Acht overwegingen om uw salaris te storten op een AM RO -Privé -rekening: 8 AMRO BANK .TROUWEN KAN ALTIJD NOG' m Alleen gesnotter en get jotter van brommers BRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPUTER :wA\M.mGmKwov: FEUILLETON door Tom Lodetvijk AMSTERDAM-ROTTERDAM BANK TWEEDE BLAD TEXELSE COURANT DINSDAG 7 MEI 1968 In de rubriek „In de gloed van de globe" in Het Algemeen Handelsblad van 27 april geeft „BSLR" een verslag van het bezoek dat hij onlangs aan Texel bracht. Omdat het altijd boeiend is te vernemen wat anderen op ons eiland waarderen en minder waarde ren, menen wij het in z'n geheel over. Op een koude aprildag die waren er óók zijn we naar ons dierbaar Texel gegaan. Alles liep anders dan we ons hadden voorgesteld. Dat kwam al lereerst door de herinnering aan vroe ger. Vroeger was die boottocht van Den Helder over het Marsdiep naar het leuke haventje van Oudeschild altijd een avontuur. Je ging naar een andere, een betere wereld. Maar alle werelden zijn nu zowat eender geworden. De veerbootkolos vaart in een kwar tier of twintig minuten naar 't Horntje misschien nemen ze nog eens een zweefvleugelboot en dan zal de over tocht niet langer dan vijf minuten du ren Door al die loopbruggen met hek ken en trappen zijn de plaatsen van vertrek en aankomst helemaal verste delijkt; ze doen aan New York denken, als je met de pont van Manhattan naar Staten Island vaart 't gaat alles glad en gesmeerd, alles is ingesteld op massavervoer, je hebt niet meer het gevoel dat je naar een zalig vogelpara- dijs-der-stilte gaat, maar gewoon „naai de overkant". Nog vóór de boot ver trekt rent iedereen naar de koffiebar. Tijdens de vaart let niemand op het fijne marinesilhouet van Den Helder of naar de blonde duintjes van Texels zuidpunt, de juffrouw van de bar is veel mooier blond en voordat je er erg in hebt, sta je op het verkeersplein van 't Horntje met z'n perronnetjes en paaltjes voor de bussen. Geen klaag lijk geroep van scholeksters, geen leeu- werikgeju'bel in de hoge hemelboog, alleen gesnotter en getjotter van brom mers en gebulk van auto's die op gang komen, Texel. En dan rijden we naar Den Burg toe. Den Burg is nog altijd een aardige plaats te groot voor dorp en te klein voor stad maar in het centrum, dichtbij de oude kerk, staan komisch- beschilderde schuttingen („Nudisten- kamp") rondom de bouwpunt, waaruit het nieuwe gemeentehuis moet verrij zen; dat ziet er bar rommelig uit. In de tuin van het hotel De Lindeboom, vlak tegen de lounge aan, is gelukkig nog de fameuze beuk daar hebben we een hele poos naar zitten kijken omdat die zo'n krachtig levend monu ment van landelijk schoon is; zijn ge weldige stam is één zuil van groene trots, die zich boven alle hedendaagse nuchterheid verheft. Ik zei al dat het nog koud was. Geen weer om op Texel te zijn. De Muien konden niet bezich tigd worden omdat de vogels er broed den. Het museum bij de Stenen Plaats oudheidskamer zogezegd was nog gesloten. „U hebt er niks aan, alles staat van z'n plaats", zei de museum- behoedster toen we bij haar aanbelden. Texels Natuurhistorisch Museum in de Westerdenen bleek ook nog dicht, maar ja.een telefoontje bracht uitkomst, we mochten wel even een kijkje komen nemen, bij wijze van uitzondering. Met de Koger bus reden we tot aan het Gerritslanderdijkje en dan is het nog een kwartiertje lopen. Een zuurzoet zonnetje bescheen de lammerweiden tussen de „tuunwoaltjes", de wind-uit- het-westen speelde een droevige can zone op het naaldbosorgel en