IN HOLLAND VAART EEN VLOOI «RAIFFEISENBANK het statussymbool Bedrijven met minder goede uitkomsten Broïicfti Betten Met verstand voeren spaarbank en alle bankzaken 5PORTPROQRAMMA Dezer dagen kreeg ik via een Texelse jonge boer de volgende opmerking door. „Van Groningen schrijft altijd maar over bedrijven met goede uitkomsten. Laat hij ook eens wat vertellen over bedrijven, waar het minder goed zit". Deze opmerking was door een paar an dere Texelse boeren gemaakt. Mogelijk zit hier de vrees achter, dat „burgers", die ook een blik in onze rubriek slaan een te gunstig beeld zouden krijgen van de resultaten van het landbouwbedrijf. Deze opmerking kan ik ook overigens wel begrijpen. Men leert immers niet alleen van „goede" bedrijven, maar ook van fouten van anderen. En het ligt voor de hand, dat die fouten meer ge vonden worden op bedrijven met slech te dan met beste resultaten. Intussen moet men er wel rekening mee houden, dat het voor een voor lichter riskant is om over de minder goede resultaten van één bedrijf te spreken. Toch wil ik er wel iets van zeggen. Ik wil dat doen door een be drijf met een best resultaat pp een paar punten te vergelijken met een an der bedrijf. Het effect van de arbeid Op de twee bedrijven, die ik op het oog heb, komt het grootste deel van het inkomen uit koeien en schapen. Men kan dus zeggen, dat er op beide be drijven soortgelijk werk is. Als we echter de kosten van de arbeid, de kos ten van de werktuigen en het bedrag, dat betaald is aan de loonwerker be kijken, dan blijkt op bedrijf A (goede resultaten) het bedrag, dat voor deze kostenposten is uitgegeven, maar 70°/o te zijn van dezelfde posten op bedrijf B (slechte resultaten). Men kan dus zeggen, dat voor de verzorging van een zelfde aantal koeien en schapen op be drijf B bijna lVs maal zoveel wordt uit geven als op bedrijf A. Ik hoop, dat U van mij wilt aanne men, dat de man op bedrijf A zich echt niet uitslooft. Gerekend naar bedrijf A loopt op bedrijf B een halve man te veel. Dit betekent zo maar een bedrag van ƒ5.000,— tot ƒ6.000,—. De voerkosten en de melkproduktie Als we de kostenpost voor kracht voer en melkprodukten bekijken, dan blijkt dit met inbegrip van het kracht voer voor het jongvee op bedrijf A op ƒ420,per aanwezige melkkoe te lig gen. Op bedrijf B is dit ƒ500,We moeten daarbij nog vermelden, dat de jongveebezetting op bedrijf A zwaarder is en op grond daarvan zou de voer- post per melkkoe hoger mogen zijn. Het omgekeerde is het geval. Toch ligt de melkproduktie op bedrijf A plm. 700 kg. per koe hoger dan op bedrijf B. Weliswaar is het vetgehalte op bedrijf B iets hoger, maar het verschil tussen het melkvet per koe is toch minstens 25 kg. Gaan we de kosten van het krachtvoer en de produktie op bedrijf A vergelijken met die op bedrijf B, dan komt hier zo maar een voordeel van ƒ280,per koe naar voren. Bij de veebezetting op deze bedrijven geeft dit een betere uitkomst voor bedrijf A van mms tens ƒ4.000, Bovendien heeft de veehouder op be drijf A het klaar weten te spelen om naast betrekkelijk lage voerkosten en een goede melkproduktie toch nog een flinke post „Omzet en aanwas", dus verkoop van vee en waardevermeerde ring van de veestapel te noteren. Het verschil tussen bedrijf A en bedrijf B is op dit onderdeel een bedrag van 370,per koe. Opnieuw een voordeel voor bedrijf A van plm. 4.500, Schapen en varkens Hoewel minder sprekend als bij de