Voor- en tegenspoed van Texeis
landbouw in 1967
Ruilverkaveling Texel viert in
januari 15e verjaardag
^■1
Jaar met een droog groeiseizoen
/ti veel gevallen
reden tot
dankbaarheid
Commissie
karwei
staat nu voor moeilijkste
De tweede schatting
In 1971 oplegging van
Ruilverkavelingsrente
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 29 DECEMBER 1967
-.'«JW.
ja-**
In een oud geschrift, waarin in ieder
geval veel kerkelijke lezers kennis zul
len dragen, wordt gesproken over
dankbaarheid in voorspoed, geduld in
tegenspoed en van een goed vertrou
wen voor de toekomst. Als we op de
drempel van 1967/'68 iets gaan schrij
ven over de Texelse landbouw in 1967,
is er plaats voor alle hiervoor ge
noemde woorden en begrippen. Daar
bij zal in het ene geval de nadruk
meer vallen op de voorspoed en de
dankbaarheid en in het andere geval
zal er meer plaats moeien zijn voor
het geduld en de tegenspoed. Terwijl
voor allen geldt, dat een goed vertrou
wen voor de toekomst een zeer be
langrijke zaak is.
Dit als inleiding op het Jaarover
zicht, dat de redactie, zoals gewoonlijk
van ons vroeg.
1967 afwijkend
Na een reeks van jaren, waarin de
regenval, speciaal in de groeiperiode,
veel hoger was dan normaal, heeft het
afgelopen jaar ons een zomer gegeven,
die we als zomer meer normaal kunnen
noemen. Speciaal wat de temperatuur
betreft heeft De Bilt ons te verstaan
gegeven, dat het niet de warme zomer
was, waarvan we geneigd waren te
spréken. We werden misleid door de
abnormale zomers van voorgaande ja
ren.
Wel is het verantwoord om 1967 een
jaar met een droog groeiseizoen te noe
men. Deze zomer was nl. voor een zeer
groot gedeelte (van juni tot augustus)
droger dan de „beruchte" zomer van
1959.
We hebben al eerder betoogd, dat het
feit, dat 1967 bij de boeren een toch
veel betere indruk nalaat dan 1959, te
danken is aan de grotere regenval in de
maand mei en het weinig drogende
weer in het begin van juni.
Een gunstige omstandigheid is ge
weest, dat in de maand maart de toe
stand van weer en grond zo waren, dat
een groot gedeelte van de voorjaars
gewassen in deze maand kon worden
gezaaid. Speciaal wat de bieten betreft
hebben we nog nooit eerder zo'n vroege
zaaitijd beleefd. We zouden niet graag
beweren, dat dit in alle gevallen tot
een gelukkig slot heeft geleid.
Koeien deden het best
Het is deze zomer meermalen gezegd,
dat in 't algemeen een droge zomer
oor de rundveehouderij beter is dan
zomers met een overvloed aan water.
Uiteraard is deze opmerking vooral
gehoord op de bedrijven, waar regen
val, minder dan normaal, geen directe
funeste gevolgen heeft. Zolang men er
in slaagde aan het vee een voor het
oog matige hoeveelheid gras aan te
bieden, verliep het met de produktie
uitstekend- En ook op de meer droogte-
gevoelige bedrijven heeft men onder
vonden, dat een zeer kleine hoeveelheid
„droog" gras voldoende is om de pro
duktie op peil te houden. De ook dit
jaar weer toegenomen melkstroom aan
„De Eendracht" is daar een illustratie
van. Hoewel ook het aantal melkkoeien
waarschijnlijk wel weer iets is toege
nomen, is de grotere aanvoer aan de
Zuivelfabriek o.i. vooral ook te danken
aan de zeer goede produktie van de
melkkoeien in de weideperiode. Hoewel
de prijs van de melk in het nu lopende
boekjaar mogelijk iets lager zal uitval
len dan in het voorgaande jaar, meen
ik toch te mogen zeggen, dat over de
melkprijs in het algemeen weinig
klachten worden gehoord.
Wat de veeprijzen betreft, moeten
we constateren, dat de mogelijkheden
voor export van kalfvaarzen en als ge
volg daarvan ook de prijzen iets min
der waren dan in voorgaande jaren.