tussen twee geweldige walviskaken door be traden we het mooie museum, dat lek ker naar frisse verf rook. Er is heel wat in het museum te zien en te leren. Uit de prehistorie zijn geen overtui gende bewijsstukken van cultuur te voorschijn gekomen; toch weten we nu dat de kern van Texel dateert uit de derde Ijstijd, zowat 100.000 jaar gele den, en ook dat hooggelegen delen van het eiland omstreeks 20-00 jaar v. C. bewoond geweest moeten zijn (daar heb je de vuurstenen krabbertjes weer en de vage sporen van houtvuren!) Van ongeveer 100 jaar v. C. dateren scher ven van Friese potten, van 'buiten rood en van binnen zwart. Maar die dingen laten ons tegenwoordig nogal koud; veel aardiger is het om langs de vitri nes met opgezette Texelse vogels te lopen; met de plaatjes van langvervlo- en Verkade-albums (les neiges d'antan, oü sont-ils?) in het hoofd, komen we voortdurend oude kennissen tegen. Diorama'tjes en aquaria, prachtige ver zamelingen schelpen houden de aan dacht geruime tijd gevangen. En al die overtuigende teksten, waarin met kracht gepleit wordt voor het behoud van de Waddenzee de grote voed- selleverancier voor miljoenen trek vogels missen hun uitwerking niet. Wat zou er gebeuren, wanneer men van de Waddenzee een recreatiegebied maakte? Nog meer verkeerspleinen met dranghekken, nog meer snorrende motoren, nog meer campings, nog meer koffiebars en ïjstenten. Eigenlijk is die wriemelende mierenpiccadilly hoe boeiend ook om te zien in dit mu seum een teken aan de wand, je gaat ervan rillen. Achter het museum wordt nu een groot bassin voor de zeehonden aange legd. En een paar kilometers verder, langs de Ruyslaan, die naar de bad plaats De Koog leidt, begint men het Duinpak „natuur recreatie centrum Texel" voor het komende seizoen in gereedheid te brengen. We zijn er nog even langs geweest; het ziet er heel 12. De ontmoeting met Roosje Heerema had Els in een plezierige stemming ge bracht; De meisjes op de typekamer zeiden: „Heeft dié even een goeie bui?" In het lunchuur ging ze wandelen, ze liep naar het centrum. De zon scheen tussen de hoge winkelpanden van het Noordeinde, het carillon maakte alles feestelijk. Ze ging op het Buitenhof op een terras zitten, het was nog niet druk, de grote stroom van kantoor mensen en ambtenaren die de lunch pauze benutten voor een wandeling of een terrasje, kwam pas over vijf minu ten los. De bejaarde kelner, die haar al ken de, vroeg „Hetzelfde maar weer me vrouw?" Hij glimlachte zo vaderlijk. Ze knikte hem vrolijk toe. Ze begon altijd'met een kleintje koffie. Ze zat te soezen, nog steeds in een prettige stemming. Een lange mannen- gestalte ging voorbij, aarzelde, liep te rug. Toen hoorde ze opeens een stem: „Els Ze keek verbaasd op. Ze herkende Roel de Weert. „Hé, dag Roel", haar opgewekte stemming kwam tot uiting in haar groet. „Dat is lang geleden dat ik je zag. Zeg, mag ik even bij je komen zitten?" „Maar natuurlijk". Ze had haast ge zegd, „ouwe liefde roest niet", maar dat was te pijnlijk. Ze wist hoe hij haar achterna gelopen had en ze had hem nooit aangemoedigd, integendeel. Ze herinnerde zich hoe haar moeder had gezegd: „Ik geloof dat Roel de Weert altijd nog op jou wacht". Aboe! Voor lopig was welwillende neutraliteit het wachtwoord. Terwijl hij daar naast haar zat en ze vlot praatten over onbelangrijke din gen, het mooie weer, hoe hij toevallig m Den Haag was, haar had zien zitten, hoe klein de wereld was enzovoorts, nam ze hem op. Hij zag er goed uit. Hij was nu ook een eind in de