4%
4%%
5%
6%
7%
AMRO BANK
AMRO-spaarders
profiteren nu van de volgende
rentepercentages:
BRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPÜTER
MET DE ZILYEMEN LEPEL
Sierlon
AMSTERDAM-ROTTERDAM BANK
[EEDE blad
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 11 JULI 1969
Zaterdag 12 juli
i Burg, Hogeberg, 14.00 uur, zeepkisten-
Burg, 20.00 uur, „Sarasani", beatfestijn.
Zondag 13 juli
n Hoorn, 19.00 uur, strandloop, start van
parkeerterrein.
i Burg, 20.00 uur, „Sarasani", beatfestijn.
Maandag 14 juli
i Burg, 20.00 uur, „Sarasani", beatfestijn.
Dinsdag 15 juli
i Burg, 20.00 uur, „Sarasani", beatfestijn.
Woensdag 16 juli
Koog. plm. 19 30 uur, sportveld, spuitvoet-
q Burg, folklore.
Burg, 20.00 uur, „Sarasani", beatfestijn.
Donderdag 17 juli
n Burg, 20.00 uur, „Sarasani", beatfestijn
Vrüdag 18 juli
Koog, 19.00 uur, zeeviswedstrijd, einde
TjJ-g
Burg. 19.30 uur, openluchtbijcenkomst
het Leger des Heils met jeugdcombo, op
Groeneplaats.
n Burg. 20.00 uur. „Sarasani", beatfestijn.
Zaterdag 19 juli
•n Burg, 9.00 uur, paardesportdag op de
■lweide, Emmalaan.
isterend, 14.00 uur, rommeltjesmarkt in de
uerstraat t.b.v. restauratie N. H, kerk.
•n Burg, 20.00 uur, „Sarasani", beatfestijn.
Zondag 20 juli
«terend, grasbaanrace op terrein van Dros
L or motoren van 50 cc., georganiseerd door
y AB -club Texel.
:n Burg, 20.00 uur, „Sarasani", beatfestijn.
BURGERLIJKE STAND VAN TEXEL
Geboren: Jasper, zv. Johannes J.
Joosten en Anna E. van Heerwaarden;
Marcel Jan Cornells, zv. Cornells M.
Duijzer en Trientje Roorda; Marjan, dv.
Pieter Brouwer en Antje C. Hooimeijer;
Diana Afina Petronella Johanna, dv.
Jacob 'Dijker cn Catharina M. den BrOk»
Anthonius Johannes, zv. Johann M.
Boom en Theodora P. Bakker; Biem,
zv. Hendrik Troost en Trijntje Lap; Jo
hannes Franeiscus Sebastiaan, zv. Jo
hannes ,F. Halsema en Geertruida de
Ridder; Daniëlla Clasina Petronella Be-
sirée, dv. Hendrik T. Koorn en Petro
nella M. Wijgergangs; Annette Jacoba,
dv. Herman J. Boekei en Anneke van
Dijk.
Overleden: Marie G. Veerdig, wv.
Baijs, oud 58 jaar; Jacob Zwaan, oud
76 jaar; August J. Martin, oud 68 jaar,
K'laartje Witte, ev. Reuvers, oud 78
jaar.
INGEKOMEN PERSONEN
Jacobus Hin, van 's-Gravenhage,
Aerssenstraat 207 naar Oudeschild,
Heemskerkstraat 21; Roelof A Dries-
sen, van Doorn, Mariniersweg 7 naar
Den Hoorn EI 131; Abraham C. Drink-
waard, van Wemeldinge, Bonzijweg
17 b, naar Den Burg, Julianastraat 18;
Pieter N. O. Lampers, van Apeldoorn,
Prinsenlaan 2 naar De CockSdorp, Kik-
kertstraat 88; Catharina G. J. M. Kalk-
sma, van Harlingen, Rommelhaven 6 a,
naar Den Hoorn, Herenstraat 12; Graig
R. Rogers, van U.S.A. naar Den Burg,
Gravenstraat 2; Ferdinand C. J. Graaf,
van Hongkong naar Den Burg, Groene
plaats 11; Adrianan C. M. van Maarse-
veen, van Utredht, Dr. P. van Hoek-
laan 13 naar Den Burg, Lijnbaan 33;
Dirkje Plomp, ev. Bonewit, met gezin,
van Utredht, Nifterlaeplantsoen 13 naar
Den Hoorn, Herenstraat 58; Johanna
H. Stapel, van Staphorst, Gemeenteweg
182 naar Oudeschild, De Ruyterstraat
60; Antonie van Wieringen, van Hilver
sum, Hendrik Smitslraat 24 naar De
Koog, Dorpsstraat 2; Andrieke Hompe-
nius, van Hoevelaken, Oosterdorps-
slraat 93 naar De Koog, Dorpsstraat 39;
Cornells D. Duinker, van Amihem, Lijs
terstraat 10, naar De Waal, W 27.
