Ongekend grote stijging
van aantal overnachtingen
.TROUWEN KIN ALTIJD NOG'
111—11111
OP TERREINEN RECREATIESTICHTING TEXEL:
'Looclsmansduin' toont relatief
de sterkste groei
I iVMVn ■■w
Druktever schuiving van
augustus naar juni
FEUILLETON
door
Tom Lodewijk
LANDBOUW en
DEN HELDER
SPOORSTR.30 TEL14541'
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 31 MEI 1968
juni (in 1966 op 8 juli). Het grootste
aantal tegelijk aanwezige gasten was
610 (280), die in 202 (91) tenten of ca
ravans verbleven op 1 augustus (17 juli)
GESLAAGD
Voor het kantoordiploma 200 ma-
chineschrijven slaagden de dames J.
Bootsma te Den Burg en M. Dros te
Oudeschild. Voor het schooldiploma
135 slaagden mej. E. Standaart te Den
Burg, en de heer E. v.d. Star te Eier-
land. Allen werden opgeleid door de
heer A. C. Peetoom te Den Burg.
GESLAAGD
De heer J. L. Borgman te De Koog
deed met gunstig gevolg te Utrecht
examen voor het diploma C.O.V.IJ.
(Ijzerwaren en gereedschappen).
De Rekreatiestichting Texel heeft een
uitermate gunstig jaar achter de rug,
zo blijkt uit het jaarverslag over 1906-
'67, dat gistermiddag aan de raadsleden
is uitgereikt. Het aantal overnachtin
gen op de bij de stichting in beheer
zijnde terreinen steeg met gemiddeld
•10%, nl. 34% op Kogerstrand, 45% op
Loodsmansduin en 239% op De Krim.
Van de twee „eigen" terreinen van
de stichting vertoonde Loodsmansduin
relatief weer de grootste groei. Het
ziet er naar uit dat dit terrein in het
komende seizoen voor het eerst een
sluitende exploitatie te zien zal geven.
Ook de verdere vooruitzichten voor
1968 zijn goed. Zo werden in de afge
lopen maand april op 't terrein Koger
strand 1024 overnachtingen geregis
treerd tegen 786 in april 1967. In het
oprichtingsjaar 1954 noteerde de stich
ting 33.163 overnachtingen; in het af
gelopen jaar 433.427. Op ...Kogerstrand"
verbleven het afgelopen jaar 24.935 (in
1966 18.802) gasten, die voor totaal
311.918 (232.728) overnachtingen zorg
den. De gemiddelde verblijfsduur was
dus 12,5 dagen tegen 12,4 dagen in
1966. Op „Loodsmansduin" steeg de
gemiddelde verblijfsduur aanzienlijk
meer. Hier werden 9.191 (7.720) gasten
geregistreerd en 103.569 (71.506) over
nachtingen. De gemiddelde verblijfs
duur steeg daar dus van 9,3 tot 11,3.
Het bij de stichting in beheer zijnde
terrein De Krim boekte 2.210 (701)
gasten en 17.940 1(4.182) overnachtingen.
De verblijfsduur steeg hier van 5,9 tot
8,1 dagen.
Mooi weer
De toename van het aantal overnach
tingen en de gemiddelde verblijfsduur
worden toegeschreven aan het mooie
weer van de zomer 1967. April was nog
guur, .maar mei stak hier met veel zon
en warmte gunstig bij af. Juni was af
wisselend met mooi weer en koude
wind. Op 25 juni werden veel tenten
beschadigd ten gevolge van storm en
onweersbuien. Juli en de eerste helft
van augustus waren fraai; daarna was
het weerbeeld wisselvallig. Naast het
goede weer is ook de steeds toenemen
de belangstelling voor kamperen en
caravannen en de steeds groter wor
dende trek naar Texel in het algemeen
oorzaak van de gunstige ontwikkeling.
Juni druk
Vermeldenswaard is de geconsta
teerde verschuiving van het bezoek van
de gasten van de maand augustus naar
juni. In juni werd op Kogerstrand een
stijging van 170% genoteerd in verge
lijking met juni 1966. Op „Loodsmans
duin" bedroeg de stijging 81%. Op
beide terreinen werden in de maand
augustus minder overnachtingen ge
boekt dan in dezelfde maand vorig
jaar. Juni is dus wat het aantal over
nachtingen betreft bijna gelijkwaardig
geworden aan augustus. De vakantie-
spreiding komt dus niet tot haar recht
en is meer een verschuiving naar voren
geworden. Op 18 augustus had „Loods
mansduin" nog slechts een bezetting
aan kampeerders van ongeveer 10%.