dertig, een grote, forse man, blond met nog altijd die nette scheiding, blauwe ogen (blond en blauw vond ze niet zo'n ideale combinatie, deed haar altijd denken aan de slaappop die ze als kind had) in een keurig, goedzittend grijs pak, mes scherpe vouw in zijn broek, wit pou- ehetje even tippend uit zijn borstzak, stemmige das, stemmige sokken, don kerbruine schoenen, goed verzorgde handen. Roel was altijd een pietje precies geweest en opeens schoten haar de versregels te binnen „altijd de rech te weg te gaan, en met mijn zondagse huisje aan, nooit ergens tegen aan gaan staan". Zou hij nóg zo zijn? aantrekkelijk uit, alle schoonheden van de Texelse duinwereld zijn er in één bewandelbaar terrein bijeengebracht. Toch, als je „de ziel" van Texel zoekt, mag je niet volstaan met wat door de duinen te wandelen. De eerste middag van ons verblijf op het eiland zijn we met de bus die bussen doen het goed naar Den Hoorn gereden. Den Hoorn is dat dorpje in het zuiden. Heel vroeger moet het direct aan zee hebben gelegen, er was zelfs een ha ventje. Nu bestaat het uit een paar straatjes, minatuurweiden vol schapen, en op een hoogte een pittoresk kerkje met een slanke sneeuwwitte toren. Van het kerkhof af, tussen de grafstenen en bij de eenzame lantaarnpaal tegenover de enorme hoge torenpoort, zagen we het eiland op z'n allermooist, het Texel van onze dromen, een grootse wijdheid van groen land met bos op de achtergrond en rondom een golvende duinenhorizon, waarachter als je goed luistert (het is er nu nog stil) de zee schuimt. BSLR BRANDMELDING Bij brand altijd bellen (02220) 2066. Dit geldt voor alle dorpen, zowel over dag als 's nachts. HOOG WATER Hoog water ter rede van Oudeschild: 7 mei 2.30 en 15.06; 8 mei 4.02 en 16.41; 9 mei 5.32 en 18.05; 10 mei 6 48 en 19.12; 11 mei 7.46 en 20.08. Aan het strand ongeveer een uur eerder hoog water. Wij ontvangen nog dagelijks grote aantallen aanvragen voor het komende seizoen. Opdat iedere aanvrager zo volledig mogelijke gegevens krijgt, verzoeken wij onze leden ons voortdu rend op de hoogte te houden van de nog beschikbare akkommodatie. Pinksteren Wij willen met name voor de Pink sterdagen weten wat nog beschikbaar is, vooral in hotels, pensions en bij par ticulieren (logies met ontbijt). Bij voorkeur ontvangen wij de gegevens schriftelijk. Logiesbonnen Evenals vorig jaar, willen wij met de afrekening van de logiesbonnen wach ten tot na het seizoen om de admini stratie zóveel mogelijk te beperken, uitbetaling -vóór september is echter mogelijk indien men dat wenst, en wel tegen inlevering van de bonnen op ons kantoor. Texelfilm De eerste vertoning van de Texel film zal plaatsvinden in het City- Theater op donderdag 30 mei a.s. Rondritten 7 juni zullen wij weer starten met de rondritten over Texel, steeds op don derdagmiddag van 2 tot 5 uur. De bus tochten naai Alkmaar (kaasmarkt), Volendam en Marken worden vanaf 14 juni gehouden. Binnenkort zullen affi ches met nadere gegevens worden op gehangen. Evenemcntenllijst Op onze kantoren zijn evenementen- lijsten voor de komende maanden be schikbaar. Hierin worden de vaste at- trakties genoemd, alsmede de op dit ogenblik bekende evenementen. ia rWakltoV BEJAARDENTRIP DE COCKSDORP-EIERLAND Nu het zomerseizoen weer voor de deur staat is het Comité voor bejaar den weer aan het werk getogen voor plannen uit te denken om de jaarlijks te houden trip weer tot een geslaagd festein te maken. Hiervoor is natuur lijk Uw aller medewerking nodig om dit een werkelijk feest