De grote contactavond S0NNEMA BERENBURG Stiefmoeder Nog altijd de veevoeding BRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPUTER structuurwijzigingen bij de landbouwcoöperaties mr 55 TWEEDE BLAD TEXELSE COURANT DINSDAG 19 NOVEMBER 1968 Toen we koit geleden voor de taak stonden om voor een groep veehou ders een „praatje" te houden, stelde ik aan één van de bestuursleden van de betreffende organisatie de vraag, waar ik het over zou moeten hebben. Het was voor mij werkelijk een pro bleem. Na even denken opperde de man het voorstel om iets over de veevoeding te vertellen. Bijna zou ik zeggen: „Een onderwerp zo oud als de wereld". In ieder geval heeft een voorlichter er mee te maken vanaf de eerste dag, dat hij in dienst treedt tot op de dag vóór zijn pensioen. Het is ook één van die zaken, waarvoor zal gelden, dat mensen, die buiten het boerenbedrijf staan de vraag doet stellen: „Is dit nog altijd nodig?" Op ieder bedrijf komt een groot deel van het voeder van eigen bedrijf. Men heeft er in het verleden heel vaak de nadruk op gelegd, dat eigen voer goed koop is ten opzichte van aangekocht voer. Met krachtvoer kan je inderdaad wonderen doen, redeneerde men, maar het feit, dat de portemonnee er voor open moet, maakt het minder aantrek kelijk om krachtvoer te kopen. Ik ge loof, dat als we het over ruwvoer heb ben, dat we dan niet in de eerste' plaats aan het feit moeten denken, dat het goedkoop is, maar dat goed ruw voer onmisbaar is voor een goede pro- duktie. We kunnen met aangekocht kracht voer onmogelijk goed maken wat we in kwantiteit en kwaliteit aan ruw voer missen. 'Deze waarheid is de laat ste jaren duidelijk aangetoond. Een winterperiode, die volgt op een sei zoen, dat voor de winning van ruw voer gunstig was, loopt er met de produktie altijd in gunstige zin uit. En de grotere hoeveelheid krachtvoer, die in een winterperiode, die volgt op een slecht zomerseizoen, wordt gegeven, blijkt niet goed te kunnen maken wat het ruwvoer te kort komt. Een zaak, die het waard is om deze winter in de gaten te houden en er het komend sei zoen z'n voordeel mee te doen. Variatie van belang Er zijn nog altijd bedrijven op ons eiland, waar het winterrantsoen uit slechts twee produkten bestaat, nl. uit hooi en krachtvoer. Vooral bij een wat grotere veestapel en weinig arbeids krachten is dit aantrekkelijk. Ook het wat meer gevariëerde rantsoen, waar naast hooi en krachtvoer nog wat dro ge pulp wordt gegeven is uit het oog punt van de arbeid aanlokkelijk. Bo vendien vertellen de veehouders, die deze methode toepassen, dat het met de produktie echt wel in orde is. Natuurlijk zullen er bedrijven zijn, die met een meer gevariëerd rantsoen tot geen hogere produktie komen. Maar toch zijn we van oordeel dat een rantsoen, waarin wat meer variatie zit .meer kans geeft om de top te halen dan een rantsoen, waarin hooi het enige ruwvoer is. We denken daarbij in de eerste plaats aan een vervanging van een gedeelte van het hooi door kuilgras. Een goed gewonnen kuil bevat bepaal de stoffen, die in hooi niet aanwezig zijn. We denken hierbij vooral aan de vitaminenvoorziening van de dieren. Verder is de hoeveelheid voedings waarde, die je door middel van het ruwvoer in een 'koe kwijt kunt groter is als het gegeven wordt als hooi plus kuilgras. Dat wil dus zeggen, dat er minder voedingswaarde behoeft te worden gegeven in de vorm van krachtvoer. Persoonlijk hebben we daarnaast nog altijd veel waardering voor de voerbieten in het rantsoen. Door toe voering van bieten wordt de graagte, waarmee het voer wordt opgenomen, aanmerkelijk groter. Het is meermalen aangetoond, dat de hoeveelheid droge stof, die een koe in de vorm van ruw voer naar binnen weet te werken gro ter is als er ook bieten in het rant soen voorkomen. Tot op zekere hoogte kan men dit ook bereiken door het voeren