CBS-cijfers over de toepassing
van diverse oogstwerktuigen
S0NNEMA
Stiefmoeder
w@ru^@rMin^n
mm
5?
OK super-
oktaanbenzine
elke liter cènfen
voordeliger!!!
Tank dus bij:
e C.A.V TEXEL
DE SHAG VOOR FIJNPROEVERS
tweede blad
TEXELSE COURANT
DINSDAG 22 OKTOBER 1968
Aan het einde van 1965 heeft een
uitgebreide telling plaats gevonen van
werktuigen en machinesdie op dat
rjioment in de landbouw gebruikt wer
den. Deze telling sloot aan op soortge
lijke tellingen, die in 1950 en 1960
werden gehouden. Enkele uitkomsten
van 1965 vermeldden wij reeds in ons
blad van 14 november 1967.
Inmiddels zijn meer cijfers beschik
baar gekomen. In het bijzonder be
lteffende de omvang van het gebruik.
Het gebruik
Bij de landbouwtelling 1965 wordt
voor het eerst bij de teLplidhtigen ge
ïnformeerd naar de omvang van het ge
bruik dat gemaakt wordt van de ver
schillende oogstmachines voor granen,
aardappelen en suikerbieten. Hiermede
wil men enig inzicht verwerven om
trent de wijze van oogsten en vooral
omtrent de mate waarin machines wor
den gebruikt. Het is misschien over-
te vermelden dat de hierna vol
gende gegevens ontleend zijn aan het
C.B.S. dat deze publiceerde in de Sta
tistiek mechanisatie van land- en tuin-
bouwwerkzaamheden 1965 (1968) en
aan de afzonderlijke gegevens voor
landbouwgebieden, eveneens door het
CBS gepubliceerd.
Oogst van 1965
In het kader van de lelling bleek het
niet mogelijk te zijn in te gaan op de
oogst van alle gewassen. Met „granen,
aardappelen en suikerbieten" heeft men
evenwel 87% van de akkerbouwgewas
sen.
Texel
Zoals bekend is Texel geen uitge
sproken akkerbouwgebied. Texel wordt
met Wieringen tot de zogenaamde wei
degebieden gerekend. De oppervlakte
beteeld met akkerbouwgewassen is ech
ter zodanig groot, althans op Texel, dat
bet. nuttig lijkt ook aan de wijze van
oogsten ep Texel aandacht te besteden.
Helaas staan geen afzonderlijke cijfers
van Texel ter beschikking. Texel en
Wieringen worden hier als één gebied
beschouwd. Omtrent de verhouding
Texel-Wieringen geven de volgende cij
fers over de beteelde oppervlakten in
1965 enig inzicht.
Texel Wieringen
granen 2078 ha. 373 ha.
aardappelen 310 ha. 58 ha.
suikerbieten 333 ha. 63 ha.
Totaal 2721 ha 494 ha.
Ter vergelijking van de uitkomsten
voor Texel en Wieringen (TX en WR),
zal in het navolgende steeds vergele
ken worden met uitgesproken akker
bouwgebieden zoals Wieringermeer
(WM) en Haarlemmermeer (HM).
Granen
Uit de telling is gebleken dat in 1965
in ons land reeds 94% van de opper
vlakte beteeld met granen met machi
nes wordt geoogst, nl. 66% met maai
dorsers en 28% met graanmaaiers-
zelfbinders.
In Zeeland wordt reeds meer dan
98% van de graanoogst gemaaidorst.
In Zuid-Holland 92%, in Noord-Hol
land 86% en in Groningen 62,3%.
De situatie op Texel en enkele andere
gebieden is in 1965 als volgt
Maaidorsers Zelfbinders
TX en WR 98,2% 1,7%
WM 92,9% 6,6%
HM 74,6% 24,7%
Zeekleigebieden 87,3% 12,3%
Weidestreken 71,8% 19,6%
Zandgronden 46,5% 42,0%
Veenkoloniën 65,9% 32,8%
Het blijkt dat op Texel en Wieringen
vrijwel de gehele oogst machinaal
wordt binnengehaald. Het percentage
van de oppervlakte die gemaaidorst
wordt, kan nog nauwelijks stijgen. In
andere gebieden is het aandeel van de
zelfbinders nog vrij groot.