te doen worden. In de komende dagen komt een lid van ons comité U een bezoek brengen met de U welbekende offerzakjes. Zoals ieder jaar hopen wij ook nu weer dat dit een geslaagde inzameling mag wor den. Zodoende stelt U ons in de gele genheid om de bejaarden van De Cocksdorp-Eierland weer een werke lijke Prinsjesdag te bezorgen. Tevens wilden wij verzoeken om alle bejaar den, die in 1968 65 jaar worden even op te geven bij een van onze comité leden, opdat niemand wordt vergeten. G. T. „Kunnen we hier niet samen lun chen?" stelde hij voor. „Anders moet ik het op mijn eentje doen. Of moet je weg?" „Ik wou ook in de stad gaan lun chen", zei Els, „ik heb een gemakke lijke dag vandaag. Meestal komt het er niet van. Welja, dan kunnen we nog wat kletsen". Ze vonden een gezellig hoekje in het restaurant. Hij bekeek de spijskaart met kennersblik, deed enkele goede suggesties. Je wéét van wanten, dacht ze. En ze klasseerde hem als de ge slaagde zakenman. Als zodanig voerde hij ook het ge sprek. Hij was zeer benieuwd naar Els' werk en positie, was zichtbaar geïmpo neerd. „Ik ontmoette laatst je vader", zei hij, „en die heeft me een heleboel over je verteld, waar je geweest was, Enge land, Frankrijk, Amerika enzo. Als ik het was, zou je me met recht bereisde Roel kunnen noemen", lachte hij. „Nu, heb jij dan niet veel van de wereld gezien?" Hij haalde de schouders op. „Ik heb het druk met de zaak, nu vader dood is. Ik ga wel eens naar een congres of naar een beurs, we zijn sterk op Duitsland georiënteerd, 't Is natuurlijk geen graanhandel meer zo als vroeger, mengvoeders, veevoeders. Het is een hele fabriek geworden. Veko koeken voor de melkgift. Voor koeien", legde hij overbodig, een beetje ge shockeerd uit. Ze lachte. „Dat snap ik wel". Onder zijn praten door, merkte ze, dat hij nerveus was. Hij speelde voort durend met zijn servet, het leek of hij onder het praten aan iets anders zat te denken. De kelner kwam met de koffie-na. „Zeg Els", zei hij opeens. Nu komt het, dacht ze. „Ik zou je best eens ons bedrijf wil len laten zien. 's Kijken wat jij er van vindt. Je bent tenslotte zakenvrouw". Nou ja, dacht Els, die zakenvrouw is maar een doekje voor 't bloeden. Maar ze was in een wonderlijke stemming. Eerst dat gesprek met Roosje, toen dat heerlijke weer, dat zonnig soezen op het terras, de plotselinge ontmoeting met Roel. Dit was een bijzondere dag, een gelukkige dag. Soms kwam alles tege lijk. Geluk bij geluk. Waarom zou ze niet? Ze zag hem nu toch anders dan de schooljongen, altijd zo netjes in de plooi, die wat hulpeloos achter haar aan draafde. Hij was een man gewor- gemakkelijk contant geld opnemen (ook door uw echtgenote b.v.); geen kosten. Alle giro-mogelijk heden. En iedere boeking ziet u 1 op het dagafschrift; 3y2°/<, rente. En spaar-mogelijk- heden met 4 t/m 6% rente; een voorschot is mogelijk. Maar belangrijker mogelijkheid: de 1 AMRO-Lening; Betaalcheques, om contant te be talen zonder contant geld op zak; u kunt de bank de betaling van huur, verzekeringen, electriciteit e.d. laten verzorgen; alle overige diensten van de AMRO Bank staan tot uw be schikking; uw geld is veilig en voordelig bij de AMRO Bank. Maak daar ge bruik van. COPYRIGHT STUDIO AVAN teSs» dA-rL50ti 150. Alleen Iwan met zijn bloemenkar was dus nog overgebleven en bedacht zaam schoof deze zijn rijdende winkel tje door de straatjes van het dorp. Langzaam maar zeker naderde hij zijn doel en op een gegeven moment kreeg hij de smidse in zicht. Toen schoof hij zijn