Mobiel teststation van
Veilig Verkeer komt op Texel
Dood moeten ze
BRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPUTER
„Eens komt iet geluk"
Op Texel één auto op acht personen
W eggebruikers
kunnen gratis
gezicht en reactie
laten testen
LANDBOUW «n VEI
T
Feuilleton
TWEEDE blad
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 22 SEPTEMBER 1961
Op uitnodiging van de afdeling Texel
van het Verbond voor Veilig Verkeer
komt maandagmiddag 25 september
het Mobiele Teststation van het Ver
bond naar Den Burg. Gedurende de
drie volgende dagen zal iedere wegge
bruiker in de gelegenheid worden ge
steld met behulp van de in het station
aangebrachte apparatuuj het gezichts
vermogen en de reactiesnelheid te tes
ten. Het onderzoek is k>stenloos. De
genen. die er zich aan onderwerpen
krijgen na afloop een schriftelijk rap
port en zonodig het advies om
zich met de huisarts in verbinding te
stellen.
In de zeven meter lange wagen is
een Ortho-Rater testapparaat opge
steld, waarmee kan worden nagegaan
hoe het gezichtsvermogen is met be
trekking tot gezichtsscherpte, oogstand,
afstand- of dieptewaarnening en
kleurgevoeligheid. Verder ii er een
Nykto-testapparaat, waarme kan
worden nagegaan of het oog op de
juiste wijze en binnen de daarvoor toe
gestane tijdslimiet na verblinding door
een „tegenligger" zich aanpast. Ver
blinding wordt op verantwoorde wijze
gesuggereerd door de ogen aan een in
tijdsduur variabel en fel lichtsschijnsel
bloot te stellen. In overleg met des
kundigen wordt als gemiddelde tijds
duur van verblinding ongeveer één
minuut aangehouden. Voorts wordt ter
bepaling van het gezichtsveld van
uitermate groot belang voor het weg-
beeld gebruik gemaakt van een
peri-meter. Tenslotte worden de proef
personen onderworpen aan een reactie-
snelheidstest, waarmee wordt nage
gaan of de weggebruiker binnen Je
daarvoor toegemeten tijd reageert op
bepaalde optische signalen, door het
gebruiken van gas-, rem- en ontkoppe
lingspedaal.
Voor het mobiele Teststation bestaat
grote belangstelling. Tot dusverre heb
ben ruim 32.000 personen hun gezichts-
en reactievermogen laten testen. Een
groot percentage daarvan, 40%, werd
geadviseerd zich tot een arts te wen
den.
Het bestuur van dc Texelse afdeling
verwacht ook op Texel, waar de wagen
voor het eerst komt, een grote toeloop.
Het tcststation zal dinsdag, woensdag
en donderdag, 26, 27 en 28 september
achter de Waag op de Vismarkt zijn
opgesteld. De openingstijden: dinsdag
10 - 12 u.; 14 - 17.30 u. en 19 - 21 u.
Woensdag 13 - 17.30 u.; 19 - 22 u. Don
derdag 10 12 u. en 13 - 17 uur.
rubriek voor
On«l(T rt'daMir
t.'
Ci >un
U zult dc „kreet", die boven it ar
tikeltje staat nog wel herinnere. En
kele jaren geelden verscheen hij egel-
matig in de Texelse Courant. He ging
er toen om het leger ratten, di ons
eiland bevolkte wat kleiner te laken
en liefst helemaal op te ruimenÉr is
toen wel iets bereikt, maar er kariekcr
niet gespreken worden van eenlver-
slagen leger". Getuige het voinde
verhaal. 1
„Lieve diertjes"!
Een telefoontje van iemand, diien
bedrijf leidt, al is het in dit gevaöan
geen landbouwbedrijf. „Kunt U Ins
nog aan rattenvergif helpen. Het ihp
het ogenblik heel erg. Het zijn er Ut
enkelen, maar grote aantallen. En te
zijn zo mak, dat ze je op 2 meterF-
stand rustig zitten aan te kijken.U
zou geneigd zijn om te zeggen, dat fc
lieve diertjes zijn".
