1967 was een heel goed jaar voor
tie Texelse Noordzeevisserij
AGENDA
mSSWSSBSi
Vloot wercl weer aanzienlijk uitgebreid
Regeren is
vooruitzien
Successen voor Kotex op landelijke
tentoonstelling te Den Helder
Alleen schol bracht
iveinig op
tweede blad
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 5 JANUARI 1968
(Door plaatsruimtegebrék in het Oude
jaarsnummer kunnen wij het volgende
artikel eerst nu opnemen. Onze excuses
aan schrijver en lezers Red.)
Gaarne voldoe ik aan het verzoek
van de redactie om iets over de vis
serij in het afgelopen jaar te schrijven
Het was een jaar waarin het visserij
bedrijf te maken kreeg met ingrijpen
de èn tragische zaken. Verschillende
van onze collega's hebben deze jaar
wisseling niet mogen beleven omdat
zij tijdens de uitoefening van hun be
roep zijn omgekomen. Vijf Nederlandse
vissersschepen hebben de thuishaven
niet meer kunnen bereiken en zijn
merendeels met man en muis
vergaan. Een woord van deelneming
tot de nabestaanden is hier zeker op
zijn plaats. Hopelijk vinden zij de
kracht om dit verschrikkelijke verlies
te dragen.
Wij kunnen niet dankbaar genoeg
zijn dat de Texelse visserij in 1967
voor rampen is behoed gebleven. Het
was voor onze visserij bovendien een
heel goed jaar.
De bokkenvisserij gaf heel goede be
sommingen te zien. Tong is in grote
hoeveelheden gevangen en heeft een
goede prijs opgebracht. Minder was het
met de schol. De vangsten waren, wat
deze vissoort betreft, zeer goed, maar
de prijzen over het algemeen slecht.
Veel schel moest worden doorgedraaid
of kon net de opvangprijs opbrengen.
Haring
Wat de haringvisserij betreft kan ge
sproken worden van over het algemeen
geringe vangsten. Door enkele spannen
werden in het voorseizoen enkele goede
weekreizen gemaakt, maar we kunnen
toch wel stellen dat de spanvisserij niet
aan de verwachtingen heeft voldaan,
daan. Tot zover het overzicht van de
financiële uitkomsten van de visserij,
maar ik zou er het volgende aan willen
toevoegen. De bovenvermelde uitkom
sten zijn mede te danken aan het voor
uitstrevend beleid van de Texelse vis
sers. Zij zorgen er voor dat hun be
drijven aan de hoogste eisen blijven
voldoen. In 1967 zijn weer grote be
dragen geïnvesteerd. Er werden tien
nieuwe (zwaardere) motoren ingebouwd
wat een verhoging van het totale aan
tal pk's betekende van maar liefst 2000.
Verschillende kotters werden voorts
van moderne gekoelde visruimen voor
zien, wat de kwaliteit van het produkt
ten goede komt.
PROEFVAART OP OUDEJAARSDAG
Nog juist voor het eiud van het jaar
maakte de lieer D. Krijnen uit Oudeschild het
havenprobleem nog iets nijpender. Donderdag
middag arriveerde nl. de TX 19 „Drie
Gebroeders", de kotter die in zijn opdracht
door de werf Boot te Woubrugge werd ge
bouwd. De „Drie Gebroeders" is 27,05 meter
lang en daarmee het iangstc vissersvaartuig
van de Texelse vloot. De breedte bedraagt
6,42 en de holte 3.30 meter. De TX 19 is het
vierde schip, dat de fa. Root voor de familie
Kronen fabriceerde. Veel andere Texelse
kotters van voor de oorlog (de oude TX 37,
TX 51, TX 16 en TX 4) werden ook door
deze werf gebouwd.
