aby\s krijgen landbouwvergif
de moedermelk
Interessante cijfers van het C.B.S.
omtrent bedrijfsopvolging
[erontrustend artikel in Deens dagblad
BRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPUTER
itsterven van
echtvalk is
eeg teken
ede blad
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 7 FEBRUARI 1969
Onder deze sensationele kop schrijft Kaj Robert Svendsen in één van de
Iiote Deense dagbladenBerlingske Tidende, een verontrustend artikel over
ie grote gevaren die verbonden zijn aan het gebruik van insecticiden en
indere landbouwvergiften.
Het vraagstuk van de insektenbestrijdingsmiddelen in de landbouw, die op
ngew ikkelde wijze allerlei neveneffecten veroorzaken en zich óók in het men-
elijk weefsel ophopen, is er de laatste tijd niet eenvoudiger op geworden.
De schade aan het wild een verontrustende waarschuwing dat er iets
out zit, precies zoals als wanneer de kooivogel van de mijnwerker dood gaat
n zodoende waarschuwt voor gas neemt toe. Van de roofvogels, die bij-
:onder gevoelig zijn gebleken voor vergiftiging door insecticiden, zijn het
Booral de slechtvalken die gevaar lopen uit te sterven dat zou de eerste
iersoort zijn, die de mens door verontreiniging van de natuur naar de ge
schiedenis heeft geholpen.
\'\j hebben in ons land al haast geen
edende slechtvalken meer. Maar
de stand van de andere roofvogel-
rten zouden wij de ernst van de toe-
ad kunnen aflezen. De roofvogels
schitterende indicators van de ge-
irlijke toestand. Zij zitten in de top
de z.g. voedselpyramide, waarbij
de vergiften uit lagere .niveaus"
amelen en duidelijk aan het licht
•n treden. Dat geldt vooral voor de
:htvalk.
Breekbare eieren
)e slechtvalk toch van oudsher
van de meest bewonderde roofvo-
s (hij werd en wordt nog voor de
kenjacht gebruikt) staat op het ipunt
:ral uit te sterven. Dat is niet alleen
geval in Europa, waar bijvoorbeeld
Finland het aantal broedparen in de
van twintig jaar is verminderd
duizend tot tien, maar ook in
ord-Amerika. Zelfs de populaties in
hoge noorden van Groenland zijn
ernstig gevaar, omdat de vergiften
bij het spuiten de lucht in geslin-
- als neerslag weer op de aarde
irdalen, op de zelfde wijze als het
lio-aktieve stof na een kernbom-
ïlosie.
In als iets heel nieuws kunnen de
tenschapsmensen nu verklaren, hoe
sterkst aan het gif blootgestelde
>rten in Europa bijvoorbeeld ook
sperwer er onderdoor gaan, zon-
dat men ze noodzakelijkerwijs dood
ji eft te vinden. De vergiften die zij op
pen in hun lichaam door vergiftigde
joidieren te eten, werken ook in hun
Lk-stofwisseling, zodat ze afwijkende
ren leggen. Die zijn zo dun van
ïaal en daardoor breekbaar, dat ze
t uitgebroed kunnen worden.
o: )at de vergiften zodoende niet direkt
delijk hoeven te werken om toch een
tastrofale invloed op de1 natuur te
bben, is aangetoond door vijf Ameri-
anse onderzoekers onder aanvoering
n de zoölogen R. W. Risebrough en
Rieche van de Universiteit van Ca-
irnié Hun uitgebreide onderzoekin-
n tonen aan, dat de gechloreerde
ohvaterstoffen waartoe o.a. DDT be-
ort, de geslachtshormonen van de
rleggende vogel kan aantasten en
ireken. En de geslachtshormonen,
als ostrogeen, kontroleren de vorming
n beendermerg, dat de belangrijkste
lkbron is bij het ontstaan van het ei.
Deze plotselinge verstoring van het
rmonen-evenwicht kan veroorzaakt
•rden door heel kleine hoeveelheden
chloreerde koolwaterstoffen, zeggen
onderzoekers in het tijdschrift .Na
re' De gevaren van deze vergiften
gebaseerd op het aantreffen van zo
zoveel miligram in iedere kilo weef-
zijn tot nog toe sterk onderschat.
