I
AMRO-spaarders
profiteren van de volgende
rentepercentages:
4%
4y2%
5%
6%
&A%
AMRO BANK
Oude lie
1LMNIEUWS
"M
lieslachtoffers inl'a
Vlaardingen
AMSTERDAM-ROTTERDAM BANK
55
ede blad
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 21 MAART 1969
bulUn ««riMvocrMvUttld do rodolllo «HjW
Ï^SSa35I3SÏ5ïSM2J»/mSSï385üS
,or pers en televisie werd uitvoerig
•ht over de slachting, die is aange-
onder de zwarte zeeeenden en de
[eenden bij de Waddeneilanden,
jat een kapitein zo onverstandig
een grote hoeveelheid stookolie in
e lozen. Geraamd wordt, dat er ten-
ite 20.000 slachtoffers zijn.
■treffende de hulpverlening aan
olieslachtoffers is er veel kritiek
t op de stichting Vogelolieslacht-
•s uit Vlaardingen. Zo heeft de
,0» Spaans, volgens het Alg. Dag
van 22 febr. '69, gezegd: „Wat die
sen met de beste bedoelingen doen
terenmishandeling en geen dieren-
herming".
■n andere uitlating die er niet om
is: „Het vervelendste is, dat het
[lek, dat zijn geld geeft, denkt, dat
mensen goed werk doen. Ze rekken
n het lijden van de vogels er maar
Bovendien leiden ze de aandacht
an waar het eigenlijk om gaat, nl. 't
leken van degenen, die de olie op
hebben geloosd.
ere opmerkingen gelezen hebbende,
de ik mij als lid van de Koninklijke
Lca,
aterdagavond en zondagmiddag
™Bnen de bioscoopbezoekers Jerry
/is zien als Gerald Clamson, een va-
tievierende» boekhouder die met een
de niets en niemand ontziende dia-
ïtrovers te maken krijgt. De film
>oi 'm maar open" begint als Gerald
de hengel een dodelijk gewonde
vorsman ophaalt. Deze mompelt
juist iets over een kostbare partij
NK,|[nanten die hij van „de bende van
r" heeft gestolen, geeft Gerald
kaart en fluistert iets over een ho
rnet een scheepsra. De politie wil
raids gekke verhaal niet geloven,
at hij zelf op onderzoek uitgaat. Een
;tandigheid die onder de bende veel
nek veroorzaakt is dat Gerald pre-
lijkt op de kikvorsman die door
>r uit de weg is geruimd. Er doen
merkwaardige ontwikkelingen
ir die kenmerkend zijn voor een ech -
Jerry Lewis-film. Het komt zover
Gerald door de hele bende met me-
werkers wordt achtervolgd zodat hij
ar de schone Suzie met de helicopter
iet worden gered. Het is dan ook Su-
die verder met Gerald door het le-
j zal gaan. (In kleuren toegang
e leeftijden).
Sondag- en maandagavond: „Dc
tokkelaars van Oran", de geschiede-
van twee ex-oorlogvliegers die met
i oude Dakota een „Noordafrikaanse
ichttransport Maatschappij" exploi-
De Amerikaan Harris benadert
met het verzoek gesmokkelde si-
retten naar Parijs te brengen. Het
jkt een valstrik te zijn, door Harris
touw gezet om het tweetal voor an-
re, veel gevaarlijker karweitjes aan
Ji te binden. Harris heeft voldoende
loed om hun in beslag genomen
weer los te krijgen en dat
leurt als de twee vliegers erin toe-
immen een twaalftal smokkelvluch-
uit te voeren. De zaak wordt ge-
ipliceerd als Brynie, een van de
ee, verliefd wordt op de vriendin
m Harris. Intussen maakt Harris, die
knoei is komen te zitten, het plan
de vliegers in Cairo te laten ver-
ójnenDe zaak lekt uit. In een
vecht aan boord van 't toestel wordt
ike gedood en Brynie weet Harris be-
nsteloos te slaan, het vliegtuig op een
'daten veld neer te zetten en de au-
nteiten te waarschuwen. Het slot is
it Brynie met Elena, Harris' ex-vrien-
m, naar Amerika vertrekt, beiden met
it voornemen een beter leven te be
nnen. (In kleuren toegang boven
B jaar).
