het statussymbool IRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPUTER A top form Het grote (gratis!) Top-Form meubelboek ligt voor u Maar. Komt u even langs? jvEEDI ubriek voor "''l"kli'' ANDBOUW er» VEETEELT van Cvonlnarn re De wereldbevolking groeit ede blad TEXELSE COURANT DINSDAG 7 NOVEMBER 1967 in ze ONDERZOEK VAN HOOI EN KUILGRAS Wat doe ik er mee? jen groot aantal Texelse veehouders eft in de afgelopen maanden het re- taat van het onderzoek van hooi- kuilgrasmonsters ontvangen. Uiter- rd is het de bedoeling, dat men met uilslag van het onderzoek iets doet. u men dit nalaten, dan zijn de kosten het onderzoek voor de veehouder eggegooid" geld. We hebben al meer gezegd, dat het mltaat van dit onderzoek over twee nten van belang is. In de eerste iats als beoordeling van de deugde- cheid van de gebruikte methode bij hooi- en kuPgnaswinning en in de eede plaats voor het samenstellen de voederrantsoenen. Hoe moet de rapporten nu met het oog op twee zaken lezen en beoordelen? wij len. Is de voederwinning geslaagd? /Us we na willen gaan of de ruw- ederwinning geslaagd is, bekijken de cijfers, die rechts boven op het jport staan. 'Betreft het kuilgras, dan een zeer belangrijk gegeven de zgn. Is-fractie of wel het ammoniakcijfer. :t cijfer in deze kolom vertelt ons ,lk gedeelte van het eiwit door ver- irde omzettingen veranderd is in unoniak. Is dit cijfer 8 of lager, dan reekt men van een goed geslaagde Er is dan geen grote schade door randering van eiwit in het waarde- ammoniak en we mogen bovendien nnemen, dat er maar heel weinig het schadelijke boterzuur is ont- lan. Boterzuur geeft aan .kuilgras de ruchte kuillucht en als het in een nke hoeveelheid aanwezig is, kan het ens aanleiding geven voor het op- ïden van slepende melkziekte. Van de cijfers, die er verder in de :hterbovenhoek van het rapport lan, zijn vooral die in de kolom .iramzetmeelwaarde" en „Voedern. Jw eiwit gr./kg" van belang. Dit geldt wel voor hooi als voor kuilgras. Uit ze twee kolommen volgt dan het cij- dat in de daarop volgende kolom aat met het opschrift „ZW/v.r.e. ver- luding". Het geeft de verhouding tus- n de zetmeelwaarde en het verteer- ar ruw eiwit. Deze rechterbovenhoek van het ana- serapport gebruiken we dus voor de beoordeling van de meerdere of min dere geslaagdheid. U kunt deze cijfers direct vergelijken met die op het rap port van uw collega-veehouder, of met het rapport, dat U in voorgaande jaren hebt ontvangen. Voor het ammoniakcijfer geldt: Hoe lager, hoe ibeter, terwijl dit voor de zetmeelwaarde en het eiwit juist an dersom ligt. Voor deze twee laatste ko lommen geldt: Hoe hoger hoe beter. Het voederrantsoen Willen we het rapport gebruiken voor het vaststellen van het voeder rantsoen, dan gebruiken we de cijfers, die we vinden aan de linkerzijde van het rapport. Dit is trouwens ook aan gegeven met „Cijfers voor rantsoenbe rekening". We willen er op wijzen, dat de cijfers onder 'dit opschrift zonder meer beslist niet geschikt zijn om het kuilgras van Uw bedrijf te vergelijken met dat van Uw buurman. Het maakt daarbij nl. een groot verschil met welk kuilgras we te doen hebben. De cijfers liggen nl. voor gras, dat voorgedroogd is, heel anders dan voor gras, dat van stam met de maaikneuzer is bewerkt. Voor vergelijking gebruikt U alleen de cijfers in de rechterbovenhoek. Voor de rantsoenberekening zijn de cijfers op deze linkerhelft zeer waarde vol. Ze geven nl. in duidelijke cijfers het