3
JR9UWEN W ALTiiO Kflt"
BRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPUTER
O
FEU ILLETOIS
door
Tom Lodetvijk
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 26 JULI 1968
NOGMAALS: HOOI OP HOKKEN
Dc kwestie van het hooi op het land
blijft ons bezig houden. Dat is goed
deels een gevolg van het feit, dat deel
nemers aan excursies van liet vaste
land ens daarop voortdurend attende
ren. Het zou wellicht nog juister zijn
om te zeggen, dat deze vastelanders dc
Texelse veehouders en voorlichters
daarover „aanklagen". Want de kritiek
richt zich niet alleen op de veehouders,
maar ook op de voorlichters, die naar
de mening van cle collega-veehouders
van het vasteland niet voldoende op het
gevaar van het aan hokken laten staan
van het hooi hebben gewezen.
Eén dezer dagen ontvingen we een
excursie uit Staphorst. Het zal de le
zers niet onbekend zijn, dat er nog al
een kritiek is geweest op bepaalde ge
woonten en gebruiken van de bewoners
uit dit Overijselse plaatsje Dit keer
as het de beurt van de Staphorsters.
Op een-bepaald moment konden en
kele mannelijke deelnemers het niet
laten om een perceel, waarop de hok
ken al enkele weken staan, te betreden
en de kwaliteit van het hooi te contro
leren. De kritiek werd daardoor alleen
maar scherper, want wat ze daar von
den was echt niet best.
Hoe zij het doen
Uiteraard heb ik gevraagd hoe zij
deze zaak runden. Uit hun mededelin
gen bleek wel, dat zij bijna tot iedere
prijs voorkwamen, dat er gebaald hooi
op het land bleef. Als het nodig was
gingen ze zelfs tot middernacht door
om het hooi binnen te halen. Alleen bij
zeer vast weer werd het binnenhalen
uitgesteld tot de volgende dag. Het op
hokken plaatsen van hooi kwam in 'hun
streek niet voor.
Het is voor een voorlichter wat ge
vaarlijk om deze regels onder boeren-
ogen te brengen. Zo licht komt er het
verwijt, dat de voorlichters de boeren
willen opjutten om ook 's nachts nog
aan het hooien te gaan. We stellen ons
voor, dat ook de veehouders uit Stap
horst er geen gewoonte van maken om
het hooi 's nachts op te ruimen. Daar
om schreven we ook „Als het nodig
was".
Mogelijk moeten we het zoeken in
een andere organisatie van het werk.
Ik denk daarbij aan het meer spreiden
van de hooioogst, waarbij we vooral
het oog hebben op het beginnen op een
vroeger tijdstip in het seizoen. Op het
moment is het nog te veel zo, dat men
op een bepaald moment te veel hooi
onderweg heeft. Naast hooi, dat geperst
is heeft men nog één of meer percelen
wgen, waarin gewerkt moet worden.
En dit kan een reden worden om hooi,
dat in balen op het veld staat, nog
„even" te laten staan. Dat dit „even"
heel gevaarlijk kan zijn bewijzen de re
sultaten van dit jaar wel zeer duidelijk.
TE VEEL VAN „HET GOEDE"
Zonder iets af et doen van het feit,
dat op een moment kan spreken van
„gouden regen", willen we nu toch wel
vaststellen, dat de „regenbuien" van de
laatste weken ons te veel van het
goede hebben gebracht. We behoeven
daarvoor werkelijk niet alleen te den
ken aan de toeristen en de bedrijven,
die aan de toeristen plaats verschaffen,
maar ook aan een groot gedeelte van
de agrariërs.
Het zijn er op het moment, dat we
deze regels schrijven maar enkelen
meer, die tijdens een flinke regenbui
zullen opmerken; „We kunnen nog best
wat gebruiken". Verreweg de meeste
agrariërs verlangen op dit ogenblik
naar droog weer en wat hogere tempe
raturen.