Ned. Natuurhistorische Vereniging ge
roepen eens een kijkje te gaan nemen
in een voormalige eendenkooi even bui
ten de stad Vlaardingen, waar de stich
ting Vogelolieslachtoffers ca. 500 eider-
eenden heeft zitten, afkomstig van de
Waddeneilanden.
Hier trof ik de heren v.d. Bosch, die
op Terschelling is geweest om eenden
te behandelen, en Boer, direkteur van
de „dierenbescherming Nieuwe Water
weg". Zij vertelden mij voor het eerst
van de ramp gehoord te hebben in het
TV journaal, waarna direkt kontakt
werd gezocht met de heer Spaans op
Terschelling, die echter ontraadde om
te komen, omdat er toch niets aan te
doen was. Met zijn drieën zijn ze toch
per landrover naar Terschelling ge
gaan, waar door de gemeente alle mede
werking werd verleend. Men stelde een
gebouw van de Zeevaartschool ter be
schikking om als behandelcentrum in te
richten. Do Rijkspoltie, Rijkswaterstaat
en particulieren verleenden hulp door
jeeps in te zetten en de plaatselijke
overheid gaf de Zeevaartschool en een
MULO-klas vrijaf om te assisteren.
De aangevoerde vogels werden gewas
sen met een Cleanosoloplossing van
38% (5 eetlepels cleanosol op 10 liter
water). Vervolgens werden de vogels
nagespoeld met water, gedroogd en naar
Vlaardingen getransporteerd. Bij het
vertrek was burgemeester Kooiman
persoonlijk aanwezig.
Hoe verging het de Stichting Olie-
slachtoffers op Texel. Door de Rijks
politie opgebeld en ingelicht (alle lof
voor de politie) gingen vier mensen
naar Texel, waarna overleg volgde met
de heer G. de Haan en de heer Swen-
nen (bioloog NIOZ). De heer De Haan
stond zeer pessimistisch tegenover een
behandeling van de besmette vogels,
evenals de heer Swennen, die vertelde
dat zelfs gezonde eidereenden zouden
sterven door het zeer specifieke milieu
waarin de dieren gewoon zijn te leven.
Na nog een overleg op het politie
bureau werd overeengekomen, dat de
Stichting één dag vuile vogels van het
strand mocht halen, die vuil meegeno
men moesten worden naar Vlaardingen.
Dit leverde ca. 100 vogels op. Een dag
tevoren waren reeds veel vogels afge
maakt.
Na dit verhaal over de ervaringen
van de stichting op Terschelling en
Texel werden mij de ruime loodsen ge
toond, waarin de ca. 500 eidereenden
bivakkeerden op een ondergrond van
zaagsel.
In totaal zijn nog ca 30 vogels gestor
ven, waaran 25 in de eerste week. Bio
logen van de Vrije Universiteit van
Amsterdam hebben alle exemplaren ge
ringd en gewogen, terwijl één dezer da
gen werd gekonstateerd, dat bij alle die
ren de stuitklier (vetklier) weer werkte.
Ook de donslaag viel 100% mee. De
ontlasting wordt periodiek onderzocht,
evenals de doodsoorzaak van de ge
storven dieren. Een ideaal onderwerp
voor de scriptie van de biologisch stu
dent die er komt werken.
De voeding bestaat uit ca. 120 kg. vis
per dag, die wordt gemengd met mos
selen, broodkruim en geweekte erwten.
Ook wordt zeewater gevoerd.
De stichting olieslachtoffers, die lid
is van de I.S.P.A., doet haar werk van
af 1962 en van de behandelde vogels is
ca. 70% gezond in de natuur terugge
keerd. Door de leden wordt veel litera
tuurstudie gedaan. Dit alles wordt tot
stand gebracht door mensen, die hier
aan een deel van hun vrije tijd geven.
Ik dacht, gezien de aanpak en de tot nu
toe behaalde resultaten, dat hier ge
sproken kan worden van dierenbescher
ming met een grote D.
Dat vooral het laatste projekt al veel
heeft gekost en nog zal kosten moet
iedere lezer duidelijk zijn. Voor hen,
die de stichting willen steunen, volgt
hier het gironummer: 75 75 75 t.n.v.
