Voor u 31/2°/o op uw
salarisrekening en
desgewensteen
maand salaris extra als
gezinskrediet en voor u
het statussymbool
Langer leven
maar de mens verzwakt
BRIGADIER PIET EN DE SPORTCQMPUTER
Grote investeringen noodzakelijk,
om ons drinkwater te beveiligen
Voor- en nadelen van de moderne
medische wetenschap
Zout bedreigt ons drinkwater
Hoe? Heel eenvoudig. Open een salarisrekening bij onze
bank, de NMB. U profiteert dan van 31/20/o rentevergoe
ding. Bovendien kunt u als u wilt een maandsalaris extra
opnemen als gezinskrediet. Natuurlijk regelt de NMB als
u wilt óók alle betalingen voor u. Vraag ons gratis
NMB/PS Pakket! De NMB biedt u alles wat een moderne
bank u kan bieden en daarenboven nog de Persoonlijke
Service. De NMB is groot genoeg om die Service groot
te zien. En de NMB is juist klein genoeg om die service
Persoonlijk te houden. De NMB zendt u het PS Pakket
graag en gratis toe. Telefoontje of briefkaart is voldoende.
i
de bank waar ook zich thuis voelt
Men staat tegenwoordig verbaasd
van dat wat de moderne medische
wetenschap vermag te presteren. Wan
neer we de stand van de huidige me
dische wetenschap vergelijken met die
van rond zo'n tweehonderd jaar gele
den dan zien we, dat er een vooruit
gang is geboekt die duizelingwekkend
genoemd mag worden. We behoeven
hierbij maar te denken aan zoveel ziek
ten, die vroeger zonder meer de dood
van de patiënt tot gevolg hadden en
die nu vrijwel geen risico meer in zich
bergen, ziekten waartegen wij ons
wapenen door een grote hygiëne te
betrachten en ziekten waartegen we
kunnen worden ingeënt.
De chirurgische techniek en de we
tenschap over de levensfuncties is der
mate gevorderd, dat men zelfs zover is
gekomen dat men organen van de ene
mens op de andere overplant. Het zou
hier te ver voeren om al die vorderin
gen op te sommen en er past eigenlijk
alleen maar een grote dankbaarheid,
dat wij het voorrecht genieten om in
deze tijd te mogen leven en getuige te
mogen zijn van al deze „wonderen".
Wanneer we weten, dat zo'n twee
honderd jaar geleden de helft van alle
geboren kinderen de leeftijd van twin
tig jaar niet haalden, dan zegt dat wel
iets. Hoevelen van ons zouden de vol
wassen leeftijd niet hebben gehaald als
wij zo'n tweehonderd jaar geleden ge
boren waren? Alle te vroeg geborenen,
die nu dikwijls een redeLijke levens
kans hebben (en misschien zijn er wel
onder U die daartoe behoren) stierven
toen al als baby. Hoevelen werden er
toen niet het slachtoffer van de vele
kinderziekten? Hoevelen kregen er toen
geen blindedarmontsteking en stierven
daaraan, terwijl zoiets nu een kwestie
is van een weekje ziekenhuis en verder
leven zonder enig nadelg gevolg Zo
zouden we kunnen doorgaan. Een zeer
groot aantal van ons zou de volwassen
leeftijd niet hebben gehaald
Het is werkelijk prachtig, dat men
tegenwoordig de mens zulke schitteren
de levenskansen kan bieden en uit de
statistieken blijkt ook duidelijk welke
invloed de moderne geneeskunde hier
op heeft, want waar men vroeger blij
mocht zijn de veertig jaar te halen,
hebben nu velen een prachtige kans om
ver in de zeventig te worden.
Maar deze vooruitgang van de medi
sche wetenschap heeft ook zijn keer
zijde
Als gevolg van de mogelijkheid om
zwak leven in stand te houden, worden
velen, die anders door een vorm van
natuurlijke selectie voor de voortplan
ting zouden zijn uitgeschakeld nu vol
wassen, trouwen en knjgen kinderen.
En dikwijls zijn het juist deze zwakke
schakels waar de meeste kinderen wor
den geboren, met als gevolg dat hier
door op den duur een algehele ver
zwakking van de soort mens ontstaat,
die trouwens reeds hier en daar aan de
dag treedt. We zien dit bijvoorbeeld in
de sterke stijging van het aantal dia
betici (suikerziekten). Vroeger zouden
deze mensen dikwijls de volwassen
leeftijd niet hebben gehaald, nu ge
beurd dat wel en dat is natuurlijk ver
heugend, maar dat neemt niet weg, dat
zij hun ziekte op hun kinderen over
dragen en zo ligt dat bij alle erfelijke
kwalen.