Ik kan U wel zeggen, dat dit „liev
ah het over ratten gaat tij mij ni
over de lippen kan komen. Ik had jui
die morgen een kanjer van een rat o;
de deur zien scharrelen eni k schaal
me niet om te zeggen, dat de griezel
me over de rug liepen. En met ces
zekere angst controleer ik 's avonds o
de deur van ons huis wel goed dicht is oppervlakte van het bedrijf van
In de veronderstelling, dat de meest* bedoelde boer is zodanig, dat de mees
lezers de „griezels" beter kunnen aan-l^e voorlichters direct zullen zeggen
voelen als het „lieve" schrijf ik deze^11 eenmansbedrijf. En we denken dan
regelS- met alleen aan de oppervlakte, maar
ook aan de veebezetting en de gewas-
Opletten is de eis ;en op het bouwland. We zijn er van
>vertuigd, dat veel Texelse boeren een
Het moment, dat rattenbestrijding lergelijk bedrijf alleen „runnen" en
actueel wordt is er nu weer. Als de an nog wel bereid zijn om te verkla-
omstandigheden op het veld minder ?n, dat ze geen „slavenleven" hebben,
gunstig worden voor dit ongedierte, In dit geval werd het werk niet door
trekken ze op naar de plaatsen, waar n man gedaan, maar waren er regel-
vreten. Als U ze iets te eten wil geven,
laat het dan „voedsel" zijn, wat tevens
het laatste maal voor dit ongedierte
beteken.
Wij kunnen U daar niet meer aan
helpen. De Dienst Gemeentewerken op
ons eiland stelt nu goede middelen om
ratten te bestrijden gratis beschikbaar.
En terecht. Het is een gezamenlijk
Texels belang, dat het aantal ratten op
ons eiland zo laag mogelijk blijft.
Want al lijken het in de ogen van som
migen misschien „lieve diertjes", het
zijn „griezelige rovers". En daarom:
Doe er wat aan
IEDEREEN OP EIGEN WIJS
Enige tijd geleden vertelde ik onder
deze zelfde kop iets over gesprekken
met een tweetal boeren. De ene boer
deed al het mogelijke om tot een flink
inkomen te geraken, de andere boer
was daar zeker niet onverschillig voor,
maar hij wilde heel zwaar laten wegen,
dat je toch ook „deel van leven" moet
hebben.
Enkele dagen geleden had o.g. weer
eens een gesprek over deze zaken met
een Texelse boer en ik wilde u daarvan
graag iets meer vertellen.
Een „eenmansbedrijf"
ook volwassen en het zou ons niet ver
wonderen als ook dan beide werk
krachten op het bedrijf blijven.
Is dit „verantwoord"
In ons gesprek heb ik de boer ge
vraagd of hij het inkomen, dat op deze
manier uit het bedrijf te halen is, vol
doende vond. Op die vraag kwam de
wedervraag: „Wat vindt u voldoende?"
Ik heb toen een bedrag genoemd, dat
naar mijn mening normaal moest zijn
als beloning voor de arbeid van een
volwaardige arbeidskracht plus het
loon voor de zoon. Het verwonderde
mij niet, dat de betreffende boer moest
verklaren, dat hij daar niet aan toe
kwam. Het bedrag, dat hij als gemid
deld inkomen noemde was naar mijn
mening niet zo veel hoger als het in
komen, dat ik normaal vind voor een
bedrijf, waar het werk werkelijk door
één man wordt gedaan.
Zowel naar oppervlakte als naar
veebezetting en bouwplan was dit een
bedrijf, waar het werk in de meeste
gevallen door één man wordt gedaan
en het inkomen is daar dan ook naar.
Wat als voorlichter zeggen
Het is beslist niet zo, dat wij als
voorlichter de taak hebben onze „klan
ten" aan te sporen tot harder werken
om daardoor tot een hoger inkomen te
komen. Als men dat denkt, is dit be
slist een misvatting.
In het verdere gesprek met deze boer
bleek, dat hij persoonlijk goed tevreden
was met dit inkomen en dat de eisen,
die een mens aan het leven kan stellen
in zijn geval voldoende gehonoreerd
werden. Hij verlangde eigenlijk niet
meer. En wat de arbeidsbezetting be
treft was zijn commentaar: „Alleen is
ook maar alleen".