van aardappelen. Op onze Texelse bedrijven is in het algemeen voldoende ruwvoer aanwe zig. Daarom is het van groot belang, dat de koeien er zo veel mogelijk van opnemen. Dit spaart krachtvoer. Maar bovendien kunnen we rustig zeggen, dat een koe een dier is, dat van nature „ingericht" is om ruwvoer op te ne men. Als kwaliteit en variatie zo zijn, dat de koe dit met graagte doet, dan wordt dit beloond met een goede pro duktie en naar we menen tevens met een goede gezondheid en daaruit voortvloeiende lange levensduur van de dieren. Op enkele goede Texelse bedrijven heeft men al enkele jaren zeer goede resultaten met een rantsoen, dat in de oudmelk-periode en de droogstand er als volgt uitziet 7-8 kg. goed hooi; 12-15 kg. maaikneuskuilgras of 5-7 kg. voordroogkuilgras, 20 kg. voederbieten; 1 kg. mineralenkoek, balanskoek of basiskoek. We zouden het, mits het ruwvoer van goede kwaliteit is, een standaard rantsoen voor deze periode willen noe men. Wat intussen niet betekent, dat er geen andere mogelijkheden zijn. GEEN FINANCIËE KNOBBEL We vinden het in zeker opzicht een deugd als iemand een hekel heeft aan schulden. Zo bekeken kunnen we het wel begrijpen, dat het voor sommige Texelaars een „ondraaglijke" gedach te is, dat ze straks op hun grond een schuld hebben aan ruilverkavelings- van de gezamenlijke Texelse Landbouwcoöperaties zal worden gehouden op dinsdag 26 november in Hotel „De Oranjeboom" om 8.00 uur n.m. Spreker de heer Ir. A. G. GALEMA (Dir. Centrale Coöp. L.T.B. Noord-Holland) Onderwerp (schaalvergroting is noodzakelijk). Wilt U deze avond vrijhouden. Wij rekenen op alle leden en belang stellenden. Ook de dames en medewerkende zoons zijn hartelijk welkom. De gezamenlijke TEXELSE LANDBOUWCOÖPERATIES kosten. Ze hebben het altijd een eer gevonden om „onbezwaarde eigen dommen" te hebben en dat weegt bij hen zo zwaar, dat ze vast van plan zijn om als over enige tijd de kosten van de ruilverkaveling definitief vast staan deze „jantje contantje" te beta len. Overigens moet men niet verge ten, dat polder- en grondlasten een zelfde „bezwaardheid" zijn als de kos ten van de ruilverkaveling. Maar nog maals, we kunnen begrip opbrengen voor mensen, die straks het bedrag aan ruilverkavelingskosten ineens voldoen. Begrip voor de zienswijze van deze oerdegelijke lieden is er dus wel. Maar men moet niet denken, dat men door contant te betalen blijk heeft van een goed zakelijk inzicht. Die zakelijkheid was er beslist niet bij iemand met wie we dezer dagen een zeer genoegelijk gesprek hadden. Dit betekent niet, dat we het volledig met elkaar eens wa ren. De man in kwestie is nog altijd van mening, dat de ruilverkaveling voor Texel landschappelijk bekeken een „ramp" is geweest. Voor de goede wegen had hij geen enkele waardering en hij had iets van heimwee naar de smalle, bochtige wegen met z'n paar- denpaadjes. Als het aan hem had ge legen, had TESO nooit een auto van het vasteland naar Texel gebracht. Zij, die Texel uitkozen als vakantie-oord moesten tevreden zijn met wandel- en fietstochten over ons „gouden boltje" Maar terzake. De man kwam praten over de kosten van de ruilverkaveling voor een familielid. Nogmaals, het ging allemaal in het genoegelijke. Toen ik hem uitleg had gegeven over de samenstelling van de kosten voor bedoelde kavel deelde ik tenslotte mee, dat men na de definitieve vast stelling van de kosten kon kiezen uit een directe betaling van de hoofdsom of het betalen van 5%> per jaar, gedu rende 30 jaar. Verrast vroeg hij: „Dus je mag ook ineens betalen?" En toen ik dit nog eens onderstreepte was zijn conclusie: „Dan kan je dat toch veel voordeliger doen. Want als je 30 jaar lang 5°/o be taalt, betaal je in totaal 150°/o van de hoofdsom". Misschien zijn er wel meer Texelaars die zo denken. Geen ingewikkelde berekening De kavel, waarvoor de man in