De „Drie Gebroeders" wordt voorgestuwd
door een opgevoerde 610 pk Stork motor en
beschikt over een hulpmotor van 30 pk. In
tegenstelling tot andere nieuwe Texelse kotters
is de TX 19 niet met een portaalmast uitge
rust. De gieken voor de korvisserij zitten op
de bekende wijze bevestigd aan de voormast,
maar de blokken zittcu beneden op het dek en
er zijn sliphaken toegepast, zodat bjj het vast
raken van een der netten de kotter niet mak
kelijk zal kapseizen. Op het dek staat een
4-koppige winch. De stuurinrichting van de
„Drie Gebroeders" is elektro-hydrauliscb. Ver
plicht i.v.m. de lengte van bet schip is de
elektrische ankerwinch. De akkommodatie,
ten behoeve van een bemanning van zes kop
pen, is comfortabel en royaal. Het schip is
centraal verwarmd en er is koud en warm
stromend water. De officiële proefvaart van
de „Drie Gebroeders" werd op de Oudejaars
dag gemaakt.
Nieuwe schepen
De vloot werd uitgebreid met drie
nieuwe schepen, de TX 11 van de fa.
P. C. Vlaming Zn., de TX 29 van de
fa. M. Drijver Zn. en de TX 19 van
D. Krijnen -Zonen. Verder is voor de
fa. P. v.d. Vis Zn. een kotter in aan
bouw, die het nummer TX 35 zal voe
ren. Alle genoemde schepen voldoen
uiteraard aan de hoogste veiligheids-
en andere eisen.
Door de firma's Boom, v.d. Knaap en
de Gebr. Boersen werden in het afge
lopen jaar gebruikte schepen aange
kocht, waardoor de Noordzeevloot op 37
kotters is gebracht. Het staat tenslotte
vast dat binnenkort nog een schip aan
de vloot zal worden toegevoegd, nl. dat
van de fa. De Vries Pronk. De
Texelse vloot is iets waar men trots op
kan zijn en die voor het eiland een der
belangrijkste bronnen van inkomsten is
geworden. Het is daarom bijzonder
jammer, dat al deze schepen in een
veel te kleine haven moeten worden
geperst. Bij elk nieuw schip wordt de
toestand nijpender. Door gemeentebe
stuur en visserij organisaties zal alles
in het werk moeten worden gesteld om
de oplossing van dit probleem te be
spoedigen.
Wadden visserij
Wat de Waddenvisserij betreft het
volgende. De Waddenvloot werd uitge
breid met de TX 27 van de heer A.
Blom. Na een slecht voorjaar heeft de
garnalenvisserij zich hersteld en de
wind in de rug gekregen. We mogen
spreken van een behouden teelt. De
wulkenvisserij heeft weinig meer om
het lijf. Er werd genoeg gevangen,
maar er waren weinig afzetmogelijk
heden. Opheffing van de zg. gesloten
tijd zou hier misschien verbetering
kunnen brengen. Het experimentele
vissen op strandgapers door de heer P.
Slik (waarover U in deze krant een uit
voerig artikel hebt kunnen lezen) is ge
deeltelijk geslaagd. Wat het vissen op
de gapers betreft, dat gaat uitstekend,
maar afzetgebied voor de vangst is er
nog onvoldoende.
Sociale voorzieningen
Tot 6lot iets over de sociale voorzie
ningen, de verplichte sociale verzeke
ring op last van de overheid, waarover
dit jaar veel te doen is geweest. Sinds
1 juli 1967 zijn de bemanningsleden
(zonder schipper-eigenaar) opgenomen
in de sociale wetgeving. Voor zover het
zich laat aanzien is hier iets geschapen
dat in een duidelijke leemte voorziet.
Het viel, vooral in het begin, niet mee
de zware premielasten af te dragen,
maar de zekerheden die nu zijn verkre
gen zijn in de visserij noodzakelijk. Als
we het systeem van deelvaren onaan
getast kunnen laten, geloof ik dat we
binnen niet al te lange tijd zullen spre
ken over de zege van de sociale
voorzieningen. Waar^nee ik wil eindi
gen en allen die dit lezen, in het 'bij
zonder mijn collega-vissers, een geze
gend 1968 toewensen.