U kunt van mij aannemen, dat de
meeste voorlichters en in ieder geval
•de redacteur van deze rubriek, in zo'n
geval zeker niet gaan aandringen op
bedrijfsveranderingen, die tot doel
hebben door harder werken het inko
men omhoog te brengen. In dit geval
sta ik volledig achter de zegswijze
„Een tevreden mens is een gelukkig
mens".
Wat wel onze taak is
Stel u voor, dat deze zelfde boer bij
ons was gekomen met de vraag: „Wat
moet er in mijn bedrijfsopzet verande
ren om meer te gaan verdienen, want
ik vind, dat mijn inkomente laag is?"
Dan zou de voorlichter wel iets ge
zegd hebben. Er zou zeker gesproken
zijn over de mogelijkheid om de eigen
arbeidskracht tijdelijk op een ander
bedrijf te laten werken en een gedeelte
van het eigen werk, voorzover dat no
dig was, door een loonwerker te laten
In 1966 steeg op Texel het aantal
auto's van 1220 tot 1372 of met ±12%.
In 1965 bedroeg de toeneming 20%
Op iedere 8 inwoners van Texel is
thans 1 auto aanwezig. Het gemiddelde
voor het gehele land bedraagt eveneens
1 auto per 8 inwoners.
In vergelijking met een aantal ge
meenten in de Kop van Noord-Holland
was de auto-dichtheid (aantal inwoners
per auto) als volgt
doen. Misschien zou er gesproken zijn
over vergroting van de stalruimte,
waardoor meer melkkoeien konden
worden gehouden. Een zwaardere stik
stofbemesting met de mogelijkheid van
een zwaardere veebezetting. Misschien
zelfs wel de overweging om het bedrijf
te „vergroten" door het houden van
mestvarkens of fokzeugen.
De vraag naar de mogelijkheid van
vergroting van het inkomen krijgen
wij meermalen. En het feit, dat onze
voorlichting vooral daar op gericht is,
is er de schuld van, dat voorliohters
'heel vaak betiteld worden als „opja-
gers".
Het is intussen ook een volkomen
„eerlijke" zaak als iemand er naar
streeft zijn inkomen te verhogen. De
een stelt nu eenmaal andere eisen aan
het leven dan de ander. En het zou on
juist zijn om de man, die zijn best doet
om tot een hoger inkomen te geraken
een materialist te noemen.
Geen taak op dit bedrijf
Misschien denkt u, dat voor ons als
voorlichters op een bedrijf als ik hier
voor bedoelde, geen werk ligt. Zo is het
zeker niet. De bedoelde boer had in
ieder geval een andere mening. Bij het
afscheid zei hij: ,,'k Hoop, dat je gauw
nog eens om een praatje komt." Zelf
ben ik ervan overtuigd, dat zo'n be
zoek ook voor de voorlichter van wear-
de is. In de eerste plaats als omdat het
een genot is cm te bemerken, dat er
ook tevreden mensen zijn. In de tweede
plaats is het een plezier om eens rond
te kijken op een bedrijf, waar het met
de verzorging van dieren, gewassen,
erf en gebouwen prima in orde is.
En in de derde plaats; U moet nu
ook niet gaan denken, dat het deze
man totaal onverschillig is wat zijn in
komen is. Dat bleek wel uit de opmer
king, dat hij, als daar de kans toe was,
nog graag een paar bunder land in de
onmiddellijke omgeving aan zijn be
drijf zou willen toevoegen. Deze man
is dus zeker niet ongevoelig om te luis
teren naar adviezen, die het bedrijfsre
sultaat kunnen verbeteren, als zijn
standpunt, dat een mens toch deel van
leven moet hebben, niet ondersteboven
wordt gegooid.
1960 1965 1966
Texel 22 9 8
Den Helder 30 11 9
Wieringen 20 11 9
Wieringermeer 13 7 7
Anna Paulowna 20 11 9
De verschillen in autodichtheid wor
den steeds minder. Enkele gemeenten,
die geïsoleerd liggen, blijven achter.
Dit zijn thans nog uitsluitend de (vroe
gere) eilanden. Wat isolement betreft
mogen wij Texel daartoe al niet meer
rekenen.