aantal grammen zetmeelwaarde, voedernorm ruw eiwit en droge stof in één kg. hooi of kuilgras. Weten we dus het gewicht aan kuilgras en hooi, dat een koe per dag krijgt, dan kunnen we met deze cijfers berekenen hoeveel grammen zetmeelwaarde, eiwit en dro ge stof die koe door middel van dit ruwvoer krijgt. We kunnen dit ook doen voor het krachtvoer, waarvan de samenstelling bekend is en op die ma nier komen we aan de weet hoeveel grammen zetmeelwaarde, eiwit en droge stof een koe per dag binnen krijgt. Er zijn eenvoudige tabellen te krijgen, die aangeven welke hoeveel heden van de genoemde bestanddelen een koe met bijv. 10 kg. melk nodig heeft. Op deze wijze is dus na te gaan of de voederwaarde van het gegeven rantsoen in overeenstemming is met de voederwaarde, die bij een bepaalde melkgift nodig is. Dat het wel echt nodig is om iets te weten van de voederwaarde van hooi en kuilgras willen we in een volgend artikeltje illustreren aan de hand van analyserapporten van hooi en kuilgras met een zeer uiteenlopende voeder waarde. AANWINSTEN OPENBARE BIBLIOTHEEK „TEXEL" Studieboeken: Béaumarchais, Le barbier de Seville; L. Bennett, Martin Luther King; S. Burnford, Stilstaan en rondzien; E. Chiera, Zij schreven op klei; J. Cocteau, La machine infernale; C. F. van Dam, Alles over konijen; E. Dichter, De strategie der begeerte; Z. R. Dittrich, Het verleden van Oost- Europa; L. van Egeraat, Dagtrips in Nederland; H. F. Enter, De exploitatie van de modelbaan; S. de Gramont, De geheime oorlog; J. den Haan, Onder weg, cultuurgeschiedenis; D. Hendrikse, De dag waarop mijn vader huilde; H. J. A. Hofland, Geen tijd; H. Holt- hausen, Meisje kun je koken; Jaar boekje voor de provincie Noordholland; A. van Kampen, Het land dat God ver gat; G. van der Kroon, In de woestijn van'de moraal; O. Kuyk en M. Deelen, BepaaldelijkLuns; G. Mandel, Ro maanse en gotische miniaturen; J. Masefield, Goede Vrijdag; A. Parrot, Golgotha en het Heilige Graf; L. O. Schuman, Tunesië; H. Siegert, Bulga rije; F. Tanner, Verliefd, verloofd, ge trouwd; W. H. C. Tenhaeff; Inleiding tot de parapsychologie; W. van Veenen- daal. Ze vlogen als vogels. OPENINGSTIJDEN OPENBARE BIBLIOTHEEK De openingstijden zijn Maandag: 10.00 tot 12.00 uur; Woensdag: 19.30 tot 21.30 uur; Donderdag: van 12.00 tot 13.30 uur (niet tijdens de schoolvakanties) en 15.30 tot 17.30 uur. Vrijdag: 14.30 tot 15.30 uur en 19.30 tot 21.30 uur. Jeugd: woensdag van 14.30 tot 17.30 uur en vrijdag van 15.30 tot 17.30 u. CONSULTATIEBUREAU VOOR ZUIGELINGEN Woensdag 8 november a.s. worden de moe ders van Oudeschiid en Den Burg verwacht Oudescbild van 13.00 - 13.45 uur; daarna Den Burg tot 16.00 uur. SCHIETOEFENINGEN Geschoten wordt te Breezianddijk op november a.s. van 11-18 uur, met 105 lang 30 PRA; 6ector Afsluitdijk van Breezanddijk tot Den Oever en de lijn door Breezanddijk 200° tot aan Oost kust Noordholland; hoogte 3000 meter. Regelmatig worden we gewezen op de gevaren die schuilen in de zo snel groeiende wereldbevolking. We horen, dat grote delen van de wereldbevol king een tekort aan voedsel hebben en we zien in onze eigen naaste omge ving, hoe snel de steden groeien. Maar al die dingen ons eigenlijk wel genoeg, is het ons wel duidelijk waar dit alles op zal moeten uitdraaien? Enkele cijfers kunnen dat misschien wel. Deskundigen, die zich met deze pro blemen bezighouden schatten, dat onze gehele wereldbevolking omstreeks zo'n 4000 jaar voor onze jaartelling (dus on