Van de 41 ha. die op TX en WR nog
met de zelfbinder geoogst worden komt
26 ha. voor op 5 'bedrijven
Loonbedrijven
Bij de oogst spelen de loonbedrijven
een grote rol. Het aandeel van de loon
bedrijven loopt sterk uiteen. In het ge
hele land wordt 58% van de totale ma
chinale oogst door loonbedrijven ver
zorgd (zelfbinderen 38%, maaidorsen
67%). In Groningen zijn deze percenta
ges resp. 32,5, 8,4 en 46,8 tegen in
Utrecht 83,7, 68,9 en 91,5. Noord-Hol
land staat daar tussen met 50,3, 16,4 en
55,6%.
Voor Texel en enkele andere gebie
den zijn de percentages betreffende het
aandeel van de loonbedrijven in de
oogst als volgt
totale mach. zelf- maai-
oogst binderen dorsen
TX en WR
WM
HM
Zeekleigeb.
weidestreken
zandgronden
veenkoloniën
73,7
48,1
41.6
50,4
67.7
66,0
37,7
14.6
6.4
7,1
8.5
36.7
48.6
10.7
74,7
51.1
53,0
56.2
76,2
81,7
51,2
rtitiwimmn
De echte Dockumer Berenburg. Anno 1860.
FEUILLETON
door
TOM LODEWIJK
Het zelfbinderen door loonbedrijven
betreft op TX en WR slechts 6 ha; in
Wieringermeer 26 ha. Deze categorie
kan dus gevoeglijk verder buiten be
schouwing blijven. Bij het maaidorsen
zien we op Texel een aanmerkelijk gro
ter aandeel bij het maaidorsen dan in
Wieringermeer en Haarlemmermeer.
Bekijken we de cijfers voor Texel na
der, dan valt het op dat de bedrijven
met een areaal graan tot 9,50 ha. voor
92 - 97% van het graanoppervlak door
loonbedrijven laten oogsten. Op de be
drijven met 9,50 en meer ha. wordt
61% van het oppervlak door loonbe
drijven geoogst. Op deze bedrijven
wordt meer door het eigen bedrijf ge
daan.
Aardappeloogst
Bij de oogst van aardappelen wordt
gebruik gemaakt van voorraadrooiers
en verzamelrooiers. Onder voorraad
rooiers worden door het C.B.S. machi
nes verstaan, die de aardappelen uit de
grond in het langszwad op het land
achterlaten, zonder bij de volgende te
rooien rij de vorige rij met grond te
bedekken. Men rooit dus het gehele
perceel, waarna de aardappelen met de
hand moeten worden geraapt. In tegen
stelling tot de voorraadrooiers rooien
en verzamelen de verzamelrooiers de
aardappelen gelijktijdig. Tijdens het
rooien worden de aardappelen door de
machines in zakken, in een meerijden
de wagen of in een voorraadbak (bun
ker) verzameld.
Landelijk gezien wordt 29% van het
aardappelareaal direct in wagens ge
rooid en 28% in een bunker. Van streek
tot streek varieert de wijze van rooien.
In zeekleigebieden wordt het grootste
deel met behulp van zakkenrooiers
(35,2%) en van wagenrooiers (33,5%)
gerooid. In de veenkoloniën en op het
zand geeft men de voorkeur aan wa
genrooiers en vooral bunkerrooiers. In
de N.O.P. komt 64% direct in zakken
terecht, in Oostelijk Flevoland 76% in
wagens. Deze in het oog lopende ver
schillen worden toegeschreven aan het
feit, dat slechts enkele jaren geleden
de zakkenrooiers de meest moderne
machines waren, terwijl deze nu door
wagenrooiers zijn vervangen. Hoe is nu
de situatie op Texel (310 ha.) en Wie
ringen (58 ha.)? (In procenten)
Voorraad- Verzamelrooier
rooier zakken wagens bunkers
TX en WR
W.M.
