TARVO
Voor sportieve
a aktieve mensen
.TROUWEN KUN ALTIJD NOG'
BRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPUTER
u
FEUILLETON
door
Tom Lodewijk
9S 00©@ffiD
Moutbrood
*3
morgen nemen,
zelf proeven!
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 24 MEI 1968
DE BESTE TIJD OM TE HOOIEN
In „Landbouwmechanisatie" van
deze maand wordt aandacht besteed
aan de diverse factoren, die van in
vloed zijn op de tijdsduur, waarin gras
kan worden omgezet in hooi. Hierbij
komen ter sprake de intensiteit van het
optreden van drie aaneen gesloten dro
ge dagen, het aantal zon-uren, de
luchtvochtigheid, de temperatuur en
nog enkele andere zaken, die van be
lang zijn op de weg van gras naar hooi.
Voorheen was men van mening, dat
de maand juli de beste maand was om
te hooien. Uit degegevens van dit arti
kel blijkt duidelijk, dat dit zeer beslist
niet het geval is. Verder blijkt, dat de
maand mei een goede maand is om
hooi te maken en we kunnen er rustig
van uitgaan, dat speciaal de laatste 10
dagen van mei zich daarvoor zeer goed
lenen. Als geheel is de maand juni iets
gunstiger dan de maand mei, maar het
verschil is zo klein, dat dit te verwaar
lozen is.
Het artikel wijst er op, dat volgens
langjarige gegevens van „De Bilt" pe
rioden van drie opeenvolgende droge
dagen zeer weinig voorkomen. Wat dit
ïbetreft wint de maand mei het nog
iets van juni. Als we deze waarheid op
ons laten inwerken, dan wordt het nog
weer eens goed duidelijk, dat we de
droge dagen in de periode van het in
kuilen en hooien zeer goed moeten be
nutten.
Als we over goede benutting spre
ken, denken we voor het voordrogen
en het hooien in de eerste plaats aan 't
droog maaien van het gewas. Verder
zal het zaak zijn om zeer intensief te
schudden. Vooral als de zwaden dik
zijn moet dit zo spoedig mogelijk na het
maaien gebeuren. In een groot aantal
proeven is duidelijk gebleken, dat de
droogsnelheid door veelvuldig schud
den tweemaal daags is geen luxe
flink toeneemt.
Er zijn op het moment een flink aan
tal goede schudders. Vooral door een
schudder, die door de aftakas van de
tractor wordt aangedreven kunnen we
het gras Hink uit elkaar halen, waar
door de inwerking van zon en wind zo
groot mogelijk wordt.
OOK DIT JAAR WEER FOUTEN
We moeten wel aannemen, dat be
paalde zaken zeer moeilijk zijn aan te
leren. Eén van die zaken is die van de
vruchtwisseling. Aan de opeenvolging
was gewassen worden bepaalde eisen
gesteld. Bieten kan je in feite geen
twee jaar achter elkaar op een zelfde
perceel verbouwen, voor een gewas als
vlas stelt men wel als eis, dat men niet
binnen een termijn van zeven jaar op
hetzelfde perceel terug mag komen en
als U in Uw tuin regelmatig slabonen
17. ,,Ik weet het maar al te goed". Hij
haalde hopeloos de schouders op. „Kom
gaat u maar even mee". Hij ging haar
voor een kale trap op. Op de witge
kalkte wand was bijna levensgroot een
baby-olifantje getekend dat zichzelf en
èen luchtballon opblies. „Dat is Sjoerd"
zei hij „die kalkt het hele huis vol".
In het smalle bed lag Roosje en haar
grote ogen verdiepten zich, toen ze Els
in de deuropening ontwaarde. Ze pro
beerde te gaan zitten.
,,Tut tut", zei Els, „ik kom wel bij
je". Ze keek om. De vader was ver
dwenen. „Zo meisje, is dat me in de
st^ek laten?"
,,Ik was ziek", ze zei het glimlachend
verontschuldigend
.,Was je ziek of bén je ziek?"
..Ik ben het nog een beetje, maar ik
voel me al veel beter. En nu helemaal".
,,'k Heb een halve groentewinkel
voor je leeggekocht".
Ze ging op de rand van het bed zit
ten. Haar kritische blik zag dat er wel
eens een schoon sloop om dat kussen
mocht. Geen moeder in huis.en
Roosje ziek, en de „dame die de huis
houding deed" bij haar familie te loge
ren. Hoe kon het anders?
„Wat lig je te kijken?" vroeg ze, „of
je jarig bent?"
