Voor u
marken
peseta's
en lires
en voor u
Semi-hovercrafts gaan
op Terschelling varen
BRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPUTER
MET DE ZILVEREN LEPEL
de bank waar ook
u zich thuis voelt
In 1970 per dag
acht afvaarten
Wie beweert, dat hij zijn totoformulier beter
invult omdat hij (Tri) rookt,
overdrijft natuurlijk sterk.
Wie echter beweert, dat (-&&) een prima
halfzware shag is, heeft gelijk!
Of u er nu 13 of weer 7 goed hebt geraden,
steek een op,
dan róókt u in ieder geval voortreffelijk!
rt'EEDE BLAD
TEXELSE COURANT
DINSDAG 15 JULI 1969
De heer Royaards van de VVV is niet
erg enthousiast over de Hovercrafts.
Die gaan Tersdhelling dagjesmensen
brenigen en dat ziet men er liever niet
teveel. De heer v. d. Meer vindt Ter
schelling geen eiland voor dagjesmen
sen; het zal dus wel wat loslopen. Wat
dat betreft zal er meer belangstelling
voor dagbezoek aan Vlieland zijn.
Zo liggen de kaarten dus momenteel
op tafel. Hoe men het ook bekijkt, noch
Terschelling, noch Vlieland zullen zon
der de grote veerboten kunnen. Het
merendeel van de passagiers zal het
rustige vakantiegenot van de boottocht
piet willen missen en auto en goede
renvervoer is met de huidige Hover
crafts niet mogelijk Rederij Doeksen
heeft plannen voor nog weer een nieu
we luxe veerboot, die dan de oude
Schellingerland gaat vervangen. De
wenselijkheid een bepaald soort passa
giers ook een snellere verbinding te
kunnen geven wordt ook wel door re
derij Doeksen onderschreven. Men staat
er beslist niet afwijzend tegenover een
snellere bootveibinding, maar dan moet
wel aan strenge eisen van veiligheid
en comfort worden voldaan. En dat
kunnen de huidige Hovercrafts nog niet
'bieden. In feite zijn ze nog een soort
speelgoed, een kermisattractie, waar
mee het echter wel wat erg duur spe
len is.
Hovercraft van liet Catamaran-type; geen
bic Hovercraft.
mei. Marlies Hek
kantoor Roosendaal
Goede koers: naar de NMB voor
uw buitenlands geld. U wordt
snel, accuraat en voorkomend
geholpen. En u kunt er ook te
recht voor andere reisdiensten,
zoals een bagageverzekering.
Want ook dat is een bij uw va
kantie passende zonnige kant
van de NMB: de persoonlijke
service!
NEDERLANDSCHE
MIDDENSTANDSBANK
270 vestigingen In Nederland
Nog onofficieel, doch toch wel van
serieuze zijde, vernamen we, dat per
1 augustus een soort Hovercraft in
dienst zal worden gesteld tussen Har-
lingen en Terschelling. Men wil er dan
zes weken lang proef mee draaien.
Slaagt die proef, dan worden tijdens
het vakantieseizoen van 1970 drie bo
ten ingezet, die elk 8 afvaarten per dag
zullen krijgen.
De manager van de dienst, de Ier
W. M. Mattheeuws, heeft zich voorge
nomen binnenkort de pers nadere in
lichtingen te verstrekken.
Het staat nog niet vast of de boten
ook op Vlieland kunnen varen. Zo
enigszins mogelijk dan wil men dat
beslist proberen Over Texel wordt
zelfs helemaal niiet gerept. De boot-
verbinding met dat eiland is al fre
quent genoeg.
Het bedrijf dat de Hovercrafts gaat
exploiteren is de N-Tours uit Amster
dam. Achter deze naam gaan zes grote
maatschappijen schuil: de NBM, NZH
en NACO, drie streekbusbedrijven,
dochterondernemingen van de Ned.
Spoorwegen. Eagle Tours, een dochter
onderneming van de NZH, rederij Kop-
pe en de Metropolitan Travel Service,
een bureau dat trips voor buitenlanders
in Nederland organiseert. Bovendien is
de Europabus, een dochteronderneming
van de NBM, nauw bij deze exploitatie
betrokken.