rundveehouderij leveren ook deze on derdelen een voordeel op voor bedrijf A. De opbrengst per schaap komt op bedrijf A óp een bedrag van ƒ145, Op bedrijf B is dit ƒ127,per schaap. Een voordeel voor bedrijf A van ƒ18, per schaap. Dit voordeel wordt voor deel weer teniet gedaan door hogere voerkosten. Op bedrijf A nl. 28,per schaap, op bedrijf B is dat ƒ19,per schaap. Uiteindelijk resulteert dit dus in een voordeel van ƒ9,per schaap voor bedrijf A. Hoewel de varkenshouderij op beide bedrijven niet van overwegende bete kenis is, telt dit onderdeel toch nog wel mee in het uiteindelijke bedrijfs resultaat. Op bedrijf A is er voor iedere ƒ100,voer, die in de varkens werd gestopt een bedrag vah meer dan ƒ200,terug ontvangen, terwijl dit op bedrijf B nog geen ƒ125,is. Andere verschillen Bedrijf A blijkt belangrijk intensie ver te zijn dan bedrijf B. Terwijl op 'bedrijf B slechts IV2 stuks grootvee per ha. grasland en voedergewassen wordt gehouden is dit op bedrijf A 2 stuks groot vee per ha. Om dit te bereiken moet de bemesting op bedrijf A zwaar der zijn. De bemestingskosten liggen op bedrijf A per ha. 85,hoger dan op bedrijf B. Daarentegen ligt de pacht op bedrijf B plm. 55,per ha. hoger dan op be drijf A. M.i. terecht, omdat de grond op bedrijf B ontegenzeggelijk belangrijk beter is. Het is m.i. niet onbelangrijk om te vermelden, dat op bedrijf A vrijwel zonder uitzondering eerste klasse melk werd afgeleverd, terwijl op bedrijf B het aantal afleveringen in de 3e klasse heel hoog is. Waar zit dat nu in Misschien welt de vraag nu omhoog: „Maar hoe komt het dat de man op bedrijf A minder arbeidskosten heeft dan op bedrijf B? Waar zit het in, dat de koeien op bedrijf A met minder krachtvoer meer melk geven? Waar is het betere resultaat van de schapen- en varkenshouderij op bedrijf A aan te danken?" Beste lezers, daar durf ik niet te veel van te zeggen. Wel meen ik, dat het leiden van een boerenbedrijf een vak is. Net zo goed als onderwijzer, timmerman, schoenmaker en voorlich ter. En even zeker als je in de ge noemde vakken goede, matige en zeer matige hebt, zal dit ook voor veehou ders en akkerbouwers het geval zijn. Dan wil ik wel zeggen, dat de om standigheden om tot goede resultaten te komen op het ene bedrijf beter zijn dan op het andere. En tenslotte, al wil ik dit niet al te zwaar laten wegen, is er ook nog de kwestie van geluk en pech hebben. De meeste veehouders zullen in hun vakbladen de volgende spreuk wel eens hebben aangetroffen. Deze: „Voeren met oordeel is voeren met voordeel". Hetzelfde bedoel ik als boven dit arti kel staat: „Met verstand voeren". Er is dan aanleiding voor de vraag of dit niet gebeurt. Is er werkelijk nog altijd iets mis op dit oeroude terrein? Naar ik meen moet deze laatste vraag nog altijd bevestigend worden beantwoord. Kort geleden liepen we nog weer eens tegen zo'n geval aan, waarbij het naar ons oordeel beslist niet goed zat. De zorg voor het jongvee Speciaal over dit onderdeel van de veevoeding is al veel gezegd. Getuige de veel gehoorde aansporing; Een kalf is een spaarpot. Wat je er in stopt, kan je er later uit halen. Eerlijk gezegd, vinden we dit wel wat erg naïef uitge drukt. Zo eenvoudig is het nu ook weer niet. In de meeste gevallen is het zo, dat in de stalperiode aan de dieren van V2 jaar tot 1 jaar meer krachtvoer wordt gegeven dan aan de leeftijdsgroep van U/2 - 2 jaar. Dit is terecht zo. De op namecapaciteit