„Dat u er bent", zei Roos. En opeens
sprongen twee grote tranen uit haar
ogen. Els bukte zich, veegde ze weg
met haar zakdoek. „Moet je daarom
huilen?"
„I'k huil omdat ik zo blij ben", zei
het meisje zacht. „Dat u zo veel om me
geeft, dat u me komt opzoeken".
„Ja", zei Els, „zo veel geef ik om jou.
Ik mis je verschrikkelijk Roos, weet je
dat wel?"
„Blijft alles nu liggen?", vroeg Roos
je bezorgd.
„Nee, gelukkig niet, ik heb Ans inge
schakeld. Maar ik zal blij zijn als je
weer terug bent".
„De dokter zegt, misschien over een
dag of drie. Morgen mag ik op".
„Je moet het niet overhaasten. Wij
redden ons wel". Nu ja, dacht ze, als
'het kind thuis blijft heeft ze óók geen
rust.
„Ik ga wel graag naar kantoor", zei
Roosje. Zie je wel, dacht Els.
„Hebt u vader gezien". Nu lachten
die donkere ogen.
„Ik heb hem gezien én gesproken",
bevestigde Els en lachte ook.
„Hij is een tiep, hè?"
„Hij is net zoals ik dacht dat hij was"
„Hij ziet er verschrikkelijk uit, hij
heeft zich niet eens geschoren".
„I'k dacht dat-ie z'n baard liet staan".
„Dan was het helemaal een bos-
duvel". Ze lachten samen.
„Als ik nu óp was", zei Roos, „dan
maakte ik koffie".
„Zou je zelf zeker oók trek in heb
ben?"
„Ach, weet u, vader maakt het wel,
maar hij kan het niet. Slabberdewaskie,
zegt Sjoerd. De anderen zijn naar
school. Opgeruimd staat netjes".
Klein huismoedertje, dacht Els.
„Zeg", zei ze opeens, „staat de hele
koffieboel in de keuken? Zal ik dan es
koffie zetten?"
„O nee, dat kan toch niet?"
op dezelfde plek verbouwt, krijgt u ook
moeilijkheden.
Andere gewassen zijn in dit opzicht
veel minder kieskeurig. Zo sprak men
vroeger wel van „eeuwige" roggever-
bouw en er zijn ons in polder Eierland
bedrijven bekend, waar men rustig
driemaal of viermaal zomergerst op
eenzelfde perceel verbouwt, zonder dat
dit tot ongelukken leidt.
We hebben het echter ook in deze
rubriek al meermalen „verteld", dat
onder de graangewassen haver in dit
opzicht een „juffertje" is. Haver is veel
meer dan andere graangewassen „vies"
van een graangewas als voorvrucht.
Ook dit jaar hebben we daarvan al
weer enkele voorbeelden gezien. Na
een klacht, dat de haver het niet deed,
kregen we als antwoord op de vraag
naar de voorvrucht te horen, dat er op
de betreffende percelen in 1967 zomer
gerst werd verbouwd. Er gaat dan bij
ons al een rood lichtje branden. Vooral
als we met percelen zandgrond hébben
te maken, die al wat langer in bouw
zijn, is het bijna niet nodig om de diag
nose ter plaatse te gaan stellen, al doen
we dit wel altijd. We hebben in deze
gevallen vrijwel altijd met havermoe-
heid, of een aantasting van het haver
wortelaaltje te maken.
U kunt de opvolging gerst-haver
veel beter achterwege laten. Alleen op
percelen, die nog maar kort als bouw
land gebruikt worden, of op goede za
vel- en kleigronden kan de opvolging
gerst - haver we eens succes hebben.
WAAR KOMEN DE VOORLICHTERS?
Van „bevriende" zijde vernamen we,
dat een Texelse agrariër min of meer
als aanklacht had gezegd, dat de „voor
lichters het ene boerenhek veel gemak
kelijker inreden dan het andere". Dit
was volgens de man in kwestie zo op
vallend, dat hij meende te moeten
spreken van „vriendjespolitiek". Is er
reden voor deze klacht
Laat ik beginnen met te zeggen, dat
voorlichters inderdaad het ene bedrijf
veel meer bezoeken dan het andere.
Als men dit als basis zou willen nemen
voor het meer of minder bevriend zijn,
dan is er wel reden voor de aanklacht.
Toch meen ik dat het verwijt onver
diend is.
Op welke bedrijven komen
voorlichters?
Toen ik nu al bijna 30 jaar geleden
mijn werk begon, werd als ideaal ge
steld, dat alle bedrijven in het gebied
minstens eenmaal per jaar bezocht
moesten worden. Een prachtige zaak!