Waar dc regen schade deed
Het is bijna onnodig am te zeggen,
dat vooral het latere hooi veel geleden
heeft van de overvloedige regen. Dat
geldt zowel voor het hooi, dat nog op
zwaden op het veld lag als ook voor
het hooi, dat los aan hopen of geperst
aan pakken op het veld stond. Als het
hooi betreft, dat voor de handel be
stemd is, bemerkt men de schade op
dit moment al, want zelfs hooi, dat
maar matig heeft geleden is praktisch
onverkoopbaar. De veehouders, die het
hooi op eigen bedrijf nodig hebben,
zullen de schade, die het slechte weer
heeft veroorzaakt, in de komende win
ter gepresenteerd krijgen.
Schade is er ook in akkerbouwge
wassen. We denken aan de gewassen,
die op het moment praktisch oogstklaar
zijn, nl. graszaad en raapzaad. De ern
stige legering van het eerstgenoemde
gewas zal zeker aanleiding geven voor
verliezen bij de oogst.
Ook diverse percelen graan, waarbij
vooral zomergerst een eerste plaats in
neemt, zijn zo zwaar gelegerd, dat bij
het aanhouden van dit natte weer
schade zal optreden. Vooral als onder-
gezaaid gras door de ernstige legering
van de zomergerst en de voor gras
gunstige groeiomstandigheden, de kans
krijgt door de gerst heen te groeien,
kan dit bij het oogsten veel schade ge
ven.
Ook in aardappelen en bieten
schade
In heel veel percelen aardappelen
komt de aardappelziekte in het loof
voor. Zelfs in een weinig vatbaar ras
als Alpha is in het loof de aardappel
ziekte te vinden. Hoewel dit in lang
niet alle gevallen tot ziekte in de knol
len bëhoeft te leiden, is het aanwezig
zijn van de ziekte in het loof op zich
zelf al schade. Het gewas sterft hier
door eerder af en vooral bij fabrieks
aardappelen en consumptieaardappelen
kan dit een flinke oogst vermindering
geven.
Ook in de suikerbieten zien we zo
hier en daar plekken, de kennelijk veel
te nat hebben gestaan. Het gewas is op
deze plaatsen duidelijk geel gekleurd
en de beworteling heeft zo sterk gele
den, dat bij een iets hogere tempera
tuur de planten slap beginnen te han
gen.
We hopen daarom, zowel voor de
agariers als voor de vele toeristen op
ons eiland, dat de zon het in de komen
de weken zal winnen van de regen.
VERTROKKEN PERSONEN
Othdlde Evers, ev. Van Mierlo, van
Den Burg, Schilderend 101, naar Am
stelveen, Éssenlaan 19; Karei E. Gran-
dia, met gezin van Den Burg, Beatrix-
laan 60 naar Den Helder, Herzogstraat
64; Maartje C. Bakker ev. Mönnink,
met gezin van Den Hoorn, Naalrand 17
naar Wijk bij Duurstede, van Brede-
rodestraat 24; Durk Bousma, van Den
Burg B 177 naar Alkmaar, Coornhert-
kade 34; Wiepkje A. van der Kooi,, van
De Cooksdorp, Kikkertstraat 19 naar
Ver. Staten; Christiaan Bremer, van
Den Burg, W. v. Beierenstraat 54 naar
Rheden Gld., Dieren, Stationsplein 4;
INGEKOMEN PERSONEN
Henry J. Loesberg, van Oosterhout,
Hertogenlaan 282, naar 't Hornje, Ha
ven 2; Harm Doldersum, van Hooge-
veen, Veldkampstraat 6 naar Den Burg,
Bernhardlaan 17; Pieter Dogger, van
Australië naar Oosterend, Peperstraat
22; Thomas Verveer, met gezin van Den
Helder, IJsselstraat 26 naar 't Horntje,
De Dageraad 26; Pieter J. Slot, van
Amsterdam, Volkerakstraat 25II naar
Kogerstraat 11; Frederik J. Brücher,
van Berkhout, D. Laanstraat 12, naar
Den Burg, Hallerweg 12; Emma T. van
Westen, van Zwaag, Pr. Nuijenstraat
10 naar Den Burg, Molenstraat 18; Jo
hannes Oudeman, van Goes, Middel
burgsestraat 53 naar Den Burg, salon
wagen t/o Molenstraat 81; Adriana G.
