Kr
MET DE ZILVEREN LEPEL
ROTATOR
^^ho^ad^S
If melk
It De verkwikkende,
sportieve
drank
ubriek voor I «-«inkt».
LANDBOUW en VEETEELT S
label
Berenburg?
U bedoelt natuurlijk
Sonnema Berenburg!
MFtW/lhïr W MM1 IIP*
L 'Berenbutf!
(VEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 25 JULI 1969
OPBRENGST EN SORTERING
/an het Rijkslandbouwconsulentschap
Schagen ontvingen we een artikel,
it ook voor de Texelse pootgoedtelers
belang is.
Alhoewel we niet verwachten, dat de
ibrengst van pootaardappelen hoog
,1 worden, noch dat er veel grove par-
jen zullen komen, blijft er toch een
eine kans dat enkele rassen wel grof
Hen groeien.
De enige maatregel, die dan genomen
oet worden, is snel het loof dood te
aken Hierbij willen we er nogmaals
wijzen dat wanneer er voldoende
jeine knollen aan een plant zitten
iel dood maken ten koste gaat van de
ibrengst en niet van de sortering.
Wanneer het gewas gesloten is, ge-
jnd en voldoende water, groeit er per
700 - 1000 kg. per dag bij. Ir. Beu-
>ma van het consulentschap voor hak-
:uchten gaf hierover nog enkele ge-
ivens
de sortering groter dan 45 mm., die
meer dan driemaal zo groot is dan dit
verlies.
In de derde periode (5 aug. 23 sept.)
staat tegenover een opbrengstverlies in
de fijne sortering een opbrengstwinst in
de sortering groter dan 45 mm, die meer
dan viermaal zo hoog is. We kunnen
concluderen dat door het gewas nog en
kele dagen te laten doorgroeien, over
het algemeen tegenover een verlies aan
kleine knollen, een winst aan grovere
knollen staat die minstens driemaal zo
hoog is als dit verlies.
Alleen dan moet men besluiten een
pootaardappelgewas vroeger dood te
spuiten, wanneer het in verband met de
virusbesmetting of oogstspreiding nood
zakelijk is, of wanneer de kilogramprijs
van de fijnere sortering meer dan drie
maal zo hoog is als die van de grovere
sortering.
- Sortering: 15 juli 26 juli 5 aug.
35 - 45 mm. 10,8 13,1 2,5
groter dan 45 mm. 3,4 9,7 11,5
kleiner dan 35 mm. 3,9 3,2 17,3
le periode 2e periode
In de periode 15 juli-26 juli is de
pbrengst van de maten kleiner dan 45
nm. toegenomen met 1,6 ton en van de
iaat 45 opw. met 6,3 ton. Bezien we de
eriode 26 juli tot 5 aug. dan blijkt, dat
e opbrengst van de sortering kleiner
5 mm. afneemt met 2,3 ton. De op-
rengst in de grote maat neemt in deze
eriode toe met 7,6 ton.
In de eerste periode worden zowel de
pbrengsten van de grove als de fijne
ui ortenng hoger. In de tweede periode
taat tegenover een opbrengstverlies in
le fijne sortering een opbrengstwinst in
23 sept.
2,3
9,2
28,3
3e periode
O, DIE CHEMISCHE
BESTRIJDINGSMIDDELEN
Steeds duidelijker en luider worden
de stemmen tegen het toenemend ge
bruik van chemische middelen bij de
bestrijding van ziekten en plagen in
de landbouw. Aanvankelijk konden we
nog aannemen, dat 't eenzame stemmen
waren van mensen, die wat buiten de
praktijk van het alledaagse leven ston
den. Onwerkelijke idealisten. Dat kan
op dit moment zeker niet meer
Het feit, dat de vroegere directeur
van de Plantenziektekundige Dienst te
Wageningen een aantal jaren geleden
een boek heeft geschreven, waarin uit
voerig op het gevaar van chemische be
strijdingsmiddelen wordt ingegaan zegt
ook wel iets. En het zou beslist onjuist
zijn om ook als agrariërs te doen alsof
er niets aan de hand is.