VERTROKKEN PERSONEN
Rudy J. Hondebrink, van Den Hoorn
H131 naar Den Helder, Het Nieuwe
Diep 5; Arthur R. G. H. Zandstra, van
Den Burg, Elemert 14 naar Heiloo, Doe-
terslaan 28; Sigrid E Wieringa, ev.
Loncin, van Oudeschild, S 26 a, naar
België, Medhelen, Ziekeliedenstraat 6.
Tot 7% rente!
rente op een
AMRO-
renteboekje of
spaarrekening.
rente op een
AMRO-spaarrekening
met een opzegtermijn
van 3 maanden.
rente op een
AMRO-
spaarrekening
met een
opzegtermijn van
6 maanden.
rente op een
AMRO-
spaarrekening
met een
opzegtermijn van
12 maanden.
rente op een
AMRO-spaarrekening
met een vaste termijn van
24 maanden.
■miminiminiminimmininunminui
FEUILLETON door TOM LODEWIJK
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllH
17. Hij wist ook heel goed dat de jon-
de Braber dit allemaal heel goed
aankon, er alles van wist en brandde
Fan verlangen om de hele administra
te met één reuzenzwaai te modernise
ren en aan te passenniet slechts
aan het heden, maar vooral aan de toe-
tamst Hij wilde zidhzelf niet bekennen
dat hij dit niet wilde, omdat 'hij zélf
daardoor overcompleet zou raken, en
zélfs als hij zijn functie bleef bekleden,
log slechts het boegbeeld zou zijn van
het schip, waarop Reindert Stok het be
vel voerde, maar waar dan de Braber
het stuurwiel zou omklemmen.
En omdat hij dit zichzelf niet wilde
toegeven, zocht hij naar andere motie
ven. Arbeidsbesparende methoden zag
hij als bevorderaars van luiheid en ge
makzucht. Van het kaartsysteem zag
hij alleen maar het risico dat zo'n kaart
tan verdwijnen, en daarom hield hij
ast aan zijn dikke, onhandelbare kan
toorboeken. En in het algemeen was het
refrein van Tweehuysens liedje van
verlangen naar de goeie ouwe tijd „het
is altijd goed gegaan zo, waarom zou
den we veel geld o-ver de balk gooien
aan al die nieuwigheden?"
Tussen hem en Piet de Braber was er
altijd een stille strijd. Daarbij kwam,
dat Reindert Stok bepaald geen kan
toorman was, hij was typisch de man
taigs de weg. Hij had geleerd op Twee-
huysen te vertrouwen, en dat was hem
nooit slecht bekomen.
Daarbij had hij een hekel aan veran
dering. Hij zou niet gauw iemand ont
slaan, alleen al omdat hij dan weer aan
een nieuwe moest wennen. Hij kende
het bedrijf van haver tot gort, wist
waar alles te vinden was, en dat moest
maar zo blijven, anders tastte je mis. In
de grond der zaak zag hij, evenals zijn
bejaarde procuratiehouder, er tegen op
dat op een gegeven moment in zijn be
drijf methoden zouden toegepast wor
den, waarvan hij zelf de samenhang
niet meer zag. Hij moest het zichzelf
bekennen dat soms als Piet de Braber
zat te praten, hij de draad kwijtraakte,
het niet zo gauw snapte. Dat was grie
zelig. Dat gaf je het idee dat je oud
werd, het niiet meer kon bijsloffen.