Als we in aanmerking nemen, dat op
vrijwel -alle bedrijven voldoende en
Een plaatje zoals het bovenstaande konden
we in het afgelopen jaar niet maken. Dit mis
troostige beeld van wateroverlast op het land
is dan ook afkomstig uit ons archief.
goed ruwvoer aanwezig is, dan is er
reden voor om aan te nemen, dat de
melkproductie ook in de wintermaanden
op een goed peil zal liggen. Het wordt
voor de veehouders steeds duidelijker,
dat de basis voor een goede produktie
in de wintermaanden in de kwaliteit
van hooi en kuilgras moet worden ge
zocht.
Wisselende uitkomsten
sch apenhouder ij
Hoewel we mogen aannemen, dat ook
de schapen „hun jaartje" hadden, moe
ien we toch constateren, dat de uitkom
sten van de schapenhouderij op een
flink aantal bedrijven weer duidelijk
minder waren dan in het voorgaande
jaar. De veehouder, die men vertelde,
dat bij een aantal van 70 stuks scha
pen het nadelig verschil in ontvangsten
ten opzichte van 1965 een bedrag van
3.500,beliep en in vergelijking
met 1966 in de buurt van ƒ1.500,lag,
staat niet alleen. In de eerste plaats een
gevolg van de lagere prijzen van de
lammeren in de periode, waarin de
meeste lammeren worden verkocht en
verder is de prijs van de wol gedaald
tot een niveau, waarbij de prijs van
een vacht beneden de tien gulden is
komen te liggen-
Ook de stamboekfokkers hebben met
lagere prijzen genoegen moeten nemen
dan in voorgaande jaren. Een licht
puntje was het aantrekken van de prij
zen aan de ooilammeren in de nazomer.
Zij, die de ruimte 'hadden om de lam
meren enkele maanden door te weiden,
hebben een zeer goed weidersgeld ont
vangen.
Intussen is het geen waagstuk om te
beweren, dat voor de meeste Texelse
weidebedrijven, waarbij we vooral den
ken aan de bedrijven met een opper
vlakte van 17 - 20 ha., de basis van het
inkomen zal moeten liggen in de rund
veehouderij en in liet bijzonder in de
melkproduktie. Zelfs de meest enthou
siaste schapenhouders zijn hiervan wel
overtuigd. Er is in dit opzicht de laatste
10 jaar op ons eiland wel iets veran
derd.
Mindere uitkomsten akkerbouw
Hoewel het begrip akkerbouw een
flink aantal gewassen omvat, kunnen
we als geheel wel vaststellen, dat voor
de meeste akkerbouwbedrijven de uit
komsten duidelijk minder zijn dan in
voorgaande jaren het geval was. Voor
diverse gewassen is dit zowel een ge
volg van lagere opbrengsten als lagere
prijzen, in andere gevallen is het voor
al een gevolg van te lage prijzen.
Als een voordeel ten opzichte van
voorgaande jaren kunnen we noemen
de lagere kosten, die een gevolg zijn
van de gunstige weersomstandigheden.
Het verzorgen van alle gewassen en het
oogsten van de granen gaf minder zor
gen en lagere kosten dan in de natte
zomers, waarvan we er een reeks heb
ben gehad.
Dc suikerbieten
In het begin van dit artikel maakten
we een opmerking over de vroege zaai
tijd van dit gewas. Hoewel dit in veel
gevallen een voordeel is, mogen we wel
vaststellen, dat in 1967 in ieder geval
niet duidelijk naar voren is gekomen,
dat zaaien op 15 maart voordeliger is
dan de zaaidatum van 15 april. Vooral
als we denken aan de vele „schieters"
in een groot gedeelte van de vroeg ge
zaaide bieten, moeten we wel conclu
deren, dat lang niet iedereen gelukkig
is geweest met het vroege zaaien
Een flink gedeelte van de bijna 400
ha. suikerbieten op ons eiland heeft
flink van de droogte geleden. Hoewel in
september nog een nieuwe groei in
zette, staat het toch wel vast, dat de
droogte flinke schade heeft gedaan. Het
zijn juist deze percelen, die een niet
veel hogere opbrengst dan 40 ton per
ha. geven.
Overigens moet wel worden opge
merkt, dat de opbrengst aan tonnen
enorm is meegevallen. Het is vooral het
suikergehalte van de bieten, dat teleur
stelt, waardoor in zeer veel gevallen
een aftrek op de prijs moet plaats heb
ben. Terwijl de Texelse suikerbieten
meestal een beter suikergehalte hebben
dan de bieten op het vasteland, is het
dit jaar juist andersom.
