3 JR9UWEN W ALTiiO Kflt" BRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPUTER O FEU ILLETOIS door Tom Lodetvijk TWEEDE BLAD TEXELSE COURANT VRIJDAG 26 JULI 1968 NOGMAALS: HOOI OP HOKKEN Dc kwestie van het hooi op het land blijft ons bezig houden. Dat is goed deels een gevolg van het feit, dat deel nemers aan excursies van liet vaste land ens daarop voortdurend attende ren. Het zou wellicht nog juister zijn om te zeggen, dat deze vastelanders dc Texelse veehouders en voorlichters daarover „aanklagen". Want de kritiek richt zich niet alleen op de veehouders, maar ook op de voorlichters, die naar de mening van cle collega-veehouders van het vasteland niet voldoende op het gevaar van het aan hokken laten staan van het hooi hebben gewezen. Eén dezer dagen ontvingen we een excursie uit Staphorst. Het zal de le zers niet onbekend zijn, dat er nog al een kritiek is geweest op bepaalde ge woonten en gebruiken van de bewoners uit dit Overijselse plaatsje Dit keer as het de beurt van de Staphorsters. Op een-bepaald moment konden en kele mannelijke deelnemers het niet laten om een perceel, waarop de hok ken al enkele weken staan, te betreden en de kwaliteit van het hooi te contro leren. De kritiek werd daardoor alleen maar scherper, want wat ze daar von den was echt niet best. Hoe zij het doen Uiteraard heb ik gevraagd hoe zij deze zaak runden. Uit hun mededelin gen bleek wel, dat zij bijna tot iedere prijs voorkwamen, dat er gebaald hooi op het land bleef. Als het nodig was gingen ze zelfs tot middernacht door om het hooi binnen te halen. Alleen bij zeer vast weer werd het binnenhalen uitgesteld tot de volgende dag. Het op hokken plaatsen van hooi kwam in 'hun streek niet voor. Het is voor een voorlichter wat ge vaarlijk om deze regels onder boeren- ogen te brengen. Zo licht komt er het verwijt, dat de voorlichters de boeren willen opjutten om ook 's nachts nog aan het hooien te gaan. We stellen ons voor, dat ook de veehouders uit Stap horst er geen gewoonte van maken om het hooi 's nachts op te ruimen. Daar om schreven we ook „Als het nodig was". Mogelijk moeten we het zoeken in een andere organisatie van het werk. Ik denk daarbij aan het meer spreiden van de hooioogst, waarbij we vooral het oog hebben op het beginnen op een vroeger tijdstip in het seizoen. Op het moment is het nog te veel zo, dat men op een bepaald moment te veel hooi onderweg heeft. Naast hooi, dat geperst is heeft men nog één of meer percelen wgen, waarin gewerkt moet worden. En dit kan een reden worden om hooi, dat in balen op het veld staat, nog „even" te laten staan. Dat dit „even" heel gevaarlijk kan zijn bewijzen de re sultaten van dit jaar wel zeer duidelijk. TE VEEL VAN „HET GOEDE" Zonder iets af et doen van het feit, dat op een moment kan spreken van „gouden regen", willen we nu toch wel vaststellen, dat de „regenbuien" van de laatste weken ons te veel van het goede hebben gebracht. We behoeven daarvoor werkelijk niet alleen te den ken aan de toeristen en de bedrijven, die aan de toeristen plaats verschaffen, maar ook aan een groot gedeelte van de agrariërs. Het zijn er op het moment, dat we deze regels schrijven maar enkelen meer, die