1960 1965 1966
Texel 22 9 8
Vlieland 90 31 19
Terschelling 38 12 11
Ameland 88 18 15
Schiermonnikoog 196 43 28
Marken 198 53 45
Urk 120 32 23
Uit deze cijfers blijkt dat Terschel
ling niet te klagen heeft over de auto
dichtheid van de eigen bevolking. De
dichtheid is er thans dezelfde als op
Texel in 1964. Ameland verkeert thans
in een situatie die overeenkomt met
Texel omstreeks 1962. Voor de huidige
cijfers van Vlieland en Schiermonnik
oog moeten we wat Texel betreft te
ruggaan tot 1961 resp. 1957.
Ten overvloede voegen wij hier aan
toe dat van de Waddeneilanden alleen
Vlieland en Schiermonnikoog van hun
eigen autodrukte genieten. De andere
eilanden, in het bijzonder Texel en
Terschelling, worden bovendien in de
zomermaanden onveilig gemaakt door
auto's die elders hun domicilie hebben.
Tot slot nog een nadere detaillering
van het gehele Texelse motorrijtuigen
park in 1965 en 1966.
1965 1966
Personenauto's 1220 1372
Vrachtauto's 122 124
Bestelauto's 177 178
Speciale voertuigen 13 14
Autobussen 12 12
Motorrijwielen 90 88
Scooters 51 53
GEMEENTE DRAAGT GROND OVER
AAN WONINGBOUWVERENIGING
Ten behoeve van de door de fa. C.
Duin aan de Hallerweg en Jac. P.
Thijsselaan te bouwen 22 woningwet
woningen heeft de gemeenteraad
besloten 4716 m2 bouwgrond in
eigendom over te dragen voor
ƒ94.320,verhoogd met de kosten van
overdracht en met ƒ4900,wegens met
de bouw samenhangende kosten, zoals
aanleg verharde voetpaden en extra
riolermg. Verder wordt voorgesteld aan
de woningbouwvereniging een crediet
van 627.548,beschikbaar te stellen,
gespecificeerd als volgt: voor grond-
kosten ƒ103.922,voor de bouw der
woningen 523 626,
in de winter nog wel iets te halen is.
Of er inderdaad iets te halen is,
hangt van ons allemaal af. Waak er
voor, dat de ratten niet overal te kust
en te keur hun maag kunnen vol-
atig twee arbeidskrachten, waarbij
•:er in aanmerking moet worden ge-
men, dat het een niet volwassen „ei-
k" kracht was. Het zal niet zoveel
en duren of deze „eigen" kracht is
105. Wasilew I. Omskomsk werd krijt
wit en sprong dreigend op brigadier
Piet af. „Geef onmiddellijk die spoel
hier!" brulde hij. „Onmiddellijk!!"
Maar de brigges trok snel zijn pistool
en zei snijdend: „Terug, jij! Dadelijk
terug, of ik schiet! En als ik schiet, dan
6chiet i'k raak!"
Tegen de dreiging van vuurwapens
was ook W. I. Omskomsk niet bestand
en dus week hij achteruit om aan zijn
schrijfbureau te gaan zitten. „Zo is het
goed" zei brigadier Piet. „En vertel jij
nou maar eens waarom jij het zo naar
COPYRIGHT STUDIO A\
vindt, dat ik die 9poel in mijn zak heb
gestopt. Voor mij is die spoel namelijk
héél belanrgijk, zie je. Alles staat er
immers op. Ook je gesprek met de
kleine Wladimir".
..Er staat nog iets véél belangrijker?
opantwoordde Wasilew schor.
„En daarom moet je mee die spoel te
ruggeven. En ik ben bereid je er een
hoge beloning voor te geven.
„Niks beloning", zei de brigges. „En
zal ik je nou nóg eens wat vertellen!
Jij bent vast een gemenigheidje met
mij van plan!"
..Ik!?" riep Wasilew onschuldig uit.
„Hoe kom je daór nou bij!'"