van de jongere dieren is nl. nog vrij klein, terwijl de be hoefte aan voedende stoffen niet zo enorm veel lager ligt dan van de oude re dieren. Doordat de dieren van IV2 tot 2 jaar belangrijk meer voedings stoffen via het ruwvoer naar binnen kunnen werken, is de behoefte aan krachtvoer hier meestal niet zo groot. Wat dit betreft is o.i. de praktijk in de meeste gevallen wel op de goede weg. De periode vóór het afkalven Bij oudere koeien is de tijd van droogstand, dus de plm. 8 weken vóór het afkalven voor de dieren echt geen tijd van niets presteren. Het is voldoen de bekend, dat het gewicht van het kalf in de laatste maanden sterk toeneemt en hiervoor is wel het een en ander nodig. Bovendien moet het dier zich klaar maken voor de komende produk- tie-periode. Daarom is het advies al jaren lang om het melkvee in de droog stand te voeren als een koe, die per dag 10 kg. melk geeft. Betreft het dieren, die zeer melkrijk zijn, dan is het o.i. goed om een rantsoen te geven, dat voldoende is voor een produktie van 15 kg. melk per dag. Dit geldt vooral voor de 2e helft van de droogstand. Vooral de mineralenvoorziening eist in deze tijd aandacht en daarom is het gewenst per dag 1 kg. balans- of basiskoek te geven. In het algemeen geeft het voe ren van m'neralen in de droogstand meer profijt dan in de periode, waarin de melkproduktie hoog is. Wat voor de oudere koeien geldt, is ook van toepassing voor de dieren, die de eerste keer afkalven, dus de kalf- vaars. Ook deze jonge generatie moet klaar gemaakt worden voor de kracht toer om per dag zo mogelijk 20 kg. melk te „maken". En dat krijgt U echt niet klaar als U de dieren maar wat laat „barrelen". Hoe het niet moet We zijn het de laatste jaren een paar maal tegen gekomen, dat vaarzen, waarvan men nog al enige verwachting had, na het afkalven een teleurstelling waren Dat is op zichzelf geen wonder. Een kind van een prima moeder is lang niet altijd zelf ook een uitvlieger. Maar we denken nu aan gevallen, waarbij er naar onze mening een aan wijsbare fout is gemaakt. Die fout wordt heel gemakkelijk ge maakt bij dieren, die in het begin van de winterperiode afkalven. Men rede neert dan als volgt. Het dier is nog niet aan kalven toe en kan voorlopig wel met het andere jongvee buiten blijven. Een paar weken vóór de kalf- datum wordt de kalfvaars op stal ge haald. O.i. is het onmogelijk om dit dier in de korte tijd, die er dan nog rest klaar te maken voor de produktieperiode. Het gebeurt, dat de dieren het in de wei moeten doen met gras, dat overge bleven is, in andere gevallen wordt wat hooi bijgevoerd. Krachtvoer wordt meestal niet gegeven, omdat de overige dieren in het koppel dit niet nodig heb ben. We menen, dat speciaal in gevallen, waarbij de dieren op 2-jarige leeftijd afkalven, deze methode funest is. En kele veehouders hebben dit tot hun schade ondervonden. Het is een goede zaak om lering te trekken uit de schade, die anderen hebben opgelopen. Er loopt op het moment nog heel veel jongvee buitep. Als daar dieren bij zijn, die in januari moeten afkalven, dan bent U nu in feite al te laat om aan deze dieren de oppas te geven, die ze nodig hebben. OPENINGSTIJDEN OPENBARE BIBLIOTHEEK De openingstijden zijn Maandag: 10.00 tot 12.00 uur; Woensdag: 19.30 tot 21.30 uur; Donderdag: van 12.00 tot 13.30 uur (niet tijdens de schoolvakanties) en 15.30 tot 17.30 uur. Vrijdag: 14.30 tot 15.30 uur en 19.30 