tijdens een flinke regenbui zullen opmerken; „We kunnen nog best wat gebruiken". Verreweg de meeste agrariërs verlangen op dit ogenblik naar droog weer en wat hogere tempe raturen. Waar dc regen schade deed Het is bijna onnodig am te zeggen, dat vooral het latere hooi veel geleden heeft van de overvloedige regen. Dat geldt zowel voor het hooi, dat nog op zwaden op het veld lag als ook voor het hooi, dat los aan hopen of geperst aan pakken op het veld stond. Als het hooi betreft, dat voor de handel be stemd is, bemerkt men de schade op dit moment al, want zelfs hooi, dat maar matig heeft geleden is praktisch onverkoopbaar. De veehouders, die het hooi op eigen bedrijf nodig hebben, zullen de schade, die het slechte weer heeft veroorzaakt, in de komende win ter gepresenteerd krijgen. Schade is er ook in akkerbouwge wassen. We denken aan de gewassen, die op het moment praktisch oogstklaar zijn, nl. graszaad en raapzaad. De ern stige legering van het eerstgenoemde gewas zal zeker aanleiding geven voor verliezen bij de oogst. Ook diverse percelen graan, waarbij vooral zomergerst een eerste plaats in neemt, zijn zo zwaar gelegerd, dat bij het aanhouden van dit natte weer schade zal optreden. Vooral als onder- gezaaid gras door de ernstige legering van de zomergerst en de voor gras gunstige groeiomstandigheden, de kans krijgt door de gerst heen te groeien, kan dit bij het oogsten veel schade ge ven. Ook in aardappelen en bieten schade In heel veel percelen aardappelen komt de aardappelziekte in het loof voor. Zelfs in een weinig vatbaar ras als Alpha is in het loof de aardappel ziekte te vinden. Hoewel dit in lang niet alle gevallen tot ziekte in de knol len bëhoeft te leiden, is het aanwezig zijn van de ziekte in het loof op zich zelf al schade. Het gewas sterft hier door eerder af en vooral bij fabrieks aardappelen en consumptieaardappelen kan dit een flinke oogst vermindering geven. Ook in de suikerbieten zien we zo hier en daar plekken, de kennelijk veel te nat hebben gestaan. Het gewas is op deze plaatsen duidelijk geel gekleurd en de beworteling heeft zo sterk gele den, dat bij een iets hogere tempera tuur de planten slap beginnen te han gen. We hopen daarom, zowel voor de agariers als voor de vele toeristen op ons eiland, dat de zon het in de komen de weken zal winnen van de regen. VERTROKKEN PERSONEN Othdlde Evers, ev. Van Mierlo, van Den Burg, Schilderend 101, naar Am stelveen, Éssenlaan 19; Karei E. Gran- dia, met gezin van Den Burg, Beatrix- laan 60 naar Den Helder, Herzogstraat 64; Maartje C. Bakker ev. Mönnink, met gezin van Den Hoorn, Naalrand 17 naar Wijk bij Duurstede, van Brede- rodestraat 24; Durk Bousma, van Den Burg B 177 naar Alkmaar, Coornhert- kade 34; Wiepkje A. van der Kooi,, van De Cooksdorp, Kikkertstraat 19 naar Ver. Staten; Christiaan Bremer, van Den Burg, W. v. Beierenstraat 54 naar Rheden Gld., Dieren, Stationsplein 4; INGEKOMEN PERSONEN Henry J. Loesberg, van Oosterhout, Hertogenlaan 282, naar 't Hornje, Ha ven 2; Harm Doldersum, van Hooge- veen, Veldkampstraat 6 naar Den Burg, Bernhardlaan 17; Pieter Dogger, van Australië naar Oosterend, Peperstraat 22; Thomas Verveer, met gezin van Den