Slapeloosheid
Men vraagt zich direkt af, of een
rgelijke chemische verandering van
t milieuaangetoond in vogelnesten
grote delen van het noordelijk half-
'd in ons eigen lichaam merkbaar
Daar de belangstelling van de art-
voor het probleem van de
JT veel minder groot is dan van de
ölogen, is op deze vraag geen ant-
tord beschikbaar.
Dat wil zeggen, in Japan hebben on-
rzoekers toch al de eerste tekenen
vonden van aantasting van vrouwe-
hormonen door hoeveelheden
^T, die o gering waren, dat men ze
nu toe als ongevaarlijk beschouwde.
>ngaarse wetenschapsmensen zeggen,
1 het centrale zenuwstelsel wordt
prikkeld, met vaak tot nu toe onver-
ïarbare hóofdpijn en slapeloosheid
gevolg. En de Hongaren spreken
over het veel voorkomen van op
zette ogen door een DDT-concentra-
die haast niet vast te stellen valt.
In Zweden heeft dr. Göran Löfroth
de universiteit van Stockholm er
gewezen, dat het „plafond" van de
gelijks toelaatbare dosis DDT, door
perts van de VN vastgesteld op 0,01
hgram per kilo lichaamsgewicht,
>et worden gesteld op een twintigste
el daarvan. Hij wijst erop, dat zuige-
lgen, in ieder geval in Zweden, elke
de gevarengrens passeren, omdat
^eedse vrouwen, evenals Britse en
nerikaanse en vermoedelijk ook
*nse, DDT in hun moedermelk heb-
Hij vraag zich ernstig af, of ouders
het kunnen verantwoorden hun kleine
kinderen in een zo belangrijke en ge
voelige fase van ontwikkeling bloot te
stellen aan hoeveelheden gif met eigen
lijk nog vrijwel onbekende werking.
Hij raadt de moeders met aan op te
houden met zogen, maar hij vindt het
een hoogst verontrustende situatie.
Nieuw gif
de
Bij ons wordt de kwestie van
landbouwvergiften van officiële en
half-officiële zijde vaak als minder
ernstig dan elders gezien. Nog afgezien
van het feit, dat zelfs de voorzichtigste
voorschriften niet kunnen verhinderen,
dat de vergiften uit een land met min
der strenge bepalingen met de regen
kunnen neerkomen, zoals nu al haast
overal gebeurt, wordt de toestand te
gengesproken door de onderzoekingen.
Zo heeft bv. de doorsnee-Deen vol
gens een onderzoek van de Landbouw
hogeschool meer DDT in zijn vetweef-
sel opgehoopt dan de Westduitser en
precies evenveel als de doorsnee bur-,
ger in Engeland, namelijk 3,3 miligram
per onderzocht weefsel. En, als de
Britten Deense boter onderzoeken,
vinden zij daarin praktisch evenveel
als in de boter, die zij zelf produceren.
Maar in Australische en Nieuwzeeland-
se boter zit nog wel 4 a 5 keer zoveel.
Misschien zijn de voorschriften in
Denemarken, waar jaarlijks 50 ton
DDT-middelen aan de grond worden
toegevoegd door spuiten of strooien,
nog wel de voorzichtigste ter wereld,
maar zoals de gifcommissie van het
Ministerie van Landbouw laat weten:
er bestaat geen bijzondere controle op
het naleven van deze voorschriften.