De grootste teleurstelling is wel de
prijs van de suikerbieten. De garantie
prijs geldt hier nl. voor een landelijk
vastgestelde hoeveelheid suiker. Door
de zeer goede opbrengsten op het vas
teland zal deze hoeveelheid waarschijn
lijk worden overschreden en het gevolg
is een voorlopige korting van tien gul
den per ton suikerbieten.
Aardappeltelers:
geen hoerastemming
Hoewel is van bedrijf tot bedrijf zal
verschillen, is in de meeste gevallen de
aardappelteelt een nog grotere teleur
stelling geworden dan van de suiker
bieten-
Van de plm. 480 ha. aardappelen, die
op ons eiland worden verbouwd, was
plm. 280 ha. bestemd voor de poot-
goedteelt. De bestemming van de ove
rige aardappelen is de aardappelmeel
fabriek, de consumptiesector of een be
stemming voor veevoer.
De grote teleurstelling is er vooral
bij de pootgoedtelers. In meerdere ge
vallen ligt de opbrenst aan veldgewas
J0 ton per ha. lager dan in vorige ja
ren. Dit nadelige verschil is er in veel
gevallen ook bij de hoeveelheid, die
geplombeerd kan worden afgeleverd.
Dit betekent, dat het percentage uitval
op veel bedrijven aanmerkelijk hoger is
dan voorgaande jaren. Het is vooral de
aantasting door „schurft", die de uitval
veroorzaakt. Verder is op bepaalde be
drijven het percentage beschadigde
knollen heel hoog.
De lagere opbrengst wordt niet goed
gemaakt door betere prijzen- Integen
deel Voor diverse rassen ligt de prijs
wel 10 ct. per kg. lager dan de prijs,
die men vorig jaar ontving. Het aantal
gevallen, waarin dit alles zal resulteren
in hectare-opbrengsten, die ƒ2000,
lager liggen dan vorig jaar, zijn niet
zeldzaam.
Wat de teelt voor de fabriek en de
consumptie betreft het volgende. Hei
staat wel vast, dat diverse percelen,
waar een voor consumptie geschikt ras
werd verbouwd, uiteindelijk zijn be
stemd voor de fabriek. Mede een gevolg
van de buitengewoon slechte prijzen
in de consumptiesector. Op de droogte-
gevoelige gronden waren de opbreng
sten aan de lage kant. Op de goede
gronden was het beschot in enkele ge
vallen zeer goed. Mede door de goede
zetmeelgehalten zullen de financiële
resultaten van de fabrieksteelt niet te
genvallen. En hiermee zijn alle voor
waarden aanwezig voor een belangrijke
uitbreiding van de teelt van fabrieks
aardappelen.
Granen, hèt gewas op de
akkerbouwbedrijven
Nog steeds wordt van de plm. 3.000
ha- bouwland op ons eiland plm. 2.000
ha. gebruikt voor de teelt van granen.
Daarvan neemt de zomergerst ruim
1200 ha. voor zijn rekening. We menen,
dat ook deze zomer weer is gebleken,
dat het een goed gewas voor de Texel
se omstandigheden is.
Hoewel de zomergerst hier en daar
wel iets geleden heeft van de droogte,
zou de schade veel groter zijn geweest
als in plaats van dit gewas zomer tarwe
verbouwd zou zijn. Want het is vooral
de zomertarwe geweest, die mede als
gevolg van de droogte op veel plaatsen
een te lage opbrengst gaf.
Dat de graanteelt als geheel teleur
stellend is, is vooral te wijten aan de
prijzen. Deze liggen op een belangrijk
lager niveau dan vorig jaar. De af
wachtende houding 'bij de verkoop van
granen heeft niet geleid tot betere prij
zen. En als er op het moment verkocht
wordt tegen vrij lage prijzen, dan is dit,
omdat de kans op betere prijzen niet
groot is en men verdere bewaarkosten
wil vermijden.
Zaad teelt van diverse
gewassen
Over het algemeen was 1967 voor de
telers van graszaad en knollenzaad
(raapzaad) een goed jaar. Daar men
hier over het algemeen te maken heeft
met een vastgestelde prijs, resulteert
een betere opbrengst direct in betere
financiële resultaten.
We vergelijken deze gewassen, wat
de financiële uitkomsten betreft, meest
al met granen en zien als de aantrek
kelijke kant vooral de vruchtwisseling-
Voor 1967 kan worden gezegd, dat voor
de meeste bedrijven de zaadteelt dit
jaar betere resultaten heeft gegeven
dan de granen. Als er bij de firma's
animo is om contracten af te sluiten,
zal dit zeker tot gevolg hebben, dat de
oppervlakte van deze gewassen toe
neemt.