Beenhakker, ev. Oudeman, van Goes,
Patijnweg 82 naar Den Burg, salonwa
gen t/o Molenstraat 81; Neeltje J. Slot,
van Australië, naar Oudeschild S 13,
Alida Dik, van Zwitserland, naar Ou
deschild, Trompstr. 16a; Benno Eilers,
van Duitsland, naar De Koog K 89;
Siets P. Ellen, van Harlingen, Wees
huisstraat 3 naar Oosterend, Oester
straat 5.
UITSLAGEN KEURINGEN EN
CONCOURS-HIPPIQUE
„OOSTEREND PRESENT'
Ereprijzen beschikbaar gesteld door
de Texelse Landbouworganisaties
beste veulen: Jodiena, C. J. Swaerts
beste 1-jarige merrie: Idiena, C. J.
Swaerts;
beste 2-jarige merrie: Hodina, C. J.
Swaerts;
beste 3-jarige merrie: Gracia, J. C.
Roeper;
beste merrie veulen: C. J. Swaerts.
Het best voorgebrachte paard; Baron,
Jac. de Graaf.
Keuring Fjordenpaardcn
Hengstveulens: A-premie, Méry, fok.-
eig. P. Roozendaal, 't Noorden;
B-premie, M 97, fok.-eig. Mevr. Rijssel-
berghe-Verboom, Rotterdam.
1-jarige merriën: Linda, fok.-eig. P.
Roozendaal, Oosterend; Lycette, fok.-
eig., P. Roozendaal, Oosterend, beide le
premie.
2-jarige merriën: le premie: Katharina,
fok.-eig. Mevr. Rijsselberghe-Verboom,
Rotterdam, 2e premie: Kat ja, fok.-eig.
P. Roozendaal; A-premie: Jenny, fok.-
eig. P. Roozendaal.
5- en 6-jarige merriën: Helma en
Hanny van fok.-eig. P. Roozendaal.
beide le premie voorlopig model
predikaat. In het najaar moet een ver-
ichtingsproef worden afgelegd.
Concours-Hippique
Span pony's, klein maat: 1. Marjan
Witte; 2. Cor Zoetelief en 3. Bram de
Ridder.
Best in het tuig staande fokmerrie:
Caroline van J. C. Roeper.
Eénspan „nieuwelingen": 1. Baron,
eg.-ber. Jac. de Graaf; 2. Al ova, eig.
A. J. Lap, ber. H. J. Lap Azn.; 3. Gine,
eig. J. Zwan, ber. H. J. Michels, en een
eervolle vermelding voor Gilda, eig.-
ber. R. Keijser.
Eénspan „open klasse": 1. Don
Quichotte, eig.-ber. Jan Kil jan (jzilveren
zweep); 2. Baron, eig.-ber. Jac. de
Graaf; 3. Alsia, eig.-ber. G. Eelman;
4. Goudster, eig.-ber. KI. du Porto; 5.
Boudewijn, eig. P. Verberne, ber. H.
Spigt sr.; eervolle vermelding: Caroline
eig. J. C. Roeper, ber. R. Veenstra.
Eénspan gereden door dames: 1. Don
Quichotte, eig. J. Kil jan, ber. mevr.
A. C. Luyckx-Bakker; 2. Caroline, eig.
J. C. Roeper, ber. mevr. G. Roeper-
Keijser; 3. Baron, eig. Jac. de Graaf,
ber. mej. Ans de Graaf; 4. Alova, eig.
A. J. Lap, ber mevr. Van Maldegem-
Benit. Eervolle vermelding: Goudster,
eig. KI. du Porto, ber. mevr. G. du
Porto^Dros, en Boudewijn, eig. P. Ver
berne, ber. mej. Ans Witte.
Tweespan „open klasse" voor luxe
rijtuig
1. Goudster en Alisa, ber. P. Dros Nzn.;
2. Don Quichotte en Baron, ber. Jac. de
Graaf; 3. Caroline en Gracia, ber. R.
Veenstra; 4. Boudewijn en Alova, ber.