tot 21.30 uur. Jeugd: woensdag van 14.30 tot 17.30 uur en vnjdag van 15.30 tot 17.30 u. ...De Zilvervloot! Het Ideaal-Spaarplan voor jonge mensen van 15 tot 21 jaar. Vaar mee! Laat je spaargeld 6, 7, 8 of 9 jaar staan en je krijgt een extra-premie van 10% over 't gespaarde bedrag èn de rente. Je beste thuishaven voor Zilvervloot-sparen is de Raiffeisenbank, met zijn meer dan 1400 vestigingen en ruim 2 miljoen spaarders! ZATERDAG 16 DECEMBER 1967: Adspirantcn Texel b-De Koog a, 3.00 uur Tex Boys b-Oosterend a, 3.00 uur Pupillen Oosterend a-Cocksdorp a, 3.00 uur ZDH a-Texel a, 3.00 uur Texel b-Oosterend b, 2.15 uur ZDH b-Tex. Boys b, 2.15 uur ZONDAG 17 DECEMBER 1967: 4de klas A KNVB: Texel-DTS, 2.30 uur Afdeling Noordholland VZV-Oosterend, 2.30 uur Wiron-Tex. Boys, 2.30 uur Texel 2-Petten 2, 10.15 uur Cooksdorp-JVC, 2.30 uur De Koog-Hollandia T. 2, 2.30 uur Tex. Bovs 2-ZAP 5, 2.30 uur BKC 3-Texel 3, 2.30 uur Texel 4-Helder 6, 2.30 uur Schagen 5-Tex. Boys 3, 2.30 uur DWOW 3-De Koog 2. 2.30 uur Oosterend 2-WGW 4, 2.30 uur Wieringerwaard 4-ZDH 2, 2.30 uui Junioren Helder 2-Texel, 10.00 uur Zeemacht-Oosterend, 2.30 uur Adspiranten Texel a-WGW a, 12.00 uur Tex. Boys a-WGW b, 12.00 uur „FRYSKE PORTE", ZEEHAVEN TUSSEN TEXEL EN VLIELAND ((Vervolg voorpagina 2de blad) arealen in de Fryske Porte te bepaler in het jaar 2000. Veronderstellend da in Rijn- en IJmond geen reserve area len meer voorkomen, zou in het jaa 2000 in de .Fryske Porte 5.000 ha. zijr uitgegeven. Dit zou bijvoorbeeld lie geschetste Zuidelijke haven'bekker kunnen zijn. De 3.000 ha., die dan al reserve beschikbaar moeten zijn, zou den in het Noordelijke havenbekken dat dan nog in aanbouw is, gezoch moeten worden. Gedacht wordt dat het Noordelij! havenbekken bruto 10.000 ha. zal om vatten. Dan resteren een bruto 23.00 ha. voor stedebouw, recreatie en an dere doeleinden. Voor een goede ontwikkeling van d 5 Fryske Porte is het te hopen, dat Am sterdam haar oude banden met Texe waarop eertijds haar loodsen woonden zal vernieuwen en de tot ontwikkelin te brengen haven door haar deskundi gen zal doen bevoogden. Er staan grote belangen op het s voor de industriële ontwikkeling Noord-Nederland, welke door een h ven sterke impulsen zal ontvangen. H is daarom te hopen, dat, mede gezi de vele ingewikkelde problemen, waa op nog lange jaren gestudeerd worden door velerlei instanties, een n der onderzoek naar de mogelijkhed van de Fryske Porte spoedig wordt ge start. Er was veel en nogal wat geamu seerde interesse toen de heer Meier ziji idee openbaarde tij'dens de vorige weel gehouden conferentie over de toekoms van Noordholland-Noorden. Het is oj zichzelf een logische gedachte die vaarwater niet onbenut te laten. Tod ontbreekt het ook tussen Texel Vlieland niet aan zandbanken, maa mogelijk zijn die gemakkelijker te be dwingen dan de Haaksgronden voor he Marsdiep en behoeven er niet zulk verre geulen te worden gebaggerd al voor Rotterdam. De vraag blijft of aa: dit plan nationaal-economisch enige le vensvatbaarheid kan worden toege kend. Het gaat de financiële mogelijk heden van Noordholland natuurlijk t boven, maar het kan interessant wor den als in de Delta van Rijn, Maas Schelde in 'de toekomst de terreinei zouden zijn uitgeput en men bereid zo zijn de Waddenzee als uniek natuur gëbied op te offeren. Tot dit laatste zij: steeds minder mensen bereid. Het ide< dat op de plaats waar zich nu nog he