kwes tie kwam, zal belast worden met een bedrag van plm. ƒ10.000,Dat bete kent dus bij de keuze van jaarlijks 5°/o een jaarlijkse betaling van ƒ500, Als deze man het bedrag van ƒ10.000,dat hij ineens zou willen betalen op een of andere bank zet, die 5°/o rente geeft, dan kan hij ieder jaar met de rente van dal bedrag de ruil verkavelingskosten betalen. Aan het eind van de dertig jaar, waarin de kosten betaald moeten worden is de hoofdsom dan nog onaangeroerd. Hij kan daar bij wijze van spreken een nieuwe ruilverkaveling mee afwach ten. Misschien moeten we zeggen, dat deze man door zo te redeneren blijk gaf een echte idealist te zijn. Eigenlijk geen wonder, dat deze boerenzoon het in een heel andere richting gezocht heeft dan het boerenbedrijf. Een rich ting, waar de zakelijkheid vrij zeker heel vaak wijken moet voor het idea lisme. En daar kan ik in zeker opzicht ook weer waardering voor hebben. UITLOTING OBLIGATIELENING TEXELS FANFARE Het bestuur van het Kon. Texels Fanfarekorps heeft van de renteloze obligatielening de navolgende num mers uitgeloot. Alleen op vertoon van de Obligatie kan tot uitbetalen worden overgegaan. Serie A, groot 25,no. 13, J. Bruin Wzn., Trompstraat 10, Oudeschild; no. 53, Bakkers Ijzerhandel, Den Burg; no. 56, H. de Boer, Kogerweg B 156b, Den Burg; no. 67, E. Breeuwer, Groe- neplaats, Den Burg; no. 76, J. Kok, Dirkshorn. Serie B, groot ƒ10,no. 1, A. Poel, Parkstraat, Den Burg; no. 18, G. Blom, Loodssingel 12, Oudeschild; no. 53, S. Visser, Warmoesstraat 12, Den Burg; no. 83, K. Modder, Zd.-Haffel B 176b; no. 89, P. Dam, Waalderstraat 17, Den Burg. Serie C, groot ƒ5,—: D. Krijnen, Keesomlaan 10, Den Burg; no. 36, M. Sinke-Weijdt, Loodssingel 3, Oude schild; no. 37, P. Smit Rzn., Heems- kerCkstraat 34, Oudeschild; no. 60, Jansonius, Boodtlaan 6, De Koog; no. 66, P. v.d. Slikke, Jan Dirkszoord, Den Burg. Vrijdag 22 november Den Burg, Casino, vogeltentoonstelling door Kotex, van 20.00-22.00 uur. Den Hoorn, De Waldhoorn, 20.00 uur, De Vriendenkring" met de thriller „Zij leven onder ons". De Waal, gemcenteavond Herv gemeente Waal en Koog. Zaterdag 23 november Den Burg, Casino, tafelkeuring Kotex van 10.000-22.00 uur. De Koog, Hotel De Toekomst, 20.00 uur, toneeluitvoering De Duinkanters. De Waal, Dorpshuis, 8 uur, 't Amateurtje, toneeluitvoering. Oosterend, Dorpshuis, 19.30 uur, uitvoering Gymnastiekver. Oostcrend. Den Hoorn, De Waldhoorn, 2000 uur, De Vriendenkring" met de thriller „Zij leven onder ons". Zondag 24 november Den Burg, Casino, tafelkeuring Kotex en vogeltentoonstelling 10.00-22.00 uur. VERLOREN VOORWERFEN Verloren te Den Burg: witte tas inh. blauw en wit trainingspak en gympakje met Texel- cmbleem; 1 jongensbril met bruin-rood door zichtig montuur; 1 geel kinderpantoffeltje; zwart-wit kunstled. fietstas; 1 briefje van ƒ10,1 \yitte fietspomp; herenbril in grijs étui; 2 st. Fiat autosleuteltjes aan kettinkje met beeldje; aftak-as van landbouwtrekker; damesbril met zwart montuur; gebreide wol len trui, groen met bruin; tandheugel 10-jang jongetje; bootkaart TESO voor vrije over tocht, kleur geel. 5 st. autosleuteltjes aan sleutelring met zwart leer; stalen klauwhamer met rubber handvat; damesvest met cham- pagnekleur; mcisjesbril, zwart-wit montuur met lila randje bovenaan; wollen blauwe schaatsmuts. CONSULTATIEBUREAU VOOR ZUIGELINGEN Voortaan half uur korter Woensdag 20 november worden de moeders van Den Burg verwacht van 13.00 tot 15.30 uur. De echte Dockumer Berenburg. Anno 1860. (To IL LjOC COPYRlGHT STUDIO AVAN fjV pi - 4-v^ - - 186. In het privékantoor van de detec tive Shylock Hommeles zat S'hylock zelf. Brigadier Piet was eigenlijk zijn naam. Hij zat aan zijn bureau en rookte een knots van een sigaar. Intus sen worstelde hij zich met een ware doodsverachting door alle dossiers en kranteknipsels heen, welke