H. Spigt sr.
Rundveekeuring
Rubriek 1, kuikal veren geb. tussen
l-12-'67 en 15-2-'68
IA, no. 3 eig. A. Brans Pzn. Beker aan
geboden door de fa. C. R. Keyser Co;
IB, no. 6, eig. J. P Herweyer. Medaille
aangeboden door UT-Delfia; IC, no. 10
eig. K. Lünnhose. Verzilverde stand
penning aangeboden door Loonwerkbe-
drijf A.Wuis; ID no. 11, eig. Jn. Hin.
bedrijf J. v.d. Star; 2A, no. 4, eig. K.
Standaard aangeboden door Loonwerk-
Linnhose; tweekleureniballpoint aange
boden door Langeveld de Rooij.
Rubriek 2, kuikalveren geb. tussen
15-2-68 en 1-4-68:
IA, no. 23, eig. J. P. Herweyer; verzil
verde standpenning aangeboden door
Fa. A. Bakker Azn.; IB no. 16, eig. Fa.
K. Mantje en Zn.; 50 kg. kalverbiks,
aangeboden door UT-Delfia; IC, no. 22,
eig. J. P. Herweyer; verzilverde stand
penning aangeboden door Loonwerk-
bedrijf A. Wuis; ID no. 14, eig. W.
Boersen; standaard aangeboden door
Loonwerkbedrijf J. v.d. Star; 2A, no.
24, eig. Jn. Hin. Plaket aangeboden door
C.B.T.B., afd. Texel.
Schapenkeuring
Rubriek 3, schapen met 2 ooilammeren.
(IA mooi stel met 2 luxe lammeren; 1B
goed ontwikkeld stel, maar niet zo luxe
als IA; goede rubriek met 6 kop-
nummers).
IA, no. 34, eig. G. Eelman; verzilverde
standpenning aangeboden door J. R. v.
Wij land; IB no. 41, eig. J. C. Roeper;
verzilverde standpenning aangeboden
door Holl. Maatschappij v. Landbouw,
afd. Texel; 2A no. 40, eig. Jn. Hm;
medalile aangeboden door UT-Delfia;
2B no. 32, eig. R. Eelman. Plaket aan
geboren door OBTB, afd. Texel; 3A no.
30, eig. K. Mantje en Zn., tweekleuren-
ballpoint, aangëboden door N.V. v/h
Langeveld De Rooij.
Rubriek 4, Viertallen ooilammeren:
(IA een uniform viertal van goed
type; 1B iets minder maar mooi viertal;
rubriek met wat groot aantal dat in
type en ontwikkeling te kort komt).
IA. no. 44, eig. J. C. Roeper; beker
aangeboden door Coöp. Aankoopver.
Texel; IB no. 58, eig. Jn. Hin; verzil
verde standpenning aangeboden door de
heer J. R. van Wijland; 2A no. 46, eig.
Faa K. Mantje en Zn.; kist sigaren
aangeboden door kruidenier P. Brou
wer te Gasterend; 2B no. 45, eig. K.
Eelman Wzn. Plaket aangeboden door
CBTB, afd. Texel.
Rubriek 5, viertallen oudere schapen:
(IA mooi viertal met beste koppen en
veel adel).
IA no. 65, eig. Jn. Hin; verzilverde
standpenning aangeboden door AMRO-
bank te Texel; IB no. 60, eig. Fa. K.
Mantje en Zn.; medaille aangeboden
door Fa. C. R. Keyser en Co.; 2A no. 66
eig. J. C. Roeper; plaket aangeboden
door Holl. Maatsch. v. Landbouw, afd.
Texel.
Rubriek 6, drietallen éénjarige schapen:
(IA een uniform drietal in prima con
ditie met mooie sprekende koppen;
IB, 2A, 2B goede uniform ontwikkelde
dieren).
IA no. 72, eig. R. Eelman, verzilverde
standpenning aangeboden door Cebeco
te Texel; IB no. 84, eig. J. C. Roeper;
verzilverde standpenning aangeboden
door Texelse Olie Combinatie; 2A no.
69, eig. Fa. K. Mantje en Zn., medaille
aangeboden door fa. C. R. Keyser Co;
2B no. 71, eig. R. Eelman. Plaket aan
geboden door C.B.T.B., afd. Texel.
Veebeoordclingswedstrijd
Uitslag veebeoordelingswedstrijd
door Ver. Oudleerlingen Landbouw
school
le pnjs: F. Breman, overall, beschik
baar gesteld door Fa. P .Bosma; 2e
prijs: mej. H. du Porto, edammertje; 3e
iprijs: G. Witte, worst.