Todh was er nog een ander griezelig
idee, namelijk dat zo'n flinke knappe
vent die overal -terecht kon, eenvoudig
de zaak te ouderwets zou gaan vinden
en de benen nemen. Dat zou betekenen,
dat dan de zaak inderdaad ouderwets
begon te worden! Als Piet de Braber op
een goeie dag het zou vertikken verder
te vechten tegen de bierkaai, en een
andere baan zoeken, dan, wist Reindert
met onfeilbare zekerheid, verloor hij
niet alleen een beste kracht, maar dan
verloor hij oök de toekomst. Dan werd
hij één van die mensen die zeiden ,,'t
zal mijn tijd nog wel duren" maar
daarvoor had Reinde'rt Stok de firma
Reindert Stok „en Zoonen" niet ge
sticht! Hoe trots was hij geweest op dat
naambord. Na hem zouden anderen de
zaak verder groot maken. Hij had die
niet gesticht en zich ongelukkig ge
werkt om het zaakje straks te likwide-
ren, of aan een concurrent over te doen!
En zo verzeilde Reindert van de wal in
de sloot. Want hij wilde nóch Twee-
huysen laten gaan, nóch de Braber
missen. Nu eens gaf hij de Braber toe,
wanneer die op een bepaald punt iets
voorstelde waarvan ook hem wel dui
delijk was dat het een verbetering was,
dan weer kwam hij in het straatje van
Tweehuysen door voorgestelde veran
deringen op de lange baan te schuiven,
en meestentijds koos hij de weg van de
minste weerstand door er niet te zijn,
geen tijd te hebben, andere dingen aan
zijn hoofd te hebben. Zo hoopte hij het
te rekken en vertrouwde er vaag op
dat alles wel op zijn pootjes zou terecht
komen.
Maar de jonge de Braber zag door
die manoeuvres heen. Hij was er van
overtuigd, dat niet alleen het bloembol
lenvalk maar iedere zaak op zichzelf toe
gerust en gereed moest zijn om de zich
duidelijk aftekenende ontwikkelingen
in Europa en de rest van de wereld het
hoofd te kunnen bieden. Alleen een
man die dacht „het zal mijn tijd nog
wel uitdienen" en die zich van de toe
komst niets aantrok kon het zich ver
oorloven, de ogen daarvoor te sluiten.
De firma Stok Zoonen moest niet
achteraan komen, maar in het concert
van de toekomst een eerste viool spe
len. Dat was nu wat Reindert zich
maar zo moeilijk kon begrijpen: dat een
jongen als Piet de Braber zich daar dik
cm maakte. Het was toch zijn taak
niet? Hij begreep dat niet, al was er
van medezeggenschap in het bloembol-
lenbedrijf nog gans geen sprake, vele
jaren lang vele employé's helemaal op
eigen houtje en vaak zonder dank van
de baas, de medeverantwoordelijkheid
hadden gedragen voor het bedrijf waar
aan zij hun krachten gaven, en dat Piet
de Brber een van die mensen was.
Eén van die mensen die het bedrijf
eenvoudig niet kunnen zien als een
broodwinning. Voor wie de zaak waar
in zij we'rken, hun zaak is. Maar al
stond Reindert Stok met zijn ideeën
nog stammend uit de verleden tijd, hier
vreemd tegenover, zo veel temeer vond
hij begrip bij Nel Stok! Zij was een
dochter van haar vader. Maar ze was
van een andere tijd. Terwijl hij bij
voorkeur in het verleden keek, waarin
de bloembollenman er altijd nog in ge
slaagd was de boot te halen, was haar
blik op de toekomst gericht. Zij had een
zakenlhoofd. En terwijl haar vader met
zijn ingeroeste ideeën over een „man-
nenbedrijf" er niet toe kon komen se
rieus naar haar te luisteren, merkte ze
dat de jonge boekhouder van die voor
oordelen niet de minste last had. Zij
begreep waarvoor hij vocht, zij steunde
hem, en daar kwam nog bij dat zij meer
nog dan hij de zaak voelde als haar
zaak.
Hij heette Piet de Braber, maar zij
heette Nel Stok. En al kende die firma
dan ook alleen Rein Stok Zoonen"
de doChter liet zich echter niet uitvlak
ken.