Terug naar de levende indicators, de
roofvogels waarvan de vergiftiging
voor de slechtvalk in ieder geval al
een katastrofe nog een ander be
denkelijk aspekt heeft onthuld. In
doodgevonden slechtvalken, in hun
eieren en in hun prooidieren hebben
de eerder genoemde Amerikaanse on
derzoekers een ander vergif aange
toond, dat tot nog toe over het hoofd
was gezien en dat klaarblijkelijk net
als DDT door luchtstromingen over de
hele wereld wordt verspreid. Het heet
polyahloor-bifenyl of PCB en komt
niet uit de 9puiten van de landbou
wers, maar vermoedelijk vooral uit de
schoorstenen van inrichtingen die fa-
brieksafval verbranden. PCB wordt
gebruikt bij de vervaardiging van vele
industriële produkten, zoals smeerolie,
verf, lak, vernis, plastic en isolatie
materiaal. Het is ook een gechloreerde
koolwaterstof. Wat werking betreft is
het gelijk aan DDT. Het kan bijgevolg
de strengste voorschriften voor de toe
passing van insecticiden op losse
schroeven zetten.
Sombere woorden
Een Deens-Zweedse wetenschapsman
aan de Universiteit van Stockholm, drs.
Sören Jensen, vond enkele jaren gele
den het nieuwe gif in 200 baarsen in
Zweden. Hij toonde het ook aan in an
dere vissen en in viskuit uit verschil
lende delen van het land en in een
dood gevonden arend, èn in het haar
van zichzelf, van zijn vrouw en zijn
dochter.
Sindsdien is de stof opgespoord in du
lucht boven Hamburg en Londen, ter
wijl Britse onderzoekers het hebben ge
vonden' in lever, vet en nieren van zo
wel sperwers als torenvalken. En daar-
aantoe voegen de Amerikanen nu hun
vondsten van PCB bij zowel Noord-
amerikaanse als Arctische vogel- en
vissoorten, in hoeveelheden die in ver
schillende gevallen overeenkomen met
die van DDT. Zelfs in de meest afge
legen gebieden hebben de vogels er last
van, behalve dan de pinqums op de
Zuidpool waar het in tegenstelling tot
DDT nog niet is opgedoken.
Bij een onderzoek met duiven bleek
de Amerikanen dat PCB vijf maal
sterker dan DDT de geslachtshormonen
kan afbreken met de dunschalige
eieren tot gevolg. Het is ondenkbaar,
zeggen de onderzoekers, dat enige vo
gelsoort zich aan de toestand kan aan
passen en de druk van de vergiftiging
van de natuur het hoofd kan bieden,
een druk die zogezegd de eieren breekt.
Daarom zal op iets langere termijn de
slechtvalk, als eerste van een vermoe
delijk lange lijst gedoemd zijn het
loodje te leggen tegen DDT en PCB,
voorlopig de twee vergiften die de
mens het sterkst verspreid heeft.
Het ontbreekt niet aan sombere uit
spraken, ook over de gevaren voor de
mens. Professor Dilon Ripley in Wash
ington, president van de internationale
raad voor vogelbescherming, vindt het
alarmerend dat DDT van de ene op de
andere generatie wordt overgebracht.
Hij zegt: „Misschien treft deze uitwer-
king-op-lange-termijn uiteindelijk ook
onszelf en resulteert in een biochemi
sche bevolkingscontrole, die het huidige
debat over de overbevolking en de
maatregelen daartegen geheel irrele
vant maakt.
En Göran Löfroth, de Zweed van de
waarschuwing over de moedermelk,
zegt kort en bondig: „Moet de kata
strofe plaatvinden vóór wij handelen?"
VERTROKKEN PERSONEN
Gerrit C. Halsema, met gezin, van
Den Burg, Gasthuisstraat 40, naar Rot
terdam, Ossenisseweg 71; Johan E.
Onstenk, met gezin, van De Cocksdorp
E 44, naar Wieringermeer, Tussenweg
5; Janine A. Boer, ev. Schreiner, van
De Koog, Dorpsstraat 17, naar Amster
dam, Rooseveltlaan 160 II; Maria C
Peetoom, van Den Burg, Schilderend
103, naar Amsterdam, Da Costakade
57 IV; Wiebe A Boon, van De Cocks
dorp, Kikkertstraat 52, naar Groot-
Brittannië, 17 Ecksteyn Road, London
S.W. 11; Jan Vlaming, van Oosterend
O 162 a naar Avereest, Dedemsvaart
16e wijk 9; Maria H. Alkemade, van
Den Burg, Molenstraat 4, naar België;
Wim Pauptit, van Den Burg, Wever
straat 58, naar Ermelo, Veldwijk 75;
Jan H. de Boer, van Den Burg, Burdet-
straat 16 naar Renkum, Weverstraat
159; Ali M. Mooy, ev. De Boer, van Den
Burg, Burdetstraat 16, naar Wieringer
meer, Middenmee'r, Brugstraat 47.