Intussen zou het struisvogelpolitiek
zijn om aan de agrariërs het advies te
geven om onmiddellijk een eind te ma
ken aan het gébruik van chemische
middelen. We kunnen het niet anders
bekijken of dit zou beslist op zeer kor
te termijn tot gevolg hebben, dat de
overvloed, waarin we nu leven om zou
slaan in gebrek en armoede. Het zou de
landbouwers voor enorme problemen
plaatsen. Als ik alleen maar denk aan
het wegvallen van de middelen, die in
allerlei gewassen gebruikt worden voor
de dhemisdhe onkruidbestnjding, dan
staat het wel vast, dat een groot ge
deelte van de arbeidskrachten, die in
de loop der jaren van het boerenbe
drijf zijn vertrokken weer terug zouden
moeten komen. Het zou van weinig
realiteitszin getuigen als men meende
dat dit best mogelijk is.
Dezer dagen liep ik tegen iemand
aan, die bezig was om met de zeis in
een erfibeplanting, die voor hel 2e jaar
stond, onkruid weg te maken. Dat was
ook wel nodig. Het onkruid 'had een
gelijke lengte als de jonge bomen.
Toen ilk de opmerking maakte, dat
hij ook een mogelijkheid 'had gehad om
in het voorjaar een chemische onkruid
bestnjding toe te passen gooide hij dit
ver weg. „Ik heb een gruwelijke hekel
aan al die dhemisilhe bestrijdingsmid
delen". In het gevolg van het gesprek
noemde hij mij een gebied op Texel,
waar door het vele gebruik van che-
misrhe onkruidbestrijdingsmiddelen en
andere dhemisdhe middelen, die in de
bloembollenteelt worden gébruikt, de
sloten volkomen vergiftigd waren. Alle
plantengroei was naar zijn zeggen in de
sloten verdwenen.
Nu kan ik tot op zekere hoogte waar
dering opbrengen voor het feit, dat de
man in kwestie zijn eigen onkruidpro
blemen oplost op een voor de grond on
schadelijke manier. Mogelijk zal hij er
in slagen om op eigen terrein het pro
bleem de baas te worden.
Het zou eohter beslist onjuist zijn om
te denken, dat de primitieve oplossing,
die hij koos in alle gevallen mogelijk
is. Het feit, dat naar mijn mening het
onkruid op het terrein in feite al veel
te lang had gestaan is een bewijs, dat
het miet zo eenvoudig ligt.
We dachten, dat het goed was, dat
alle opponenten tegen het gebruik van
chemische middelen ook oog kregen
voor de moeilijkheden, die op de boe
renbedrijven zouden ontstaan als met
één slag dit gebruik zou worden be
ëindigd. Je hoort tegenwoordig nog al
eens zeggen, dat we het zullen moeten
leren om met de A-bom te leven. Pet-
soonlijk ben ik van mening, dat nog
meer geldt, dat we zullen moeten leren
leven met de chemische bestrijdings
middelen.
ASSISTENT STURKENBOOM
KRIJGT ANDERE FUNCTIE
Waarschijnlijk is het bericht, dat de
heer H. Stuiikenboom, die enige jaren
op ons eiland heeft gewerkt als be-
arijfsvoorlichter een andere functie zal
krijgen Ihier en daar wel doorgedron
gen.
De heer Sturkenboom is nl. bij de
reorganisatie, die heeft plaats gehad in
de Landbouwvoorlichtingsdienst be
noemd tot specialist voor de schapen
houderij in de provincie Noordiholiland.
Hij zal in die functie werkzaam zijn
bij het consulentsdhap voor Veehouderij
te Alkmaar.
Een direkt gevolg van deze benoe
ming is geweest, dat ass. Sturkenboom
een andere woonplaats moest kiezen.
Op het moment heeft hij een tijdelijke
woonplaats in Egmond, maar in de loop
van de maand augustus zal dit Heiloo
worden. Zodra bekend is onder welk
numer de heer Sturkenboom daarna te
lefonisch >is te bereiken zullen we dit
ook in deze rubriek doorgeven.
De nieuwe functie, die de heer Stur
kenboom krijgt zal uiteraard wel tot
gevolg hebben, dat Sturkenboom nog
regelmatig op Texel blijft komen. We
zullen hem zéker op de maaridagse
ma rikt heel vaak zien.