Interessant is echter, dat er daarte
genover ook een compensatie staat. Er
zijn diverse erfelijke ziekten, die voor
namelijk optreden, wanneer de vader
en of moeder van het kind bij de ge
boorte boven de 35 of 40 jaar is. In
deze ziekten zien we de laatste tijd een
daling die het gevolg is van het feit,
dat de echtparen nu meer dan vroeger
aan gezinsplanning doen en het knjgen
van kinderen op oudere leeftijd liever
voorkomen. Een ander voordeed hier
van is, dat de meeste kinderen nu ge
boren worden met jonge ouders, waar
door aangenomen kan worden, dat deze
kinderen betere levenskansen hebben.
Toch wegen de voordelen van de ont
wikkeling van de moderne medische
wetenschap zeker tegen de nadelen op,
zodat men mag concluderen, dat de
mensheid wat dat betreft winst heeft
geboekt.
OPENBARE BIBLIOTHEEK
NIEUWE JEUGDBOEKEN IN DE
Jeugdstudie
N. M. Lobsenz, De wereld van de
insekten; R. A. Martin, Vlinders; M.
Michalski, Goochel je mee; K. Munson,
Bommenwerpers; H. Peters, Sportwa
gens, 2 din.; H. J. Press, Doe je mee;
J. van Remoortere, Vosje, pas op; A. M.
G. Schmidt, Het gedeukte fluitketeltje;
idem, De spin Sebastiaan; idem, Vinge-
tje Lik; L. Smulders, Sprookjes van
lang geleden; Het verhaal van de
schepping; J. Viorst, Zelf op onderzoek;
N. T. M. de Vrede, Dichters en gedich
ten, 2dln.; L. de Vries, Even een ver
haaltje; A. Wedding, De kleine schild
pad en de goudvinken; H. van de Wer
ken, Artis-safari in Afrika.
CONSULTATIEBUREAU
VOOR ZUIGELINGEN
Woensdag 7 februari worden de moe
ders van Den Burg verwacht van 13.00
tot 16.00 uur.
Uit het rapport van een aantal spe
cialisten op waterstaatkundig gebied
blijkt, dat het drinkwater in ons land
door het zout wordt bedreigd en wel
in het bijzonder in het dichtstbevolkte
deel van ons land, te weten in de
Randstad-Holland, Noordholland, Zuid
holland en Utrecht.
Het blijkt volgens het rapport niet
alleen te gaan om de kwaliteit van het
drinkwater, maar er is nog een ander
gevaar dat dreigt als gevolg van het
oprukken van het zout en wel de ver-
zilting van de bodem, waardoor deze
blijvend onvruchtbaar zou kunnen wor
den, hetgeen uiteraard een afschuwe
lijke ramp zou betekenen voor boeren
en tuinders in deze gebieden. We be
hoeven daarbij maar een blik op de
kaart te slaan om te zien dat het
Westland en diverse belangrijke pol
ders in dat geval gevaar lopen.
De deskundigen zijn van mening, dat
Nederland op korte termijn drastische
maatregelen zal moeten nemen om ver-
zilting van de bodem tegen te gaan en
de behoorlijke kwaliteit van het drink
water veilig te stellen. In wezen zijn dit
geen problemen die plotseling zijn op
gekomen, zij spelen reeds lang, maar
nu blijkt dat het zout ernstig gaat op
dringen en dan zal er toch iets tegen
moeten worden gedaan.
Het probleem schuilt voor een groot
deel in de ernstige verhoging van het
zoutgehalte van het water van Nieuwe
en Oude Maas bij Rotterdam. Hierdoor'
dreigt verzilting van het water van de
Hollandse IJssel en het is die rivier,
die juist zo'n belangrijke bijdrage le
vert bij de winning van ons drinkwater,
althans in Midden- en West-Nederland.
Tevens speelt de verbreding van het
Noordzeekanaal nog een rol.
Tot nu toe ziet de Hollandse IJssel
nog kans voldoende zoet water op te
leveren om het stijgende peil van het
zoute en brakke grondwater zo laag
mogelijk te houden, maar het ziet er
naar uit dat dit in de toekomst niet
meer mogelijk zal zijn en daarom zul
len er maatregelen moeten worden ge
troffen.