J. TH. BOOM
Een der jongste aanwinsten van de Texelse
Noordzeevloot: de TX 29 „Waddenzee" van
de fa. M. Drijver en Zonen te Oosterend. De
kotter (26,25 meter lang, 3.30 diep en 6.40
breed) is een opvallende verschijning door bet
ontbreken van schoorsteen en achtermast. De
bomen, ten behoeve van de korvisserij, zitten
aan de stuurkast bevestigd en op de stuurkast
is een portaal gebouwd, waarin de uitlaatgas
sen van de motor uitkomen en waaraan
diverse antennes e.d. bevestigd zitten. Een an
dere bijzonderheid is liet dek, dat is voorzien
van een stroeve asfaltlaag. Een Nederlandse
primeur is de dekverlichting, waarbij Jodium-
lampen zijn toegepast. Deze stralen een bij
zonder fel, wit licht uit, waardoor de vissers
in de donkerste nacht kunnen werken alsof de
zon aan de hemel staat. Een andere bijzonder
heid van de elektrische installatie is dat zeke
ringen ontbreken, evenals de klassieke hoorn.
Deze laatste is vervangen door een megafoon,
die tevens ecu hoomsignaal kan geven. De
vislijnen lopen niet over het dek, waarmee de
veiligheid zeer is gediend. De winch is pneu
matisch en kan vanuit de stuurkast worden
bediend. In die stuurkast kan men op een
paneel ook precies zien welke lampen zijn
ingeschakeld. De „Waddenzee" is uitgerust
met een 600 pk „Industrie" motor; de schroef
is geplaatst in een Hodi straalbuis.
Alle radio- en navigatieupparatuur aan
boord werd geplaatst door Radio Holland
N.V.: een radiotelefoon (een Sailor 56 DAM
zender en een Sailor 56 TNP ontvanger); een
Zephyr marifoon; een Furuno F 850 A echo
lood; een Atlas 3000 radar; een AH 65 auto
matische stuurinrichting en een Wega omroep-
ontvanger.
De „Waddenzee" werd gebouwd op de werf
van de fa. Seijmonsbergen te Amsterdam. Met
de TX 33 beschikt de fa. M. Drijver Zn.
thans over twee kotters. Bovenstaande foto
maakten wij tijdens de officiële proefvaart van
de TX 29, vorige week vrijdag.
DAMCLUB TEXEL
Uitslagen van 21 december:
C. Meedendorp-P. Kooiman 02
C. Dij'ker-G. Dros 20
H. Datema-P. Bruijn 02
W. Baklker-Jn. Stam 1—1
C. Vinke-C. Groenhof 20
H. Bruining-J. Bosch 20
P. W. Kooi-Jb. Koom 1—1
C. Meedendorp kreeg als leider van
de ranglijst een gevoelige klap te in
casseren. H. Datema combineerde zich
andermaal naar een gewonnen partij,
maar vergiste zich deerlijk bij het
afspel.
De wedstrijd tegen EDC te Enkhui
zen had een zeer spannend verloop,
waarbij Texel eerst zelfs met 40
achter kwam, o a. doordat C. Groen
hof een gewonnen stand prijs gaf. De
reserve-spelers J. Schoo en C. Vinke
deden veel ten goede, waarna W. Bak
ker het winnende punt veroverde.
E.D.C. 1-Texel 1:
C. Klein-P. Bakelaar 0—2
H. Slok-J. Hooijberg 11
H. v.d. Veen-J. v. Heerwaarden 20
W. Zwier-P. Kooiman 11
Z. J. Plat-C. Dijker 0—2
P. Ko£man-J. Schoo 02
Ch. de Jonge-G. Dros 20
Q. van Dijk-C. Vinke 02
P. Pietersz.-C. Groenhof 20
R. Bolt-W. Bakker 1—1
9—11
Zaterdag 5 januari gaat Texel met
beide tientallen naar Andijk. S.v.p. geen
afberichten.
Vrijdag 5 januari 1968
Den Burg, Dorpshuis, Fotoclub „De Kieken
dief", 20.00 uur.
Zaterdag 6 januari
Dc Cocksdorp, Hotel Kikkert, feestavond
IJsclub Eierland. t.g.v. 60-jarig bestaan.