Investeringen
In 1967 werd voor een bedrag van
ƒ198.227,46 aan investeringen gedaan.
De terreinakkommodatie werd verbe
terd en de sanitaire voorzieningen uit
gebreid. Alles kon uit eigen middelen
worden gefinancierd. Op Loodsmans
duin werd een nieuwe toegangsweg
aangelegd, het parkeerterrein werd be
straat, de kantine uitgebreid en een
kantoor bijgebouwd. In de beheerders
woning kwam centrale verwarming. In
vijf toiletgebouwen werden de beton
nen wastroggen verwijderd en vervan
gen door moderne wasbakken. De we's
werden voorzien van harde wandbe-
kleding en een aantal douches werd
betegeld. Voorts werd een nieuwe ter
reinauto aangeschaft en 21/* hectare
van het terrein werd met denneboomp-
jes beplant.
Op „Kogerstrand" kwam de derde
grote opslagloods gereed, waardoor niet
langer elders opslagruimte behoefde te
worden gehuurd. De beheerderswoning
kreeg cv en er werd 'n vuilnistransport
auto gekocht. Ook hier kregen ver
schillende toiletten harde wandbekle-
ding. Een toiletgebouw werd uitgebreid
met twee we's en twee douches.
De Krim
Uit het exploitatieoverzicht van het
gemeentelijk terrein De Krim blijkt,
dat aan kampgelden ƒ27.628,80 werd
ontvangen. Dit bedrag kwam van
15.426 volwassenen (die ƒ1,per over
nachting betaalden), 2.514 overnachtin
gen van kinderen (ƒ0,50), 80 overnach
tingen van honden (ƒ0,50), 6272 „over
nachtingen" van tenten, 173 overnach
tingen van caravans en 4.459 overnach
tingen van auto^s. De opbrengst van
1801 warme douches bedroeg ƒ450,
De eerste gasten arriveerden op 30
De financieie kant
van Uw vakantie
wordt door ons volledig verzorgd
Uw travellers' cheques, Uw bui
tenlands geld, Uw bagage- en
ongevallenverzekering
echte gezinsbank
19 „Volgende week kom ik Roos weer
es opzoeken. Vóór die tijd mag ze niet
naar kantoor, denkt u er om? We moe
ten een beetje oppassen met dat
meisje."
Hij bracht haar netjes tot bij de
deur. Keek naar haar sportwagen.
„Saab", zei hij „Niet mis. Sportief
karretje."
„Hebt u daar ook al verstand van?"
„Ik niet. Sjoerd weet er alles van.
Zaagt me er over door".
„Ik hoor het al," zei ze vrolijk, „ik
kan hier nog een hoop leren. Zeg Roos
van me gedag!"
En weg was ze.
Hij liep langzaam de trap op, naai
de kamer waar Roosje lag. Hij zag het
opnieuw opgemaakte bed, de frisse la
kens.
„Wat is dat voor iemand, Roos?" zei
hij. „Wie heb je nu in ons huis ge
bracht?"
„Ik heb het u toch altijd wel gezegd"
zei het meisje. „Ik houd van haar".
„Tja", zei Pier Heerema nadenkend,
„kan het anders?"
HOOFDSTUK VIII
Over de horizon
Plotseling weken alle gebeurtenissen
naar de achtergrond. Een nerveus tele
foontje van Henk. Vader is helemaal
niet goed Ja, het is beter dat je komt.
Misschien valt het mee, maar de dokter
ziet het nogal somber in.
Toen was er snel, in één uur tijds,
een regelen van alles en nog wat en
reed ze in haar snelle wagen naar huis.
Gelukkig, dacht ze toen ze binnen
kwam. Ze zijn er niet allemaal. Zo'n
klein huis vol mensen, dat benauwt.
Koos, zijn vrolijk-onverschillige snuit
nu onwennig-ernstig, vertelde. Vader
was gevonden op een buitenweg. Hij
was gaan wandelen en niet goed ge
worden. De dokter had gezegd dat hij
maar beter naar huis kon worden ge
bracht.
Ze proefden allebei de zwaarte van
deze beslissing. Een ziekenhuis was van
geen nut. Hij was maar beter thuis
voor alle eventualiteiten. Ook de groot
ste, waarvoor een mens in het leven
kan worden geplaatst.
Haar moeder was helemaal van de
kaart. Die staarde als in een lege ruim
te. Ze had altijd zo flink, zo zelfstandig
geschenen, maar geestelijk was hij haar
steun, ze kon zich het leven zonder
hem niet indenken, het had geen zin
meer, dacht ze, als hij er niet was om
mee te praten, om voor te zorgen, om
inhoud te geven aan haar bestaan, nu
de kinderen weg waren.