Men denkt in deze kwestie aan bij
voorbeeld een wateraanvoerkanaal tus
sen het Amsterdam-Rijnkanaal bij
Maarssen en de Oude Rijn bij Bode
graven en de bouw van een zogenaamd
inlaatwerk bij de sluis bij Wijk bij
Duurstede.
Mocht echter in de naaste toekomst
blijken dat de kwaliteit van het drink
water zo ook niet op behoorlijk peil te
handhaven is en de verzilting zet nog
verder door, dan zullen er nog grotere
werken moeten worden aangepakt en
zullen er enkele kanalen moeten wor-
FEUILLETON
door
Gerrit F rans sen
32. Het verdere gesprek ging langs
Tonia heen. Ik ben er, dacht ze vol
daan. Nu eerst een maandje vakantie.
In die tijd komt er wel wat uit de doe
ken. Eerst fijn een weekje met Erik uit,
als ze het thuis goedvinden. Dat is
voorlopig het probleem.
Banketbakker Wesselo feliciteerde
haar op zijn gemoedelijke manier. „Al
tijd wel geweten, dat jij het op je slof-
fies zou halen, Ton. En wat zijn de ver
dere plannen? Ga je studeren voor pro
fessor?"
Het was al een oud grapje. In de tijd,
dat ze Erik hielp met z'n talen, heette
ze in huize Wesselo al de professor, die
hun zoon opleidde. Soms vond Tonia
het wel leuk. Maar ditmaal niet meer.
„O", antwoordde ze nonchalant, „dat
zie nog wel. Eerst vakantie, ik meen,
dat ik die wel verdiend heb".
De robuuste banketbakker knipoog
de. „En of. Erik is ook over. Hij is met
een half uurtje wel thuis. Moeten jullie
maar een plannetje maken. Ga maar zo
lang naar binnen".
Ze zat in de huiskamer, waar ze juist
de resten van haar gebakje opgesnoept
had, dat de goedhartige Wesselo haar
had gebracht. „Als je voor zo'n belang
rijk diploma geslaagd bent, moet er een
feestje zijn", vond hij. „Ik zal je er
straks wat meegeven voor thuis. Kun je
trakteren".
Tonia wist: Erik's vader mag me.
Trouwens, zijn moeder eveneens. Ik ben
hier al half kind in huis.
Omdat mevrouw Wesselo druk bezig
was in de keuken, liet Tonia zich om
helzen en kussen toen Erik de huiska
mer was binnengevallen. „Gefeliciteerd,
hem
m'n
kleintje", zei hij lachend.
„En jij eveneens". Ze streelde
even over zijn wang. „Moet je
cijfers eens zien?"
Hij wuifde met zijn hand. „Ik weet
al, hoe die er uitzien: achten, negens en
tienen, niet? Je was zeker nummer
één?" Toch nam hij het papiertje aan
en bekeek het.
Tonia knikte, gevleid, omdat hij niet
anders verwacht had. Hoe vaak had hij
al niet tegen haar gezegd: „Je bent
knap in twee opzichten: een leuke toet
met dito figuurtje, en een kopje met
alleen uitstekende hersens".
Hij legde het papier weer terzijde.
„Zie je wel? Waren er nog meer, die
9V2 hadden?"
„Ik geloof van niet. En laat jouw
rapport eens zien?"
De jongen grinnikte. „Ik heb ook ne
gens, maar ze hebben ze per vergissing
omgekeerd gezet. Wat geeft dat? Ik ben
over. We kunnen niet allemaal zulke
bollebozen zijn als jij".
Tonia bekeek het boekje: voorname
lijk zessenf één zeven en zelfs een acht.
Maar ook een vijf. „Ik ben niet erg
tevreden over u, meneer Wesselo", pro
beerde ze zo streng mogelijk te zeggen,
haar voorhoofd gerimpeld.
Hij trok zijn colbertjas uit, over een
stoel hangend. „Meid, dat komt nog
wel. Vanavond zul je eens zien, hoe te
vreden je over me bent".
„Dat bedoel ik niet".
„Maar ik wel. Zeg, wat ga je doen?"
Hij trok een stoel bij en ging naast haar
zitten, een arm om haar schouder.
Ze trok zich los. „Pas op, als je moe
der binnenkomt
den gegraven, die in de toekomst ga
rant kunnen staan voor de aanvoer van
zoetwater.