Stichting Olieslachtoffers, Vlaardingen.
P. W. M. Boom, ing.
Vlaaringen
NASCHRIFT
Dat van de door de stichting behan
delde vogels 70% gezond in de natuur
terugkeert, zegt helaas niet zoveel. Te
genstanders van de schoonmaakmetho-
de wijzen erop, dat de vogels juist om
komen nadat ze weer zijn losgelaten.
Ondanks het weer in ^verking treden
van de vetklier is#het verenpak door
gaans nog lek, waardoor de dieren bij
neerstrijken op zee verkleumen en om
komen, terwijl ook nog moet blijken
of vogels die geruime tijd door mensen
zijn verwend in staat zijn bij terugkeer
in de harde natuur weer voor zichzelf
te zorgen. Ongetwijfeld zal over enige
tijd een antwoord kunnen worden ge
geven op de vraag of het zin heeft vo
gels schoon te maken. Conclusies zullen
kunnen worden getrokken uit de aan
tallen geringde vogels die later worden
teruggevonden. In het Texels Museum
worden bij wijze van proef stookolie
slachtoffers nadat ze zijn gereinigd in
gewreven met een vet, dat chemisch
grote overeenkomst heeft met het vet
dat de vogels uit hun vetklier afschei
den. Of deze methode zinvol is, kan
ook pas worden gezegd nadat gebleken
is dat de losgelaten dieren zich in de
natuur weten te handhaven. Als de
stichting vogelolieslachtoffers, dank zij
financiële steun, haar activiteiten kan
voortzetten, is daarvan tenminste het
nut dat te zijner tijd een zo goed mo
gelijke reddingsmethode wordt ontwik
keld. Red.
210. Het is nu echt wel duidelijk, dat de
kapitein Arend J. Hitt van Walker een
heel mistige en geheimzinnige rol speel
de in het drama van de sportcomputer.
We zullen daarom nu alle mistigheid en
geheimzinnigheid eens van die rol afha
len om de heer Arend in al zijn door
trapte schamelheid eens goed bloot te
stellen aan des lezers oog. Om dat al
lemaal goed te begrijpen, gaan we terug
naar strip 144, waar we even kennis ge
maakt hebben met Dikke Jopie de
Knijpert, de afschuwelijkste boef, die
ooit in de sloppen en stegen van Gra-
vendrecht rondgelopen heeft. Linke
Lowietje was toen naar Dikke Jopie ge
gaan en had héél veel geld betaald
voor.ja juist! Goed begrepen! Voor
uniformen! En daar kon Dikke Jopie
de Knijpert wel voor zorgen, want Dik
ke Jopie was er precies van op de
hoogte, dat een zekere Arend J. Hitt van
Walker kapitein in het leger was en dus
niet bepaald over een erg groot inkomen
beschikte. Ondanks dat had die Arend J.
de verderfelijke gewoonte elke maand
véél meer uit te geven dan er binnen
kwam. Dat moest natuurlijk een keertje
spaak lopen en zo zat Arend al een hele
tijd dik in de schuld. Van die kennis
maakte Dikke Jopie geniepig gebruik.
„Je offerde teveel an wijntje en
trijntje...." had Jopie schor gezegd.
„Als je generaal daar achter komt, vlieg
je de dienst uit! Zal ik die schuld nou
'es voor je betale? Dan help jij mijn tij
delijk, hoor, want wij van de vakver
eniging van penozejongens viere bin-
nekort een jubileumfeest. Dan wille we
fijn stuk opvoere. De Big van het Regi
ment. Een big hebbe we al, en het enige
wat ons dus nog ontbreekt, benne uni
forme om het regiment mee te kleeje.
Het goud lokte, en Arend J. gaf toe.
En toen kwam het, dat hij op een stille
avond met Dikke Jopie langs allerlei
slinkse paadjes naar de rustkamer
sloop, waar de fourier de uniformen be
waarde
Dat was diezelfde avond, waarop
Eelco Eelkema onrustig door het dorp
liep, omdat hij voelde, dat er onraad
broeide
(Wordt vervolgd)
rente op een
AMRO-
renteboekje of
spaarrekening.
rente op een
AMRO-spaarrekening
met een opzegtermijn
van 3 maanden.
rente op een
AMRO-
spaarrekening
met een
opzegtermijn van
6 maanden.
rente op een
AMRO-
spaarrekening
met een
opzegtermijn van
12 maanden.
rente op een
AMRO-spaarrekening
met een vaste termijn van
24 maanden.
