200 gulden Jan Agter Stoffen die er uit springen Textielhuis ZEGEL De raiffeisenbank opent een nieuw kantoor in Ousterend «RAIFFEISENBANK Texel stiefmoeder TREVIRA DIDAS DRALON RIBFLUWEEL WOLLEN FLANEL AaBé TWEED geven wij voor uw oude wasmachine bij aankoop van een Zanussi wasautomaat b.v. type G 51 f 849,- f 200,- f 649,-- type G 52 f 929,- f 200,- f 729,-- Technisch bureau Den Burg - telefoon 2114 Komt u eens bij ons kijken, want onze najaarskollektie is nu compleet Kantoor: Vliestraat 16, Oosterend Telefoon: (02220) 425 DERDE BLAD TEXELSE COURANT VRIJDAG 27 SEPTEMBER 1968 vele nieuwe soorten in effen en leuke dessins. de volledige kollektie in strepenruiten met bij passende effen kleuren. keuze uit meer dan 20 soorten. vele mooie effen kleuren. wondermooie zuiver wollen stoj voor een prijs die u mee zal vallen. Op zaterdag 28 september 1968 gaat het nieuwe kantoor van de Raiffeisenbank in Oosterend van start. Dat betekent tevens het einde van onze zitting in het Gebouw voor Christelijke Belangen. Maar dat mag geen bezwaar zijn. U krijgt er immers zoveel voor terug. Bijvoorbeeld safeloketten voor het brand- en inbraakvrij opbergen van al uw waardevolle bezittingen. U krijgt de beschikking over een comfor tabele ruimte om al uw andere bankzaken te laten verzorgen. Bovendien kimt u nu voorlopig drie keer per week bij de Raiffeisenbank terecht. Komt u eens langs. U bent van harte welkom. Het nieuwe kantoor is op zaterdag 28 september van 17.00 tot 18.00 uur voor iedereen ter bezichtiging geopend. spaarbank en alle bankzaken Openingsuren maandag van 14.30 - 16.30 uur woensdag van 14.30- 16.30 uur vrijdag van 17.00- 19.00 uur f* 199 FEUILLETON 7 TOM LODEWIJK 14. „Zal ik jou es wat zeggen?" zei Bep „je bent verliefd". Juud schrok op. „Jij zit niet te piekeren: een man of rrujn werk. Jij denkt al: als ik moest kiezen: hij of mijn werk?" „Jij moest helderziende worden". „Ach nee Juudje, maar jij bent zo'n open boek". jDat hoor ik voor het eerst". „Nee, je bent allesbeihalve extrovert. Maar zoals je zo net zat te kijken, zag ik het aan je gezicht. En daar hoef je je toch helemaal niet voor te generen? En je bent toch niet boos, om dat ik me maar zo brutaalweg met jouiw za'ken bemoei?" „Nee", zei Juud eerlijk. Nee, ze was niet boos. En het was niet brutaal. Ze begreep nu, waarom Bep zoveel vrien den had. Niet alleen omdat ze een vlot te gezellige meid was. Maar omdat ze eerlijk was, omdat ze van de mensen hield, omdat ze de mensen wilde hel pen. Eigenlijk deed ze dat nu ook, met dit gesprek. Ze hielp Juud, klaar te ko men voor een beslissing over haar eigen toekomst. „Hoor es',', zei Bep, „Wat i'k doe is mijn zaak, wat jij doet is jouw zaak. Volstrekt. Maar jij bent toch ook niet naar de universiteit gegaan om alleen maar student te zijn, en zeker niet om daar een academisch gevormde huwe- hjkscandidaat te ontmoeten". Juud schudde haar hoofd. „Maar als je hem ontmoet, dan wordt het wel moeilijk". „Wat moeilijk is, is de moeite waard. Als je studeert zoals jij, ga je niet over één nacht ijs. Als je je studie opgeeft, geef je een toekomst op, en dan moet je heel goed weten of die andere toekomst die je geboden wordt, dat offer waard ls Je schepen zijn teveel waard dan dat je ze zomaar achter je verbrandt". "Zeg", kwam Juud opeens tot de werkelijkheid terug, „als we hier nog langer willen zitten, moeten we voor ??s *ats°en nóg een coupe ijs nemen. Moet je die man zien kijken". „Stil laten kijken" vond Bep „hij krijgt niet alle dagen twee zulke moordgrieten als wij in zijn zaak. Maar iets anders is, dat ik naar college moet. Zeg Juud Judith zag haar