BURGERLIJKE STAND VAN TEXEL
van 29 januari t/m 4 februari 1969
Geboren: Maria Catharina Jacdnta,
dv. Julianus R. van der Geest en Afina
C. Bakker; Martijn, zv. Leendert C. de
Veij en Gerda A. Blom; Marco Wybren
Sietse Jan, zv. Wietze Pranger en Cor
nelia A. Smit; Robert, zv. Pieter L.
Saai en Johanna W. G. Hillen.
Ondertrouwd: Dirk Dros en Aartje
van den Brink.
Overleden: Wilhelmus le Noble, oud
75 jaar.
INGEKOMEN PERSONEN
Marinus Mast, met gezin, van Den
Helder, Slingerbeekstraat 50, naar Den
Burg, Boogerd 17; Benjamino Kok, van
Doorn, Mariniersweg 7, naar Den
Hoorn H 131; Mathilda A. Witte, van
Groot-Brittannie, naar Den Burg, Bea-
trixlaan 4; Job van der Pol, van Den
Helder, Het Nieuwe Diep 5, naar Den
Hoorn H 131; Petrus H. Gerrits, van
Vlissingen, Oosterhavenweg 10, naar
Den Hoorn H 131.
DAMCLUB TEXEL
P. Kooiman-C. Meedendorp 20
C. Dijker-P. Bakelaar 11
J. Hooijberg-C. Vinke 02
J. Vinke-W. Bakker 02
J. v. Heerwaarden-H. Bruining 20
G. Dros-C. Groenhof 02
J. Stam-P. Jansen 11
C. v.d. Werf-D. v.d. Werf 2—0
Jb. Koorn-H. Visser 20
Eindelijk een verliespartij van C.
Meedendorp, waardoor P. Kooiman
zich op de vierde plaats kan nestelen,
gevolgd door C. Vinke, die voor de
tweede verrassing zorgde. J. Hooijberg
en J. Vinke hadden het beste van het
spel, doch verprutsten de zaak grondig.
De beste partij werd waarschijnlijk ge
speeld door C. Dijker en P. Bakelaar,
die door de puntenverdeling slechts
weinig op de leider inliepen.
In het kader van de voortgaande
afvloeiing uit de landbouwmede uit
een oogpunt van bedrijfsvergroting
(plan Masholt) is het onderwerp be
drijfsopvolging een interessant en ac
tueel onderwerp geworden. Het C.B.S.
heeft dank zij de ter beschikking
staande computers hieromtrent allerlei
gegevens bekend kunnen maken. Het
grondmateriaal voor deze cijfers werd
ontleend aan de mei-inventarisatie
1968. Het CBS heefl (ditmaal) snel
kunnen werken.
Onderscheidingen
Het C.B.S. is begonnen met onder
scheid te maken tussen bedrijfshoofden
beneden en boven de 50 jaar. De be
drijfshoofden van 50 jaar en ouder zijn
nader onderverdeeld in zonder of met
een bedrijfsopvolger van 14 jaar of
ouder.