geveer zesduizend jaar geleden) niet meer dan plus minus tien miljoen men sen bedroeg. Als gevolg van de levensmoeilijk heden, ziekten, honger, gevaren e.d., groeide de bevolking slechts langzaam. Maar naarmate de levensomstandighe den gunstiger werden, verdubbelde de wereldbevolking zich in steeds korter tijd. Duurde het aanvankelijk enige honderden jaren alvorens het aantal was verdubbeld, later verdubbelde de bevolking zich in honderd jaar en nu zijn we in een stadium, waarin de we reldbevolking zich in ongeveer veertig jaar verdubbelt. Wanneer we ons dan even realiseren, dat we momenteel de aarde bevolken met ongeveer zo'n drie duizendmiljoen mensen, dan betekent dit, dat we in het jaar 2000 moeten re kenen op omstreeks 6.000.000.000, dus zes miljard. Dit wil zeggen, dat op elke plaats, waar nu één mens leeft er dan twee zullen moeten leven. Dat betekent ook, dat over veertig jaar er 3 miljard meer monden moeten worden gevoed Maar daar blijft het niet bij, want als deze ontwikkeling verder gaat, zijn er in 2040 ongeveer 12 miljard mensen, in 2080 (dus over zo'n honderd jaar) 24 miljard (acht maal zoveel als nu) en daarna gaat het nog veel harder. In het jaar 2200 mogen we dan rekenen op plus minus 200 miljard mensen en in het jaar 2?00 op zo'n 1000 miljard. Wat dit betekent wordt ons duidelijk, wanneer we weten, dat als de mensen dan in grote wolkenkrabbers dicht op elkaar zouden wonen, ze het gehele landoppervlak van onze aarde zouden nodig hebben, alleen om te wonen, maar ook de oppervlakten van de maan, Mars en Venus! Nergens zou dan ruimte zijn voor enige agrarische activiteit of recreatie. Het punt dat onze aarde dus volkomen vol zal zijn, ligt daar dus nog ver voor. Hoe we het ook wenden of keren, de mensheid zal genoodzaakt zijn een oplossing te vinden voor de gigantische bevolkingsaanwas en uiteraard zijn we daar allen bij betrokken. Als hier niets aan zou worden gedaan, zou het einde van de mensheid binnenkort nabij zijn, door puur gebrek aan ruimte. HOOG WATER Hoog water ter rede van Oudeschild 7 nov. 11.45 en 8 nov. 0.15 en 12.20; 9 nov. 0.58 en 13.04; 10 nov. 1.52 en 14.11; 11 nov. 3.14 en 15.33. Aan het strand ongeveer een uur eerder hoog water. smolten kaarsvet op de grond vast. En nou komt het. Kijkde kaars wordt aangestoken. En bedenk nu maar eens wat er over een uurtje of zo gaat ge beuren „Moordenaar!" schold de brigges driftig. „Als de vlam het touw bereikt, dan brandt het stuk. De fles benzine valt dan en breekt. „Goed geraden!" prees Kid Sucker. „Wat zal dat een vuur geven! En nu is de baan vrij. Door niemand gehinderd kan ik de sportcomputer bij smidje Verholen gaan halen...." Met die woorden verdween de valse Kid Sucker uit de kelder. Het zag er dus niet al te best uit voor brigadier Piet moeder? Och, geef eens even die grote sleutel aan, als je wilt?" De meisjes keken rond en zagen een grote sleutel op het zand liggen. Hen- nie deed enkele passen naar voren en schopte met haar voet de sleutel onder de auto. Kid Sucker rende opnieuw het in- rukwekkende ambassadegebouw bin- en en begaf zich het eerst naar de euken. ,.De sportcomputer hebben ze us niet", mompelde hij. „Maar was- enzine of vlekkenwater hebben ze ast wel in huis Dat zijn lekkere randbare spulletjes. Ja ja.dat zal og een verrassing worden voor dat lisselijke wijsneusje daar in de ïlder". Gejaagd doorzocht Kid Sucker de eukenkasten tot hij vond wat hij acht. „Juist!" zei hij tevreden. „Een aarseen