Ik moet echter direct zeggen, dat er
ook in die begintijd, toen de taak van
een voorlichter lang zo omvattend niet
was als nu, van dit ideaal niets terecht
kwam. Het totaal aantal bezoeken in
een jaar was weliswaar veel groter dan
het aantal bedrijven in het gebied,
maar ook toen was het al zo, dat er
bedrijven waren, waar je vijfmaal in
een jaar kwam, terwijl andere bedrij
ven de voorlichter het hele jaar niet
zagen. Dit is in de loop der jaren alleen
maar erger geworden.
De kwestie is nl. deze. Het ontbreekt
een voorlichter aan tijd om systema
tisch alle bedrijven in zijn gebied te
bezoeken. De beschikbare tijd voor be
drijfsbezoek is een groot deel van het
jaar nodig om een bezoek te brengen
aan de bedrijven, die daar uitdrukke
lijk om verzoeken. En het is nu een
maal zo, dat de ene boer de wens daar
toe veel meer te kennen geeft dan de
ander.
Als we zo nu en dan en gelukkig
is die gelegenheid er ook eens een
ongevraagd bezoek kunnen inpassen,
dan wordt de keus niet in de eerste
plaats bepaald door de meer of minder
vriendelijke gevoelens ten opzichte van
de man in kwestie, al kan niemand het
ons naar mijn mening kwalijk nemen
als we niet hard lopen naar bedrijven,
waar de boer ons liever ziet gaan dan
komen.
Hoe de keus van de te bezoeken be
drijven dan wel tot stand komt? In de
eerste plaats is er een aantal bedrij
ven, waar we regelmatig komen om er
wat óp te doen. Want met de Génestet
kan ik het eens zijn: „Niet in de boe
ken, neen, heb ik gevonden.
In de tweede plaats weten we, dat er
een aantal bedrijven is. dat de hulp van
de landbouwvoorlichter op hoge prijs
stelt. Mogelijk vindt U dit wat eigen
wijs en zelfbewust. Maar een feit is
het. En hoewel de boeren op deze be
drijven lang niet altijd „vrienden" in
de gewone betekenis van het woord
zijn, proberen we hen toch zoveel mo
gelijk te bezoeken.
U vraagtwij komen
We willen het echter nog wel eens
duidelijk zeggen, dat als er werkelijk
prijs wordt gesteld op een bezoek, dat
dit dan ook gebracht wordt. Misschien
niet altijd op staande voet. En als het
wat langer duurt, dan men goed vindt,
dan vinden we een herhaald verzoek
helemaal niet erg. Pas als duidelijk
blijkt, dat een voorlichter ondanks een
duidelijk verzoek het hek niet wil bin
nenkomen, is er aanleiding om te gaan
denken aan vriendjespolitiek. Eerder
niet
„Kan ik dat niet? Roos, moet je
horen, als je weer beter bent, dan kom
je es een keer bij rruj eten. En dan zul
je zien hoe ik koffie zet".
„Bij u thuis?"
„Bij mij thuis Roos, ik ga er in die
keuken van jullie snuffelen". Ze stond
op. Roosje wilde nog iets zeggen, maar
keek Els hulpeloos aan. Ze gaf het
over.
De keuken was een bende. Vuile
borden, géén vuile pannen, zag Els di
rect, zeker gisteren niet warm gegeten.
Kommen met aangedroogde chocolade-
resten, een fles melk nog halfvol, ze
rook er aan, zuur. Ze had in de gang
twee nieuwe flessen zien staan, 's Even
kijken. Koffieroom! Mooi zo. Ze zocht
vergeefs naar lucfers, pakte haar aan
steker, zette een ketel water op het
gas. Daar was een koffiekan met een
filter, de filter nog vol ouwe koffie.
Kordaat zette ze een pan water op het
vuur. In zo'n troep kon je niet werken.
Éérst afwassen!
Een harig, verschrikt hoofd keek om
de hoek van de deur, trok zich schie
lijk terug. Els merkte het niet.
Theedoek. Niet al te schoon, maar
het kon. Snel en efficiënt waste ze de
vaat, droogde af, zette alles netjes op
stapeltjes. Intussen goot ze kokend wa
ter op de koffie. Een heerlijke geur be
gon in de keuken door te dringen. Ze
neuriede zachtjes. Ze kreeg er plezier
in. Heel originele manier om de zater
dag door te brengen. In gedachten zag
ze de statige mevrouw De Weert de
keuken binnenkomen en als een paal
blijven staan. Geloof maar dat in die
keuken alles glom en blonk als een
spiegel. Ze had vast kóperen kranen,
anders viel er niets te poetsen! Wat dat
betreft, had déze kraan ook in geen
week pommade geproefd.