Een half uurtje later mocht ze bij
hem op de ziekenkamer.
„Hij is erg blij dat je er bent", zei
Koos. „Maar rustig zijn, hoor. Hij is
heel helder, maar erg zwak".
Ja, erg zwak. Dat zag ze met één
rubriek voor
HOOI VENTILATIE
MAAR DAN OOK GOED
Het is zo langzamerhand wel bekend,
dat landbouwvoorlichters als één van
de mogelijkheden om het risico bij de
hooiwinning kleiner te maken het ge
bruik van een installatie voor hooi-
ventilatie aanbevelen. Wc moeten he
laas eerlijk toegeven, dat tot nu toe
deze aanbevelingen geen volledig suc
ces zijn. Dit is vooral te wijten aan het
feit, dat het persen of balen van hooi
op ons eiland zo'n enorm grote plaats
heeft gekrgeen. En hoewel we het per
sen van hooi en het ventileren niet
helemaal als twee tegenstellingen kun
nen zien, menen we toch te moeten
zeggen, dat het ene heel vaak een be
lemmering is voor het andere.
Het staat als een paal boven water,
dat het ventileren van los hooi een
voudiger is dan van geperst hooi. Bo
vendien is er ook nog dit. Als men het
hooi wil persen, moet het werkelijk
hooi zijn. Als dat het geval is, is ven
tilatie minder nodig En tenslotte me
nen we ook hierop nog te moeten wij
zen. Het laten persen van hooi brengt
kosten mee. Het ventileren van hooi
doet dit ook. En in zekere zin moet je
hier dus spreken van dubbele kosten.
Veelal is men niet geneigd om het een
én het ander te doen.
Wat is een hooivcntilator?
Op de vraag of op het bedrijf een
installatie voor het ventileren van
hooi aanwezig is, komt nog al eens een
bevestigend antwoord in gevallen,
waarin dit o.i. niet juist is. Er zijn op
diverse Texelse bedrijven nl. zgn. „af-
zuigertjes" in gebruik, die men ten on
rechte wel als hooiventilatie betitelt.
Een juistere naam is misschien hooi-
broeibestrijders.
Deze installaties kunnen naar onze
mening alleen een rol spelen in ge
vallen, waarin men er naar streeft het
hooi binnen te brengen als het volop
hooi is. Ook in die gevallen treedt in
het hooi meestal wel broei op en de
afzuigertjes kunnen dan bewerken, dat
het met die broei niet al te erg wordt.
Er is echter geen sprake was, dat men
Onilor mlaklic
>«n Uvoningvn
met een afzuigertje achter de hand het
hooi kan gaan inschuren bij een droge
stofgehalte van 65%. Men moet in dit
geval koersen op 75%.
Voldoende capaciteit
Ook als er werkelijk een installatie
voor het -ventileren van hooi wordt ge
plaatst, kunnen we nog niet zeggen,
dat de zaak in orde is. Dat is pas het
geval als de installatie aangepast is aan
het werk, dat hij moet verrichten.
Daarbij is vooral bepalend de grootte
van het hooivak, d.w.z. de kubieke me
ters hooi, die in het vak geborgen kun
nen worden.
Als landelijke norm geldt op het mo
ment, dat per m3 hooi de ventilator
40 m3 lucht per uur door het hooi
moet stuwen, waarbij gerekend wordt,
dat de tegendruk in het hooi gelijk is
aan 45 mm waterkolom (W.K.). Vooral
dit laatste moet goed in de gaten wor
den gehouden. Neemt men nl. een la
gere tegendruk aan, dan kan met een
belangrijk lichtere ventilator worden
volstaan. De tegendruk hangt vooraf af
van de fijnheid van het hooi en uiter
aard ook van de zwaarte, omdat bij
zwaarder hooi de pakking dichter
wordt Het kost dan meer moeite om
de lucht door het hooi te stuwen. Re
kening houdende met deze eisen ko
men we voor vakken van de hieronder
genoemde grootte tot de volgende ven
tilatorcapaciteit.
Resp. grootte vak; m3 hooi; lucht per
uur; Motorvermogen in pk.;
5x5x6 150 6 000 m3 21/a
6x6x6 250 10.000 m3
7x7x7 350 14.000 m3 41/2—5
8x8x8 500 20.000 m3 6
Luchtkanaal en lattenroosters
Niet alleen de ventilator, maar ook
de rest van de installatie moet aange
past zijn aan de grootte van het vak.
