IN HOLLAND VAART EEN VLOOI
«RAIFFEISENBANK
het statussymbool
Bedrijven met minder
goede uitkomsten
Broïicfti Betten
Met verstand voeren
spaarbank en alle bankzaken
5PORTPROQRAMMA
Dezer dagen kreeg ik via een Texelse
jonge boer de volgende opmerking door.
„Van Groningen schrijft altijd maar
over bedrijven met goede uitkomsten.
Laat hij ook eens wat vertellen over
bedrijven, waar het minder goed zit".
Deze opmerking was door een paar an
dere Texelse boeren gemaakt. Mogelijk
zit hier de vrees achter, dat „burgers",
die ook een blik in onze rubriek slaan
een te gunstig beeld zouden krijgen van
de resultaten van het landbouwbedrijf.
Deze opmerking kan ik ook overigens
wel begrijpen. Men leert immers niet
alleen van „goede" bedrijven, maar ook
van fouten van anderen. En het ligt
voor de hand, dat die fouten meer ge
vonden worden op bedrijven met slech
te dan met beste resultaten.
Intussen moet men er wel rekening
mee houden, dat het voor een voor
lichter riskant is om over de minder
goede resultaten van één bedrijf te
spreken. Toch wil ik er wel iets van
zeggen. Ik wil dat doen door een be
drijf met een best resultaat pp een
paar punten te vergelijken met een an
der bedrijf.
Het effect van de arbeid
Op de twee bedrijven, die ik op het
oog heb, komt het grootste deel van het
inkomen uit koeien en schapen. Men
kan dus zeggen, dat er op beide be
drijven soortgelijk werk is. Als we
echter de kosten van de arbeid, de kos
ten van de werktuigen en het bedrag,
dat betaald is aan de loonwerker be
kijken, dan blijkt op bedrijf A (goede
resultaten) het bedrag, dat voor deze
kostenposten is uitgegeven, maar 70°/o
te zijn van dezelfde posten op bedrijf
B (slechte resultaten). Men kan dus
zeggen, dat voor de verzorging van een
zelfde aantal koeien en schapen op be
drijf B bijna lVs maal zoveel wordt uit
geven als op bedrijf A.
Ik hoop, dat U van mij wilt aanne
men, dat de man op bedrijf A zich echt
niet uitslooft. Gerekend naar bedrijf A
loopt op bedrijf B een halve man te
veel. Dit betekent zo maar een bedrag
van ƒ5.000,— tot ƒ6.000,—.
De voerkosten en de melkproduktie
Als we de kostenpost voor kracht
voer en melkprodukten bekijken, dan
blijkt dit met inbegrip van het kracht
voer voor het jongvee op bedrijf A op
ƒ420,per aanwezige melkkoe te lig
gen. Op bedrijf B is dit ƒ500,We
moeten daarbij nog vermelden, dat de
jongveebezetting op bedrijf A zwaarder
is en op grond daarvan zou de voer-
post per melkkoe hoger mogen zijn. Het
omgekeerde is het geval. Toch ligt de
melkproduktie op bedrijf A plm. 700
kg. per koe hoger dan op bedrijf B.
Weliswaar is het vetgehalte op bedrijf
B iets hoger, maar het verschil tussen
het melkvet per koe is toch minstens
25 kg. Gaan we de kosten van het
krachtvoer en de produktie op bedrijf
A vergelijken met die op bedrijf B,
dan komt hier zo maar een voordeel
van ƒ280,per koe naar voren. Bij de
veebezetting op deze bedrijven geeft dit
een betere uitkomst voor bedrijf A van
mms tens ƒ4.000,
Bovendien heeft de veehouder op be
drijf A het klaar weten te spelen om
naast betrekkelijk lage voerkosten en
een goede melkproduktie toch nog een
flinke post „Omzet en aanwas", dus
verkoop van vee en waardevermeerde
ring van de veestapel te noteren. Het
verschil tussen bedrijf A en bedrijf B
is op dit onderdeel een bedrag van
370,per koe. Opnieuw een voordeel
voor bedrijf A van plm. 4.500,
Schapen en varkens
Hoewel minder sprekend als bij de
rundveehouderij leveren ook deze on
derdelen een voordeel op voor bedrijf
A. De opbrengst per schaap komt op
bedrijf A óp een bedrag van ƒ145,
Op bedrijf B is dit ƒ127,per schaap.