verwachtingsvol aan. „Kom es bij me langs. Zit je hier?" „Nee, ik ben nog thuis". „Nou, ik heb een leuke kamer. Ou derwets, net een zaal. Valeriusstraat, bij het Concertgebouw. Denk om de trap, want die moet je met een alpen- stok bestijgen. Ik zeg het met uit be leefdheid. Je moet het echt doen. Afge sproken?" Juud keek haar na, toen ze wegspurt- te om de tram nog te pakken. Ze kende Bep Heringa al jaren. Nu pas had ze haar ontmoet. Diep in gedachten liep ze naar het station. HOOFDSTUK VII De jarige job „Ik voel er eigenlijk niet zo bar veel voor", zei Judith. Carla fronste. ,;Maar lieve kind, je bent toch geen kluizenaarster? Je hebt toch je vrien den? Laten we die verjaardag van jou nou een klein beetje feestelijk maken". Judith was bepaald geen kluizenaar- ster^maar ze wist zich niet het type voor de „fuif". Ze hield van gezellig heid, ze kon zelfs behoorlijk meefuiven met de anderen, maar zélf zoiets orga niseren, zélf het middelpunt, het feest varken zijn, was heel iets anders. Carla scheen haar gedachten te raden „Je kunt de hele mikmak gerust aan mij overlaten, ik zal zorgen dat alles gezellig is. Jij hoeft alleen maar te zor gen dat de mensen komen. Je vraagt Gert natuurlijk", ze lachte even, „en Bep, en <nou ja, ze willen me zo alle maal niet te binnen schieten Judith begreep, dat ze tamelijk egoïs tisch was in haar afwijzende houding. Als het aan haar lag, vierde ze haar verjaardag net zo lief samen met Gert, bij de Chinees, met een etentje. Maar Carla, die zo haar best deed om het huis tot een thuis voor haar te maken, haar zoveel vrijheid liet, nooit zeurde als ze wegbleef en als ze thuiskwam meteen haar omringde met zorg en hartelijkheid voor Carla zou het toch ook gezellig zijn, eens wat jongelui, een gezellig feestje. Zo vaak gebeurde het niet, en als het gebeurde, was het altijd een succes. Carla was een uitstekende gastvrouw, drong zich nooit op, maar werd er altijd bij gehaald. Hoe oud was ze helemaal? Nog vóór de dertig „Nou ja", zei ze, „ik zie er altijd een beetje tegenop, en later valt het mee. Ik ben nou eenmaal een teut soms". „Goed, beste teut, vraag jij de lieden dan maar". En toen merkte Judith, dat ze zo ge reserveerd en schuchter als ze was, nog heel wat vrienden had. Gert natuurlijk En Bep, met wie ze hechte vriendschap had gesloten, waarmee ze avonden zat te bomen. Maar er waren er meer, en toen ze Kees had gevraagd vroeg ze na tuurlijk ook H annie, want Kees en Hannie, dat waren twee zielen gloênd aaneengesmeed, zoals de dichter zei. En Jos, en Els, en Els' vriend Ted.... 't werd nog een heel gezelschap. Gek, zo veel vrienden als een mens had, wan neer hij ze ging tellen. Toch was ze nerveus, die middag, wist niet wat ze moest aantrekken, vroeg zich af of ze wel zouden komen, tot Carla ingreep. „Je trekt die blauwe jurk aan, die staat je prima". „M'n nonnetjes jurk?" „Wie zegt dat?" „Gert. Hij zegt: je bent net een non netje met die jurk. Maar hij zegt dat geen andere me zo goed staat". „Nou, dan is dat toch bekeken? En dan ga je nu eerst lekker een eind fietsen, laat je doorwaaien, en ik zorg voor de rest". Toen ze beneden kwam* in haar non netjesjurk, liet Derk een goedkeurend gefluit horen. „Die staat je geschilderd, zus" Hij nam Judith waarderend en met broe derlijke genegenheid op, haar lange, bijna overslanke figuur, methet donke re, gladde haar, de donkere ogen in het fijnbesneden gezicht. Stijl had Juud. En niks te veel. Die mooie zware zilveren armband van moeder, dat was alles. Carla kwam binnen en sloeg een arm om Judiths schouder. „Kunnen we zo, Derk?" „Twee zussies", zei Derk lachend. „Kom, idioot! Zie