„Als jij geen gemenigheidje van
plan was, dan zou je me nóóit verteld
hebben, dat er iets nog veel belang-
rij'kers op die spoel stond", antwoord
de de brigges streng. Eilaas, hij merkte
niet, dat Wasilew intussen op een ge
heim knopje drukte. En wat daar het
gevolg van was, is op het plaatje dui
delijk te zien: uit allerlei hoeken en
gaten kwamen plotseling geruisloos
handelende lijfwachten te voorschijn,
de een nog grimmiger dan de andere.
door Henk van Heeswijk
33. De politieman, die wel meer derge
lijke gevallen aan de hand had gehad,
beloofde haar een onderzoek te zullen
instellen en het zo discreet mogelijk te
houden, opdat men er op Texel niets
van te weten zou^ 'komen. Natuurlijk
was het op Texel'bekend geworden, dat
Geert weg was, maar Nel had alle
praatjes en veronderstellingen de kop
ingedrukt, door te vertellen, dat haar
man niet wennen kon op het eiland en
nu een poosje naar familie was op het
vasteland en de eilanders hadden dat
aangenomen, wetende, dat Geert een
vastelander was en nooit erg goed op
Texel had kunnen wennen vooral in de
winter niet. De Amsterdamse recherche
was er op uitgestuurd maar wist na
tuurlijk niet dat Geert onder een ge
fingeerde naam in de hoofdstad ver
toefde. Wijselijk had hij een andere
achternaam opgegeven en de controle
in de Amsterdamse logementen was,
wanneer er niets bijzonders gebeurde,
niet zo erg nauwkeurig. Zodat dit on
derzoek zonder resultaat bleef en Nel,
na enige dagen in de hoofdstad ver
toefd te hebben, weer onverrichterzake
naar het eiland terugkeerde.
Het toeval wilde echter, dat dezelfde
inspecteur het rapport van agent Wil-
lems onder de ogen kreeg, alsmede de
papieren die deze agent gevonden had
op de jongeman, die hij bewusteloos op
de Amstel had aangetroffen. De agent
Me Gemeentelijke Geneeskundige
Du gewaarschuwd en door deze
dl^was de jongeman naar het Bin
nenhuis gebracht, waar de dokter
eerigontsteking bij hem had gecon-
stafy. Dat alles stond in het dag-
raPl van agent Willems, maar wat
de iecteur meer belang inboezemde,
was 1 feit, dat op de jongeman een
getu^rift was aangetroffen, groeze
lig. heurd en gekreukeld, door het
vele n en dicht vouwen, maar
waar(lög duidelijk de naam G. van
der F te lezen stond. Er ging even
een h,nei-jng a^n een vrouw, die
haar hvenen man zocht en hij liet
een kLr brengen, waarin al derge
lijke glen werden aangetekend En
daarbij s oq]^ een f0^o van cj€ ver_
miste l Hiermede gewapend begaf
de inspur zich naar het ziekenhuis,
waar bbidra stond aan het bed van
de vern Geert was op dit moment
buiten tjstzijn.
„Dernkomj da{ deze man een goe
de verzag moet hebben", zei de
inspectei,gen ZUster, die hem be
geleidde. Weet nu, wie het is. Ik
zal zijn V een boodschap zenden".
Nog di'de avond reed een jonge
vrouw, z^achtig en vol bange ver
wachting^ een taXj van bet Cen
traal Statnaar bet Binnengasthuis,
waar zij Adellijk werd toegelaten
tot patiën' jn zaaj vjjf Geert was
op dit moment even bij zijn bewustzijn
en lag met felle, door de koorts schit
terende ogen te kijken, toen zijn vrouw
naar zijn bed kwam. „Nel", kwam het
even, zacht, van zijn lippen. En aan het
ziekbed knielde een vrouw, snikkend
van lang opgekropt verdriet: „Geert,
jongen, waarom heb je dat gedaan?"
De spanning was te groot geweest.
Maar Geert hoorde het zachte ver
wijt in haar stem niet. De dood, die
met het leven een strijd voerde om
het lichaam van de jongeman, verloor
het sinds het ogenblik, dat Nel de zie
kenzaal was binnengekomen. Met zijn
hand in de hare, sloot Geert de ogen
en viel in een diepe, geruste slaap, die
hem weer nieuwe gezondheid zou
schenken.
HOOFDSTUK XII
„Een man keerde weer.