De ventilator moet nl. de kans hebben
om de lucht door de hele voorraad
hooi te stuwen. Iedere goede leveran
cier van hooiventilatoren kan U ook
inlichtingen geven over de verdere in
richting. We menen hierbij als stelregel
te moeten geven, dat U streeft naar een
royale capaciteit. Het is van groot
belang, dat U op een bepaald moment
nog iets meer kunt doen dan het nor
male. We bedoelen dit. Als het eens
een keer nodig is om hooi in te schu
ren, dat maar nauwelijks aan het ver
eiste gehalte droge stof toekomt, dan
moet U er op kunnen vertrouwen, dat
de inrichting ruim voldoende is.
WELK SOORT PLASTIC VOOR
HET INKUILEN
Vorige maand vertelden we in deze
rubriek iets over de mogelijkheden van
het gebruik van plastic bij het inkuilen.
De gegevens voor dit aritkel ontleen
den we aan een publikatie van het
Rijkslandbouwconsulentschap voor
Weide- en Voederbouw te Wageningen.
We menen te mogen zeggen, dat dit
een zeer deskundige bron is en tevens
een objectieve bron. Deze instantie
heeft er zakelijk gezien geen enkel be
lang bij welk plastic er wordt ge
bruikt.
Daarom menen we, dat het nodig is
de vinger te leggen bij een uitlating,
die we dezer dagen aantroffen in een
voorlichtingsblad, dat maandelijks in
de bus van een groot aantal Texelse
boeren komt. Om geen misverstand te
wekken willen we uitdrukkelijk stellen,
dat het onze bedoeling niet is een be
paalde leverancier van plastic in een
minder goed daglicht te stellen. Voor
lopig beschouwen we deze uitlating
nog als een slip van de pen.
Welke dikte gebruiken?
De door ons bedoelde zinsnede luidt
als volgt: „Het afdekken van kuilen
wordt veelal met plastic gedaan. Of
men hiervoor dik plastic (0,1 mm) no
dig heeft, of dat het ook met dunner
(0,05 mm) kan is niet bewezen. Er zijn
streken in Nederland waar men prak
tisch alleen het dunne (0,05) gebruikt.
Dit is veel goedkoper dan het dikkere,
maar eerder stuk. Het is wel gebleken,
dat de dichtheid (luchtdoorlatendheid)
van het 0,05 mm plastic voldoende is
voor inkuilingsdoeleinden". Tot zover
deze aanhaling.
In de publikatie van „Wageningen"
lezen we: „Naarmate het plastic dikker
is kan het gronddek dunner zijn. De
dunste PE-folies van 0.03 en 0.05 mm
zijn voer inkuildoeleinden ongeschikt.
Deze dikten zijn niet water- en lucht
dicht en tevens is de kans groot, dat
tijdens het aanbrengen van het grond
dek het plastic al wordt beschadigd,
vooral wanneer dit met een grijper ge
beurt. Een kuil van vochtig gras kan
met PE 0.07 mm en plm. 30 cm. wor
den afgedekt. Het beste is echter zowel
voor de natte als drogere kuilen PE 0,10
of 0.15 te gebruiken en daarop mini
maal resp. plm. 20 en 15 cm. grond aan
te brengen.
We zijn van mening, dat het advies
van „Wageningen" zeer duidelijk is. En
het zal iedereen duidelijk zijn, dat
„Wageningen" voor een landbouwvoor-
lichter een zeer belangrijke bron is
voor het geven van een goed advies.
GESLAAGD
De heren P. en J. Huizinga te Den
Burg zijn beiden te Utrecht geslaagd
voor het Vakdiploma Horecabedrijf.
oogopslag. Hij was de schim van vroe
ger, zoals hij daar lag in het witte bed.
Maar zijn ogen waren levendig. Vrij
wel het enige, dacht ze geschrokken,
dat nog leefde.
„Kind," hij glimlachte. „Fijn dat
je er bent".
Ze ging zitten, slikte. Nu was er dan
wat ze zo vaak gewild had: alleen zijn
met vader, met hem praten. Het was
wellicht de laatste keer. Het was mis
schien een afscheid.
„U moet niet zoveel praten hoor,"
zei ze moeilijk. „Wij verstaan mekaar
zo ook wel. Is 't niet?"
Hij glimlachte moeizaam.
„O ja. Altijd. Wij wel, Elsje". Ze
was voor hem altijd Elsje gebleven. Zijn
oudste dochter.
Zijn ogen namen haar op, als wilde
hij zich iedere lijn van haar gezioht in
het geheugen prenten.