Het werk op Texel
Voorlopig blijft de heer Sturkenboom
ook nog deel nemen aan het normale
voorlidhtingswerk op Texel. Hij komt
daarvoor regelmatig op het eiland. Zo
zal hij ook dit jaar nog weer op een
aantal bedrijven tijdstudies maken tij
dens het machinale melken. Hij is hier
al enkele jaren mee bezig en we hebben
er in deze rubriek al eerder op gewe
zen dat deze voorlichting zeer wordt
gewaardeerd. We juidhen het daarom
zeer toe, dat Sturkenboom dit werk van
het jaar voortzet. Hij is hier inmiddels
mee begonnen.
We menen, dat een opwekking om
deze voorlichting te accepteren als aan
u igevraagd wordt om toestemming
voor een dergelijke tijdstudie zeer op
z'n plaats is. U zult hiervan zeker geen
spijt hebben.
Aanvankelijk zag het er naar uit, dat
ons eiland, wat de voorlichting betreft,
een eenmansrayon zou blijven. Mede
met het oog op het feit, dat de redac
teur van deze rubriek de rest van dit
jaar en mogelijk nog een gedeelte van
het volgende jaar een flink deel van
z'n tijd moet besteden aan het werk
van de Ruilverkaveling is het mogelijk
gebleken een tweede man te benoemen.
Hierbij is ook in aanmerking genomen,
dat binnen enkele jaren ook een ver
vanging nodig is van de man, die nu
plm 30 jaar bij de Voorlichtingsdienst
op Texel heeft gewerkt.
De opvolger van de heer Sturken
boom komt naar Texel, zodra hier
woongelegenheid voor hem beschikbaar
is.
Felicitatie voor Sturkenboom
We zijn van mening, dat de benoe
ming als sepcialist voor de schapenhou
derij een promotie is. We zien het als
een duidelijke waardering voor het feit,
dat Sturkenboom in de jaren, die hij
op Texel heeft gewerkt met grote in
teresse aan de vraagstukken op het ge
bied van de schapenhouderij heeft ge
werkt. Daarom is een felicitatie hier
zéker op z'n plaats.
redaktie
'iJföwF''' Brieven van lezers - buiten verantwoordelijkheid van de
DE FOLKLORE DRAAIT
Inderdaad, beste mensen, U heeft het
zelf al gezegd, de Folklore draait met
alleen, maar ze draait zelfs geweldig!
En laten we meteen even vaststellen,
dat de medewerking fantastisch is en
dat wij, als bestuur, daar heel erg blij
mee zijn. Immers, wij, leden van het be
stuur kunnen nóg zo ons best doen en
nóg zo goed alles op touw zetten, zon
der medewerking blijven wij nergens!
Wij zijn en blijven volkomen afhanke
lijk van de medewerking van een groot
aantal welwillende personen en dat zijn
er op het ogenblik al over de honderd
De gasten amuseren zich kostelijk, zo
wel op de middagen (uren in Den Burg
doorbrengend) als op de avonden en wij
allen, die aan de Folklore meedoen,
scheppen daar in min of meerdere mate
plezier in en het geeft ons een prettige
voldoening.
De woensdagavonden in de diverse
dansgelegenheden zijn een zéér groot
succes gebleken. Het is jammer, dat we
tot nu toe op alle drie de voorbije
Folklore-avonden zeer vele bezoekers
moesten teleurstellen, omdat de desbe
treffende Horeca-bedrijven bij wijze
van spreken al uitpuilden! Maar daar is
nu eenmaal niets aan te doen.
Het bestuur heeft hard gewerkt en
doet dat nog dagelijks en al zijn we
bijzonder tevreden, toch zijn er heus
ook eens haken en ogen, maar zolang
dat, zoals tot op heden, tot een minimum
beperkt blijft, liggen we toch altijd nog
plezierig ver boven wat we „normaal in
dergelijke omstandigheden" zouden wil
len noemen.