Een voordeel voor bedrijf A van ƒ18,
per schaap. Dit voordeel wordt voor
deel weer teniet gedaan door hogere
voerkosten. Op bedrijf A nl. 28,per
schaap, op bedrijf B is dat ƒ19,per
schaap. Uiteindelijk resulteert dit dus
in een voordeel van ƒ9,per schaap
voor bedrijf A.
Hoewel de varkenshouderij op beide
bedrijven niet van overwegende bete
kenis is, telt dit onderdeel toch nog
wel mee in het uiteindelijke bedrijfs
resultaat. Op bedrijf A is er voor iedere
ƒ100,voer, die in de varkens werd
gestopt een bedrag vah meer dan
ƒ200,terug ontvangen, terwijl dit op
bedrijf B nog geen ƒ125,is.
Andere verschillen
Bedrijf A blijkt belangrijk intensie
ver te zijn dan bedrijf B. Terwijl op
'bedrijf B slechts IV2 stuks grootvee per
ha. grasland en voedergewassen wordt
gehouden is dit op bedrijf A 2 stuks
groot vee per ha. Om dit te bereiken
moet de bemesting op bedrijf A zwaar
der zijn. De bemestingskosten liggen op
bedrijf A per ha. 85,hoger dan op
bedrijf B.
Daarentegen ligt de pacht op bedrijf
B plm. 55,per ha. hoger dan op be
drijf A. M.i. terecht, omdat de grond op
bedrijf B ontegenzeggelijk belangrijk
beter is.
Het is m.i. niet onbelangrijk om te
vermelden, dat op bedrijf A vrijwel
zonder uitzondering eerste klasse melk
werd afgeleverd, terwijl op bedrijf B
het aantal afleveringen in de 3e klasse
heel hoog is.
Waar zit dat nu in
Misschien welt de vraag nu omhoog:
„Maar hoe komt het dat de man op
bedrijf A minder arbeidskosten heeft
dan op bedrijf B? Waar zit het in, dat
de koeien op bedrijf A met minder
krachtvoer meer melk geven? Waar is
het betere resultaat van de schapen- en
varkenshouderij op bedrijf A aan te
danken?"
Beste lezers, daar durf ik niet te
veel van te zeggen. Wel meen ik, dat
het leiden van een boerenbedrijf een
vak is. Net zo goed als onderwijzer,
timmerman, schoenmaker en voorlich
ter. En even zeker als je in de ge
noemde vakken goede, matige en zeer
matige hebt, zal dit ook voor veehou
ders en akkerbouwers het geval zijn.
Dan wil ik wel zeggen, dat de om
standigheden om tot goede resultaten
te komen op het ene bedrijf beter zijn
dan op het andere. En tenslotte, al wil
ik dit niet al te zwaar laten wegen, is
er ook nog de kwestie van geluk en
pech hebben.
De meeste veehouders zullen in hun
vakbladen de volgende spreuk wel eens
hebben aangetroffen. Deze: „Voeren
met oordeel is voeren met voordeel".
Hetzelfde bedoel ik als boven dit arti
kel staat: „Met verstand voeren". Er is
dan aanleiding voor de vraag of dit
niet gebeurt. Is er werkelijk nog altijd
iets mis op dit oeroude terrein? Naar
ik meen moet deze laatste vraag nog
altijd bevestigend worden beantwoord.
Kort geleden liepen we nog weer eens
tegen zo'n geval aan, waarbij het naar
ons oordeel beslist niet goed zat.
De zorg voor het jongvee
Speciaal over dit onderdeel van de
veevoeding is al veel gezegd. Getuige
de veel gehoorde aansporing; Een kalf
is een spaarpot. Wat je er in stopt, kan
je er later uit halen. Eerlijk gezegd,
vinden we dit wel wat erg naïef uitge
drukt. Zo eenvoudig is het nu ook weer
niet.
In de meeste gevallen is het zo, dat
in de stalperiode aan de dieren van V2
jaar tot 1 jaar meer krachtvoer wordt
gegeven dan aan de leeftijdsgroep van
U/2 - 2 jaar. Dit is terecht zo. De op
namecapaciteit van de jongere dieren
is nl. nog vrij klein, terwijl de be
hoefte aan voedende stoffen niet zo
enorm veel lager ligt dan van de oude
re dieren. Doordat de dieren van IV2
tot 2 jaar belangrijk meer voedings
stoffen via het ruwvoer naar binnen
kunnen werken, is de behoefte aan
krachtvoer hier meestal niet zo groot.