Zé vond een blaadje, en schonk drie
koppen koffie in. Voorzichtig liep ze de
trap op, kwam de kamer van Roosje
binnen.
De financieie kant
van Uw vakantie
wordt door ons volledig verzorgd
Uw travellers' cheques. Uw bui
tenlands geld, Uw bagage- en
ongevallenverzekering
ècitie gezinsbank
LANDBOUWSCHOOL MAAKTE
INTERESSANTE SCHOOLREIS
De leerlingen van de lagere land
bouwschool maakten vorige week hun
vierdaagse schoolreis.
De eerste dag ging het naar Leeu
warden, waar de Frico bezocht werd,
het grote exportcentrum van kaas en
boter van de Friese zuivelprodukten.
's Middags vervolgde men de reis naar
Oostmahom, waar de Lauwerszee-wer-
ken bekeken werden. Jammer, dat de
regen overvloedig viel, want daardoor
kon een en ander slecht waargenomen
worden. Indruk maakten de 12 meter
hoge caissons, waarvan er 28 gebouwd
zijn om volgend jaar het laatste gat af
te sluiten. De eerste nacht werd door
gebracht in de Jeugdherberg Esbörg te
Scheemda, waar ook een Deense school
aankwam.
De tweede dag werd een bezoek ge
bracht aan het Concern W. A. Scholten
N.V. te jFoxhol. Wie meende dat hier
alleen aardappelmeel gemaakt werd,
kwam tot de conclusie dat hij fout was.
Hier worden honderden produkten ver
vaardigd, waaronder o.a. „Brinta" en
„Saroma". Het concern bestaat uit 15
vestigingen in Nederland en 11 in het
buitenland. De jongens kregen eerst
een verklaring van de veredeling van
fabrieksaardappelen van de Karna te
Valthermond, die hen zeer boeide. On
der de indruk van dit fabriekscomplex
van 24 ha., werd de reis vervolgd langs
de Hondsrug waar even gestopt werd
bij de hunebedden van Borger.
Nadat men geslapen had in de
Jeugdherberg de Hiunebaan te Ernmen,
reed de bus het gezelschap op de derde
dag door de Zuid-Oosthoek van Drente,
waar het turfsteken met machine en
het winnen van aardolie bekeken wer
den. Via Coevorden, Dedemsvaart en
Balkbrug werd Meppel bereikt. Hier
ging het allereerst naar het grootste
K.I.-station van Nederland, waar
66.000 koeien geïnsemineerd worden.
(Het tweede in Nederland heeft 30.000
koeien), 's Middags was de C.L.M. (de
Coöperatieve Landbouwbank Meppel)
aan de beurt, die in 1967 gemoderni
seerd is en zich thans de modernste
mengvoederfabriek van Nederland mag
noemen. Hier kan een wagen voor
bulkvervoer van 6 ton m 2 minuten
geladen worden.
Ook de nacht werd in Meppel door
gebracht, in de mooie Jeugdherberg
Parkhoeve.
De laatste dag was voor het bedrijfs-
laboratorium voor grond- en gewason-
derzoek te Oosterbeek. Dit bedrijf is
volledig gemechaniseerd en ontstaan
uit de concentratie van de bedrijven te
Geldrop, Goes, Groningen en Ooster
beek. Men verricht hier grondonder
zoek, gewasonderzoek, aaltjesonder-
zoek en diverse andere werkzaamhe
den, zoals mest-, water-, bloed- en
haaronderzoek alsmede onderzoek op
fruitteeltmoeheid. Daarna ging het naar
het Leeuwenpark van Burger's Dieren
park. Jammer was het, dat de leeuwen
zich wat schuil hielden in het geboom
te. Tot slot kwam nog een bezoek aan
het Automuseum te Driebergen. Hoogst
voldaan keerden de jongens na vier
dagen in opgewekte stemming huis
waarts.
OPENINGSTIJDEN
OPENBARE BIBLIOTHEEK
De openingstijden zijn
Maandag: 10.00 tot 12.00 uur:
Woensdag: 19.30 tot 21.30 uur;
Donderdag: van 12.00 tot 13.30 uur (niet
tijdens de schoolvakanties) en
15.30 tot 17.30 uur.
Vrijdag: 14.30 tot 15 30 uur en 19.30 tot
21.30 uur.