FEUILLETON
door
TOM LODEWIJK
l „Kerel, Geert, bedoelde je dat met
:haken?"
„Ik had er vanavond nog geen idee
an, meneer Vermeer".
„Dat is dan deksels gauw gegaan,
•om mee kinderen, Noortje snapt niet
'aar we blijven."
Maar moeder Noortje had het allang
ehoord en kwam de gang in.
„Mams, liefste". Lot klemde haar
loeder vast. Die wist alles. Die begreep
lies
„Ben je nou gelukkig kind?"
„Ja, ja Tóch".
Ja. Ja Tóch.
Dat kon ze nu na al die jaren, nog
iltijd antwoorden op die vraag.
Ze was gelukkig geworden, veel ge-
^kiger dan ze mogelijk had geacht.
Alles wat Gerard had kunnen doen,
lad hij gedaan om haar gelukkig te
oaken en niet alleen in materiële zin.
I'j had nog wel veel meer promotie
"nnen maken, het nog verder kunnen
>rengen op de maatschappelijke ladder,
oaar hij hield zich aan zijn woord,
toet zijn werk was zijn levensdoel,
naar gelukkig zijn en anderen gelukkig
e maken. Dat geldt voor zijn vrouw,
'oor zijn kinderen. Lot's vriendinnen
ladden haar wel e"ens geplaagd met
laar „eeuwige minnaar".
Af en toe was ze nog in aanraking
lekomen met Kees de Waard, zij het
'"direct. Er was een tentoonstelling ge
weest in Amsterdam en daar was ze
heen gegaan op een ogenblik, dat ze er
zeker van kon zijn hem niet te ont
moeten. En eenmaal op een stationsper
ron, had ze hem uit de trein zien stap
pen met een paar vrienden. Ze las over
zijn werk, zijn triomfen. Met die Anna-
belle scheen het allang weer afgelopen
te zijn, die was nu schijnbaar aan haar
vijfde man toe. Kees leefde een vrij
leven. En dat was wat hij nodig had.
Waarom had dan dit bericht haar zo
heftig aangegrepen, dit bericht dat Kees
terug kwam in Nederland?
Hoe veel geluk Lot ook vond in haar
gezin en met haar man, naarmate ze
ouder werd begon ze zich steeds meer af
te vragen, of dit nu alles was wat het
leven haar te bieden had. De kinderen
groeiden op, gingen straks uit huis.
Liesbeth deed eindexamen, Lydia wilde
straks in de verpleging, iets waarin Ge
rard haar hartelijk steunde; en de jaren
snelden als met sneltreinvaart voorbij.
Straks was ze een vrouw-op-leef tijd.
Had ze dan werkelijk gelééfd? O zeker
ze had van het leven genoten, het had
haar aan niets ontbroken. Ze had een
mooi huis, helemaal ingericht naar haar
eigen smaak, ze had mooie dingen kun
nen kopen. Gerard was in deze nog
altijd groeiende gemeente een vooraan
staande figuur, haarzelf ontbrak het
nooit aan bezigheden en tijdpassering.
Gerard had kans gezien ieder jaar er
tussen uit te trekken en ze was in Ita
lië geweest, in Oostenrijk, in Grieken
land en in Zweden en Noorwegen.
Nooit meer in Parijs. Nee, dat niet.
Maar een hoekje van de akker van
haar hart was onbezaaid gebleven. Haar
leven was, zoals Floor het eens had ge
zegd, ingedijkt in het huwelijk, tot een
kanaal geworden in plaats van een
bruisende stroom. En deze plotselinge
confrontatie met Kees de Waard deed
het oude verlangen weer in haar ont
waken, de oude vraag »hoe zou het le
ven geweest zijn met Kees? Het verle
den had zijn pijnlijke kanten verloren
en was omgeven met een romantisch
waas. Lot, door allerlei banden gebon
den, voelde zich nog jong genoeg voor
het grote avontuur, dat ze niet meer
beleven zou.