Dinsdag 9 januari
Oosterend, Kerkekamer van dc N.H. kerk,
vergadering van de Herv. Mannenvereniging
Oosterend.
Donderdag 11 januari 1968
Den Burg, Hotel De Graaf, Postzcgelruil-
beurs, 20.00 uur.
Zaterdag 13 januari
Den Burg, Hotel „De Lindeboom-Texcl",
Feestavond Paardensportvereniging.
Voor de landelijke tentoonstelling
van Hoenders, Sierduiven en Konijnen
van de K.S.V. ,,Den Helder en Omstre
ken", gehouden in de Sporthallen te
Den Helder van 22 tot en met 26 de
cember, waren door de leden van de
K.S.V. „Kotex" 110 dieren ingeschre
ven, nl. 6 grote hoenders, 3 dwerg-
hoenders, 54 sierduiven en 47 konijnen.
De kwaliteit van de Texelse dieren was
wel zeer bijzonder goed, vooral bij de
afdeling Sierduiven hebben de leden
blijk gegeven van grote prestaties.
Bij de diergroep Grote Hoenders be
haalde de Zilverduckwing Leghorn
haan - jong - eigenaar de heer S.
Tjepkema, het zo begeerde predikaat
ZZG en werd later uitgeroepen tot
kampioen van de diergroep Grote
Hoenders. Een dergelijk groot succes bij
de hoenders werd door de Kotex-leden
nog nimmer behaald. Voorts behaalden
2 Zilverduckwing Leghorn hennen
eveneens van S. Tjepkema het predi
kaat G.G. De heer F. J. HaLsema be
haalde met zijn 3 ingezonden Rhode
Island Reds 3 x het predikaat ZG.
Bij de diergroep Dwerghoenders wa
ren 3 Java krielen van F. J. Halsema
resultaat 2 x GG en 1 x G.
Bij de diergroep Sierduiven behaal
den de leden liefst maar 17 x ZZG. De
winnaars waren: Gentse Kropper - wit,
doffer, oud, eig. S. Wijngaarden; Engel
se Dwergkropper - blauw, duivin, jong,
eig. S. Tjepkema; Ned. Helmduif -
zwart, duivin, jong, eig. F. J. Halsema;
Ned. Helmduif - rood, doffer, oud, eig.
Uit het artikel over de ruilverkave
ling in het oudejaarsnummer hebt U
kunnen opmaken, dat het in ieder geval
nog wel een paar jaar zal duren voor
dat de ruilverkavelingsrente wordt op
gelegd. Zoals al eerder is verteld, is de
reactie op deze mededeling verschillend.
Een flink aantal boeren in het ruilver-
kavelingsblok reageert nl. met een:
„We behoeven dus gelukkig voorlopig
nog niet te betalen". Een ander, waar
schijnlijk kleiner gedeelte, staat op het
standpunt, dat hoe eerder de betaling
ingaat, hoe beter dit is.
Het zou onjuist zijn om de eerste
groep onder te brengen bij mensen, die
het principe huldigen, dat het eind de
last wel zal dragen. Er kunnen voor dit
verlangen naar nog verder uitstel van
de betaling, goede motieven aanwezig
zijn. Daarnaast hebben we ook volledig
begrip voor hen, die het beter zouden
vinden als het opleggen van de ruilver
kavelingsrente op een eerder tijdstip
begon.
„Inkomen" in feite te hoog
Voor iedereen, die zakelijk kan den
ken moet het duidelijk zijn, dat in het
„inkomen" van een flink aantal boeren
■in het ruilverkavelingöblok op het mo
ment een gedeelte zit, dat in feite geen
inkomen is. Men profiteert van verbe
teringen, waarvoor nog niet betaald
wordt.