COPYRIGHT STUDIO AVAN
154. „Daar heb je de Japanner, Igor!"
siste Pjotr. „Hij is de uitvinder van
sportcomputer, waaraan we al deze
ellende te danken hebben!"
„Grijp hem dan, Pjotr!" riep Igor.
„Aan hem zullen we een kostbare gij
zelaar hebben! Hij garandeert ons de
vrijheid!"
„Dokter Yokito raat zich zeker niet
door jurrie tweeën grijpen" zei de Ja
panner met een ontwapenende glim
lach. Hij wachtte even de aanval van
de eerste Barroesjaan af en greep deze
toen met een geoefende beweging bij
het polsgewricht. „AU!!" brulde de
bruut en er knapte iets in zijn hand
wortelbeentjes. Toen vertelde de
schelm er niet veel meer van na, want
weldra lag hij in opvallend doodstille
houding op de grond
De andere Barroesjaan trachtte nog
met wilde vuistslagen een gunstige
wijziging in de toestand aan te bren
gen, doch het bleef hij plannen. Ook
hij ging dezelfde pijnlijke weg en lag
even later bewegingloos over zijn mak
ker gedrapeerd. Als een trotse overwin
naar stond dr. Yokito erbij en hij lis
pelde: „O, goede en brave omstanders
weest zo vriendelijk en waar
schuw de verdwachter. En maak dan
zelf, dat ge wegkomt, want ik zou im
mers op de gedachte kunnen komen U
op dezerfde wijze tegen de straatkeien
te kwakken
Intussen stond Iwan met zijn bloe-
menkar nog steeds tevergeefs te wach
ten bij de smidse.
„Ze komen niet.de laffe labbe
kakkers gromde hij nerveus.
„Goed.,dan zal ik het alléén moeten
opknappen
En brutaal trok hij een gevaarlijk
snelvuurwaren onder zijn bloemen
vandaan.
„Wat zeg je me daarvan?"
„O, wat ruikt ze heerlijk. Voor wie is
die derde kom?"
„Voor je vader. Waar is ie?"
„In de werkplaats, laatste deur rechts
op de gang".
Ze was al weg, opende voorzichtig de
deur. Daar ontdekte ze vader Heerema.
Hij veegde met een handdoek wat zeep-
schuim van zijn gezicht.
„Er is koffie", zei ze op de toon van
de koffiejuffrouw op kantoor. „Op de
kamer van juffrouw Roosje, meneer".
Ik loop te grinniken als een school
jongen, dacht ze, terwijl ze de deur
achter zich sloot.
„Hij komt er an", zei ze tot Roos.
Hij kwam er an.
Hij had zich geschoren. En gesneden,
zag Els. En hij had een schoon, donker
blauw overhemd aan.
„Juffrouw", zei hij verlegen, „wat
doet u nu? U keert de rollen om. Ik
had voor koffie.
„Ja", zei Els, „maar Roos en ik wil
den koffie, ziet u".
„Je hebt van me geroddeld", hij keek
glimlachend naar zijn dochter. „Je hebt
m'n koffie afgekraakt".
„Proef déze maar es vader", zei Roos
stralend.
„Ik moet zeggen", erkende hij, „dit
is koffie met een grote K. Moeders
koffie, Roos".
Els schrok even. Als die herinnering
terugkwam maar de man en het
meisje lachten. „M'n vrouw heeft me
wel met koffie overeind gehouden",
vertelde hij opgewekt, „hoe gaat dat als
het werk je beet heeft, je eet niet, je
slaapt niet, alleen koffie. Dét was het
toverwoord. Die liet ik nooit koud wor
den".
Ze verwonderde zich, dat hij daar zo
opgewekt over praten kon.
„En u hebt de afwas ook nog ge
daan", verweet hij. Roosje schrok, zag
ze. De dacht aan de bende in de keu
ken.
„Dat moest wel", zei Els nuchter, „er
was geen kopje meer schoon".
„Bent u sociaal werkster?" vroeg hij.
„Laat sociaal er maar af", troefde ze.
„Ik schaam me diep", zei de man.
„De chef van mijn dochter komt op be
zoek en als ze koffie wil hebben, moet
ze die zelf zetten en zelf de kopjes
wassen".
„Met schamen bent u er niet", gaf
Els terug, „en met in de put zitten ook
niet. Als ik niet te beroerd ben om
kopjes te wassen, hoeft u het ook niet
te zijn".
Hij zag haar verbaasd aan.
„U bent niet mis".
(Wordt vervolgd)