Uiteraard zullen met dergelijke wer
ken enorme bedragen gemoeid zijn, die
we moeten zien als investeringen in de
strijd tegen de verzilting van de bo
dem en het op peil houden van de kwa
liteit van ons drinkwater, investeringen
die minstens 100 miljoen en misschien
wel 400 miljoen zullen vergen, afhanke
lijk van de noodzakelijke werkzaamhe
den.
Een van de eerste bedreigde gebieden
is wel het Westland en het is de vraag
in hoeverre men de snel voortschrijden
de verzilting van de Nieuwe Maas en
het daaraan grenzende gebied effectief
zal kunnen tegengaan.
Het is in zekere zin de prijs, die Ne
derland moet betalen voor de gunstige
liggmg van Rotterdam als handelsstad.
Het zout uit zee is moeilijk in zijn op
mars naar het binnenland te stuiten.
De vraag blijft, waar kunnen we de
verzilting tenslotte een definitief halt
toeroepen?
DE ZEE WAS GUL
Onze jeugd- en recreatieconsulent J.
M de Vries ging met zijn werphengel
bij 't Homtje een Gul (jonge kabel
jauw) van 10 pond. De heer De Vries
had veel moeite het dier het water uit
te krijgen, maar met assistentie van een
andere sportvisser lukte het. Er worden
wel eens meer gullen bij 't Homtje
gevangen, maar die zijn meestal niet
zwaarder dan 3-5 pond.
Uii
Po
•d.:
urg
de heer A. Koopmans
beheerder bijkantoor Sneek
C
i
1
i
2
i
1
c
1
1
NEDERLANDSCHE
MIDDENSTANDSBANK
Den Burg: Binnenburg 11. Den Helder: Koningstraat 7.
n
m
t®
131. „Nou moet je eens goed luisteren,
meneer de smid! Fijne meneer J. J. F.
Verholen," bulkte adjudant Van Gnie-
peghem. „Wij van de Geheime Dienst,
afdeling G. D., het tweede bureau, we
ten precies wat we doen! Soms stellen
we ons een beetje aan, maar dat is al
leen om de tegenpartij uit zijn tent te
lokken!"
„Juist! Alleen om de tegenpartij uit
zijn tent te lokken", viel de generaal
Kneepsma toe Troellala hem bij. „En
die tegenpartij ben jij, Verholen!"
„Juist! Die tegenpartij ben jij!" riep
adjudant van Gniepehem. „We hebben
je, mannetje! Beken maar gauw!"
Smidje Verholen werd krijtwit van
woede toen hij daar zo onverwachts
door de GD-mannen beschuldigd werd.
„Zijn jullie nou helemaél van de kippen
sufgepikt! riep hij. „Wat denken jullie
wel, hé! Maak dat je wegkomt en vlug
ook! Verdwijn! Ruk uit!"
„Mamaar we moeten de geluids
band in beslag neben!" stamelde de ge
neraal.
„Jullie nemen niks in beslag brulde
de smid. „Die band is van brigadier
Piet! Die was zelf bij de politie en die
zal het dus wel het beste weten! En als
je nou niet binnen de drie tellen opge
hoepeld bent, dan help ik je eenl
handje!"
„Dat zal wel een voetje worden
Kneep", mompelde adjudant Van Gnie-
peghem. „Kom mee asjeblieft! Direct*
wordt het menens en dan verliezen we}|
het, want een smid is sterker in zijn j
armen dan een generaal!"
We kunnen dus nog juist de smade-jj
lijke aftocht van de GD-mannen waar- i
nemen en we zijn werkelijk de enigen!
niet. Een nauwkeurige beschouwing van
de situatie leert ons namelijk, dat veld
wachter Eelco Eelkema alles door eenl
venster waargenomen had
„Die is vast achterlijk, he? Snapt
helemaal niet, waarom jij hier altijd
komt buurten".
Tonia wees naar het lege schoteltje.
„Om de gebakjes".
„Denk maar om je lijn", waarschuw
de hij. „Nou? Wat ga je doen?"
„O, dat is nog geen probleem. Eerst
vakantie".
Hij boog zich dichter naar haar toe.
„Dan heb ik een reuze plan", zei hij op
zachte toon. „Bestaan er m dit opzicht
meteen geen problemen meer".
„Wat dan?"
De jongen fluisterde in haar oor:
„Trouwen. Heel gewoon. Jij en ik. Zal
dat even fijn zijn?"
Het meisje keek hem ongelovig aan.