kar door het Bietwortelpad en mompelde- „Zo.... hier moet ik zijn. Van hier kan ik alle in- en uitgangen onder schot houden. En nu even rustig afwachten tot Igor en Pjotr er ook zijn Eilaas Igor en Pjotr kwamen niet. Die hadden allebei gratis logies in de kerk toren van Rijkhuyzen. Maar dat wist Iwan natuurlijk niet. Dus begon hij rustig af te wachten tot zijn kamera den zouden opduiken. Er kwam echter niemand en dus begon Iwan zich een beetje zenuwachtig te maken. Hij werd hoe langer hoe ongeduldiger en op de duur keek hij zelfs elke seconde op zijn horloge. Dat hielp evenwel niet veel en daarom kreunde hij: „Waar blijven ze toch? Ze hadden er al lang moeten zijn!" Van Igor en Pjotr dus geen spoor. En ja, had Iwan deze vraag nu maar aan Eelco Eelkema gesteld, dan had deze kunnen antwoorden: „Ze zitt'n rustig in de kerktoor'n, mien jong!" En dat was dan de volle waarheid geweest. De veldwachter stond immers bij diezelfde kerktoren en peinsde: „DY waar'n er drie! Drie van die vreemde snoeshaa'n zaten op het dak van smid je verhool'n. Zo luidd'n tenminste de me- dedeling'n van boer Knolle. Als deze gerucht'n nu de volle waarheid be- vatt'n, dan moet zich nu nog één ter rorist binn'n de dorpsgrenz'n ophoud'n. Vermoedelijk loopt deze ook rond, ver momd als straathandelaar. Ik moet dus uitkijk'n naar een visboer of een bloe- memanof zo ietsLaat ik dus eerst naar de smidse gaan, want daar is tenslotte alles om begonn'n. Om de smidse en die malle sportkontoeter den, Roel de Weert. „Nu, dat lijkt me wel leuk", zei ze dus. „Zijn jullie zaterdags dicht?" „Als er niets bijzonders aan de hand is, ben ik meestal het weekend vrij". „Mag ik je dan zaterdag komen halen? We zitten in de buurt van Lei den, dus dat is de wereld niet uit. Waar woon je?" Ze zei het hem. „Het is wel jammer, dat je de zaak dan niet in bedrijf ziet, maar dan heb ik ook meestal nergens tijd voor, weet je. Mm moeder zal het ook wel leuk vinden als ze je weer eens ziet". „Woon je samen met je moeder?" „Ja vanzelf, nu vader er niet meer is". Els probeerde zich mevrouw De Weert te herinneren. Een stijve, wat preutse dame. Ze zeiden dat ze nogal wat „verbeelding" had, nu ja, dat zeg gen de mensen al gauw. Zij was het die van haar Roeltje zo'n juffershondje maakte, maar zo te zien was hij daar nu toch bovenuit gegroeid. „Dat is best", zei ze toen. „Zo tegen een uur of elf?" „Prima". Hij keek verheugd. „Dat is dus afgesproken". Ze keek op haar horloge. „Wordt het je tijd?" „Ja, we hebben om half drie staf- bespreking". „Gaat niet door zonder jou zeker?" Ze lachte. „Roel, ik vond het leuk. Tot ziens dus". „Dag Els". Hij schudde haar stevig de hand. „Ik ben blij je weer ontmoet te hebben". Door de zonnige Zeestraat liep ze rustig naar kantoor terug. Sjonge. Roeltje de Weert. Na zoveel jaren. En zaterdag moest ze met hem uit. Wat stelde ze er zich van voor? Ze wist het niet. Maar ze merkte wel, dat er behalve succes in zaken en veel van de wereld zien, nog andere dingen in het leven waren, die de moeite loonden. HOOFDSTUK VI Samen Els keek naar buiten en zag een grote grijze Mercedes aan de overkant stoppeh. Dat zou 'm zijn. Een Mercedes. Net iets voor Roel. Als hij met een vlotte sportwagen was voorgereden, zou ze haar ogen uitgekeken hebben. Maar voor 'n zakenman stond een Mercedes ongetwijfeld beter. Het gaf status. Zij zelf reed een vlot Saabje, reuze handzaam en je kon er op de grote weg lekker mee voort. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1968 | | pagina 5