En over die fijne medewerking ge
sproken, we zouden er niet graag ook
maar één missen, vandaar dan ook, dat
we nogmaals met het verzoek komen:
„Als er een grief mocht zijn, zout die
dan niet op, maar kom er mee voor de
dag bij de voorzitter!" Het bestuur zal
dan alles doen wat in zijn vermogen
is om het goed te maken. Wij zijn nu
eenmaal allemaal mensen, die fouten
maken en dus kan het voorkomen, dat
iemand niet geheel correct is behandeld,
veronachtzaam is, of zelfs voor het
hoofd gestoten. Alsjeblieft beste men
sen, als er zoiets is gebeurd of U heeft
een klacht, kom er mee voor de dag! We
willen o zo graag goede vrienden blij
ven met U allemaal en we zouden niet
graag ook maar één van onze zeer ge
waardeerde medewerkers door een mis
verstand of anderszins verliezen
Onze dankbaarheid zullen we niet
onder stoelen of banken steken en in
september hopen we U allen dit nog
eens extra te betonen op een fijne
avond, maar dat blijft nog even een
verrassing.
Er zijn nog altijd meisjes in winkels
e.d., die nog niet een Folklore-pakje
dragen op de woensdagen. Denken zij
nog steeds, dat zij daarin „voor schut"
lopen? Het bewijs van niet is op de
twee eerste Folklore-avonden al zonne
klaar geleverd! In „De Oranjeboom",
zowel als in Hotel „Dé Lindeboom-
Texel" werden op deze avonden de res
pectievelijke dienstertjes als „Miss
Folklore" verkozen. De ontwerpen
voor de costuums van deze meisjes zijn
dus als een groot succes te bestempe
len Zowel de gasten (ook veel jongelui
onder hen) als wij, vinden dat de meis
jes er allerschattigst uitzien in het
Folklore-costuumpje! Ook onze Konin
gin besteedde extra aandacht, bij haar
bezoek aan de Groeneplaats onlangs,
aan het door ons ontworpen costuum
van een Texelse jongedame.
Gezien het bovenstaande, mag het dan
ook geen verwondering wekken, dat we
herhaaldelijk van vakantiegasten moe
ten horen, dat zij het vreemd vinden,
dat men o.a van het V.V.V. niet „in
pak" meedoet op de Folkloredagen. En
ook een krant schreef daar al over. Nou,
wat ons betreft mogen de Directeur van
de V.V.V., zowel als zijn assistenten,
bést meedoen hoor en een hun van harte
gegunde prijs in de wacht slepen
De heer Wormser, vertegenwoordi
gend journalist op Texel van de Hel-
derse Courant, schreef de laatste keer
gelukkig een prettig stukje en wel over
de eerste Folklore-woensdag, maar hij
vond toch, dat er best wat meer mensen
„in het pak" zouden kunnen rond
lopen. Natuurlijk! Wij zijn al best te
vreden hoor, maar hoe meer in Folk-
lore-costuum, hoe liever! Als de heer
Wormser eens de daad bij het woord
voegde en woensdags, samen met zijn
vrouw, ook eens „in pak" verscheen?
Dat zou al wéér een stap in de goede
richting zijn en....: Goed voorbeeld
doet goed volgen! Wij zouden het nog
erg leuk en sportief vinden ook
Het Folklore-bestuur.
IHlIllllllllllllllllllllllllllllllllllUllllliilUIIIIIIIUlllllllUlllilUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIlUlUüUUllüUUUIIUIliUIUlUüllllUJIlllllJIIlJUIIUIIIIIUJIIIIIUIIIIIIIUUUIIIIUIIliUUlUHlIIIIUI
FEUILLETON door TOM LODEWUK
UIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIUIHUUIIIIIIHIIUIIIIIILlJIIIItllHIIUUIIIIMUIIUIIIIHIIIIIIIUIIIUIUIUUIlllUUIillilllllUIIIUIIIilllUllilMlllllllillUUUllUUlUllimmilMiiUllimiUillllHilllll
20. Piet de Braber antwoordde niet
meteen. Het was waar, hij voelde zdéh
hier gefrustreerd. Hij kon niet zoals hij
wilde. Het geregelde gesappel met
Tveéhuysen, het voortdurende touw
trekken en de ontwijkmanoeuvres van
de baas haaiden de troef eruit. De ad
ministratie bij Stok en Zoonen was al
verouderd, maar verouderde met de
dag méér. Hij had nu gedadht dat hij
eindelijk dat kaartsysteem er dóór had,
en nu wilde Reindert Stok er nóg weer
iens over praten. Hij wist wel dat het
:r uiteindelijk om draaide: Tweehuy-
fen eruit of hij. Twee kapiteins op één
sohip ging niet.
