Kent u ook al het
NMB-woning-krediet
voor het aanleggen van
centrale verwarming
bijvoorbeeld?
A
Het kan nog vijf weken
De persoonlijke lening kent u
LTS-ers en de deelname aan
de leerlingenstelsels
SMIDJE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST
«ET DE ZILVEREN LEPEL
üNDBOUW en VEETEELT
de bank waar ook zich thuis voelt
[ede blad
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 22 AUGUSTUS 1969
Ortiler Pföukl»"
Ci >an Cfonincir»
I ziet er nu wel naar uit, dat we
Age periode achter de rug hebben.
ciS gedeelte van ons eiland is be
deeld dan het andere, maar het
i dit moment toch wel zo, dat er
jende regen is gevallen, of binnen-
#1 vallen om het grasland de
ng kleur te hergeven.
jier echter nog iets van grasgroei
dan zal dit flink geholnen moe-
i'órden met een gift stikstof. Daar
et op het moment nog voluit de
voor. Vooral nu er een tijd van
Sand is geweest kan er onder goede
andigheden nog veel gras groeien,
veel bedrijven is op dit moment
alleen gebrek aan gras voor direikt
utk, maar wil men graag ook nog
ïrintervoer maken. Het is praktisch
ogelijk om in september nog hooi
naken, maar ik stel me voor, dat
veel veehouders ook al tevreden
ai zijn als er nog een kans komt
om een hoop kuilgras te winnen. Als
uw ruwvoedervoorraad nog niet groot
genoeg is, is het volkomen verantwoord
om nu aan enkele percelen een bemes
ting met 400 kg kalikammon per bun
der te geven.
Het is ook met 'het gras, dat dit voor
jaar onder dekvrucht van graan is ge
zaaid heel anders dan vorig jaar. Toen
kostte het de grootste moeite om per
celen graan gemaaid te krijgen door de
aanwezigheid van veel gras. Na het
maaien van het graan bleef er een per
ceel grasland over.
De vraag of Italiaans raaigras tege
lijk met het graan of later moet wor
den gezaaid is dit jaar weer beant
woord met: tegelijk zaaien. Onder om
standigheden, zoals we die de laatste
maanden hebben gehad is er geen spra
ke van, dat dit gras bij de oog9t moei
lijkheden geeft.
Tooh zal het wel zo zijn, dat ook op
De persoonlijke lening kent u! Maar wat te doen als u b.v. centrale
verwarming wilt laten aanleggen? Dan bestaat de mogelijkheid een
woning-krediet aan te vragen bij de NMB. Afhankelijk van uw inkomen
en aflossingsmogelijkheden kunnen woning
kredieten worden verstrekt van ƒ2.000,- tot
ƒ10.000,-. In overleg met u wordt het te ver
lenen krediet, looptijd e.d. vastgesteld, b.v.
ƒ4.000,- 60 maanden, maandelijkse
aflossingstermijn 83,52. Komt u maar
eens praten over dit NMB-woning-krediet.
Een nieuwe vorm van persoonlijke lening
speciaal voor „onroerende verande
ringen" in of aan uw huis, zoals het mo
derniseren van uw keuken, installeren
van een moderne badkamer, nieuw sani
tair of het laten opschilderen van uw
woning. U zult merken dat de persoon
lijke service van de NMB ver gaat. U
zult ervaren hoe prettig en uitgebreid
u geïnformeerd wordt.
Me/. 0. J. M. Gijzen
kantoor Roosendaal
NEDERLANDSCHE
MIDDENSTANDSBANK
Den Burg: Binnenburg 11. Den Helder: Koningstraat 7.
- W.^-A.A 4...-
diverse percelen, waar het gras tege-
iij'k met het graan is gezaaid de stand
aan de dunne kant is. Vooral als het
graan een zware stand had is dit nog
al eens het geval.
We zijn van mening, dat het door
zaaien van dergelijke percelen weinig
zin heeft. Is men werkelijk van plan
om deze percelen een jaar als kunst-
weide te gebruiken, dan zal in veel ge
vallen totale herzaai beter voldoen dan
het plaatselijk doorzaaien. Persoonlijk
ben ik nog altijd van mening, dat een
perceel Italiaans raaigras op bedrijven
met vee zeer waardevol kan zijn. Wil
men echter voldoende massa krijgen,
dan is het beslist nodig, dat dit gras
voldoende dik staat. Daarom meen ik,
dat het beslist nodig is om bij nieuwe
zaai 45 - 50 kg zaaizaad per bunder te
gebruiken.
Wil men op de percelen, die met een
voldoende bezetting onder het graan
vandaan komen flink gras krijgen, dan
moet daar nu zeker 400 kg kalkam-
mon per bunder op gestrooid worden.
Doorwas in aardappelen
Op diverse .percelen aardappelen is
nu al te zien, dat de langdurige droog
teperiode in veel gevallen het optreden
van „doorwas" tot gevolg zal hebben.