HM.
zeeklei
weide
zand
veen
Indien de wagenrooiers inderdaad zo
modern zijn dan blijft Texel daarbij
duidelijk achter. Hier staat dan tegen
over dat aan de voor-laatste model
zakken op Texel druk wordt (werd)
meegedaan. In de betrekkelijk oude
Haarlemmermeer voeren de (moderne)
wagens de boventoon.
Loonbedrijven
Het voormadrooien geschiedt in ons
land voor gemiddeld 56,2% door loon
bedrijven, bij het rooien in zakken voor
Gert had het alles veel luchtiger
opgenomen, toen hij, een week daarna,
opeens voor de deur stond.
„Je bent aan het verkeerde adres",
had ze gezegd, toen ze opendeed, „je
uitverkorene woont hier niet meer".
,0, dat weet ik", zei hij opgewekt,
Jnaar ik ben niet aan het verkeerde
adres. Ik had je beloofd dat ik dat
boekje van Pinter voor je zou meebren
gen, dat toneelstuk, weet je wel?"
„O ja", herinnerde ze zich, „nou, kom
d'r in".
Hoe vind jij dat nou", had ze ge
vraagd, toen hij zich huiselijk had ge
ïnstalleerd in een fauteuil, „daar komt
Juud me van de ene dag op de andere
vertellen dat ze in Amsterdam gaat wo
nen wat zeg ik? dat ze al een ka
mer hééft".
„En jij had totaal geen Ahnung".
„Geen idéé, nee".
„Tja, het is geen kind meer. Waarom
zou ze niet op zichzelf gaan wonen?"
„Daar igaat het niet om. Maar me zo
voor een voldongen feit te zetten! Ik
vind het, eerlijk gezegd, bijna onbe-
JeeM. Als ik haar kostjuffrouw was,
had ze me van te voren opgezegd".
„Maar je bent haar kostjuffrouw
niet En ze komt toch nog vaak genoeg
inuis? Ze houdt hier toch haar ka
mers?"
„Vanzelf. Maar ik had niet het
flauwste vermoeden dat ze het van plan
was".
Misschien was ze het niet eens van
P|an, maar kreeg ze de kans. Een van
me vriendinnen van Bep gaat verhui-
^n, Bep zegt: er komt een mooie ka-
J>er vrij, en Juud jaagt op slag de kogel
uoor de kerk. Zo is ze wel".
„Nee, zo is ze niet. Tenminste nooit
leweest. Juud is juist helemaal niet zo
Pontaan, veel meer aarzelend. Als het
to is gegaan als jij zegt, dat betekent
JJat, dat ze al een hele tijd met dat idee
heeft rondgelopen".
„Ja, dat kan best", stemde hij toe,
en 't is best te begrijpen ook. Spoor-
;fudent is met alles. Straks komt de
vinter weer. Ze moet nou telkens bij
een of andere vriendin slapen, als
het te laat wordt voor de laatste trein".
„Hat kwam zo vaak niet voor".
„Misschien wel daaróm! Nu hoeft ze
uch nergens zorgen over te maken,
toeft ook niet altijd ergens te gaan
•ten. Ik snap niet waar je je druk om
maakt".
„En ik weet niet eens hoe haar ka
mer er uit ziet", klaagde Carla.
„O, ik ook niet".
„Ben je er nog niet geweest?"
„Zó druk lopen we niet, Juud en ik.
Soms zien we elkaar een hele week
niet, en dan weer drie dagen achtereen.
Net naar 't zo uitkomt".
Carla bladerde automatisch in het
boekje, dat hij haar gegeven had. Zij
had een andere indruk gehad. Gert
kwam hier de laatste tijd juist nogal
druk en dan zag hij Juud nog telkens in
Amsterdam. Misschien merkte Gert iets
van haar bevreemding.
„Juud en ik kunnen erg goed met el
kaar overweg", legde hij uit, „maar in
veel opzichten gaan we elk onze eigen
weg. Zij is eerstejaars, ik zit al tegen
m'n semi-examen aan. Ik ben nogal ac
tief in 't corps, Juud is heel anders. En
dan nou ja, het leeftijdsverschil na
tuurlijk".
„Ja", stemdë Carla nadenkend toe,
„jullie schelen zeven jaar. En dat is
toch nogal was. Immers", ze hief haar
hoofd op en zag hem lachend aan, „dat
schelen wij ook, niet?"