hij in de loop van de tijden had verzameld over de zaak van de sportcomputer. „Dal zaakje stinktmompelde hij. „Dat stinkt nog harder dan mijn sigaar en dat zegt wat. Er ontbreekt nu namelijk een stuk aan de leg puzzel. Een héél belangrijk stuk zelfs. En dat stuk heet Kille Bill...." Een ernstige trek overtoog het ge laat van de brigges en hij vervolgd: „Het is verdacht stil om Kille Bill. Alle snaken, die op de sportcomputer aasden zijn nu verdwenen. Dus kan het niet anders of Kille Bill moet denken, dat nu de tijd rijp is voor een sluwe aktie. Hij heeft nu geen concur rentie meer te duchten. Ja ja...., en dat die snaak het sluw zal aanpakken, daar kun je een glas ranja op nemen! Ik geloof, dat ik maar eens naar het dorp ga om de smid in te lichten. Wie weet denkt Verholen nu ook wel dat ze niks meer te vrezen hebben. Dan verslapt hun aandacht en...., hoepla! Morgen zijn ze misschien de sportcom puter wel kwijt!" De brigges hees zich dus in zijn jas en ging er vandoor. Het was al tame lijk laat en het duister was reeds inge vallen. Het was ongeveer een uurtje lopen naar Rijkhuyzen en Piet besloot dat-ie zou gaan lopen. Dan was-ie om een uur of elf over. Net laat genoeg om nergens in de gaten te lopen, en net vroeg genoeg om de smid mis schien nog op te treffen FEUILLETON door TOM LODEWIJK 29. Ze had het al gezien. Een grote, hoge kamer. Licht en luchtig, tenmin ste, als er iets openstond, en alle ra men waren potdicht. Overal lagen boe ken. Een werkkamer, zonder enige gezelligheid. In de hoek van de kamer stond zijn bed. Een glas sinaasappel sap er naast. Een boek lag er onder. „Je hebt liggen lezen". „Wat moet ik anders?" „Rusten" „Dat ligt niet in m'n aard". „Als je zo doorgaat, lig je straks onder de aarde. Vergeef me de woord speling. Maar hier komt niets van te recht". „M'n collega Haarman wil me naar het ziekenhuis hebben. Maar ik ben niet ziek. Er mankeert me niets". „Je bent alleen doodmoe, uitgeput". Hij knikte. Dat moedeloze knikken zei meer dan woorden. Carla dacht na. „Pier, ik heb een plan. Je gaat met me mee. In 't Gooi is 't beter dan hier. Ik heb een fijne, gezellige ka mer, beneden, waar je iets meer ziet dan de toppen van de bomen. Je wordt verzorgd door een gediplomeerd ver pleegster, ondergetekende. En er zal op worden gelet dat je inderdaad rust" Hij schudde het hoofd. „Dat kan toch niet". „Zul jij es zien. En als je dan weer een beetje opknapt, en je zult zien hoe gauw dat is, dan weet ik een prima se cretaresse, die het werk doet waar jij niet aan toekomt". „Soms ook.... ondergetekende?" „Inderdaad. Je slaat je hoofdkwar tier maar in Bussum op. Van doceren komt de eerste maanden toch niets, je moet weer volledig in orde zijn. Maar het werk dan niet wachten. De jonge lui geven de moed op, dat er nog iets van terecht komt. Daar zullen we een stokje voor steken". „Carla dat kan toch niet". „Wat zit je nu te strijden? Beste jon gen, hier zit ik. Praktisch zonder kind of kraai. Met een groot huis. Met di ploma's en ervaring, en ik doe niks. Je moet niet denken, dat ik er alleen jou een plezier mee doe, het kan gewoon niet mooier. Ik krijg ook weer iets te doen, ik heb weer een doel. Jou weer opfokken, èn zorgen dat je werk voort gang vindt. Ik heb er alles over ge hoord en het speet me dat ik niet langer student was, dan had ik meege daan. Nu wring ik mezelf er toch in, door een achterdeurtje". Hij schudde weer zijn hoofd, maar niet langer mismoedig. „Je hebt het allemaal al uitgekiend. Weet je, Carla, dat je nog niets veran derd bent bij vroeger?" „O ja, toch wel", zei ze luchtig. „Maar daar zullen we het nu niet over hebben. Ik heb nog een heleboel te doen. En nu ben jij zoet en leest niet", ze raapte het boek op en legde het buiten zijn bereik, „probeer maar wat te slapen, je hebt geen zorg in de we reld, man!" „Dat zou paradijselijk