En als de baas dan zo gëhecht was
aan zijn oudste boekhouder, laat hij die
dan houden!
Tenslotte kon Tweehuysen moeilijk
nog ergens anders tereqht, terwijl voor
hem de jongere, 'n nieuwe baan reeds
te wachten lag. Hoe je het ook bekeek,
dit was dé oplossing.
Het was drie weken na dit gesprek,
h>en Reindert Stok aan tafel zijn doch
ter plots vroeg: „Zeg, wat had jij gis
teravond in Boekenrode met De Braber
te bekokstoven?"
igda schrok op, maar Nel vertrok
geen spier.
„Hoe weet u dat?''
„Je loopt niet in een zak. Gijs Voor
huis zat er ook en die heeft je gezien".
..En het gauw aan Reindert Stok ver-
eld. Ze zeggen dat vrouwen kleppen,
~aar laat de mannen maar schuiven".
Js het al niet erg genoeg dat ik dat
van de buitenwacht moet horen?"
„Wat horen? Dat ik op het verkeerde
pad ben soms? Mag ik op mijn eigen
benen staan, of niet?"
„Kan me niet schelen wat je doet,
maar waarom moet jij een avond zitten
kletsen met een van mijn mensen, die
bij ons weggaat? Wou je proberen hem
te houden?"
„Alsjébilieft niet," merkte Bas op,
„blij dat we die eigenwijze zak kwijt
zijn. Als je niet oppast vertelt hij je
nog wat je te doen en te laten hebt".
Reindert wou een scherpe opmerking
maken, maar 't kwam hem op het ogen
blik niet in zijn kraam te pas.
„Hou jij je er buiten," verzocht Nel
„en vader als u inlichtingen wilt, dan
liever niet aan tafel met alles erbij. I'k
zal het u straks wel vertellen".
„Alles er bij? Je moeder en je broer?
Is het zo geheim?"
„Welnee, het is helemaal niet geheim
Ik had het u liever zelf verteld, maar
die klep van een Gijs Voorhuis heeft
me de kans ontnomen".
„Nou, wat is er dan", vroeg Reindert
ongemakkelijk, met een voorgevoel van
naderend onheil. Bas stak een sigaret
op en blies de rook weg met een ge
zicht van ,,'t zal me wel wat zijn".
„Piet de Braber heeft me gevraagd".
Ze zei het kalm, en haar woorden
plonsden als stenen in een vijver. Rein
dert Stok zat haar verwezen aan te kij
ken. Magda besteedde al haar aandacht
aan het pellen van een sinaasappel.
Aha, dacht Reindert, die weet er meer
van.
„Hoezo, gevraagd?" Het was een
overbodige vraag, maar hij kon het
niet geloven.
„Wij willen ons mettertijd gaan ver
loven".
„Toe nou!" zei Bas. „Nel Stok met
een kantoormannetje".
„Bas", zei Magda, „zou jij je er maar
niet buiten houden?"
„Waarom zou ik me er buiten hou
den? Straks komt die vent in de fami
lie".
„Ja", zei Nel, „en zou de familie
daarmee even een eind aohteruit boe
ren? Misschien als ie heel erg op z'n
lenen gaat staan, dat ie jouw hoge peil
nog kan bereiken!"
„Kinderen," vroeg Magda, „niet op
die toon alsjeblieft. Bas, nogmaals, het
gaat jou niets aan".
„Zozo", zei Reindert, „dus dat zat er
achter. Daarom wou meneer weg".
„Dat zat er niet achter, maar dat
kwam er bij", zei Nel.
„Hij heeft het goed uitgezocht",
meende Bas, „eerst de dochter van de
baas inpikken en dan een ander baan
tje zoéken, dan heeft ie z'n handen vrij
en met vader Stok niks te maken".
Nel stond op.