In de stand in de tentoonstellings
tent had de vereniging een fles met
graankorrels opgesteld, waarvan het
juiste aantal door het publiek moest
worden geraden. De le prijs van 25,
werd gewonnen door P. Ran, die er met
14.050 het dichtste bij was. Het juiste
aantal was 14.325. De 2e prijs ging naar
H. Makelaar en de 3e was voor H.
Barendregt.
BALLONNENWEDSTRIJD
De eerste strookjes van de Ballon
nenwedstrijd t.g.v. Oosterend Present
zijn reeds terug. Inleveren kan tot
uiterlijk 20 augustus bij slagerij Brou
wer te Oosterend.
GEVONDEN VOORWERPEN
OOSTEREND Tijdens Oosterend
Present zijn nog een damesvest, auto
sleuteltjes en andere sleutels gevonden.
UITSLAG VERLOTING
OOSTEREND Zaterdagavond om
tien uur verrichtte wethouder J. Daal
der in de grote feesttent van „Ooster
end Present" de trekking van de groots
opgezette verloting van de Aquarium
vereniging „In Aqua Vita". Er waren
5000 loten verkocht. De gelukkigen
waren
le prijs koelkast; D. van Egmond, Den
Burg; 2e prijs transistorradio: K. Daal
der, O 111; 3e prijs koffiezetmachine:
J. Verijzer, De Waal; 4e prijs Polaroid
camera: A. Keijser, Den Burg; 5e prijs:
werphengel: P. F. van Sambeek, Den
Burg; 6e prijs, rondvlucht over Texel:
W. van Houten, Oost.
COPYRIGHT STUDIO AVAN
163. Intussen waren Kid Sucker en
Wladimir Kotsof ook weer opgedoken.
Deze twee zeer geoefende geheime
agenten hadden zich een tijdlang in
hun sohuilhoek teruggetrokken en daar
hadden ze lang en diep nagedacht.
Maar nu hadden ze de oplossing toch
gevonden. Laten we om te beginnen de
lange Kid Sucker eens bij zijn kop
nemen. Dan zien we al gauw, dat deze
zich heeft vermomd in het uniform van
de hoofdstedelijke, Gravendrechtse
politie. Een brutaal staaltje! Hij ikuier-
de nu in dat typische agentenpasje door
de donkere dorpsstraatjes van Rijkhuy
zen, waarin een spaarzaam etalage
lichtje een mat schijnsel wierp. Hij was
er vast van overtuigd, dat hij er pre
cies zo uitzag als een Gravendrechtse
oom agent, die naar Rijkhuyzen was
gestuurd ter assistentie, omdat het zo'n
rommelzootje in Rijkhuyzen was. In
alle gemoedsrust rondde hij een straat
hoek endaar botste hij bijna tegen
een andere oom agent op, die ook
langzaam liep te patrouilleren.
„Kijk, kijk," grinnikte Kid Sucker in
zichzelf. „Ze hebben zowaar echte
agenten uit de stad ter assistentie ge
stuurd. Netjes salueren, jongens! On
opvallend doen!"
„Goeienavond, collega!" gromde Kid
dus en hij bracht lachend de hand aan
de helm.
Onaangenaam verrast draaide de
kleine agent zich om en hij riep snib
big: „Wel verdikkeme!! Heb je me nou
tóch herkend!?"
Nu was het de beurt aan Kid Sucker
om verrast te zijn. „Ik heb niks her
kend!" riep hij uit. „Ik wou alleen een
collega groeten! Maar nou heiiken ik je
wélJij bent Wladimir Kotsof! Jij was
zeker ook op weg naar de smidse, hè?
De beide geheime agenten hadden
blijkbaar dezelfde leerboekjes gebruikt,
want wéér waren ze op precies dezelf
de gedachte gekomen
31. Eens zag Els Sjoerd diep terneer
geslagen door de gang lopen.
„Wat is er loos, jong?"
„D'r lukt niks van Ik sla de hele
boel in mekaar," zei hij verdrietig.
„Wat sla je allemaal in elkaar?"