Er zijn vrij veel Texelse boeren, zelfs
op vrij droogtegevoelige gronden, die
hebben uitgesproken, dat zij voor een
jaar als 1967 willen „tekenen". Men
denkt daarbij speciaal ook aan het veel
plezieriger verloop van het werk in een
droog jaar. Aansluitend aan het begin,
wil ik daarom eindigen met de consta
tering, dat er in veel gevallen reden is
voor dankbaarheid.
En voor alle Texelse landbouwbe
drijven en mede voor de andere lezers
van onze rubriek, willen wij de wens
uitspreken: Een goed vertrouwen voor
de toekomst
Aan het eind van de eerste maand van het jaar dat wc straks beginnen,
viert de Ruilverkaveling „Texel" zijn 15e verjaardag. Als geboortedatum be
schouwen we dan de stemmingsdatum 30 januari 1953. In deze spreektrant
beschouwen we dus de periode, waarin de Ruilverkaveling werd voorbereid
als de tijd, die aan de geboorte vooraf gaat. Een periode, die ook plm. 5
jaar heeft geduurd. Dit betekent dus, dat we met ons eiland op dit moment al
plm. 20 jaar bezig zijn met alles wat aan de Ruilverkaveling „Texel" vastzit.
Het is te begrijpen, dat vooral aan het eind van het jaar door een aantal
mensen de vraag wordt gesteld hoelang op ons eiland de ruilverkaveling
nog een onvoltooide zaak blijft. We willen hierover op de grens van 1967 en
1968 iets proberen te zeggen.
jaar van 1954 een werk plaats vond,
dat aangeduid werd als „De Eerste
Schatting". Ieder perceel in het blok
van Ruilverkaveling is toen door een
Commissie van drie Texelse landbou
wers geschat. Op grond van die schat
ting is aan ieder perceel een waarde
toegekend.
In de Tweede Schatting gaat het er
nu om na te gaan wat de waardever
meerdering van deze inmiddels verka
velde percelen is. Daarbij moet als uit
gangspunt worden genomen, dat de
kosten van de Ruilverkaveling na af
trek van de subsidie, door de gezamen
lijke Texelse eigenaren van grond moe
ten worden opgebracht. Het bedrag,
dat door deze eigenaren moet worden
opgebracht, is globaal één derde deel
van het totale bedrag, dat ten laste van
de Ruilverkaveling „Texel" is uitgege
ven. Het restant, dus twee derde deel
van de totale kosten, is subsidie.
Het jaar 1967 is voor de Commissie,
die op Texel het werk voor de Ruilver
kaveling verricht veel minder druk ge
weest dan de voorgaande jaren. Vóór
1967 bestond de hoofdmoot van het
werk uit het maken van het Plan van
Toedeling. Wat de Commissie betreft
was dit Plan aan het eind van 1966 m
kannen en kruiken. Daar een aantal be
langhebbenden echter nog bezwaren
tegen dit plan had, kon het Toedelings
plan nog niet worden vastgesteld Dit
werd het geval toen in april 1967 de
Rechtbank te Alkmaar de laatste uit
spraken deed
Daarop volgden de voorbereidingen
voor het passeren van de Akte van
Toedeling. Dit werk speelde zich hoofd
zakelijk af op het kantoor van de land
meter te Alkmaar en het notariskan
toor te Den Burg. Dit werk vond zijn
bekroning in het passeren van de akte
op 13 november. Deze akte vormt een
boekwerk van 185 foliovellen met na
men en kadastrale aanduidingen. Iedere
eigenaar van gronden in de Ruilverka
veling „Texel" kan zich na die datum
als rechtmatige eigenaar van de aan
hem toegedeelde gronden beschouwen.
De taak van de Commissie
1968
Het staat wel vast, dat het werk van
de Ruilverkaveling van de Texelaars,
die met dit werk zijn belast, in 1968
veel meer tijd zal vragen dan in 1967
het geval is geweest. En dat niet al
leen! Als we ons niet vergissen, besef
fen de meeste leden van de Commissie,
dat ze op dit moment voor één van de
moeilijkste taken staan. Wat die taak
is?
In het Werkplan van de Ruilverkave
ling staat voor 1968 als opgave: „De
Tweede Schatting". Een aantal belang
hebbenden zal zich nog wel herinneren,
dat in de herfst van 1953 en het voor-
Wat is de basis voor de
verdeling van kosten?