Helder, IJsselstraat 26 naar 't Horntje, De Dageraad 26; Pieter J. Slot, van Amsterdam, Volkerakstraat 25II naar Kogerstraat 11; Frederik J. Brücher, van Berkhout, D. Laanstraat 12, naar Den Burg, Hallerweg 12; Emma T. van Westen, van Zwaag, Pr. Nuijenstraat 10 naar Den Burg, Molenstraat 18; Jo hannes Oudeman, van Goes, Middel burgsestraat 53 naar Den Burg, salon wagen t/o Molenstraat 81; Adriana G. Beenhakker, ev. Oudeman, van Goes, Patijnweg 82 naar Den Burg, salonwa gen t/o Molenstraat 81; Neeltje J. Slot, van Australië, naar Oudeschild S 13, Alida Dik, van Zwitserland, naar Ou deschild, Trompstr. 16a; Benno Eilers, van Duitsland, naar De Koog K 89; Siets P. Ellen, van Harlingen, Wees huisstraat 3 naar Oosterend, Oester straat 5. UITSLAGEN KEURINGEN EN CONCOURS-HIPPIQUE „OOSTEREND PRESENT' Ereprijzen beschikbaar gesteld door de Texelse Landbouworganisaties beste veulen: Jodiena, C. J. Swaerts beste 1-jarige merrie: Idiena, C. J. Swaerts; beste 2-jarige merrie: Hodina, C. J. Swaerts; beste 3-jarige merrie: Gracia, J. C. Roeper; beste merrie veulen: C. J. Swaerts. Het best voorgebrachte paard; Baron, Jac. de Graaf. Keuring Fjordenpaardcn Hengstveulens: A-premie, Méry, fok.- eig. P. Roozendaal, 't Noorden; B-premie, M 97, fok.-eig. Mevr. Rijssel- berghe-Verboom, Rotterdam. 1-jarige merriën: Linda, fok.-eig. P. Roozendaal, Oosterend; Lycette, fok.- eig., P. Roozendaal, Oosterend, beide le premie. 2-jarige merriën: le premie: Katharina, fok.-eig. Mevr. Rijsselberghe-Verboom, Rotterdam, 2e premie: Kat ja, fok.-eig. P. Roozendaal; A-premie: Jenny, fok.- eig. P. Roozendaal. 5- en 6-jarige merriën: Helma en Hanny van fok.-eig. P. Roozendaal. beide le premie voorlopig model predikaat. In het najaar moet een ver- ichtingsproef worden afgelegd. Concours-Hippique Span pony's, klein maat: 1. Marjan Witte; 2. Cor Zoetelief en 3. Bram de Ridder. Best in het tuig staande fokmerrie: Caroline van J. C. Roeper. Eénspan „nieuwelingen": 1. Baron, eg.-ber. Jac. de Graaf; 2. Al ova, eig. A. J. Lap, ber. H. J. Lap Azn.; 3. Gine, eig. J. Zwan, ber. H. J. Michels, en een eervolle vermelding voor Gilda, eig.- ber. R. Keijser. Eénspan „open klasse": 1. Don Quichotte, eig.-ber. Jan Kil jan (jzilveren zweep); 2. Baron, eig.-ber. Jac. de Graaf; 3. Alsia, eig.-ber. G. Eelman; 4. Goudster, eig.-ber. KI. du Porto; 5. Boudewijn, eig. P. Verberne, ber. H. Spigt sr.; eervolle vermelding: Caroline eig. J. C. Roeper, ber. R. Veenstra. Eénspan gereden door dames: 1. Don Quichotte, eig. J. Kil jan, ber. mevr. A. C. Luyckx-Bakker; 2. Caroline, eig. J. C. Roeper, ber. mevr. G. Roeper- Keijser; 3. Baron, eig. Jac. de Graaf, ber. mej. Ans de Graaf; 4. Alova, eig. A. J. Lap, ber mevr. Van Maldegem- Benit. Eervolle vermelding: Goudster, eig. KI. du Porto, ber. mevr. G. du Porto^Dros, en Boudewijn, eig. P. Ver berne, ber. mej. Ans Witte. Tweespan „open klasse" voor luxe rijtuig 1. Goudster en Alisa, ber. P. Dros Nzn.; 2. Don Quichotte en Baron, ber. Jac. de Graaf; 3. Caroline en Gracia, ber. R. Veenstra; 4. Boudewijn en Alova, ber. H. Spigt sr. Rundveekeuring Rubriek 1, kuikal veren geb. tussen l-12-'67 en 15-2-'68 IA, no. 3 eig. A. Brans Pzn. Beker aan geboden door de