En nu vroeg ze zich af: was Geert zó
zeker van haar, dat hij niets vreesde
van een hernieuwd contact met hem,
die haar eerste grote liefde was ge
weest en nog altijd haar oude liefde
was
Of liep hij ook nu weer bewust dit
risico, uit liefde voor haar, wetend dat
ze ook hier volledig zelfstandig moest
beslissen, haar niet willende binden met
banden van conventie en plicht en mi
lieu
Ze wist het allemaal niet.
Maar dit wist ze héél zeker.
Ze ging naar de tentoonstelling.
En ze zou Kees de Waard niet uit de
weg gaan.
HOOFDSTUK XII
Weerzien
Lot stond op haar benen te trillen als
een jong meisje bij haar eerste afspraak.
Hier was ze weer, terug in het oude
milieu.
Hier stond ze in het Amsterdamse
Stedelijk Museum. Hier hingen de doe
ken van Kees de Waard. En het schonk
haar een diepe voldoening te zien, hoe
zijn werk was gegroeid tot een niveau,
dat hem plaatste in de topgroep. Ont
roerd herkende ze enkele van zijn* vroe
ge werken, die hij in Nederland en in
Parijs had gepiaakt. En déar.... haar
adem stokte. Daar hing haór portret.
Het meisje Lieselotje. Ze zocht nerveus
het nummer in de catalogus. Ja, daar
stond het. Simpelweg. „Lieselotje".
Méér niet. Dat was ze dus nog altijd
voor hem, ondanks alles. En er stond
bij „Niet te koop".
En nu stond ze voor haar eigen por
tret. O ja, zo was ze geweest. Die ogen
die zo vol verwachting uitzagen naar
alles wat het leven te bieden had, en het
geheel straalde een ongerepte, kinder
lijke levensblijheid uit, Zó had Kees
haar gezien. Zó was ze toen. Opeens
werd ze er zich met schrik van bewust,
dat de mensen haar zouden kunnen her
kennen. Hoewel ze zou toch wel erg
veranderd zijn.
„Niet eens zo héél erg veranderd",
hoorde ze een stem achter zich. Met een
ruk draaide ze zich om.
„Kees
„Lieselot". Hij greep allebei haar
handen. „Ik heb naar je uitgekeken. Ik
wist, als je er nog was, dat je hier zou
komen en naar dit schilderij. En nu bén
je er".
„Kees", kon ze alleen maar stamelen.
„En niet eens zo erg veranderd. Je
bent het nog altijd".
Ze wist niet wat te zeggen.
„Kom", zei hij weer en het was haar
alsof de jaren teruggleden, „kom mee.
Je kunt die tentoonstelling nog wel eens
nader bekijken. Zien of we ergens een
bak koffie krijgen. Hier aan de over
kant, bij het Concertgebouw".
Het was weer net als tóen.
En wéér ging ze me»e, net als toen.
Zonder aarzelen.
Terwijl ze naast hem ging, nam ze
hem op. Het leven had hem schappelijk
behandeld. Hij was nog altijd de knap
pe, slanke kerel, in zijn donker haar
weefden zich een paar grijze draden,
maar dat maakte hem te interessanter.
Het was nog steeds dezelfde Kees. En
dat zei ze ook.
„Weet je dat jij óók nog altijd de
zelfde bent?"
„Ook voor jou, Lieselot?"
Ze wist niet wat ze hierop moest ant
woorden. Ja, zei haar hart, maar dan
zag ze het rustige gezicht van Geert.
„Jij bent nog altijd dezelfde", zei ze,
„maar ik niet meer".
Ze zaten weer samen op het terrasje.
„Jij niet meer" .herhaalde hij. „Ben
je getrouwd, Lieselot?"
„Ja", zei ze bijna uitdagend, „en moe
der van drie kinderen."
„Allemensen", schrok hij vermaakt.
„Wat doet je man?"
„Directeur van een verzekeringsbe
drijf."
„Lieselot!" haalde hij grappig-ontzet
uit, „hoe heb je het kunnen doen!"
„Zijn jouw spullen hier niet verze
kerd?"
„Wat dacht je? Voor een miljoen,
minstens. Verzekeringen zijn net zo
nuttig als eh politieagenten. Maar ik
zie jou niet getrouwd met een agent".
(Wordt vervolgd)