Bij dit verschijnsel gaat de' nieuwe knol
weer spruiten vormen, die gaan uit
groeien tot weer een nieuw gewas. Dit
verschijnsel is het meest funest voor
percelen, die voor de consumptie wor
den verbouwd Bij het vormen van veel
overtollige knollen gaat de kwaliteit
van de generatie, waar het om te doen
is nl. achteruit. Daarom wordt aange
raden om het gewas in de gaten te
houden en bij ernstige doorwas over
te gaan tot 'het doodspuiten van het
loof en het zo gauw mogelijk rooien.
Alleen doodspuiten is niet voldoende,
omdat het vormen van nieuwe knollen
ook daarna nog rustig doorgaat.
Bestrijding van
rattestaartlarven
Van enkele kanten werd ons ge
vraagd naar de bestrijding van „lar
ven"', die speciaal op bedrijven met
drijfmest in grote getale naar voren ko
men. Het gaat hier om de larven van
een zweefvlieg, die ook wel aangeduid
wordt met de naam blinde bij.
Deze zweefvlieg zet in het voorjaar
eieren af in gieikelders en kleders met
drijfmest. In juli en augustus komen
deze larven uit de kelders kruipen en
verpoppen zich op een droge plek. Dit
verschijnsel is de laatste weken op di
verse plaatsen te zien geweest. Een nog
al „onsmakelijk" verschijnsel, dat aan
leiding heeft gegeven tot vragen om
trent de bestrijding.
De rijkslandbouwconsulent voor
Plantenziekten is van oordeel, dat be
strijding plaats moet hebben door de
mest of gier te behandelen met een in-
sectenidodend middel. Goede ervaringen
zijn verikregen met het middel Tugon
Madendood. Men lost dit middel op in
water en giet dit in de put. Per 10 m2
oppervlakte van de put heeft men
30 - 60 gram Tugon Madendood nodig.
De larven kunnen ook van de mest
vaalt komen en ook dan is een bestrij
ding met hetzelfde middel mogelijk.
Per 10 m2 oppervlakte van de mest
vaalt eveneens 30 - 60 gram Tugon
Madendood, dat opgelost in 10 liter wa
ter op de mestvaalt kan worden gespo
ten. Het zal dan in veel gevallen nodiig
zijn om de behandeling na 14 dagen
nog eens te herhalen.
Het middel is praktisch ongevaarlijk
voor mens en dier. Men moet er echter
wel voor zorgen, dat de straal niet
rechtstreeks op mensen en dieren komt.
In het jaarverslag 1968 van de Stich
ting Regionaal orgaan te bevordering
van het vakonderwijs in Westfriesland
wordt een uitvoerig overzicht gegeven
van de mate waarin leerlingen die de
LTS verlaten deelnemen aan een op
leiding in één van de leerlingstelsels.
(Het werkgebied van de stichting om
vat het gebied ten noorden van de lijn
Castricum-Oosthuizen. Voor dit gebied
als geheel, zo mede voor de Texelse
LTS afzonderlijk vermelden wij in het
volgende overzicht de aantallen leer
lingen die de hoogste klas van de LTS
verlaten en de percentages daarvan die
een leerovereenkomst aangaan, verder
studeren dan wel zonder leerovereen
komst in een al dan niet overeenkom
stig de LTS aansluitend beroep gaan
werken.
Het aantal Texelse leerlingen dat in
1968 een aanvullende opleiding in het
kader van de leerlingstelsel volgde
was eahter aanmerkelijk groter. Het
ging om de volgende aantallen: bak
kers 7, metaal 10, bouwbedrijf 13,
fruit 3, remec 1, schilders 4, wegen
bouw 2, mach. bankw. 8, V.A.M. 5,
V.E.V. 3 en horeca 1. Totaal 57
Het aantal bedrijven op Texel dat in
1968 leerlingen in opleiding had be
droeg 34.
Avondschool
In tegenstelling tot voorgaande jaren
wordt in het jaarverslag met geen en
kel woord gerept omtrent de positie
van de avondschool t.o.v. de dagschool.
Gebied
Texel
hoogste klas LTS
leerovereenk. in aansl. beroep
verdere studie LTS
studie elders
aansluitend beroep
geen aansluitend beroep
diversen
1967
1968
1967
1968
1252 1.1.
1387 1.1.
41 1.1.
51 1.1.
51%
50%
40%
30%
161/0
17%
27%
241/0
15%
13%
15%
18%
8%
5%
7%
10%
8%
5%
10%
16%
2%
10%
1%
2%
100%
100%
100%
100%
Op Texel is t.o.v. het gemiddelde
voor het gehele gebied de deelneming
van de l.t.s-ers aan een leerlingstelsel
niet groot. In 1968 bovendien aanmer
kelijk lager dan in 1967. Het aantal
l.t.s.-ers dat verder gaat studeren om
vat op Texel 42%, in het gehele ge
bied 30%. Op zichzelf vormen deze cij
fers een aanwijzing zowel van de stu
diezin van de betrokkenen als van het
ontbreken van plaatselijke functies die
bij de genoten l.t.s opleiding aanslui
ten.