fa. C. R. Keyser Co; IB, no. 6, eig. J. P Herweyer. Medaille aangeboden door UT-Delfia; IC, no. 10 eig. K. Lünnhose. Verzilverde stand penning aangeboden door Loonwerkbe- drijf A.Wuis; ID no. 11, eig. Jn. Hin. bedrijf J. v.d. Star; 2A, no. 4, eig. K. Standaard aangeboden door Loonwerk- Linnhose; tweekleureniballpoint aange boden door Langeveld de Rooij. Rubriek 2, kuikalveren geb. tussen 15-2-68 en 1-4-68: IA, no. 23, eig. J. P. Herweyer; verzil verde standpenning aangeboden door Fa. A. Bakker Azn.; IB no. 16, eig. Fa. K. Mantje en Zn.; 50 kg. kalverbiks, aangeboden door UT-Delfia; IC, no. 22, eig. J. P. Herweyer; verzilverde stand penning aangeboden door Loonwerk- bedrijf A. Wuis; ID no. 14, eig. W. Boersen; standaard aangeboden door Loonwerkbedrijf J. v.d. Star; 2A, no. 24, eig. Jn. Hin. Plaket aangeboden door C.B.T.B., afd. Texel. Schapenkeuring Rubriek 3, schapen met 2 ooilammeren. (IA mooi stel met 2 luxe lammeren; 1B goed ontwikkeld stel, maar niet zo luxe als IA; goede rubriek met 6 kop- nummers). IA, no. 34, eig. G. Eelman; verzilverde standpenning aangeboden door J. R. v. Wij land; IB no. 41, eig. J. C. Roeper; verzilverde standpenning aangeboden door Holl. Maatschappij v. Landbouw, afd. Texel; 2A no. 40, eig. Jn. Hm; medalile aangeboden door UT-Delfia; 2B no. 32, eig. R. Eelman. Plaket aan geboren door OBTB, afd. Texel; 3A no. 30, eig. K. Mantje en Zn., tweekleuren- ballpoint, aangëboden door N.V. v/h Langeveld De Rooij. Rubriek 4, Viertallen ooilammeren: (IA een uniform viertal van goed type; 1B iets minder maar mooi viertal; rubriek met wat groot aantal dat in type en ontwikkeling te kort komt). IA. no. 44, eig. J. C. Roeper; beker aangeboden door Coöp. Aankoopver. Texel; IB no. 58, eig. Jn. Hin; verzil verde standpenning aangeboden door de heer J. R. van Wijland; 2A no. 46, eig. Faa K. Mantje en Zn.; kist sigaren aangeboden door kruidenier P. Brou wer te Gasterend; 2B no. 45, eig. K. Eelman Wzn. Plaket aangeboden door CBTB, afd. Texel. Rubriek 5, viertallen oudere schapen: (IA mooi viertal met beste koppen en veel adel). IA no. 65, eig. Jn. Hin; verzilverde standpenning aangeboden door AMRO- bank te Texel; IB no. 60, eig. Fa. K. Mantje en Zn.; medaille aangeboden door Fa. C. R. Keyser en Co.; 2A no. 66 eig. J. C. Roeper; plaket aangeboden door Holl. Maatsch. v. Landbouw, afd. Texel. Rubriek 6, drietallen éénjarige schapen: (IA een uniform drietal in prima con ditie met mooie sprekende koppen; IB, 2A, 2B goede uniform ontwikkelde dieren). IA no. 72, eig. R. Eelman, verzilverde standpenning aangeboden door Cebeco te Texel; IB no. 84, eig. J. C. Roeper; verzilverde standpenning aangeboden door Texelse Olie Combinatie; 2A no. 69, eig. Fa. K. Mantje en Zn., medaille aangeboden door fa. C. R. Keyser Co; 2B no. 71, eig. R. Eelman. Plaket aan geboden door C.B.T.B., afd. Texel. Veebeoordclingswedstrijd Uitslag veebeoordelingswedstrijd door Ver. Oudleerlingen Landbouw school le pnjs: F. Breman, overall, beschik baar gesteld door Fa. P .Bosma; 2e prijs: mej. H. du Porto, edammertje; 3e iprijs: G. Witte, worst. In de stand in de tentoonstellings tent had de vereniging een fles met graankorrels opgesteld, waarvan