Tussen haar en haar broer Bas groei
de dan ook een steeds grotere verwij
dering. Bas, begreep ze, al was hij dan
geen kwaaie vent, was te gemakzuch
tig van aard, te weinig zakenman, te
weinig bedrijfsleider. Hij dreef op de
leiding van zijn vader en probeerde zelf
in zijn werk voor de zaak zoveel moge
lijk het nuttige te verenigen met wat
hij als het aangename beschouwde.
„Rentetrekker", spotte Nel.
Zolang Reindert de touwtjes in han
den hield, liep dat niet zo in de gaten,
hoewel de reizigers, Koopman die naar
Zweden ging, van der Velde die Enge
land bereisde en Merkman die goede
zaken deed in Duitsland, meermalen
meesmuilend keken naar de orders
waarmee hij thuiskwam en vooral naar
de prijzen die hij maakte. Hij teert op
het geld dat wij verdienen, zeiden ze,
maar ze hielden toch nog genoeg over,
en 't gezag van de oude Reindert was
groot genoeg om ze in toom te houden
Nel Stok, zeiden de mensen wel eens,
deed haar naam eer aan.
„Ze heeft een bezemsteel ingeslikt",
zeiden de jongens. Ze was lang en ze
liep heel recht op. Ze had mooi blond
haar, een goed figuur, hoewel dezelfde
jongens onder elkaar beweerden dat je
aan haar brosje moest zien waar de
voorkant was, ze had een regelmatig
gezicht, prachtige tanden, grote grijze
ogen en ze droeg e»en bril die meer dan
iets anders het uiterlijk van een stren
ge schooljuffrouw gaf. Ze was in haar
kleren iets stijfjes en droeg altijd plat
te schoenen omdat ze tóch al zo lang
was, en daarenboven, zei ze nuchter,
spaart het je tenen. Ze zwom als een
otter, tenniste hard en scherp en op
de Kaag was geen wind haar te krach
tig, als ze in haar kleine B M. over het
water scheerde.
(wordt vervolgd)
feuKniiiiiüiiiiiiflli
226. Platvink-Jantje had gelijk: de
sportcomputer en de vrachtwagen van
Guurt OlyhoeCk gingen in snel tempo
over in handen van Kille Bill en zijn
kornuiten. En daar stonden smid je Ver
holen en dr. Yokito nu...., eenzaam
dn het bos...., beroofd van alles wat
ze zo lang met hand en tand verdedigd
hadden. „Een mooie boel....," zeti de
smid. „We hebben ons allerlei geheime
agenten en allerlei internationaal ge
spuis van het lijf weten te houden, we
hebben daarbij zelfs hulp gehad van 'n
zökere brigaldiier Piet, doch tenslotte is
Kille Boll ons tóch nog te slim af ge
weest. We zijn 'hem kwijt, die fraaie
sportcomputer
„Arremaar jouw schurd!" riep de
kleine Yokito driftig. „Waarom huur hij
een oude, rangzame vrachtauto om
dwars door het gevaarnjke bos te rij
den? Waarom bracht jij mij niet in jou
engen snerre wagen naar de haven toe?
Ik zeg jou één ding, Venhooren! Het
spijt mij, dat ik ooit één voet binnen
jouw deur heb gezet!"
„Nou Yokito.zei de smid, uiter
lijk héél kalm. „Jij bent wel een bij
zonder dankbaar mannetje hè?"
„Een gereerde doctor hoeft niet
dankbaar te wezen", antwoordde Yo
kito. „Wetenschap kent geen gevoerens
van dank!"
„Jij hebt tijdenlang voor noppes mijn
bed gebruikt en mijn eten gegeten.
vervolgde de smid.
„Het was een srecht bed en he»t was
sredht eten", vond dr. Yokito. „Ik hou
niet van erwtensoep met vette kruif en
stamppot met worst! Wij Japanners
elen rijst!**
„Dan moet je vooral héél snel naar
Japan teruggaan", beet de smid van
zich af. „Ga jij maar mee naar huis,
Yckdito! Pak je koffertje' en verdwijn!
Je hoeft geen minuut langer bij me te
blijven dan stnkt noodzakelijk is!"
En met grote stappen liep de smid
voor de kleine Japanner uit. Kijk, daar
gaan ze over de Kerkbrink, het grote
plein, dat nu weer vredig en rustig
de dorpskern van Rijkhuyzen be
heerst
(wordt vervolgd)