Wat dit betreft is o.i. de praktijk in de
meeste gevallen wel op de goede weg.
De periode vóór het afkalven
Bij oudere koeien is de tijd van
droogstand, dus de plm. 8 weken vóór
het afkalven voor de dieren echt geen
tijd van niets presteren. Het is voldoen
de bekend, dat het gewicht van het kalf
in de laatste maanden sterk toeneemt
en hiervoor is wel het een en ander
nodig. Bovendien moet het dier zich
klaar maken voor de komende produk-
tie-periode. Daarom is het advies al
jaren lang om het melkvee in de droog
stand te voeren als een koe, die per dag
10 kg. melk geeft. Betreft het dieren,
die zeer melkrijk zijn, dan is het o.i.
goed om een rantsoen te geven, dat
voldoende is voor een produktie van 15
kg. melk per dag. Dit geldt vooral voor
de 2e helft van de droogstand. Vooral
de mineralenvoorziening eist in deze
tijd aandacht en daarom is het gewenst
per dag 1 kg. balans- of basiskoek te
geven. In het algemeen geeft het voe
ren van m'neralen in de droogstand
meer profijt dan in de periode, waarin
de melkproduktie hoog is.
Wat voor de oudere koeien geldt, is
ook van toepassing voor de dieren, die
de eerste keer afkalven, dus de kalf-
vaars. Ook deze jonge generatie moet
klaar gemaakt worden voor de kracht
toer om per dag zo mogelijk 20 kg.
melk te „maken". En dat krijgt U echt
niet klaar als U de dieren maar wat
laat „barrelen".
Hoe het niet moet
We zijn het de laatste jaren een paar
maal tegen gekomen, dat vaarzen,
waarvan men nog al enige verwachting
had, na het afkalven een teleurstelling
waren Dat is op zichzelf geen wonder.
Een kind van een prima moeder is lang
niet altijd zelf ook een uitvlieger.
Maar we denken nu aan gevallen,
waarbij er naar onze mening een aan
wijsbare fout is gemaakt.
Die fout wordt heel gemakkelijk ge
maakt bij dieren, die in het begin van
de winterperiode afkalven. Men rede
neert dan als volgt. Het dier is nog
niet aan kalven toe en kan voorlopig
wel met het andere jongvee buiten
blijven. Een paar weken vóór de kalf-
datum wordt de kalfvaars op stal ge
haald.
O.i. is het onmogelijk om dit dier in
de korte tijd, die er dan nog rest klaar
te maken voor de produktieperiode.
Het gebeurt, dat de dieren het in de
wei moeten doen met gras, dat overge
bleven is, in andere gevallen wordt wat
hooi bijgevoerd. Krachtvoer wordt
meestal niet gegeven, omdat de overige
dieren in het koppel dit niet nodig heb
ben.
We menen, dat speciaal in gevallen,
waarbij de dieren op 2-jarige leeftijd
afkalven, deze methode funest is. En
kele veehouders hebben dit tot hun
schade ondervonden. Het is een goede
zaak om lering te trekken uit de
schade, die anderen hebben opgelopen.
Er loopt op het moment nog heel
veel jongvee buitep. Als daar dieren bij
zijn, die in januari moeten afkalven,
dan bent U nu in feite al te laat om
aan deze dieren de oppas te geven, die
ze nodig hebben.
OPENINGSTIJDEN
OPENBARE BIBLIOTHEEK
De openingstijden zijn
Maandag: 10.00 tot 12.00 uur;
Woensdag: 19.30 tot 21.30 uur;
Donderdag: van 12.00 tot 13.30 uur (niet
tijdens de schoolvakanties) en
15.30 tot 17.30 uur.
Vrijdag: 14.30 tot 15.30 uur en 19.30 tot
21.30 uur.
Jeugd: woensdag van 14.30 tot 17.30
uur en vnjdag van 15.30 tot 17.30 u.
...De Zilvervloot! Het Ideaal-Spaarplan voor
jonge mensen van 15 tot 21 jaar. Vaar mee!