Robbenreservaat bevindt, te zijner tij' grote industrie- en havencomplexei komen, is niet aangenaam. FEUILLETON door Gerrit Franssen 19. Het meisje draaide zich naar haar vader. „Van iemand als u, had ik meer takt verwacht. Ik begrijp nu, dat u zich hebt laten opwarmen door direk- teur Slaterus. Maar dat u zich daar wat van aantrekt! Ik dacht, dat u die Sla terus beter kende. Ik hoef zeker niet in bijzonderheden te treden, wel9" Overvest, die volkomen op de hoogte was met de twijfelachtige reputatie, die Slaterus in zijn eerste bankjaren in de stad had, als gevolg van soms al te intieme relaties met enkele vrouwelijke klanten, keek zijn dochter verwonderd aan. „Wat weet jij ervan?" „Vader, ik ben eenentwintig. In ons kletsstadje worden de deugden binnen drie weken vergeten, maar de ondeug den herinnert men zich nog na dertig jaar. Bovendien vergeet u een paar din gen, pap. Jaap is bijna negentien jaar, en een jongen van die leeftijd kun je niet meer aan de leiband houden. In de tweede plaats zijn de tijden veranderd. Als het zo in uw kraam te pas komt, gaat u zondags ook op de fiets naar de kerk. Dat had u vijfentwintig jaar ge leden eens moeten proberen. Nu vindt men het gewoon. En wat de jongelui van vandaag doen, en waar zo tegen gefulmineerd wórdt: lang haar, de beatrage, het dansen, op een andere manier plezier maken, de opart mode en het racen op knetterende puchs, over enkele jaren is het weer afgelopen en is het niet afgelopen, dan ergert nie mand zich er meer aan en beschouwt men het als vanzelfsprekend. We moe ten allemaal een beetje met onze tijd meegaan, pap. U kunt niet meer de zelfde normen handhaven als tien, vijf tien jaar geleden. Onze tijd is dyna misch, de jeugd eveneens. Het nozem- en provodom zijn realiteitsverschijnse len. Mij ligt het allemaal evenmin, maar daarom kan ik het wel begrijpen. Als u desondanks met grote woorden en een boos hoofd uw wil wenst door te zetten, maak dan morgen een om heining om ons huis met prikkeldraad, minstens twee meter hoog en spijker er een bord op: Concentratiekamp Overvest. Dan weet iedereen tenminste, wat ze aan ons hebben. Zo, laten we er nu maar eens een nacht over slapen". Ze wachtte even, en toen er niemand iets zei, liep ze naar haar moeder en boog zich over haar om een kus te geven. „Welterusten. Het lijkt allemaal veel erger, als 't in werkelijkheid is. Bekijken jullie het zo ook eens". Hennie ging naar boven en klopte daar op Jaaps kamerdeur. „Ja, kom er maar in". Jaap zat in een stoel een sigaret te roken. Het meisje sloot de deur achter zich en leunde er tegen. „En? Hebben jullie lekker gebekvecht? Vandaag of morgen krijgt pap een hartaanval en wat dan? Ben je dan tevreden?" De jongen keek haar verontwaardigd aan. „Ik ben toch zeker niet begonnen? Ik kwam om tien uur thuis, hardstikke moe, want het was knap druk van avond, en daar begint me de ouwe heer meteen. „Wie?" Hennie's woord klonk als een zweepslag. „Nu ja, pap bedoel ik. Begon-ie met een tegen me te keer te gaan. „De Boog" is helemaal geen nozemtent. Er zijn nooit moeilijkheden. De lui, die er komen, zijn allemaal reuze geschikt. Pap is onredelijk. Wat zit er nou in, dat ik daar bedien? Het verdient toch zeker lekker?" Hennie haalde haar schouders op en liep de kamer in. „Geef me eens een sigaret?" Hij gaf het verlangde en vuur. Toen ze rookte, vervolgde ze; „Je zult dat baantje op moeten geven". „Dat snap ik