„Als jij het zegt, zal het wel zo zijn",
gaf Gert toe, „al moet ik eerlijk zeggen,
dat ik het ten aanzien van jou minder
merk dan bij Juud. Misschien ben ik
zelf een beetje oud voor m'n jaren.
en in ieder geval zie je het jou niet
aan, en merk je het alleen maar in de
eh gunstige zin. Die avond dat we
samen naar het ballet zijn geweest
nou, toen merkte ik niks van die zeven
lange jaren verschil
Ze bloosde. Ze dacht er aan hoe hij
bij het afscheid haar gezoend had. Nou
ja, dat was een dolle impuls, na een
heel gezellige avond. Ze probeerde snel
het gesprek in minder gevaarlijk vaar
water te sturen.
„Nu Juud in Amsterdam woont, zal
ik je zo vaak met meer zien, al hoop
ik wel dat jullie zo af en toe es komt
opdagen. Anders wordt het hier zo stil"
Ze zag opeens het schrikbeeld van de
eenzaamheid.
„Je hoeft hier toch niet altijd te blij
ven koekeloeren", vond hij, „Amster
dam is vlak bij. En als je eens een
avond gezellig uit wilt; het zou me een
eer en een genoegen zijn".
Een ogenblik weifelde ze, wat te ant
woorden, maar ze kreeg de kans niet
34,4%, in wagens 42,3en in bunkers
voor 71,8%.
Op Texel (en Wieringen) geschiedt
het rooien in zakken voor 39,0% door
loonbedrijven. Bij de andere vormen is
het aandeel van de loonbedrijven op
Texel betrekkelijk gering.
Voorraad zakken wagens bunkers
TX en WR
19,5% 39,0 2,8 12,6
W.M. 26,4 56,1 34.0 17,5
H.M. 9,3 8,3 49,7 44,4
zeeklei 50,3 29,3 29,5 45,5
weide 41,1 36,2 33,7 44,4
zand 73,3 60,9 59,6 82,0
veen 23,4 38,6 51,9 70,3
In Wieringermeer en Haarlemmer
meer worden naar verhouding aanmer
kelijk meer aardappelen door loonbe
drijven geoogst.
Machinepark
Texel telde op het einde van 1965 2
voorraadrooiers, 18 rooiers in zakken,
3 in wagens en 8 in bunkers of 31 ma
chines in totaal.
Suikerbieten
Suikerbieten worden gerooid met
voorraadrooiers, verzamelrooiers, of „op
andere wijze". Volgens het CBS is het
opvallend dat zo'n groot percentage
van de oppervlakte „op andere wijze"
wordt gerooid. „Op andere wijze" is
vermoedelijk met behulp van een bie-
tenapade, een bietentang of een bieten-
lichter.
In Noord-Holland en in Oostelijk
Flevoland gaat de voorkeur uit naar
wagenrooiers. Texel (en Wieringen)
sluit zich daarbij aan. Van de 405 ha.
suikerbieten wordt 328 ha. of 81,0%
machinaal gerooid, 19% dus „op andere
wijze". Voor vergelijking met andere
gebieden en nader onderscheid van de
verzamelrooiers kan verwezen worden
naar volgend overzicht.
Voorraad wagens bunkers anders
TX en WR
T.o.v. W.H. en H.M. wordt op Texel
een betrekkelijk groot areaal „op ande
re wijze" gerooid. In Haarlemmermeer
bestaat een duidelijke voorkeur voor
rooien in wagens (aldaar worden de
aardappels ook overwegend in wagens
gerooid). Wieringermeer geeft de voor
keur aan bunkers. Texel neemt een tus
senpositie in.
Loonbedrijven
Van het areaal suikerbieten, dat in
ons land machinaal geoogst wordt, ne
men de loonbedrijven 63% voor hun
rekening. Op Texel (en Wieringen)
77% Naar wijze van oogsten is het
aandeel van de loonbedrijven als volgt:
wagens
62,4
22,6
34,2
32,6
55,4
71,0
54,0
bunkers
83.5
84.6
78.7
75.8
84,5
90,4
85.9
de loonbedrijven
In Haarlemmer-
W.M.