Hij zag haar wantrouwend aan, trok
haar toen aan haar arm mee de trap
op. Op zijn kamertje was het een
bende, maar op de tafel stond een homp
klei.
„Iris", zei ze verrast.
Hij look op. „Kunt u 't zien?"
„Ja best, maar ze is het nog niet he
lemaal".
„Nee, 't lijkt naar niks". Hij viel in
zijn moedeloosheid terug.
,,'t Valt ook niet mee, jong. Het gaat
er niet alleen om of haar neus en mond
goed zijn, het gaat om de uitdrukking
van haar gezicht Ze wist welke uit
drukking Sjoerd probeerde te treffen,
als Iris, zo in zichzelf verzonken, kon
zitten kijken. „Maar dan moet je de
boel niet in mekaar trappen. Zo bereik
je nooit wat. Gooi er natte doeken
over, laat het een paar dagen staan, je
kijkt je er op dood anders. Als het je
lukt, heb je iets goeds gemaakt, Sjoerd,
maar dat gaat niet een-twee-drie."
Hü zag haar dankbaar aan.
„Reuze idee". Later hoorde ze hem
fluitend de trap af klotsen. Sjoerd met
zijn praatjes en zijn drukte.en toch
onder een hoedje te vangen. Ze glim
lachte. 't Was maar goed, dat zij er
net was.
HOOFDSTUK XIII
Het hoge woord
„Het is klaar", zei Pier Heerema.
Els stond gespannen in het atelier-
Het viel haar op, dat hij er terneerge
slagen uitzag. Was het niet geworden,
wat hij gewild had? Voorzichtig nam
hij het doek rond het schilderij weg.
Met de handen ineengevouwen stond
ze en keek.
„Dat ben ik niet", zei ze zacht.
„Geen mens kent zichzelf", hij zei
het knorrig. „Niemand ziet zijn eigen
gezicht".
Was zü dat? O ja, geen twijfel aan.
Iedereen zou zeggen: dót is Els de
Jong. Maar die uitdrukking op haar
gezicht, die kende ze niet van zichzelf.
„Zo 'ken ik mezelf niet", zei ze.
„Zo kijk je", zei hij, „als je met Iris
bezig bent".
Ze merkte niet eens, dat hij haar
tutoyeerde, het was haar volkomen
normaal Ze was er blij om ook. Dat
gespannen-beleefde, dat gemeneer en
gejuffrouw, paste helemaal niet in de
sfeer van dit huis. Voor de kinderen
was ze tante Els, voor hém nog altijd
juffrouw De Jong.
„Vind je het wel goed?" vroeg hij
aarzelend.
„Góed", zei ze, „dat is het woord
niet. Het is een openbaring voor me".
En ze dacht: hoe moest deze man haar
hebben doorgrond, om haar zó weer te
•geven in de weinige ogenblikken,
waarin ze niet de geslaagde zaken
vrouw was, maar ja wót?
,jHet lijkt of je er zélf niet blij mee
•bent", zei ze toen.
„O", zei hij luchtig, „het is geworden
wat ik wilde. Ja, dat wel. En daar ben
ik ook blij om, dat me dit is gelukt".
Ze stond bevangen voor het schilde
rij. Onrustig. Alsof 'hij iets naar boven
gehaald had, dat ze diep begraven
achtte. En daarin erkende ze zijn kun
stenaarschap hij had geen portret
geschilderd, maar een persoonlijkheid,
een karakter-
„Maar blij ben ik niet", vervolgde
hij, „want nu is het afgelopen. Het be
zit van de zaak is het einde van het
vermaak. Het maken van dit schilderij
en alles wat er aan vastzat, ons praten
samen, jij hier in het atelier, dat is
■voorbij".
Ze zag hem niet aan. Ze hadden veel
gepraat, want zo werkte hij het beste,
en zo was haar gezicht het meest ge
animeerd. Als ze zweeg, sloot zich dat
gezicht toe, was ze op haar hoede, ge
reserveerd. En in dit portret was geen
zweem van reserve en geslotenheid.
Hij schoof een oude clubfauteuil naar
haar toe. „Ga er bij zitten", zei hij,
„kun je het beter bekijken". Werktui
gelijk ging ze zitten, hij bleef staan, ge
leund tegen het raamkozijn.