„We moeten niet kletsen. Praten. De
tijd is kort. Nu kan het nog."
„Véder", ze schreeuwde het bijna.
„Dat hoeft toch niet. Het kan toch
nog.Maar hij schudde het hoofd.
„De mens gaat naar zijn eeuwig
huis," zei hij. „Ik weet het Elsje. Het
is erger voor je moeder dan voor mij.
Ik ben dankbaar voor alles, en het was
genoeg". Hij zweeg en ze zag hoe
moeilijk 'hij ademhaalde. Ze maakte
een beweging dat hij zich niet moest
vermoeien, maar hij schudde het hoofd.
„Ik heb het niet ver gebracht," zei
hij.
„Wel als vader," zei ze. „En dat is
het voornaamste. Schoolmeesters en
zakenmensen zijn er genoeg."
Hij lachte zacht. „Daar ben ik blij
om. Ik hield van jullie allemaal, ik
hoopte dat jullie ook een beetje van
mij zouden kunnen blijven houden.
Julle bent allemaal erg lief voor me
geweest, altijd. Maar wij tweeën Elsje,
dat was nog wat anders". Ze zag weer
de glimlach. „O ja, dat was heel wat
anders."
„En ik ging maar weg en bleef maar
weg", zei ze radeloos „en soms ver
langde ik zo om weer es te praten, sa
men te wandelen, en er was altijd wat"
„Nu ben je er. Nu praten we. Els,
ben je gelukkig?"
De vraag kwam zo onverwacht recht
op haar af, dat ze hem verbijsterd aan
keek.
„Ze zijn allemaal, elk op hun eigen
manier, gelukkig Jij-jij hebt het 't
verst geschopt van allemaal. Wist ik
wel. Altijd wel. Jij bent die ik graag
had willen zijn. Alles wat ik niet kon,
waar ik te gemakzuchtig, te traag voor
was, heb jij bereikt. Toch heb ik een
gelukkig leven gehad. En jij?"
„Ja," zei ze. „Ik ben gelukkig. Maar
ik bén er nog niet."
Hij knikte langzaam.
„Dit vult je leven niet helemaal, Els"
Ze schudde langzaam het hoofd. Hij
had uitgesproken wat zij begon te be
seffen. Begon te beseffen nu, door Roel
de Weerd, door Roosje Heerema. De
mensen, die niet zoals totnogtoe in haar
leven passeerden, maar in dat leven
kwamen.
„Ik kan alleen maar hopen", zei ze,
,dat het leven nog meer voor me heeft".
„Je zult niets forceren?" Er was zorg
in zijn blik.
„Ik ben uw dochter", zei ze. „Ik ge
loof alleen in het echte. Als dat komt,
zal ik het herkennen".
Hij knikte.
„Ik heb je altijd maar laten gaan",
zei hij zacht, „en ik heb me altijd zor
gen om je gemaakt. En als je dan weer
es terugkwam, dan keek ik en luisterde
ik, en dan dacht ik: God zij dank, ze
is het nog."
„Ondanks alles," knikte ze. ,,U had
gelijk, dat u bezorgd was, al zou ik het
nooit toegegeven hebben. Het was wel
eens erg moeilijk. Maar dan dacht ik:
als ik straks weer es met vader ga
wandelen en we praten samen dan
moeten we kunnen praten als altijd.
Dan wés u er. Ik heb wel es half hard
op met je zitten praten vader, in Parijs,
in New York. Wist u dat?"
Zijn ogen lachten.
„Ik ben zo blij dat je dat zegt. En
ik hoop zo dat je echt de volheid van
het levensgeluk moogt vinden, kind. Ik
zal het niet meer zien. Maar blijf die
je bent, dan komt het".
Haar ogen schoten vol tranen.
„Je moet niet huilen", zei hij en zijn
witte smalle hand zocht de hare. „Daar
kan ik niet tegen."
Nee, dacht ze, ik moet het hem niet
moeilijk maken. Ze vermande zich, pro
beerde te lachen. „Ik heb pas iemand
gesproken", zei ze, „die heeft zijn
vrouw verloren. Hij hield veel van
haar, heel veel. En hij kon gewoon over
haar praten. Hij zei dat zijn moeder
hem altijd had geleerd: Hollandse jon
gens huilen niet".
„Tja", zei hij nadenkend, „zo is het
ook. Weep no more, my baby. Ik ben
aan het eind, jij moet verder, kind."
„O vader!" ze beheerste zich met de
grootste moeite. Ze had kunnen brullen
van ellende. Maar het mocht niet. Hij
was te zwak. De tijd was te kort.
l(Wordt vervolgd)