Iedereen, die zich hierin even wil
verdiepen, zal begrijpen, dat het een
buitengewoon moeilijke zaak is, om de
voor rekening van de gezamenlijke
eigenaren komende kosten op een
rechtvaardige wijze te verdelen En we
kunnen begrijpen, dat hier en daar de
vraag opduikt: Hoe gaat men dit doen?
De basis voor deze verdeling is kort
weg gezegd: Het nut, dat men van de
ruilverkaveling heeft gehad. En daar
bij komen een aantal punten naar vo
ren. Dat zijn o.m. de volgende,
a. Dc verbetering van de ontsluiting.
Een eigenaar, die vóór de ruilverkave
ling .praktisch geen enkel kavel aan de
openbare weg had liggen en nu een ka
vel of kavels heeft, die met een flinke
breedte aan de weg liggen, wordt op
dit punt zwaarder aangeslagen dan
iemand, die vóór de ruilverkaveling al
behoorlijk aan de openbare weg lag.
Ook een eigenaar, die na de ruilverka
veling bij een geringe weglengte een
diepe kavel heeft toegewezen gekregen,
Dc vrees dat door dc
ruilverkaveling de tuin.
wallen zouden verdwij
nen, werd niet bewaar
heid. Op deze foto (in
1959 genomen in de
buurt van De Waal)
ziet men de tuinwallcn,
die al werden gemaakt
voordat de nieuwe weg
werd aangelegd. Bij de
aanleg en verbetering
van wegen verdwenen
vele gevaarlijke boch
ten en kwamen de dor
pen dichter bij elkaar
te liggen.
zal uiteraard minder moeten betalen
voor dit onderdeel dan iemand met een
flinke wegbreedte en 'n ondiepe kavel.
b. De waterbeheersing. Er waren op
Texel percelen, die ook voor de ruil
verkaveling geen overlast van water
ondervonden. Denk aan een gebied als
de Hogeberg. Er zullen in dit geval
geen of weinig kosten in rekening kun
nen worden 'gébracht voor dit onder
deel. Aan de andere kant zijn er gron
den, die als het ware aan het water
onttogen zijn. Ze zullen voor dit onder
deel flink in de kosten vallen.
Bij dit onderdeel komt echter niet
alleen het verminderen of opheffen van
wateroverlast ter sprake, maar ook de
kwestie van het watertekort. In ver
schillende gebieden in het westen van
het eiland kan in de zomer een belang
rijk betere waterstand worden gehand
haafd door het plaatsen van stuwen.
Ook dat wordt bij dit punt in aanmer
king genomen.
c. Vergroting van de kavels. Er waren
vóór de ruilverkaveling eigenaren, die
de grond in één kavel bij het bedrijfs
gebouw hadden. Er waren ook bedrij
ven, waar de grond in 15 of meer ka
vels lag, d.w.z. op 15 of meer verschil
lende plaatsen. Indien in het laatste
geval de grond door de ruilverkaveling
verenigd is tot één of enkele kavels,
dan zal de tweede man voor dit on
derdeel uiteraard meer moeten betalen
dan nummer één.
d. Vorm en ligging van de kavels en
percelen.
Als U een oude kaart van ons eiland
bekijkt, waarop de perceels- en kavel-
grenzen zijn te zien, dan valt het direct
op, dat de vorm van deze eenheden
bijv. in de omgeving van Den Hoorn en
Oosterend veel slechter is dan in de
omgeving van De Koog. Om van de
P.H. Polder en het Noorden nog niet
eens te spreken.
Wat U op zo'n kaart niet kunt zien,
maar toch zéker aanwezig was, is de
kwestie van de egale ligging, d.w.z. het
voorkomen van lagere en hogere delen
in de percelen. Had men percelen met
„heuvels" en „dalen" en zijn die door
egalisatie of toewijzing van andere
'grond verdwenen, dan valt men weer
zwaarder in de kosten dan een collega
eigenaar, die vlakke grond „inleverde".
Andere kostenfactoren
Met het noemen van de voorgaande
punten zijn we niet volledig. Er zijn
nog meer factoren, waarmee rekening
kan worden gehouden.
Maar verder zijn er nog zaken, die
voor een flink aantal bedrijven een rol
spelen. Het zijn de zgn. particuliere ob
jecten. De kosten voor deze objecten
komen, voor zover ze niet door subsidie
gedekt zijn, rechtstreeks ten laste van
(zie slot binnenzijde tweede blad)