„We praten hier nog wel eens over",
zei ze, „als het op een fatsoenlijke ma
nier kan, en zéker niet met diie blaag
er bij. Met mijn zaken heb jij volkomen
niets te maken, versta je dat broertje?
Ik heb me met jouw zaken ook nooit
bemoeid en daar waren er maar zat bij
die we niet konden bepraten met moe
der er bij". Reindert zat verbaasd naar
zijn dochter te kijken, ze stond daar
fier als een koningin. Maar ze stond er
niet lang, ze draaide zich om en liep
de kamer uit.
„Ziezo", zei Magda, „heb jullie je
zin? Leuk hè? Daar vertélt een meisje
dat ze de man gevonden heeft waarmee
ze wil gaan trouwen, en het wordt haer
behandeld als aan een borreltafel".
„Wist jij het Mag?"
„Natuurlijk wist ik er van".
„Waarom heb je het mij niet verteld"
„Nel wou het je zelf vertellen, op
haar tijd. En dat lijkt me volkomen
correct".
„Je had me kunnen waarschuwen".
„Waartegen? Ben je bang dat ze haar
verderf tegemoet gaat?"
„Ik vind het maar een misselijke
zaak!" vond Reindert.
„Weet je waarom? Omdat je nu niet
meer kunt zeggen: mijn dochter geef
ik niet aan een mannetje van mijn kan
toor. Alsof je iets te géven hebt. Die
tijd is voorbij, Reidert, dat dochters
trouwden met de man die pa voor ze
uitzocht".
„Ik had altijd gehoopt dat ze met
Gerrit van Rijn.
„Och wat Gerrit van Rijn! Waarom?
Omdat zijn vader exporteur is? Moet
je dochter per sé met een bollenman
trouwen?"
„Soort zoékt soort".
„Blijkbaar is dat het geval geweest",
stelde Magda spits vast, „en voor zover
ik de jonge de Braber ken, en als ik op
Nel afga, is het geen slecht soort. Je
kent je dochter toch, Reindert? Dacht
je dat die er met de eerste de beste
man vandoor ging? Ze heeft lang ge
noeg gewacht. En ze zou liever haar
leven lang ongetrouwd blijven, dan een
man te nemen, waar ze niet van hield".
„D'r zijn todh wel méér mannen?"
„Blijkbaar niet voor haar".
„O", spotte Bas, „mijn zus heeft zo'n
uitgekiende smaak".
„Jongetje", zei Reindert gevaarlijk
kalm, „nu zorg jij dat ik binnen de
halve minuut je aanschijn niets meer
zien en je stem niet meer hoor. Dit is
een zaak tussen je moeder, Nel en mij.
Zorg jij zelf maar dat je aan een be
hoorlijke vrouw komt. Meer wil ik niet
zeggen, maar we begrijpen mekaar,
niet?"
Bas stond binnenmonds mompelend
op, drukte nijdig zijn sigaret uit.
„Geluk ermee", zei hij kwaad, „als je
maar niet denkt dat ik op de bruiloft
kom".
Reindert wilde iets scherps zeggen,
maar Magda legde haar hand op de
zijne. Bas smeet met een klap de deur
dicht.
„Je bent er helemaal niet blij mee",
zei Magda.
„Nee, waarom zou ik?"
„Waarom zou je niet? Vertel dat es?
Omdat je in de grond van je hart je
dochter te goed vindt voor Het de
Braber. En waarom? Omdat die jongen
niet zóveel bunder heeft en zó'n export
en zó'n auto. Je vindt dat ze beneden
haar stand trouwt".
„En is dat niet zo?"
„Wat was jouw stand, toen je mij
trouwde?" Het was een scherpe vraag.
Ook zij, Magda Heokenrath, was zeer
beslist beneden haar stand getrouwd,
zij, de dochter van een welgesteld aca
demicus, met een arm bollenboertje
dat nog een zaak moest opbouwen.
(wordt vervolgd)
1- Sonnem*-DiRi,Jt<rv
smis
de echte Dockumer
sinds 1860, getrokken van
meer dan twintig heilzame
kruiden, volgens oeroud
familierecept,
pittig en opwekkend.
Distilleerderij F.J. Sonnema
Dokkum