het juiste aantal door het publiek moest worden geraden. De le prijs van 25, werd gewonnen door P. Ran, die er met 14.050 het dichtste bij was. Het juiste aantal was 14.325. De 2e prijs ging naar H. Makelaar en de 3e was voor H. Barendregt. BALLONNENWEDSTRIJD De eerste strookjes van de Ballon nenwedstrijd t.g.v. Oosterend Present zijn reeds terug. Inleveren kan tot uiterlijk 20 augustus bij slagerij Brou wer te Oosterend. GEVONDEN VOORWERPEN OOSTEREND Tijdens Oosterend Present zijn nog een damesvest, auto sleuteltjes en andere sleutels gevonden. UITSLAG VERLOTING OOSTEREND Zaterdagavond om tien uur verrichtte wethouder J. Daal der in de grote feesttent van „Ooster end Present" de trekking van de groots opgezette verloting van de Aquarium vereniging „In Aqua Vita". Er waren 5000 loten verkocht. De gelukkigen waren le prijs koelkast; D. van Egmond, Den Burg; 2e prijs transistorradio: K. Daal der, O 111; 3e prijs koffiezetmachine: J. Verijzer, De Waal; 4e prijs Polaroid camera: A. Keijser, Den Burg; 5e prijs: werphengel: P. F. van Sambeek, Den Burg; 6e prijs, rondvlucht over Texel: W. van Houten, Oost. COPYRIGHT STUDIO AVAN 163. Intussen waren Kid Sucker en Wladimir Kotsof ook weer opgedoken. Deze twee zeer geoefende geheime agenten hadden zich een tijdlang in hun sohuilhoek teruggetrokken en daar hadden ze lang en diep nagedacht. Maar nu hadden ze de oplossing toch gevonden. Laten we om te beginnen de lange Kid Sucker eens bij zijn kop nemen. Dan zien we al gauw, dat deze zich heeft vermomd in het uniform van de hoofdstedelijke, Gravendrechtse politie. Een brutaal staaltje! Hij ikuier- de nu in dat typische agentenpasje door de donkere dorpsstraatjes van Rijkhuy zen, waarin een spaarzaam etalage lichtje een mat schijnsel wierp. Hij was er vast van overtuigd, dat hij er pre cies zo uitzag als een Gravendrechtse oom agent, die naar Rijkhuyzen was gestuurd ter assistentie, omdat het zo'n rommelzootje in Rijkhuyzen was. In alle gemoedsrust rondde hij een straat hoek endaar botste hij bijna tegen een andere oom agent op, die ook langzaam liep te patrouilleren. „Kijk, kijk," grinnikte Kid Sucker in zichzelf. „Ze hebben zowaar echte agenten uit de stad ter assistentie ge stuurd. Netjes salueren, jongens! On opvallend doen!" „Goeienavond, collega!" gromde Kid dus en hij bracht lachend de hand aan de helm. Onaangenaam verrast draaide de kleine agent zich om en hij riep snib big: „Wel verdikkeme!! Heb je me nou tóch herkend!?" Nu was het de beurt aan Kid Sucker om verrast te zijn. „Ik heb niks her kend!" riep hij uit. „Ik wou alleen een collega groeten! Maar nou heiiken ik je wélJij bent Wladimir Kotsof! Jij was zeker ook op weg naar de smidse, hè? De beide geheime agenten hadden blijkbaar dezelfde leerboekjes gebruikt, want wéér waren ze op precies dezelf de gedachte gekomen 31. Eens zag Els Sjoerd diep terneer geslagen door de gang lopen. „Wat is er loos, jong?" „D'r lukt niks van Ik sla de hele boel in mekaar," zei hij verdrietig. „Wat sla je allemaal in elkaar?" Hij zag haar wantrouwend aan, trok haar toen aan haar arm mee de trap op. Op zijn kamertje was het een bende, maar op de tafel stond een homp klei. „Iris", zei ze