Statig kliefde de „Dokter Wagema-
ker" de blauw-groene golven van het
Marsdiep: de middagboot voer naar
Texel. Het was een zachte, zelfs enigs
zins warme dag in het laatst van maart
en de zon toverde glans op het heldere
water, dat de geriefelijk ingerichte
boot bevoer. De conducteur, die spoe
dig klaar was met zijn klanten er
waren er niet veel die middag
zocht de schipper op in zijn stuurhut
en zei, langs z'n neus weg: „Die kerel
van Blonde Nel is er ook weer. Hij zit
met een dikke overjas aan in de ka
juit en hij ziet er uit, alsof-ie doodziek
is geweest".
De schipper grinnikte, antwoordde
zonder om te kijken: „Mij benieuwen
hoe lang hij het nu uithoudt", en trok
aan de staaldraad, die naar de stoom
fluit voerde, want de haven kwam in
•het zicht.
Het was een andere Geert, die even
later van boord stapte. Magerder, met
een lichte blos op zijn schrale, ingeval
len gezicht, maar met een blijde tinte
ling in zijn ogen. „Wil je wel geloven,
Nel", zei hij, toen ze over de hobbelige
keien van de havenkant stapten, „dat
ik blij ben, weer op Texel te zijn? Ik
geloof warempel nog, dat ik van het
eiland ga houden".
Nel antwoordde niet, maar drukte
inniger zijn arm. Maar ze moest toch
spreken, toen ze, in plaats van het
straatje in te slaan, dat naar hun wo
ning achter in het dorp zou voeren,
naar de gereedstaande autobus stapte,
want Geert bleef eensklaps staan en
•keek haar verwonderd, niet begrijpend
aan.
„Nu moet je de eerste twintig minu
ten niets vragen en ook niet verwon
derd zijn, want ik heb een verrassing
voor je. Stap maar in en wacht af".
Geert keek zijn vrouw eens aan, die
hem met een lach op haar blozende
gelaat aanzag. Toen steeg 'hij, achter de
andere passagiers, in de bus, die hen
naar Den Burg bracht. Tijdens de rit
werd er niet gesproken tussen hen bei
den, want Nel praatte wat met een
andere reizigster, die ze scheen te ken
nen. Op de Groeneplaats stapten ze uit.
„Ga maar mee", zei Nel, toen ze op
straat stonden. Gearmd gingen ze ver
der, het dorp door. Enkele Texelaars,
die hem of haar kenden, groetten het
paar of bleven even staan om hen na
te zien. Maar Geert noch Nel lette
daar op; zij, vervuld van haar verras
sing en Geert, nieuwsgierig waar zé
hem bracht.
Even buiten het dorp bleef ze staan
voor een klein, aardig huisje waarnaast
een gesloten werkplaats stond. Geheim-
zinig lachend haalde Nel een sleutel uit
haar tasje, trad op de voordeur toe en
opende deze. Daarna stapte ze achter
uit en beduidde hem, dat hij naar bin
nen moest gaan. Verwonderd deed
Geert wat zij verlangde. In de gang
herkende hij haar bezittingen: de oude,
gebeeldhouwde kapstok, de glanzend-
zwarte parapluiebak. Toen ging hem
een licht op. Hij liep door, regelrecht
naar het keukentje. Daar stonden de
oude, bekende meubeltjes uit het lage
huisje in Oudeschild. Hij begreep het,
en zij zag het in zijn ogen.
„Ja, jongen", zei ze hartelijk, toen ze
hem gevolgd was, „dit is nu ons huisje.
Het cafétje heb ik verkocht. Ik heb er
genoeg van gekregen. Hier zullen we
voortaan wonen".
Geert was nog te verbaasd om een
woord te uiten. Hij viel in een der
stoelen en legde zijn hoed op tafel. Hij
keek eens rond in het gezellig inge
richte vertrek en daarna rustte z'n blik
op zijn vrouw, die daar nog altijd
lachend in de deuropening stond te
kijken.
„Dus, dus.begon hij, „je hebt de
zaak verkocht en.
„Dat wil zeggen", aarzelde Nel, „om
precies te zijn, je moet alleen nog je
handtekening zetten, want de zaak is
immers na ons trouwen van jou ge
worden. Maar ik meende goed te doen
enne...." weer aarzelde ze even,
„enne ik meende, dat het beter voor
jou zou zijn. Ga maar eens mee, want
er is nog iets".
(Wordt vervolgd)