. Nel
wachtte nog even tot ze hem rustig
hoorde ademhalen, daarna ging ze
naar beneden en vertrok op de fiets
naar Den Burg.
Toen ze de volgende morgen in het
huisje terugkeerde, bleek Geert nog
niet op te zijn. Ze liep naar boven toe
en tikte op de deur van z'n slaapka
mer.
„Geert, jongen, wordt-es wakker; 't
is al ruim negen uur, Geert!" Onge
duldig roffelde ze nog eens op de
deur.
„Ja", klonk een doffe stem aan de
andere kant. „Kom d'r maar in; ik lig
nog op bed".
Nel draaide de deurknop om, opende
de deur en trad binnen. Even bleef ze
in de opening staan en barstte toen in
een lach uit. Geert zat half-opgericht
in bed, met z'n rug tegen het kussen.
Hij had een natgemaakte zakdoek bij
wijze van compres op z'n voorhoofd
gelegd, waar bovenuit de verwilderde
haardos scherp zwart afstak. Een treu
rige uitdrukking op z'n gezicht com
pleteerde het geheel. Somber keek 'hij
naar z'n lachende verloofde, die, in
tegenstelling met hem zelf, Hollands
welvaren scheen. Haar gezicht was
rood van de morgenwind en een paar
weerbarstige pieken kwamen ondeu
gend van onder haar hoofddoek te
voorschijn. (Wordt vervolgd)