ik er zo kinds uit?" „Nee, maar nog wel akelig jong. Hoe kunnen wij ooit respect voor je hebben zo!" Ze lachte tevreden. Dat respect had ze zonder meer, wist ze, maar ook een 'kameraadschappelijke genegenheid van die beiden. Twee sussies, had Derk gezegd. Ze voelde zich ook vaak niet meer dan een oudere zuster. Maar het streelde haar toch, dat ze er nog zo jong uitzag. Ze was te veel vrouw om dat niet te ap preciëren. „Komt Greet ook?" „Rooie Greet? Ja, dat zal wel" zei Derk voorzichtig. Carla en Judith lachten allebei. „Rooie Greet" een variant op „Rooie Sien" zo noemde Derk het meisje dat hij nog maar steeds bleef aanduiden als „zijn vriendinnetje" maar Derk, die vroeger drie keer in de week een ande re afspraak had, hoorde je niet meer over andere meisjes. „Dat zal wel", echode Judith. „Je hebt haar toch gevraagd". „Ja, maar ik weet niet of ze komt". „Maar je rekent er wel op". „Wel een beetje". „En anders is voor jou de lol er af. Waar of niet? stelde Juud vast. „Nou, ook wel een beetje". Carla liep naar de keuken. „Beetje veel, hoop ik". „Hoop je? Voor wie?" „Voor jouw. En ook voor mij. Wij moeten maar afwachten waar jij mee thuis komt. Ik kan wel een verschrik kelijk spook als schoonzuster krijgen". (wordt vervolgd) ZON, MAAN EN HOOG WATER De zon komt 29 sept. op om 6.38 uur cn gaat onder om 18.22 uur; 2 oktober op om 6.43 uur en onder om 18.16 uur. Maan 29 sept. E.K.; 6 okL V.M. Hoog water ter rede van Oudcschild 27 sept. 11.44 en 28 sept. 0.05 en 12.15 29 sept. 0.36 en 12.46; 30 sept. 1.13 en 13.34; 1 okt 2.31 en 15.09; 2 okt. 4.19 en 16.56; 3 okt. 6.00 en 18.25; 4 okL 7.17 en 19.29; 5 okt. 8.10 cn 20.17. Aan het strand ongeveer een uur eerder hoog water. GEEL ZWART 2-ZDH 3—3 De junioren van ZDH hebben de pun ten broederlijk gedeeld met de jongens uit 't Zand. Op een moeilijk bespeel baar terrein wist ZDH voor de rust een 3-1 voorsprong te behalen. Na de rust bracht Geel Zwart de achterstand tot 2-3 terug en viel sterk aan, waardoor ZDH gedwongen werd om in de ver dediging te gaan. Toch wist Geel Zwart de gelijkmaker te scoren al werd daar bij een overtreding begaan die de scheidsrechter zonder meer wegwuifde. Een der spelers ging op keeper Vlaming z'n voet staan en hield dat zolang vol dat een medespeler de bal ongehinderd in doel kon koppen (3-3). VERTROKKEN PERSONEN Theodorus C. M. Lexmond van Den Burg, Molenstraat 35 naar Amsterdam, 2e Helmerstraat 121; Bernard J. Smith van Den Hoorn H 131 naar Den Helder, W. van Alcemadestraat 71; Ida Vlaming van Oosterend, O 162 naar Ermelo, des Heerenloo 25; Kornelis S. Kalverboer van Den Burg, Zwaanstraat 4 naar Leeuwarden, Wilgenstraat 24-1; Gerard J. Huyser van Den Hoorn H 131 naar Doorn, Mariniersweg 7; Cornelis P. Sleeuwenhoek van De Koog, Dorps straat 41 naar St. Maarten, Valkkoger- weg C 33; Johannes Witkamp van Den Burg, Wilhelminalaan 59 naar Rotter dam, Wolphaertsbocht 343c; Judith de Geest van De Cocksdorp, C15 naar Duitsland, Geldenkirchen, Rotthausen, Seemanstrasse 11; Theodorus L. Schol- te van De Koog, K 83b naar Eindhoven, Stentorstraat 1; Erna J. Roeper van Den Burg, Weverstraat 96 naar Alk maar, Boekelerweg 1. DIJKGRAAF EN HEEMRAAD BENOEMD Bij Koninklijk Besluit is met ingang van de eerste woensdag in december benoemd de heer M. Roeper Pzn., Bar- gen, tot dijkgraaf van het waterschap de Gemeenschappelijke Polders op Texel. Met ingang van dezelfde datum is dhr. C. H. Roeper Lzn. tot heemraad van hetzelfde waterschap benoemd, ui terlijk tot het eind van het zittingsjaar waarin hij 70 jaar wordt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1968 | | pagina 9