verrast. Hij look op. „Kunt u 't zien?" „Ja best, maar ze is het nog niet he lemaal". „Nee, 't lijkt naar niks". Hij viel in zijn moedeloosheid terug. ,,'t Valt ook niet mee, jong. Het gaat er niet alleen om of haar neus en mond goed zijn, het gaat om de uitdrukking van haar gezicht Ze wist welke uit drukking Sjoerd probeerde te treffen, als Iris, zo in zichzelf verzonken, kon zitten kijken. „Maar dan moet je de boel niet in mekaar trappen. Zo bereik je nooit wat. Gooi er natte doeken over, laat het een paar dagen staan, je kijkt je er op dood anders. Als het je lukt, heb je iets goeds gemaakt, Sjoerd, maar dat gaat niet een-twee-drie." Hü zag haar dankbaar aan. „Reuze idee". Later hoorde ze hem fluitend de trap af klotsen. Sjoerd met zijn praatjes en zijn drukte.en toch onder een hoedje te vangen. Ze glim lachte. 't Was maar goed, dat zij er net was. HOOFDSTUK XIII Het hoge woord „Het is klaar", zei Pier Heerema. Els stond gespannen in het atelier- Het viel haar op, dat hij er terneerge slagen uitzag. Was het niet geworden, wat hij gewild had? Voorzichtig nam hij het doek rond het schilderij weg. Met de handen ineengevouwen stond ze en keek. „Dat ben ik niet", zei ze zacht. „Geen mens kent zichzelf", hij zei het knorrig. „Niemand ziet zijn eigen gezicht". Was zü dat? O ja, geen twijfel aan. Iedereen zou zeggen: dót is Els de Jong. Maar die uitdrukking op haar gezicht, die kende ze niet van zichzelf. „Zo 'ken ik mezelf niet", zei ze. „Zo kijk je", zei hij, „als je met Iris bezig bent". Ze merkte niet eens, dat hij haar tutoyeerde, het was haar volkomen normaal Ze was er blij om ook. Dat gespannen-beleefde, dat gemeneer en gejuffrouw, paste helemaal niet in de sfeer van dit huis. Voor de kinderen was ze tante Els, voor hém nog altijd juffrouw De Jong. „Vind je het wel goed?" vroeg hij aarzelend. „Góed", zei ze, „dat is het woord niet. Het is een openbaring voor me". En ze dacht: hoe moest deze man haar hebben doorgrond, om haar zó weer te •geven in de weinige ogenblikken, waarin ze niet de geslaagde zaken vrouw was, maar ja wót? ,jHet lijkt of je er zélf niet blij mee •bent", zei ze toen. „O", zei hij luchtig, „het is geworden wat ik wilde. Ja, dat wel. En daar ben ik ook blij om, dat me dit is gelukt". Ze stond bevangen voor het schilde rij. Onrustig. Alsof 'hij iets naar boven gehaald had, dat ze diep begraven achtte. En daarin erkende ze zijn kun stenaarschap hij had geen portret geschilderd, maar een persoonlijkheid, een karakter- „Maar blij ben ik niet", vervolgde hij, „want nu is het afgelopen. Het be zit van de zaak is het einde van het vermaak. Het maken van dit schilderij en alles wat er aan vastzat, ons praten samen, jij hier in het atelier, dat is ■voorbij". Ze zag hem niet aan. Ze hadden veel gepraat, want zo werkte hij het beste, en zo was haar gezicht het meest ge animeerd. Als ze zweeg, sloot zich dat gezicht toe, was ze op haar hoede, ge reserveerd. En in dit portret was geen zweem van reserve en geslotenheid. Hij schoof een oude clubfauteuil naar haar toe. „Ga er bij zitten", zei hij, „kun je het beter bekijken". Werktui gelijk ging ze zitten, hij bleef staan, ge leund tegen het raamkozijn. „Els," zei