Laat je spaargeld 6, 7, 8 of 9 jaar staan
en je krijgt een extra-premie van 10%
over 't gespaarde bedrag èn de rente. Je
beste thuishaven voor Zilvervloot-sparen is
de Raiffeisenbank, met zijn meer dan 1400
vestigingen en ruim 2 miljoen spaarders!
ZATERDAG 16 DECEMBER 1967:
Adspirantcn
Texel b-De Koog a, 3.00 uur
Tex Boys b-Oosterend a, 3.00 uur
Pupillen
Oosterend a-Cocksdorp a, 3.00 uur
ZDH a-Texel a, 3.00 uur
Texel b-Oosterend b, 2.15 uur
ZDH b-Tex. Boys b, 2.15 uur
ZONDAG 17 DECEMBER 1967:
4de klas A KNVB:
Texel-DTS, 2.30 uur
Afdeling Noordholland
VZV-Oosterend, 2.30 uur
Wiron-Tex. Boys, 2.30 uur
Texel 2-Petten 2, 10.15 uur
Cooksdorp-JVC, 2.30 uur
De Koog-Hollandia T. 2, 2.30 uur
Tex. Bovs 2-ZAP 5, 2.30 uur
BKC 3-Texel 3, 2.30 uur
Texel 4-Helder 6, 2.30 uur
Schagen 5-Tex. Boys 3, 2.30 uur
DWOW 3-De Koog 2. 2.30 uur
Oosterend 2-WGW 4, 2.30 uur
Wieringerwaard 4-ZDH 2, 2.30 uui
Junioren
Helder 2-Texel, 10.00 uur
Zeemacht-Oosterend, 2.30 uur
Adspiranten
Texel a-WGW a, 12.00 uur
Tex. Boys a-WGW b, 12.00 uur
„FRYSKE PORTE", ZEEHAVEN
TUSSEN TEXEL EN VLIELAND
((Vervolg voorpagina 2de blad)
arealen in de Fryske Porte te bepaler
in het jaar 2000. Veronderstellend da
in Rijn- en IJmond geen reserve area
len meer voorkomen, zou in het jaa
2000 in de .Fryske Porte 5.000 ha. zijr
uitgegeven. Dit zou bijvoorbeeld lie
geschetste Zuidelijke haven'bekker
kunnen zijn. De 3.000 ha., die dan al
reserve beschikbaar moeten zijn, zou
den in het Noordelijke havenbekken
dat dan nog in aanbouw is, gezoch
moeten worden.
Gedacht wordt dat het Noordelij!
havenbekken bruto 10.000 ha. zal om
vatten. Dan resteren een bruto 23.00
ha. voor stedebouw, recreatie en an
dere doeleinden.
Voor een goede ontwikkeling van d 5
Fryske Porte is het te hopen, dat Am
sterdam haar oude banden met Texe
waarop eertijds haar loodsen woonden
zal vernieuwen en de tot ontwikkelin
te brengen haven door haar deskundi
gen zal doen bevoogden.
Er staan grote belangen op het s
voor de industriële ontwikkeling
Noord-Nederland, welke door een h
ven sterke impulsen zal ontvangen. H
is daarom te hopen, dat, mede gezi
de vele ingewikkelde problemen, waa
op nog lange jaren gestudeerd
worden door velerlei instanties, een n
der onderzoek naar de mogelijkhed
van de Fryske Porte spoedig wordt ge
start.
Er was veel en nogal wat geamu
seerde interesse toen de heer Meier ziji
idee openbaarde tij'dens de vorige weel
gehouden conferentie over de toekoms
van Noordholland-Noorden. Het is oj
zichzelf een logische gedachte die
vaarwater niet onbenut te laten. Tod
ontbreekt het ook tussen Texel
Vlieland niet aan zandbanken, maa
mogelijk zijn die gemakkelijker te be
dwingen dan de Haaksgronden voor he
Marsdiep en behoeven er niet zulk
verre geulen te worden gebaggerd al
voor Rotterdam. De vraag blijft of aa:
dit plan nationaal-economisch enige le
vensvatbaarheid kan worden toege
kend. Het gaat de financiële mogelijk
heden van Noordholland natuurlijk t
boven, maar het kan interessant wor
den als in de Delta van Rijn, Maas
Schelde in 'de toekomst de terreinei
zouden zijn uitgeput en men bereid zo
zijn de Waddenzee als uniek natuur
gëbied op te offeren. Tot dit laatste zij:
steeds minder mensen bereid. Het ide<
dat op de plaats waar zich nu nog he
Robbenreservaat bevindt, te zijner tij'
grote industrie- en havencomplexei
komen, is niet aangenaam.