„Els," zei hij, „je vindt wel goed dat
ik Els zeg? Voor de kinderen ben je
tante Els, voor mij alleen juffrouw De
Jong, omdat ik zo'n stijve hark ben".
„Net als ik", lachte ze.
„Misschien net als jij", zei hij voor-
ziChtg. „Misschien. Want ik weet wel,
waarom ik altijd zo akelig beleefd ben
gebleven. Ik was bang. Maar het hielp
niet".
„Bang? Waarvoor? Voor mij?" Ze
lachte, maar alleen omdat ze de ernst
op zijn gezicht niet wilde zien.
„Het hielp niet", ging hij voort, als
of ze niets gezegd had. „En daarom is
het maar goed, dat 'het werk klaar is".
„Je spreekt in raadsels", zei ze, maar
haar stem klonk nerveus.
„Het is als je weggaat, zie je", zei hij
moeilijk, „dan is het net of de zon weg-
trëkt. Nee, ik ben niet poëtisch. Ik weet
het precies wat er gebeurt, als jij weg
gaat. En daarom is het misschien maar
beter, dat je nu weggaat en weg
blijft.
Ze begreep hem, maar vluchtte in
een houding van onbegrip.
„Wegblijft?" zei ze, en toen opeens:
„En de kinderen dan?"
„Ja", zei hij langzaam, „en de kinde
ren dan? Maar ik zie geen andere weg".
„Waarom wil je mij weg hebben,
Pier?"
„Omdat ik je niet houden kan".
Ze staarde op haar handen, kramp
achtig ineengestrengeld in haar schoot,
de knokkels wit. Ze zwegen allebei,
lange tijd. Hij was de eerste die de
stilte verbrak.
„Ik hoef jou niet méér te zeggen, Els.
Jij verstaat me zo ellendig goed". Hij
lachte schor. „Snap je 't nu?"
Ze knikte zwijgend, zonder hem aan
te zien.
„Misschien val ik je verschrikkelijk
tegen. Je weet hoe ik van mijn vrouw
hield. Kan een man dat vergeten? Nee,
dat kan hij niet vergeten, dat vergeet
ik nooit, dat is in m'n 'hart geschroeid.
Maar dan komt er iemand, en die is
heel anders, héél anders. Maar het is er
weer, dat gevoel dat je met iemand
sémen bent, iemand die je begrijpt,
iemand waar je mee praten kunt en
zwijgen kunt. 'Dan kijk je naar je jon
gens, die allemaal even gek waren op
'hun moeder. En dan weet je, dat er
maar één is, die het kan proberen, ze
dat gemis te vergoeden, omdat die daar
al mee begonnen is. Els, ik heb je bezig
gezien met Iris, ik weet dat je Sjoerd
om je vinger kunt winden, Roos, die
lieverd, heeft van het begin haar mond
vol over je gehad. Roos is het, de ge
zegd heeft: na moeder hou ik het meest
van haar. Wist je dat?"
Ze knikte, durfde hem niet aanzien.
„Maar wat ben ik?" zei hij, „een
arme broodschilder, die maar met
moeite aan de kost komt. Een rare vent,
een onpraktische vent".
,,Hou je mond", zei ze opeens, „hoe
durf je dat zeggen na wat je dóór ge
maakt hebt?"
„Ja", zei hij, „dat daar.... je had
gelijk toen je vroeg: ben ik dat? Jij
bent het, zoals ik jou zie. Zoals ik je
onderga. Dat wéét je, dóórom stond je
zo te kijken. Je bent ervan geschrok
ken. Zeg eerlijk, Els, is het niet zo?"
„Ja", zei ze zacht en nu zag ze hem
aan, „ik ben ervan geschrokken. Want
ik begreep het". Ze bleef hem aanzien,
want zó kende ze hem nog niet. Wat
kan een lelijke man soms wonder aan
trekkelijk zijn, dacht ze.
„Zie je?" Hij greep zich vast aan het
raam. „Begrijp je het nu? Jij ziet het
en je wéét het. Wanneer ontmoet je zo
iemand? Hoe kun je zo iemand weer
laten góón?"
(Wordt vervolgd)