rol touwen een les benzine. En nu aan het werk, jon- ens!" Met de bijeen gezochte spullen ende hij naar de kelder, waar briga dier Piet nog steeds muurvast geklon ken zat aan de kwelstoel. „Wat ben je van plan, schurk?" vroeg de brigges, toen hij argwanend een tijdje had gekeken naar de ver dachte handelingen, die Kid Sucker met touw, fles en kaars begon uit te voeren. „Ik ga een fikkie stoken", siste de geheime agent. „En daarin ben ik bij zonder geoefend, mag ik wel zeggen. Het hoort zo'n beetje bij mijn oplei ding, begrijp je? Kijk.eerst bind ik dit touw aan deze ring in de vloer. Dan rijg ik de kaars aan het touw. Vervol gens haal ik het touw door deze ring aan de muur en over die haak aan het plafond. Nu bind ik er de fles benzine aan en plak de kaars met wat ge- FEUILLETON door Gerrit Franssen 343. Een kleurig fotoboek vol woonideeën in klassieke en moderne stijl. Een fijn bezit! U hoeft alleen maar even bij ons langs te lopen om bet op te halen. Doen klercq SPOORSTRAAT 30 I TEL 02230-14541' Maart zette in met enkele dagen acht voorjaarsweer. Op een der eerste vonden zei Hennie tot haar zus. „Zeg, je mee een eindje om? Het is buiten og lekkeï". „Waarom? Waar wil je naar toe?" „O, zo maar een luchtje scheppen''. Half onwillig kwam Tonia overeind. ,Even m'n mantel aantrekken". Even later, terwijl ze gearmd over ie weg liepen, vroeg Ton'ia: „Is er vat?" Het oudere meisje keek haar ver wonderd aan. „Welnee, wat zou er "Weten zijn?" „O, nu ja, ik dacht, omdat je een mdje om wilde lopen. Misschien wilde e wat vertellen. Of vragen?" Ik deed het helemaal zonder bijbe doelingen. Hoe is het op school?" „Bost. Waarom zou het niet? Ik had jisteren een negen voor m'n Franse re- ietitie". „Frans zul je niet vaak nodig heb- >en" „Elke taal, die je kent, is meegeno men. Je weet nooit, hoe het je nog eens van pas komt". „Bij ons op 'kantoor hebben we geen franse relaties. Voornamelijk Duitse, Tjechische en Poolse". „Zijn er bij jullie, die Pools en Tje- diisch 'kunnen spreken?" „De jonge baas een beetje van bei den. Hij gaat nog wel eens naar War schau". „Reizen, dat zou i'k ook leuk vinden. Hostess op een vakantietrein bijvoor beeld. Kantoor zou me heel niet lijken. Wel als receptioniste". ,,'t Bevalt mij best, hoor. Ik heb pret tig werk". „Zeg, zullen we teruglopen langs de nieuwe bungalows?" „O ja, waarom niet?" Ze keken af en toe verstolen naar de woningen. „Machtige mooie huizen, he?" vond Tonia. Ze zuchtte. „Het is toch wel prettig, als je wat geld bezit". Hennie lachte geamuseerd. „Mis schien trouw je later nog wel eens met een rijkeluiszoon". Het meisje dacht even na. „Dat hoeft niet bepaald. Maar ik wil toch later niet op een paar gulden moeten kij ken, al-s ik wat wil kopen. Dat lijkt me verschrikkelijk". „Het leven is duur, Tonie. Ik dacht, dat je nogal dik was met Erik?" „O ja, maar op een heel andere ma nier. We zijn goede vrienden, meer niet". Ze kwamen langs de eerste bunga low, waar de blauwe Opel vooraan op het pad stond. De meisjes zagen een •paar benen van onder de wagen uit steken. Ze wezen er elkaar op en lach ten gesmoord. Maar de man, die onder de wagen lag, zei opeens: „Ben jij het, „Dank je, moeder. Maar het is al met meer nodig. Ik heb hem vast. Ik ga 'm even proberen. Rijd je mee?" Er kwam -geep antwoord. De meisjes stonden te kijken, zacht voor zich gie chelend. Tot de man onder de auto vandaan schoof en overeind kwam. Een lachend gezicht draaide zich om. Gelijk