FEUILLETON
door
Gerrit Franssen
19. Het meisje draaide zich naar haar
vader. „Van iemand als u, had ik meer
takt verwacht. Ik begrijp nu, dat u
zich hebt laten opwarmen door direk-
teur Slaterus. Maar dat u zich daar wat
van aantrekt! Ik dacht, dat u die Sla
terus beter kende. Ik hoef zeker niet in
bijzonderheden te treden, wel9"
Overvest, die volkomen op de hoogte
was met de twijfelachtige reputatie,
die Slaterus in zijn eerste bankjaren in
de stad had, als gevolg van soms al te
intieme relaties met enkele vrouwelijke
klanten, keek zijn dochter verwonderd
aan.
„Wat weet jij ervan?"
„Vader, ik ben eenentwintig. In ons
kletsstadje worden de deugden binnen
drie weken vergeten, maar de ondeug
den herinnert men zich nog na dertig
jaar. Bovendien vergeet u een paar din
gen, pap. Jaap is bijna negentien jaar,
en een jongen van die leeftijd kun je
niet meer aan de leiband houden. In de
tweede plaats zijn de tijden veranderd.
Als het zo in uw kraam te pas komt,
gaat u zondags ook op de fiets naar de
kerk. Dat had u vijfentwintig jaar ge
leden eens moeten proberen. Nu vindt
men het gewoon. En wat de jongelui
van vandaag doen, en waar zo tegen
gefulmineerd wórdt: lang haar, de
beatrage, het dansen, op een andere
manier plezier maken, de opart mode
en het racen op knetterende puchs,
over enkele jaren is het weer afgelopen
en is het niet afgelopen, dan ergert nie
mand zich er meer aan en beschouwt
men het als vanzelfsprekend. We moe
ten allemaal een beetje met onze tijd
meegaan, pap. U kunt niet meer de
zelfde normen handhaven als tien, vijf
tien jaar geleden. Onze tijd is dyna
misch, de jeugd eveneens. Het nozem-
en provodom zijn realiteitsverschijnse
len. Mij ligt het allemaal evenmin,
maar daarom kan ik het wel begrijpen.
Als u desondanks met grote woorden
en een boos hoofd uw wil wenst door
te zetten, maak dan morgen een om
heining om ons huis met prikkeldraad,
minstens twee meter hoog en spijker
er een bord op: Concentratiekamp
Overvest. Dan weet iedereen tenminste,
wat ze aan ons hebben. Zo, laten we er
nu maar eens een nacht over slapen".
Ze wachtte even, en toen er niemand
iets zei, liep ze naar haar moeder en
boog zich over haar om een kus te
geven. „Welterusten. Het lijkt allemaal
veel erger, als 't in werkelijkheid is.
Bekijken jullie het zo ook eens".
Hennie ging naar boven en klopte
daar op Jaaps kamerdeur.
„Ja, kom er maar in".
Jaap zat in een stoel een sigaret te
roken. Het meisje sloot de deur achter
zich en leunde er tegen. „En? Hebben
jullie lekker gebekvecht? Vandaag of
morgen krijgt pap een hartaanval en
wat dan? Ben je dan tevreden?"
De jongen keek haar verontwaardigd
aan. „Ik ben toch zeker niet begonnen?
Ik kwam om tien uur thuis, hardstikke
moe, want het was knap druk van
avond, en daar begint me de ouwe
heer meteen.
„Wie?" Hennie's woord klonk als een
zweepslag.
„Nu ja, pap bedoel ik. Begon-ie met
een tegen me te keer te gaan. „De
Boog" is helemaal geen nozemtent. Er
zijn nooit moeilijkheden. De lui, die er
komen, zijn allemaal reuze geschikt.
Pap is onredelijk. Wat zit er nou in,
dat ik daar bedien? Het verdient toch
zeker lekker?"
Hennie haalde haar schouders op en
liep de kamer in. „Geef me eens een
sigaret?"
Hij gaf het verlangde en vuur. Toen
ze rookte, vervolgde ze; „Je zult dat
baantje op moeten geven".