zijn", zei hij zacht. „Na al je werken heb je best een klein tijdje paradijs verdiend. Wacht maar rustig af. Je hoort nog van me. Vandaag nog. En nu praat ik niet meer, want het windt je te veel op. Dag! Hou je haaks". Weg was ze. Beneden wachtte de hospita nieuws gierig, en Carla had een lang gesprek met haar, waarbij de wat knorrige trek om de indringster, die zich met alles bemoeide geleidelijk verdween en plaats maakte voor een instemmende glimlach. „U hebt gelijk, mevrouw. Hij rust ook niet. Ik weet dat hij stiekum leest en er soms zelfs uitkomt. Maar ik zei al, ik kan niet iedere keer „Niemand kan dat van u vergen. Als u wanneer meneer weg is, die kamer eens een beurt geeft, zonder al te veel op te bergen „Ik mag nergens aankomen! Geen boek mag ik verleggen! Als ik niet op pas vervuilt het helemaal!" „Nou, u hebt nu mooi de tijd om er eens de ragebol doorheen te halen". Ze lachte samenzweerderig. En de hospita verheugde zich kennelijk op het voor uitzicht. Carla was gewend, snel te handelen. Ze had een lang telefoongesprek met professor Haarman en die bleek een studievriend van wijlen dokter De Hoogh, wat alles buitengewoon verge makkelijkte. Nog diezelfde middag daalde Pier Groen, ingepakt als voor een poolreis, behoedzaam de trappen af, onder angstige zuchten van zijn hospita en installeerde zich in Carla's auto. Een dik uur later keek hij rond in een kamer waar „je voor je plezier ziek zoudt liggen", zoals hij zei. En doodmoe na al die gebeurtenissen sliep hij als een kind, toen Carla een half uurtje later voorzichtig om de hoek keek. Carla ging deze dagen neuriënd door het huis. Ze hoefde waarlijk niet te zoeken naar bezigheid. Reeds de eerste dag was haar duide lijk geworden hoe Pier, verslonden door zijn werk, zichzelf grondig ver waarloosd had. Zelfs zijn kleren! Ze had Juud opgebeld dat die zo gauw mogelijk naar Bussum moest ko men. Juud wist nog van niets. „Nu mag je zo straks", zei Carla ge heimzinnig, „even om het hoekje van de logeerkamer kijken". „Heb je die veranderd?" informeer de Juud. „Jatja, eigenlijk wel". „Doe toch niet zo mysterieus, Carla!" „Ik hou van mysteries". Toen Juud voor de deur stond zei ze: „Je mag alléén maar even gedag zeg gen, meer niet hoor!", en toen opende ze de deur. Ze genoot van Juud's ver bazing. „Hé, dag Juud", zei Pier. „Tja, da's waar ook, dit is jouw huis". Ze zag hem stralend aan. „O", zei ze, „maar nu wordt alles goed! Maak u maar geen zorgen. Nu komt het wel goed!" „Dat begin ik ook te geloven. Zeg ze allemaal van me gedag, de jongens. Zo gauw het mogelijk is, hoop ik ze hier te zien". Buiten de deur vloog ze Carla om de hals. „Jij", zei ze, „jij bent enig, weet je dat? Je bent gewoon een reus!" Alles is weer goed, dacht Carla. Al les, alles komt goed. Professor Haarman maakte zich vrij en reed naar Bussum. „Wel collega", zei hij, „als ik je kom opzoeken is dat voor de gezelligheid, maar mijn taak als arts is hier afgelo pen. Je bent in beste handen. Daar op die kamer in Zuid had je geen kans, maar 'hier zul je iedere dag meer op knappen". „Ik lig hier als een vorst", bekende Pier. „Hoe heb je dat zo gelapt? Ik wist niet dat je zulke voortreffelijke rela ties had". „Een van de meisjes uit mijn kleine werkgroep is de dochter van mevrouw De Hoogh. En mevrouw De Hoogh en ik zijn nog ouwe studievrienden". „Medicijnen?" „Ja, maar ze is er uit gestapt. En er later toch weer ingekomen, toen ze met De Hoogh trouwde". „Ja, die is nu ook al weer een paar jaar dood. Jammer, een beste vent. Ze zal inderdaad een goeie vent aan hem gehad hebben". „En hij een goeie vrouw aan haar" „Ja, dat kun je nu het beste beoor delen. Nou, mijn hart is gerust. Ik kom nog wel es kijken!" Hij bleef een kopje koffie drinken in Carla's gezellige kamer. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1968 | | pagina 5