H.M.
zeeklei
weide
zand
veen
11,1%
30,9
39,0
19,0
7,9
33,6
56,1
2,4
3,7
89,0
2,1
5,2
7,7
32,1
42,4
17,8
11,3
41,8
19,9
27,0
4,7
1,7
29,7
63,9
4,7
3,5
60,4
33,0
10,2
51,1
9,0
27,7
6,8
57,4
17,7
17,4
25,2
4,3
66,2
2,4
15,7
35,2
33,5
10,7
37,0
24,7
14,5
7,4
17,3
8,7
19,5
44,1
2,3
1,1
42,7
48,7
Ghowroom wuktaratraat 53 - don buig - UI. 02220-2554
PITTIG, MAAR TOCH LEKKER ZACHT 1.25
meer, want door de achterdeur hoorde
ze het lawaai waarmee Derk placht
thuis te komen: een zwaar ronkende
motor. Zijn nieuwste liefhebberij: een
afstandse Harley van vóór de oorlog,
die hij stukje bij beetje opknapte.
„Ha", zei Derk al in de deur. „Is d'r
nog wat? Mijn maag is gewoonweg
rampgebied. Ha Gert. Hoe kom jij hier
verzeild? Weet je niet dat Juud tegen
woordig in Amsterdam zit?"
„Jawel, maar ik kwam Carla een
boek brengen".
„Haha", lachte Derk, „zo ben ik ook
bij Greet begonnen, met haar een boek
te brengen. Maar ze had al een boek,
zei ze. „Opeens zweeg hij, werd zich
vaag bewust van de conclusie, die uit
zijn opmerking kon worden getrokken.
„Klets niet zo", zei Carla ongewoon
scherp. „In de keuken staat een jacht-
schoteltje in de oven, speciaal voor jou,
want ik dacht wel dat je uitgehongerd
thuis zou komen".
„Dan ga ik maar es op speurtocht".
Derk blies, blijkbaar opgelucht, de af
tocht.
„Nou Carla, ik moet ook foetsie", zei
Gert opstaande. „Dat boek kom ik bij
gelegenheid wel es terughalen als ik
mag".
„Welja, je komt maar", zei ze neu
traal. Ze liet hem uit en liep snel naar
de kamer, spreidde een dekservet op
een hoek van de tafel, liep bijna Derk
tegen het lijf, die met z'n vuurvaste
schaaltje tussen twee pannelappen, en
een gezicht als een oorworm dc kamer
indraaide.
„Wat kijk je zuur?" vroeg Carla.
„Pak ik verdikkeme, die schaal effe
an, kost me zowat een paar vingers",
urmde hij.
„Al doende leert men", constateerde
Carla". Moet je er soms een zeer lapje
om?"
„Ja lach jij maar. Ik heb de blaren".
„Gelukkig dat je geen pianist bent".
„Ja, zoek de zonzij. Je bent ook zo'n
lekkere optimist". Hij lachte zijns on
danks, overzag de jachtschotel met be
gerige blik, inspecteerde zijn rode vin
gertoppen en vroeg toen terloops. „Wat
Voorraad
TX en WR 93,3%
W.M. 84,6
H.M. 63,6
zeeklei 54,2
weide 78,5
zand 47,8
veen 47,0
Op Texel nemen
een grote plaats in.
meer, waar vnl. in wagens gerooid
wordt, is het aandeel van de loonbe
drijven zeer gering. Verder blijkt, dat
het rooien in bunkers in hoofdzaak het
werk van loonbedrijven is.
Samenvatting
Dank zij de telling van werktuigen
en machines op 31 december 1965 is be
kend in welke mate en op welke wijze
in de diverse landbouwgebieden gra
nen, aardappelen en suikerbieten ma
chinaal geoogst worden.
Van het areaal dat op Texel ((en Wie
ringen) beteeld wordt, wordt van de
granen 99,9%, van de aardappelen
98,0% en van de suikerbieten 81,0%
machinaal geoogst. Wat betreft de
granen en aardappelen is de mechani-
satiegraad op Texel gelijk aan en in een
aantal gevallen zelfs nog hoger dan in
de gebieden, waarmee wordt vergele
ken. Bij het oogsten van suikerbieten
blijft Texel duidelijk achter bij Wierin
germeer en Haarlemmermeer.