„Dat snap ik ook", grauwde hij.
„Denk je, dat ik het lollig vind? Vorige
week had ik weer over de honderd
piek
Ze glimlachte. „Je doet toch meer?
Kun je het niet verdienen zonder in
„De Boog" te werken?"
Hij keek verschrikt op. „Wat 'bedoel
je?"
Het meisje lachte nog steeds. „Je
zuster is niet achterlijk, jongeman. Je
handelt ook zo'n beetje in tweedehands
bromfietsen, he? Nou, breid je dat uit.
Je bent handig genoeg in die dingen".
„Als pap daar achter komt, mag het
evenmin".
„Wanneer het zover is, ga je niet
weer op dezelfde manier ruzie maken,
maar dan wacht je, tot ik er ook bij
ben. Bepraten we het samen. Op mijn
medewerking kun je rekenen".
„Allicht. Die bromfietshandel is een
goeie bezigheid, deze weken voor je in
dienst gaat. Alleen.let goed op, dat
je geen gestolen spul koopt, broer".
Hij schudde zijn hoofd. „Als er geen
papiertje bij is, begin ik er niet aan.
En als ik oök maar enigszins twijfel
doordat ze een veel te lage prijs vra
gen, dan stinkt het al in mijn neus
mogen we wat mij betreft naar een an
der gaan. Ik heb vanmorgen nog een
pracht van een Sparta verkocht. Hon
derveertig piek. En weet je, wat-ie mij
gekost heeft? Ik heb 'm wat opgeknapt
en een tientje nieuwe onderdelen. Dat
was zes tientjes verdiend".
Ze knikte en trok aan haar sigaret.
„Heb je nogal schik in je werk
plaatsje?"
Opnieuw keek de jongen stom-ver
baasd naar zijn zuster. „Hoe weet je
Hennie kwam lachend overeind. „Pap
dat nu weer?"
moest eens weten, dat het in het
schuurtje was achter het huis van je
Geraldien".
„Dus ben jé daar oök al van op de
hoogte. Weet je, dat Geraldien een
wagentje koopt? Morgenochtend gaan
we naar Rotterdam. Eens kijken".
„Zorg er dan maar voor, dat nie
mand je ziet. Want zoals je gemerkt
hebt, zijn er van die vriendelijke men
sen, die pap van je doen en laten op de
hoogte houden".
Hij knikte. „Als ik eenst maar in
dienst ben, zus. Dan kan ik wat meer
doen. Nu ja, die paar maanden zing ik
het nog wel uit. Overigens, al verdien
de het goed, dat bedienen 's avonds be
gon me al een beetje te vervelen
Ho#»tdrohk In taoletvorm. 96d
HOOFDSTUK 14
In de houding voor Koningin en
vaderland
Twee augustus vertrok Jaap Over
vest naar zijn aanmeldingskazerne u
Ede. Niet met de eerste openbare reis
gelegenheid na nul zes negenenvijftig
zoals in zijn reisorder stond. Ook nie
met een van de speciale militaire trei
nen, die op deze dag reden. In plaat
daarvan werd hij netjes door Geraldie;
van Vliet in haar autootje naar Ede ge
reden. „Komt mooi uit, jong",
Geraldien, toen ze bekend werd me
zijn voorlopige domicilie, „want val
half september af komen wij er eei
poosje 6pelen. Zijn we fijn dicht bij el
kaar".
Na die stormachtige avond, waaroj
Jaap verboden werd nog langer al
kellner in „De Boog" te werken, heer
ste er tussen vader en zoon een soor
gewapende vrede. Ook het feit, dat ziji
zoon in gebruikte bromfietsen handel
de, was hem ter ore gekomen, maai
Hennie's woorden hadden hun uitwer
king niet gemist. Er zat wel een weinij
waarheid in. Je kon in deze vreemd"
tijd niet alles verbieden. En als ziji
zoon geld mee verdiende, waarom zoi
hij het verbieden? Het ging tenslotti
om een luttel aantal weken? In diens
zou hij wel veranderen. Daar gebruik
ten ze gelukkig nog die zogenaamd'
ouderwetse methode, die toch altijc
doeltreffend waren, want de meest'
jongens kwamen als flinke kerels ui
de dienst.
(Wordt vervolgd)