In een aantal gevallen gaat het ook
echt niet om kleinigheden. We stellen
ons voor, dat er straks bedrijven zullen
zijn, waarbij de ruilverkavelingsschuld
in de buurt van een ton zal liggen. We
denken hierbij aan bedrijven, waarop
een nieuwe boerderij is gebouwd en
waar tevens nog heel wat andere werk
zaamheden, zoals het laten draineren
en egaliseren van percelen, zijn uitge
voerd. In zo'n geval komt men na het
afsluiten van de ruilverkaveling voor
een jaarlijkse last van ƒ5000,te
6taan, nl. 5°/o van ƒ100.000,Het is
duidelijk, dat op bedrijven, waar op dit
moment de touwtjes niet of nauwelijks
aan elkaar kunnen worden geknoopt,
straks moeilijkheden zullen komen.
Wat doen we met deze
wetenschap
Ik hoop niet, dat er veel boeren zijn,
die het voorgaande afdoen met een:
„Wie dan leeft, wie dan zorgt". Dat zou
zeker een onjuiste weergave zijn van
dat wat ik bedoelde, toen ik U in het
oudejaarsnummer een goed vertrouwen
voor de toekomst toewenste.
Aan de andere kant is het ook on
juist om over dit feit „in paniek" te
raken. Het is ons bekend, dat „de
schok", die het opleggen van de ruil
verkaveling zal geven door heel veel
goed gevoerde bedrijven zeer goed kan
worden opgevangen. Toch lijkt het me
goed om nog eens op enkele dingen te
wijzen, die in deze periode van niet-
betalen van belang kunnen zijn.
De top van het inkomen
Voor de meeste mensen is het beta
len van belasting een zeer onaange
name zaak. Je komt zo nu en dan zelfs
boeren tegen, die er zo'n hekel aan
hebben, dat ze alleen om die reden er
niets voor voelen, om hun bedrijf beter
te gaan voeren. U zult begrijpen, dat
deze boeren in het algemeen geen
dankbare klanten zijn van landbouw-
voorlichters. In de adviezen van de
landbouwvoorlichting gaat het er im
mers om het inkomen van de boer te
verbeteren. Gelukkig is hun aantal niet
groot. De meeste landbouwers hebben
heel goed in de gaten, dat je van een
inkomen van bijv. ƒ20 000,heel wat
meer kan doen dan van ƒ10.000,ook
al neemt de fiscus van het eerste inko
men een flirik stuk af.
Er is een veel aantrekkelijker me
thode om in deze tijd van het nog niet
moeten betalen van ruilverkavelings
rente de top van het inkomen „weg te
F. J. Halsema; Baardtuimelaar - zwart,
doffer, oud, eig. J. v. Beusekom; Baard-
tuimelaar - zwart, duivin, oud, eig. J
van Beusekom; Baardtuimelaar - zwart,
duivin, jong, eig. J. van Beusekom;
Baardtuimelaar - rood, duivin, jong,
eig. J. van Beusekom; Hamburger
Stickenmeeuw - blauw, doffer, oud, eig.
J. Kil jan; Hamburger Stickenmeeuw -
blauw, duivin, oud, eig. S. Tjepkema;
Vinkduif - roodzwartvleugel, doffer,
oud, eig. S. Tjepkema; IJsduif - doffer,
oud, eig. T. van Boven; Duitse Schoon
heidspostduif - rood, duivin, oud, eig.
J. Kil jan; Oud-Holl. Meeuw - blauw,
doffer, oud, eig. J. Kil jan; Oud-Holl.
Meeuw - blauw zilver, doffer, oud, eig.
J. Kiljan; Oud-Holl. Kapucijner - rood,
doffer, oud, eig. S. Tjepkema; Modena
Gazzi - zwart, doffer, oud, eig. D. Wijn
gaarden.
Bij de diergroep Konijnen werd 5 x
het predikaat ZZG behaald. De win
naars hiervan zijn als volgt
Vlaamse Reus - konijngrijs, ram, oud,
gie. S. Tjepkema; Vlaamse Reus - wit,
voedster, jong, eig. S. Tjepkema; Lotha-
ringer - zwart, ram, jong, eig. S. Tjep
kema; Nieuw Zeelander - wit, ram,
oud, eig. F. J. Halsema; Rex - wit, ram,
oud, eig. S. Tjepkema.