Een groot deel van de machinale
oogst wordt verzorgd door loonbedrij
ven. Op Texel (en Wieringen) wordt
van de granen 73,7%, van de aardappe
len 26,2en van de suikerbieten 76,8%
door loonbedrijven geoogst. De percen
tages voor granen en suikerbieten zijn
vrij hoog Wieringermeer en Haarlem
mermeer blijven daar aanmerkelijke
beneden. T.a.v. de aardappelen is de
situatie tegengesteld. Op Texel wordt
door loonbedrijven slechts een gering
deel geoogst. In het bijzonder op de
grotere Texelse aardappelbednjven
wordt de oogst vrijwel uitsluitend met
eigen machines binnengehaald.
HOOG WATER
Hoog water ter rede van Oudeschild
22 okt. 9.04 en 21.35; 23 okt. 9.43 en 22.10;
24 okt. 10.18 en 22.40; 25 okt. 10.50 en 23 10;
26 okt. 11.23 en 23.45.
Aan het strand ongeveer een uur eerder
hoog water.
CONSULTATIEBUREAU
VOOR ZUIGELINGEN
Woensdag 23 oktober worden de
moeders van Den Burg verwacht van
13.00 tot 16.00 uur.
KOMT ER ORDE IN DE CHAOS
VAN DE AUTORIJSCHOLEN?
In verband met de chaotische toe
standen die er bestaan op het gebied
van het autorijschoolwezen, heeft mi
nister Bakker van Verkeer en Water
staat het plan om binnen een jaar een
regeling ter verbetering van dit rij
schoolwezen te realiseren.
Het is niet zo eenvoudig om hier
orde op zaken te stellen, aangezien de
Nederlandse wet de vrijheid van on
derwijs kent en die geldt ook voor het
onderwijs dat personen opleidt voor het
rijexamen. Het gevolg hiervan is, dat
men dan ook geen vergunningstelsel
voor rijscholen kan instellen. Daarom
heeft de bewindsman gezocht naar een
andere beperkende mogelijkheid en die
gevonden in de vorm van een door de
staat erkend diploma voor rijinstruc-
teur. Aan de scholen kan men niets
doen, maar wel aan de onderwijsbe
voegdheid. Slechts die rijscholen zullen
door de staat worden erkend, waar in
structeurs werken die over een derge
lijk diploma beschikken, terwijl tevens
nog enkele bijkomstige eisen zullen
worden gesteld aan de lesaccommoda-
tie. Bovendien wil de minister de er
kende rij instructeurs nog andere faci
liteiten verlenen, zoals het voorrecht
om bij het examen-rijden op de be
kende plaats naast de leerling te zitten,
terwijl de examinator achterin zit. Dat
geeft de leerling het voordeel te rijden
onder bekende omstandigheden, het
geen de psychische rust bevordert.
Via deze maatregelen hoopt minister
Bakker te kunnen komen tot een geor
dend rijschoolwezen.
moest die vrijer hier nou Gert? Z'n
zoetelief zit toch in Amsterdam?"
„Hij kwam me een boek brengen, dat
zei ik toch al".
„Aardig van 'em".
Het klonk niet bijster hartelijk.
Carla plukte een paar verdorde bloe
men uit de plant voor het raam en
vroeg, zonder hem aan te zien „Heb jij
het niet zo op Gert?"
„Waarom?" vroeg hij, onbekommerd
met volle mond.
„Nou, zo te horen".
„Welnee, wat zou ik tegen hem heb
ben?"
Daar had je het weer, dacht Carla.
Helemaal niks voor Derk, zo'n nietszeg
gend ontwijkend antwoord. Derk stond
altijd gauw klaar met z'n oordeel. De
een was een moordvent, de ander een
walg, de een een prachtgriet, de ander
een verschrkkelijk wicht. Al of niet ge
grond, maar Derk maakte van z'n hart
geen moordkuil. Maar ook dat werd de
laatste tijd anders. Of deed hij alleen
magr anders ten opzichte van haar?
(Wordt vervolgd)