hij, „je vindt wel goed dat ik Els zeg? Voor de kinderen ben je tante Els, voor mij alleen juffrouw De Jong, omdat ik zo'n stijve hark ben". „Net als ik", lachte ze. „Misschien net als jij", zei hij voor- ziChtg. „Misschien. Want ik weet wel, waarom ik altijd zo akelig beleefd ben gebleven. Ik was bang. Maar het hielp niet". „Bang? Waarvoor? Voor mij?" Ze lachte, maar alleen omdat ze de ernst op zijn gezicht niet wilde zien. „Het hielp niet", ging hij voort, als of ze niets gezegd had. „En daarom is het maar goed, dat 'het werk klaar is". „Je spreekt in raadsels", zei ze, maar haar stem klonk nerveus. „Het is als je weggaat, zie je", zei hij moeilijk, „dan is het net of de zon weg- trëkt. Nee, ik ben niet poëtisch. Ik weet het precies wat er gebeurt, als jij weg gaat. En daarom is het misschien maar beter, dat je nu weggaat en weg blijft. Ze begreep hem, maar vluchtte in een houding van onbegrip. „Wegblijft?" zei ze, en toen opeens: „En de kinderen dan?" „Ja", zei hij langzaam, „en de kinde ren dan? Maar ik zie geen andere weg". „Waarom wil je mij weg hebben, Pier?" „Omdat ik je niet houden kan". Ze staarde op haar handen, kramp achtig ineengestrengeld in haar schoot, de knokkels wit. Ze zwegen allebei, lange tijd. Hij was de eerste die de stilte verbrak. „Ik hoef jou niet méér te zeggen, Els. Jij verstaat me zo ellendig goed". Hij lachte schor. „Snap je 't nu?" Ze knikte zwijgend, zonder hem aan te zien. „Misschien val ik je verschrikkelijk tegen. Je weet hoe ik van mijn vrouw hield. Kan een man dat vergeten? Nee, dat kan hij niet vergeten, dat vergeet ik nooit, dat is in m'n 'hart geschroeid. Maar dan komt er iemand, en die is heel anders, héél anders. Maar het is er weer, dat gevoel dat je met iemand sémen bent, iemand die je begrijpt, iemand waar je mee praten kunt en zwijgen kunt. 'Dan kijk je naar je jon gens, die allemaal even gek waren op 'hun moeder. En dan weet je, dat er maar één is, die het kan proberen, ze dat gemis te vergoeden, omdat die daar al mee begonnen is. Els, ik heb je bezig gezien met Iris, ik weet dat je Sjoerd om je vinger kunt winden, Roos, die lieverd, heeft van het begin haar mond vol over je gehad. Roos is het, de ge zegd heeft: na moeder hou ik het meest van haar. Wist je dat?" Ze knikte, durfde hem niet aanzien. „Maar wat ben ik?" zei hij, „een arme broodschilder, die maar met moeite aan de kost komt. Een rare vent, een onpraktische vent". ,,Hou je mond", zei ze opeens, „hoe durf je dat zeggen na wat je dóór ge maakt hebt?" „Ja", zei hij, „dat daar.... je had gelijk toen je vroeg: ben ik dat? Jij bent het, zoals ik jou zie. Zoals ik je onderga. Dat wéét je, dóórom stond je zo te kijken. Je bent ervan geschrok ken. Zeg eerlijk, Els, is het niet zo?" „Ja", zei ze zacht en nu zag ze hem aan, „ik ben ervan geschrokken. Want ik begreep het". Ze bleef hem aanzien, want zó kende ze hem nog niet. Wat kan een lelijke man soms wonder aan trekkelijk zijn, dacht ze. „Zie je?" Hij greep zich vast aan het raam. „Begrijp je het nu? Jij ziet het en je wéét het. Wanneer ontmoet je zo iemand? Hoe kun je zo iemand weer laten góón?" (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1968 | | pagina 5