Indien men nu beziet dat van het to
taal 110 ter keuring aangeboden dieren
de resultaten zijn: 23 maal het predi
kaat ZZG, 47 maal ZG, 26 maal GG, 7
maal G, terwijl slechts 7 dieren niet
bekroond werden, dan blijkt wel hoe
goed de kwaliteit der Texelse dieren is.
werken" door het uitvoeren van werk
zaamheden, die het bedrijf een steviger
basis voor de toekomst geven.
Bedrijfsverbeteringen
Hoewel dit niet op ieder bedrijf in
gelijke mate het geval is, zijn er toch
op veel bedrijven investeringen te
doen, die in de toekomst met rente te
rugkomen. We willen er een paar noe
men.
Bedrijfsgebouwen. Door uitbreiding
of het doelmatiger maken van stal-
ruimte, is het in veel gevallen mogelijk
om enkele koeien meer te houden, zon
der dat hiervoor een grotere arbeids
prestatie nodig is. Weliswaar is bij het
bepalen van het aantal melkkoeien, dat
men kan houden de oppervlakte grond
een vast gegeven. We zijn ervan over
tuigd, dat o<p veel bedrijven zonder be
zwaar nog enkele koeien meer gehou
den kunnen worden. In de eerste plaats
door het eventueel opvoeren van de
stikstofbemesting. In de tweede plaats
door een wijziging te brengen in de
verhouding melkvee - jongvee.
Verbetering van erven. Er zijn nog
veel te veel bedrijven, waar het op en
om het erf een modderpoel is. We wil
len niet eens spreken over de slechte
aankleding van een dergelijk bedrijf.
Het gaat ons vooral om de last, die het
werk ondervindt van deze toestand.
Een paar weken geleden schreven we
in deze rubriek over de animo voor het
boer worden van de boerenjeugd. Ik
geloof, dat we dan ook moeten denken
aan de hele werksfeer in en om de
boerderij. En dan spelen zaken als een
rommelig en modderig erf echt wel een
rol.
Verlichting van het werk. Dit punt
6taat in nauw verband met de voor
gaande. Door goede bedrijfsgebouwen
en goede ervén kan het werk in veel
gevallen aangenamer worden. Op
steeds meer bedrijven zien we voer-
karren voor aanvoer van krachtvoer,
hooi en kuilgras verschijnen. Ze zijn
alleen te gebruiken als de gebouwen en
erven daarvoor geschikt zijn of ge
schikt worden gemaakt.
Verbetering van de ontwatering
Er is op veel bedrijven aan de zgn.
detailontwatering door binnensloten,
greppels en drainage nog wel iets te
verbeteren. Het is werk, dat een zeer
groot profijt geeft. Als U een perceel,
waar regelmatig wateroverlast voor
komt door één van de hiervoor ge
noemde maatregelen zo weet te verbe
teren, dat geen wateroverlast meer
voorkomt, dan hebt U al een stuk van
de straks te betalen ruilverkavelings
rente te pakken.
Andere zaken
Veel percelen grasland hebben een
ligging, die het werk moeilijker en de
opbrengst lager maakt. Daarom moet U
in deze jaren aan de verbetering van
deze percelen aandacht geven.
Telkens kom je het nog weer tegen,
dat dammen in sloten of greppels veel
te smal zijn. Het gevolg is oponthoud
'bij het werk en vernieling van werk
tuigen.
Op lang niet alle percelen is de kalk-
toestand van de grond al in orde. Een
kalktoemesting behoeft U echt niet
•meer te zien in het licht van het oude
spreekwoord: „Kalk maakt rijke ouders,
maar arme kinderen". Ik waag het om
deze wijsheid als een onwaarheid aan
te merken door te zeggen: „Als U zorgt
voor een goede kalktoestand van Uw
Uw grond, dan laat U aan Uw kinderen
een niet belastbare rijkdom na".
Er zullen zeker nog andere mogelijk
heden zijn om de voordelige periode,
waarin we nu leven op een goede ma
nier te gebruiken. Iedereen kan dit
voor eigen bedrijf het beste beoordelen.
Als U maar niet vergeet, dat zeker voor
het boerenbedrijf geldt: „Regeren is
vooruitzien".