betrok de lach. „O, neemt u me niet kwalijk. Ik dacht, dat mijn moeder hier stond, begrijpt u? Gaf u me die sleutel aan?" Hennie knikte. „U vroeg er toch om? En er was niemand anders om hem te geven". „Dat.... dat was heel vriendelijk van u. Hij is weer in orde. Er zat iets los onderaan, begrijpt u?" „Dat zal wel. Wij hebben geen ver stand van auto's". De jongen keek nog eens naar de wagen en veegde zijn handen af aan een dot poetskatoen. „Woont u ook hier in de laan?" Hennie knikte en wees naar de over kant. „Ginds. Dat huis". „Dandan zijn we dus overburen, nietwaar?" „Zo zou je het kunnen noemen". „Mag ik me eerst voorstellen? Gerrit Velderenbos. Mijn vrienden noemen we Gert". Hennie boog even. „Hennie Overvest. Dit is mijn zuster Tonia". „Aangenaam. Leuk om kennis te kunnen maken. Wij zijn hier nog zo vreemd, begrijpt u?" „Woonde u niet in de stad? Voor u hier kwam wonen?" „Nee. We komen uit 'Gouda. Het is hier veel prettiger". „Dus u bent hier graag?" „Jawel, alleen mis ik mijn vrienden uit Gouda". Hennie wees naar de Opel. „Is dit uw wagen?" De jongen knikte. „Dat is te zeggen, moeder en ik gebruiken hem om beur ten. Ik eh.Ik moet even een proef- ritje maken, om te luisteren of er nog iets los zit. Wilt u.mag ik.hebt u geen zin om mee te gaan?" Hennie leek het wel. Toch aarzelde ze, hoewel Torna veelbetekenend de arm van haar zuster drukte. „Waar wilt u heen en hoe lang blijft u weg?" „O, zo maar een eindje rondrijden. En niet zo lang. Weet u wat?" Hij kreeg opeens een idee. „U mag het zeggen. U weet natuurlijk in de stad en omgeving veel beter de weg dan ik. En u mag ook zeggen, hoe lang de rit mag duren. Nou?" Hij liep al naar het portier en open de dat. Hennie dacht: „Wat kan ons gebeuren? We zijn met z'n beiden. Vooruit, dat doen we. En dat zei ze dan ook. Enkele ogenblikken later reed de wagen de deftige zijde van de Larex- laan op. Hennie keek naar de overkant en zag haar vader als gewoonlijk in zijn hoekje zitten, de 'krant lezend. HOOFDSTUK 6 Het kontakt wordt wat nauwer aangehaald De volgende dag vernam Jaap de historie van zijn jongste zus. „We heb ben kennis gemaakt met de overburen" overdreef ze. „Die jongen heet Gert Velderenbos en we hebben een toertje met zijn wagen gemaakt. Naar zee en terug. In het dorp hebben we wat ge dronken. Hij is een leuke jongen. En knap. Jaap keek haar ongelovig aan. „Haa ik geloof er niets van". „O nee? Vraag dan maar aan Hennie, die was er ook bij. Een fijne wagen, jö, die Opel. Ik zat helemaal alleen ach terin". „En Hennie dan?" „O, die zat naast Gert". „Hoe kwam dat zo?" „O, we liepen er toevallig langs. En Tonia deed het relaas van het mis verstand rond dc sleutel. „Nou en toen nodigde hij ons uit voor een ritje. Hen nie wilde eerst niet en ik dacht: meid, als je toch weigert, dan word ik wild. Maar gelukkig stemde ze toe". „Velderenbos...." Jaap dacht na. ,.In Gouda is een kaasfabriek Velde renbos Vanuit de trein kun je 'm zien „Dan zal dat zijn vader wel zijn", was de onlogische conclusie van het meisje, „want hij zei, dat ze uit Gouda kwamen". 's Avonds bevestigde Hennie, dat ze getoerd hadden met de zoon van Vel derenbos van de overkant. „Een aar dige jongen", was haar rustige oordeel. „Hij heeft manieren, want hij 6telde zich behoorlijk voor". „En hij is ontzettend knap", voegde Tonia er enthousiast aan toe. „Wat zijn het voor mensen?" vroeg mevrouw Overvest. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1967 | | pagina 5