„Je bent niet goed snik. Waar moeten
we dan van leven? Jij moet nog een
jaar leren. En daarna heb je nog niets".
„Helemaal geen probleem. Ik heb va
der al eens een beetje gepolst. Al heeft
hij het niet met zoveel woorden gezegd,
ik heb toch de indruk gekregen, dat hij
het goedvindt. We krijgen dan een toe
lage tot ik klaar ben met m'n studie en
ik zelf verdien".
Ze schudde haar hoofd. „En ik zeker
klaplopen op je vader's portemonnee.
Wanneer krijg je je volle verstand eens,
Erik?"
„Maar wat voor bezwaar is er tegen?
Vader mag je, dat weet je. Moeder niet
minder. En je zou voorlopig in de win
kel kunnen helpen en met de boek
houding".
„Erik, dat is je reinste nonsens. Waar
moeten we dan wonen?"
Hij wees met zijn vinger omhoog.
„Boven. Ruimte genoeg. Er is ook een
keukentje en een w.c. We zullen hele
maal zelfstandig zijn".
Tonia schudde nog eens, zeer beslist,
het hoofd. „Ik denk er niet aan. Moet je
eens nagaan, ik ben pas achttien".
„Wat geeft dat? Er zijn tal van vrou
wen, die nog jonger waren, toen ze
trouwden. Je wou toch een groot gezin?
Dan moeten we vroeg beginnen, vind
ik". Hij lachte veelbetekenend, met als
gevolg, dat Tonia begon te blozen.
„Moet ik je een tik geven?" dreigde
ze, haar hand opgeheven.
„Waarom? Heb ik wat verkeerds ge
zegd? Het is toch zo? Als je jong
trouwt, zit je oud niet meer in je jonge
kinderen".
Haar hand zakte neer. „Wat een
wijsheid", spotte ze. „Leer je dat op die
6chool in Rotterdam?"
Zijn gezicht wel ernstiger. Hij schoof
nog wat dichter bij, haaj* hoofd naar
zich toetrekkend. „Luister nu eens,
Tonia. We houden veel van elkaar,
niet?"
„Dat wil zeggen...." begon ze,
weerstrevend. Maar de jongeman klem
de haar hoofd steviger vast. „Nu geen
uitvluchten, darling. Het is ja of nee".
Ze vond hem een schat, al was haar
stelregel, dat je mannen niet al teveel
je gevoelens moet laten merken. Dit
maal echter gaf ze toe aan een impuls
en kuste hem. „Natuurlijk, schat".
„Is dat dan niet voldoende? Laten we
dan trouwen. Dan heb ik een veel gro
tere stimulans om te slagen. En volgend t
jaar heb ik natuurlijk zo een baan".
Aan de ene kant lokte het voorstelj
haar wel aan. Ze kon met Erik doenijj
dat ze wilde. Hij was dol op haar, dat
wist ze al lang. Er waren voordelen
ontegenzeggelijk. Inderdaad kon ze in
de winkel helpen. De winkel, waar al-
tijd tekort personeel was, omdat menl
haast geen winkeljuffrouw kon krijgen 1
in deze tijd van vijfdaagse werkweek;,
Wesselo behoorde nog tot de oude gar-
de: zaterdags tot zes uur open. Van
werktijdverkorting wilde hij niet we-'j
ten, al waren de slagers al om twee uur
gesloten en wilden enkele andere zaken J
dit voorbeeld volgen. Wesselo zou zich j
gelukkig prijzen, als Tonia zich be
schikbaar stelde voor de winkel. In dit
geval kon ze voor zichzelf best de kost, j
verdienen. Ze had wel eens vaker za-
terdagsmiddags een paar uurtjes gehol- 1
pen. Tot volle tevredenheid van het I
echtpaar Wesselo. „Je bent er geknipt
voor, Ton", zei Wesselo eens op een
drukke zaterdagmiddag. „Zeg die school
maar vaarwel en kom hier werken'";
Maar dat had ze niet gewild, in ieder
geval eerst het diploma. Je wist nooit®
hoe het haar nog eens van pas kon ko
men. Als ze nu verder ging leren, zois
het altijd mondjesmaat zijn met haai 1
zakgeld. Ze wilde ook wel eens mooie;*
kleren. Hennie trouwde wellicht binnen
het jaar, dan was ze thuis als meisje I
alleen. Helemaal ongezellig. Bij Erik i
zou ze op bescheiden wijze alles kunnen
krijgen, wat ze begeerde.
(Wordt vervolgd)