N-Tours betrekt zijn vaartuigen van
Hover Marine te Southampton in En
geland. Het zijn geen gewone Hover
crafts maar semi-amfibievaartuigen
van het catamarantype, dat een lucht
kussen tussen de drijvers vormt. Het
GESLAAGD VOOR
MIDDENSTANDSEXAMEN
In Schagen slaagden voor het examen
Algemene Handelskennis de dames:
F. M C. Kuip, De Koog; C. Spigt,
Eierland en Z. v. d. Star, Hogeberg en
de heren J. A. Z. M. Brügemann en C.
M. Dros te Den Burg; C. Hoogenhei'de,
De Koog; W. J J. Witte, Den Burg; S.
v. d. Zee, Oosterend. Ze werden opge
leid aan de I.M.O.-Middenstandsavond-
sdhool te Den Burg.
zijn dus geen voertuigen, die van het
water loskomen, doch het blijven bo
ten, diie tijdens het varen nog 60 cm.
water moeten hebben.
Een der managers, de heer v. d. Meer
rekent op ieders medewerking. „De
burgemeester van Vlieland heeft al ge
zegd dat hij erg tevreden is over het
plan, omdat dagrecreatie nu mogelijk
wordt. De Hovercraft, vaart met een
snelheid van 70 km. per uur en doet
maar een half uur over de reis.
Het zal natuurlijk wel veel duurder
worden dan de boot van Doeksen, zei
de heer v. d. Meer verder. De gewone
bootreis kost zeven gulden voor een re
tour. Wat de Hovercraft gaat kosten
kon de heer v. d. Meer nog niet precies
zeggen, maar een enkele reis, zo dacht
hij, zal toch wel duurder zijn dan een
retour van Doeksen.
In die hoge prijs ziet hij echter geen
bezwaar. Als 'het erg druk is zullen de
mensen best wat meer voor een over
tocht willen neertellen. Ze zijn dan
veel sneller over en ze hoeven niet op
een stampvolle boot mee.
227. Langs de kortste weg, dwars
door de moestuin van boer Kolle, lie
pen smid je Verkolen en dr. Yokito
naar huis. „Hou nou eindelijk eens op
met je gezeur, Yokito!" zei smid je
Verlholen bars. „Je gaat vandaag nog
weg. Daar helpt geen lieve-vader-en-
moederen aan! Ik heb er nu totaal ge
noeg van. Pak je koffer in en vlieg op!
„Ik 'heb geen koffer," zei dr. Yokito.
„Ik heb arreen een tandenborster en die
kan in mijn binnenzak! Maar toe nou,
beste Smidje Verhooren. Raat me nog
een poosje brijven!"
„Geen spralke van", hield de smid vol.
„Ik heb wekenlang van mijn kostbare
tijd verprutst om jou maLle sportcom-
puter in elkaar te zetten. Ik heb je een
onderdak en te eten gegeven. Geheime
agenten hebben aanslagen op me ge
pleegd bij het leven af! En het hele
dorp heeft op stelten gestaan met die
zaak van dikke Kobus, het zogenaamde
voetbal- en wielerwonder! En daar
kreeg ik de sdhuld óók van! Nee, Yo
kito. ik ben blij, dat die afschuwe
lijke uitvinding van jou eindelijk ver
dwenen is. En verdwijn jij nu óók
maar! Ik wil met de hele boel niks
meer te maken hebben!"
De smid was dus niet te vermurven.
En toen hij die avond dr. Yokito door
de stille straatjes naar de laatste tram
braclht, deed dr. Yokito, de kleine Ja
panner, nog één laatste poging. „Ik heb
erge spijt van wat ik gedaan heb,
smid....," steunde 'hij. „Mag ik een
nieuwe sportcomputer bij je maken? Ik
zar je goed beronen.
„Geen sprake van! Je gaat!" ant
woordde Verlholen bars. „Niets hoeft je
tegen te houden, want je hebt het pas-
sagebiljet voor de boot in je zak", „Zo,
zomompelde Eelco Eelkema, die
op zijn ronde was en het tweetal waar
nam. „Dat noem ik nog eens optieed'n
van die Verhool'n. Met Jokitoki benn'n
de laatste rest'n onrust opgeruumd.
MlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllUIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllUllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUIIIIIIUIIIIUI
FEUILLETON door TOM LODEWIJK
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIUIIIIU1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
81. Maar de jongens moesten haar
«et. Een enkele die misschien aange-
rokken was door de gedachte dat Rein
sert Stok ook het euwige leven niet
lad, en dat er dat te erven viel, had
iet wel eens geprobeerd. Maar ze kwa
len tot de onaangename ervaring dat
^el niet verlegen werd, dat eer zij zélf
in verlegenheid kwamen. Ze konden
toet op tegen haar nuchterheid, haar
rake opmerkingen. Ze zochten een
vrouwtje dat tot hen opkeek als wijze
verstandige mannen, maar bij Nel kre
gen ze meestal niet ten onrechte
ie indruk dat ze nog maar broekjes
ft'aren, met gans droog achter de oren.
Ms Magda, haar moeder zich eens een
reel enikele keer verleiden liet, zich te
uiten over de vraag met wie Nel nog
eens zou trouwen, zei ze: met een veel
eudere man, die haar de baas kan.
Maar daarin had Magda met al haar
levenswijsheid, zich vergist. Nel zocht
toet naar een meerdere, maar naar een
gelijke.
Met Piet de Braber kon ze praten.
Na de eerste aarzeling tegenover „de
dochter van de baas" waaraan zij snel
eind had gemaakt, wisten die twee
M gauw dat ze op één zelfde niveau
•tonden.
Piet kwam in vuur, wanneer Nel
^top, de ogen oplettend door haar
brilleglazen op hem gericht, luisterde
naar zijn argumenten, en hij kon glim
lachen wanneer ze door een kritische
opmerking, een tegenargument, toonde
dat ze evengoed op de hoogte was als
hij. Maar terwijl hij tijdens gesprekken
met Tweehuysen met de baas zelf en
met de reizigers (die niet snapten waar
voor hij zidh druk maakte) zich altijd
opwond, kon hij als hij met Nel praatte
afstand nemen van de dingen, was er
niet zo sterk zelf bij betrokken, kon ook
eigen verkeerde conclusies gemakkelijk
terugnemen.
Er was tussen hen een goede kame
raadschap gegroeid en Nel had dan ook
al meteen gezien dat er iets mis was,
toen ze schertsend opmerkte dat hij
met zijn verkeerde been uit bed was
gestapt.
„Ik ga hier weg", zei hij bot.
Eén ogenblik stonld ze roerloos.
„Nee", zei ze.
„Ja", snauwde hij. „Ik vertik het om
langer te vedhten tegen de bierlkaai.
Laten je 'vader en Tweehuijsen .dan
straks maar samen in 't ouwemannen
huis koekelen over de goeie ouwe tijd.
Je vader sahijnit te denken dat ie mij
een machtig groot plezier doet, wanneer
we eindelijk dat ouwe grootboek af
schaffen en een kaartsysteem beginnen
maar hij moet er toch nog es met die
ouwe sok over praten hoe dat nou
moet". Zijn stem was bitter.
„Je moet het een beetje begrijpen,
Piet", zei Nel. „Vader is niet tegen jou,
maar hij kan het niet over z'n hart ver
krijgen Tweöhuijsen op straat te zetten.
En daar zou het praktisch op neer ko
men".
„De man is tweeënzestig, geef hem
drie jaar salaris en pensioneer hem,
dat is goedkoper dan deze manier".
,yDat praat je vader niet aan zijn ver
stand".
„Dat ligt niet aan zijn verstand".
Nel glimlachte, „Je draaft weer door,
maar je moet niet weggaan".
„Waarom niet?" vroeg hij.
Een lichte blos steeg naar haar wan
gen en zoals ze daar stonld was ze toCh
werkelijk een knappe meid, dacht de
jongeman. Met haar wist je waar je
aan toe was. En het drong opeens tot
ihem door, dat weggaan niet zo eenvou
dig zou zijn. Hij zou haar missen.