ook", grauwde hij. „Denk je, dat ik het lollig vind? Vorige week had ik weer over de honderd piek Ze glimlachte. „Je doet toch meer? Kun je het niet verdienen zonder in „De Boog" te werken?" Hij keek verschrikt op. „Wat 'bedoel je?" Het meisje lachte nog steeds. „Je zuster is niet achterlijk, jongeman. Je handelt ook zo'n beetje in tweedehands bromfietsen, he? Nou, breid je dat uit. Je bent handig genoeg in die dingen". „Als pap daar achter komt, mag het evenmin". „Wanneer het zover is, ga je niet weer op dezelfde manier ruzie maken, maar dan wacht je, tot ik er ook bij ben. Bepraten we het samen. Op mijn medewerking kun je rekenen". „Allicht. Die bromfietshandel is een goeie bezigheid, deze weken voor je in dienst gaat. Alleen.let goed op, dat je geen gestolen spul koopt, broer". Hij schudde zijn hoofd. „Als er geen papiertje bij is, begin ik er niet aan. En als ik oök maar enigszins twijfel doordat ze een veel te lage prijs vra gen, dan stinkt het al in mijn neus mogen we wat mij betreft naar een an der gaan. Ik heb vanmorgen nog een pracht van een Sparta verkocht. Hon derveertig piek. En weet je, wat-ie mij gekost heeft? Ik heb 'm wat opgeknapt en een tientje nieuwe onderdelen. Dat was zes tientjes verdiend". Ze knikte en trok aan haar sigaret. „Heb je nogal schik in je werk plaatsje?" Opnieuw keek de jongen stom-ver baasd naar zijn zuster. „Hoe weet je Hennie kwam lachend overeind. „Pap dat nu weer?" moest eens weten, dat het in het schuurtje was achter het huis van je Geraldien". „Dus ben jé daar oök al van op de hoogte. Weet je, dat Geraldien een wagentje koopt? Morgenochtend gaan we naar Rotterdam. Eens kijken". „Zorg er dan maar voor, dat nie mand je ziet. Want zoals je gemerkt hebt, zijn er van die vriendelijke men sen, die pap van je doen en laten op de hoogte houden". Hij knikte. „Als ik eenst maar in dienst ben, zus. Dan kan ik wat meer doen. Nu ja, die paar maanden zing ik het nog wel uit. Overigens, al verdien de het goed, dat bedienen 's avonds be gon me al een beetje te vervelen Ho#»tdrohk In taoletvorm. 96d HOOFDSTUK 14 In de houding voor Koningin en vaderland Twee augustus vertrok Jaap Over vest naar zijn aanmeldingskazerne u Ede. Niet met de eerste openbare reis gelegenheid na nul zes negenenvijftig zoals in zijn reisorder stond. Ook nie met een van de speciale militaire trei nen, die op deze dag reden. In plaat daarvan werd hij netjes door Geraldie; van Vliet in haar autootje naar Ede ge reden. „Komt mooi uit, jong", Geraldien, toen ze bekend werd me zijn voorlopige domicilie, „want val half september af komen wij er eei poosje 6pelen. Zijn we fijn dicht bij el kaar". Na die stormachtige avond, waaroj Jaap verboden werd nog langer al kellner in „De Boog" te werken, heer ste er tussen vader en zoon een soor gewapende vrede. Ook het feit, dat ziji zoon in gebruikte bromfietsen handel de, was hem ter ore gekomen, maai Hennie's woorden hadden hun uitwer king niet gemist. Er zat wel een weinij waarheid in. Je kon in deze vreemd" tijd niet alles verbieden. En als ziji zoon geld mee verdiende, waarom zoi hij het verbieden? Het ging tenslotti om een luttel aantal weken? In diens zou hij wel veranderen. Daar gebruik ten ze gelukkig nog die zogenaamd' ouderwetse methode, die toch altijc doeltreffend waren, want de meest' jongens kwamen als flinke kerels ui de dienst. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1967 | | pagina 6