Beneden en boven de 50
Bepalen wij ons eerst tot het onder
scheid beneden en boven de 50. Wij
zijn in de gelegenheid naast de per
centages voor Texel (TX) de percen
tages te plaatsen voor Wieringen (WR),
Wieringermeer (WM). Haarlemmermeer
en IJpolders (HM), Zijpe en omgeving,
en Noordelijk Westfriesland bestaande
uit Schagen, Niedorpen, Hoogwoud,
Opmeer, Ursem enz. (NWF). Wij krij
gen dan het volgende overzicht.
beneden
boven
TX
47,8%
52,1%
WR
52,1%
57,9%
WM
49,5%
50,5%
HM
48,8%
51,2%
Zijpe
60,7%
39,3%
NWF
60,5%
39,5%
Zijpe e.o., alsmede Noordelijk West
friesland springen er uit met betrekke
lijk veel „jonge" bedrijfshoofden. Op
Wieringen daarentegen is het aantal
oude bedrijfshoofden vrij groot. Texel
en Haarlemmermeer verschillen niet zo
veel, maar zitten t.o.v. N.W.F. met een
dverigens geheel andere agrarische
structuur, duidelijk aan de „oude"
kant.
Bedrijf sgrootte
In de onderhavige gebieden zijn, met
uitzondering van Wieringermeer, de
bedrijven van bedrijfshoofden beneden
de 50 jaar kleiner dan die van boven
de 50 jaar.
beneden boven
TX 18,2 ha. 31,6 ha.
WR 16,9 16,3
WM 29,9 29,6
HM 12,0 16,0
Zijpe 12,6 14,2
NWF t9,4 10,4
Zonder opvolger
Hoeveel bedrijven hebben geen op
volger? Wij hebben wederom percen
tages berekend t.o.v. het totale aantal
aanwezige (dus inclusief beneden 50
jaar) bedrijven. Naast het percentage
bedrijfshoofden zonder opvolger, ver
melden wij het percentage, dat het
aandeel van deze bedrijfshoofden in de
totale oppervlakte (ha.) weergeeft.
Bedrijfshoofden ha.
TX 27,8% 23,2%
WR 29,8 22,3
WM 14,0 12,8
HM 22,4 19,3
Zijpe 21,2 19,4
NWF 20,7 18,8
Wieringen heeft van de hier verge
leken gebieden niet alleen de meeste
„oude" bedrijfshoofden (57,8%), maar
ook de meeste zonder opvolger (29,8%).
Ook op Texel zijn er nog al wat be
drijfshoofden zonder opvolger. Gaan
wij er van uit dat in de komende jaren
nog velen de landbouw door allerlei
omstandigheden zullen (moeten) verla
ten, dan zou het grotere aantal zonder
opvolgers het probleem misschien min
der moeilijk maken.
Uit de cijfers omtrent de gemiddelde
grootte van de bedrijven van 50-jari-
gen en ouder blijkt vervolgens dat de
bedrijven met opvolger duidelijk groter
zijn dan de bedrijven zonder opvolger.
zonder
met
TX
16,9 ha.
27,0 ha.
WR
12,4
20,4
WM
27,1
30,6
HM
12,2
19,2
Zijpe
12,0
16,8
NWF
8,9
12,0
Op Texel zijn de bedrijven met op
volger ±60% groter dan de bedrijven
zonder opvolger, ongetwijfeld zal de
beschikbare man-kracht mede van in
vloed zijn op de grootte van het bedrijf.
Opvolgers
Van de bedrijfshoofden van 50 jaar
en ouder, die wel een opvolger hebben,
heeft het CBS een aantal aspecten na
gegaan.
Leeftijd
Op Texel blijken de opvolgers nog
betrekkelijk jong te zijn. Bijna 27%
behoort tot de leeftijdsgroep 14-19
jaar. Op Wieringen zijn veel meer
oudere opvolgers.
14-19 jr.
20-24 jr.
25 en
ouder
TX
26,9%
25,0%
48,2%
WR
20,6
20,6
58,8
WM
10,7
34,3
55,1
HM
22,7
26,7
50,6
Zijpe
22,5
29,5
47,9
NWF
24,3
29,9
45,8
Opleiding
Wat betreft het genoten onderwijs
staan de opvolgers in Wieringermeer
bovenaan. Niet minder dan 75% heeft
hoger (en middelbaar) land- of tuin-
bouwonderwijs genoten. Op Texel, in
Noordelijk Westfriesland en in Haar
lemmermeer heeft ongeveer 60% land-
of tuinbouwonderwijs ontvangen.
hoger
lager
ander
TX
30,6%
61,1%
0,9%
WR
47,1
26,5
2,9
WM
75,4
21,9
2,7
HM
29,5
59,3
3,4
Zijpe
33,8
54,2
2,8
NWF
26,9
64,2
2,6
Werkzaam
4A4202
Tenslotte heeft het CBS nagegaan
waar de opvolgers werkzaam zijn. Op
vallend is dat veel Texelse opvolgers
werken op een ander landbouwbedrijf
dan zij t.z.t. gaan opvolgen (18,5%).