Nel was verwarmd, een zeldzame situ
atie voor haar. Opeens was het ook
haar duidelijk geworden: ze zou hem
missen. Het samenwerken met hem
bad haar geïnspireerd, had haar be
langstelling voor het bedrijf vergroot.
Was het dat alleen? Was het alleen om
dat ze het samen eens waren over de
toekomst van het bloembollenbedrijif
van Reindert Stok Zoonen?
Haar vader kwam binnen.
„Kunnen we niet eens op een avond
praten over die kwestie van die boek
houding?" vroeg hij aan de Braber.
„Overdag heb ik het te druk, morgen
of overmorgen".
„Overmorgen dan maar", zei de
boekhouder.
„Waarom morgen niet?"
„Dan kan ik niet, ilk moet uit".
Iets van de ouderwetse boilenman
stondop in Reindert Stok. Iets van de
man waarvoor de werknemer met het
petje in de hand staat.
„Is dat zo belangrijk?" vroeg hij
nors.
„Voor mij wel".
„Waar ga je heen, Piet?" vroeg Nel,
die iets van de spanning voelde.
„D'r is een lezing over moderne schil
derkunst, door de directeur van het
Kröller-Museum, voor de Volksuniver
siteit. Daar wou ik heen", legde hij
kortaf, een beetje gegeneerd uit.
Nel zag hem verwonderd aan. Hii
leefde dus niet alléén voor de bollen.
Zou ze haar moeder vertellen, die zou
zich zeker verbazen. Had Piet de Bra
ber altijd beschouwd als een menselijke
rekenmachine.
„Nou ja," zei Reindert stroef, dan ga
je daar een andere keer naar toe".
U zei zelf dat bet overmorgen net zo
goed was".
„Misschien komt er dan weer wat
tussen".
„Meneer Stok, is het uw belang of is
ihet mijn belang, waar we over gaan
praten?"
„Het is het belang van de zaak" vond
Reindert zichzelf slagvaardig, „en dat
is jouw én mijn belang".
„Pardon, het is uw zaak, niet mijn
zaak. Laten we dat éven vastleggen".
Zijn stem was scherp en Nel merkte
dat hij gespannen was. Reindert had op
geen slechter moment kunnen verschij
nen.
„Als het dan mijn zaak is, maak ik
ook uit wanneer we over zakelijke din-J
gen praten".
„Niet in mijn tijd. Dan doet u dat
maar in kantoortijd. Dan is overal tijd
voor, behalve voor mij".
Reindert keëk de jonge boekhouder
verbaasd aan. Zo'n toon was hij niet
gewend. „Ik had van jou niet verwacht
dat je tot die mensen behoorde die op
de klok zitten te kijken of het al vijf
uur is".
„En daar hebt u ook geen enkele re
den voor, dat weet u maar al te goed.
En ik ben ook niet te beroerd om een
avond op te offeren om hierover met u
te praten, al zou het best overdag kun
nen. Maar het is mijn avond, begrijpt u
dat goed. Overmorgenavond kunt u
over me beschikken, morgen niet."
„Voor zo'n kletspraatje over schilde
rijen?"
„U moet praten over dingen waar u
iver9tand van hebt".
Nel hield haar adem in. Piet stond op
scherp. Als hij maar geen domme din
gen deëd in deze stemming! En ze dacht
aan zijn bot: „Ik ga hier weg".
„Luister es even jongeman, ik ben
niet gewend zo toegesproken te wor
den".
„En ik ben er té veel aan gewend,
aan het lijntje gehouden te worden. Nou
moeten we wéér een avond praten, ik
dacht dat het duidelijk genoeg was.
Vóór u boos wordt, meneer Stok, want
ik meilk dat u aardig op weg bent, wi'l
ik u dit zeggen: we moesten die be
spreking van donderdagavond maar
niet laten doorgaan, het heeft geen zdn
meer".
„Zo, en waarom niet?"
„Ik stop er mee. Ik ben 't zat hier.
i Ik virnd wel wat anders".
(wordt vervolgd)