Zijpe spant de kroon wat betreft de
werkzaamheid op het eigen bedrijf.
eigen
ander
TX
75,0
18,5
WR
85,3
8,8
WM
82,9
8,6
HM
85,7
2,5
ZijpE'
90,8
5,6
NWF
82,3
9,3
Samenvatting
202. Smid je Verholen was een nuttig
bezoekje aan burgemeester van Muize
nis gaan brengen. Hij zat in de venster
bank van de burgemeesterskamer en
sprak de burgervader vriendelijk, doch
licht berispend toe.
,Er gaan kwaje geruchten over je,
beste van Muizenis", zei de smid. „Ze
zeggen, dat je een massa geld hebt
aangenomen.
„Dat was voor het belang van ons
dorp...." protesteerde van Muizenis
zwakjes.
„Ze hebben je daarmee lelijk bij je
staart gehad, Muis!" vervolgde de
9mid. .„Ik heb er lang over nagedacht,
doch nu begrijp is wat de bedoeling
was. Dat geld is jou gebracht door een
zekere meneer Louis van Gappeghem,
niet? Nou, die knaap heeft net zoveel
met het leger te maken als mijn zon
dagse koffiepot! Je koddebeier had ge
lijk, hoor! Die van Gappeghem is beter
bekend als Linke Lowietje, een gesle
pen stuk boef En wedden dat-ie in
opdracht werkte van Kille Bill? En be
grijp je nou nóg niet wat de bedoeling
was? Iedereen in het dorp moest over
die centen praten. De boeven hebben
natuurlijk zélf het gerucht verspreid
Als er zo'n nieuwtje rondverteld
wordt, dan is er altijd ééntje als de
kippen bij. Dat is Sipko Stunt, die op
dringerige journalist. Die schrijft er
dan een opzwepend stukkie over en
daarmee is dan het doel bereikt. Ieder
een praat over de corrupte burgemees
ter van Rijkhuyzen, en Kille Bill kan
mooi ongemerkt zijn gang gaan!"
„Wat moet ik dan doen....", vroeg
de burgemeester klagend.
„Stuur dat geld terug", antwoordde
de smid.
„Aan wie? Aan Kille Bill?"
„Natuurlijk niet!" riep de smid. „Je
stuurt het aan de Staat! Wedden, dat je
bericht krijgt dat het geld zo vals is als
wat? Nou, dat moeten we juist hebben!
Dan hebben we meteen een reden om
Kille Bill te beschuldigen van valse
munterij!".
„Jammer van al het geld, maar héél
slim...." zuchtte de burgemeester.
En hij schreef in een dikke brief, dat
hij om bepaalde redenen het geld on
mogelijk kon accepteren
Van de bedrijfshoofden op Texel met
hoofdberoep in de landbouw is iets
meer dan de helft 50 jaar of ouder.
Deze ouderen hebben gemiddeld (21,6
ha.) grotere bedrijven dan hun jongere
collega's (18,2 ha.). Onder de ouderen
hebben degenen met een opvolger een
bedrijf dat gemiddeld 60% groter is
dan van degenen zonder opvolger.
De opvolgers op Texel zijn betrekke
lijk jong. Zij volgen overwegend
(60%) het) lager land- en tuinbouw
onderwijs, terwijl een naar verhouding
groot deel (18%) niet op het eigen be
drijf werkt.
Gezien het belang van vorenstaande
cijfers mogen wij verwachten dat te
gelegenertijd opnieuw cijfers omtrent
de bedrijfsopvolging verzameld zullen
worden. Het CBS zorgt wel voor de
verwerking.