Leerlingstelsels
Zoals bekend wondt de bij de leer
overeenkomst behorende theoretische
opleiding op Texel gegeven door de
Avondtekensahool die gehuisvest is in
het gebouw van de l.t.s. te Den Burg.
In 1967 werd de avondschool bezocht
door 22 leerlingen. Daarvan volgden er
13 een opleiding voor het bouwbedrijf,
1 voor hout, 7 voor smeden en bank-
werken en één voor metaal.
Naast de vloed van cijfers hadden er
best een paar regels gewijd mogen wor
den aan het al of met overgaan naar
de organisatie van de l.t.s.
Streekschool
Wat betreft de stichting van een
streekschool voor de aanvullende op
leidingen bezondigt het verslag zidh
evenmin aan breedsprakigheid. Zoals
bekend gaan er stemmen op in Alk
maar een streekschool te vestigen die
in dag-opleidingen de taak van de hui
dige avondscholen moet overnemen. In
hef verslag wordt slechts melding ge
maakt van een op 6 november gehou
den bespreking met besturen en direk-
ties van l.t.s.-ers. In due bespreking is
de wens uitgesproken dat de Stichting
de nodige stappen moest ondernemen
om in Alkmaar een streekschool te
realiseren. Welke stappen inmiddels
gezet zijn vermeldt het verslag niet.
Wellicht geeft het verslag over 1969
meer informatie.
O*
1. Smidje Verholen liep zomaar zo'n
'beetje op de weg, want hij wist niet
goed waar hij zou heengaan. Hij had
zijn bundeltje goed over de schouder
en zijn beurs vol geld. Hij had immers
juist zijn oude smidse verkocht om er
gens anders een nieuwe zaak te begin
nen. En terwijl hij daar zo liep te pein
zen, betrok de luéht en het begon er
op te lijken, dat er weldra een enorme
plensbui zou vallen. En ja hoor, daar
had je het al: plotseling doorvoer een
siddering de naituur, een hevig gerom
mel weerklonk en weldra gutste het
water bij bakken naar beneden. „Of ze
een emmer leeg gooien", mopperde hij.
„Als ik niet gauw maak, dat ik ergens
onder dak kom, smelt ik misschien nog
weg ook! Bah, wat een weer!".
Maar Smidje Verholen had geluk,
want toen hij een bocht van de weg
omdraaide, zag hij in de verte een
huisje staan. „Gelukkig", zei de smid.
„Er hangt een uithangbord aan, en in
zulke gevallen zit er meestal een her
berg aan vast. Gauw er op af, jongens!
Van verder reizen komt voorlopig toch
niks met dat slechte weer!"
Hij rende op de herberg af, die vlak
bij een groot bos gelegen was en even
later stond hij zich al te warmen bij
het vuur. De vriendelijke herbergier
voorzag hem van een bord lekkere
snert met vette kluif en gromde: „Dat
zal je wel smaken, meneer!"
Er schenen trouwens nog meer lie
den met dat slechte weer onderweg te
zijn, want plotseling werd de achter
deur van de heiheng opengesmeten en
een bibberende geschrokken boeren
man kiwam de gelagkamer binnenhol
len. (wordt vervolgd)
lUlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllUHIIIIIIillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllillllllllllllllllllllllllllllllllUllllllllllllllllllllllllllllllllUilllHH
FEUILLETON door TOM LODEWIJK
IIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIUUJ
27. Toen ze met de koffie de kamer
-wenkwam, nam ze hem scherp op
ds hij daar zat. Er was iets vreemds
et wekte eerder 'haar sympathie dan
antipathie. Hij was toah haar
:"*r, bedacht ze, en met een bijna
oederlijk gebaar bracht ze hem zijn
töie. Hij keek op, lachte.
-Zeg Nel".
jij het maar", antwoordde ze
■akzaam. „Ik krijg morgen iemand
het bedrijf es te bekijken, zouden
dan hier thee kunnen drinken? Ben
morgenmiddag thuis?"
-Wel ja", zei ze, „is het een buiten
eer?
-Ja, het is een Hollandse".
Een Hollandse? Is het een
.Ja het is een „ze".
Nels gezicht verstrakte. Zou Bas zo
zijn, z'n vriendinnetjes mee naar
te nemen? Meteen kreeg haar ge-
>nd verstand de overhand. Zo gek was
niet. Zou de een of ander hem aan
haak geslagen hebben?
.Ik weet wat je denkt", zei Bas, „en-
ik zal het je maar ronduit zeggen,
weet, dat ik een paar keer in het
henhuis dat knulletje héb opgezocht,
iet?
M knikte zwijgend, in afwachting.
'Daar heb ik kennis gemaakt met de
tofdzuster, zuster Vermeulen. En die
^mt morgen hier es kijken".
-Zó maar?'
„Eerlijk gezegd, hoop ik niet zomaar"
Nel dubde. Verpleegsters. Het blauwe
gevaar. Had dat zustertje -Bas gestrikt?
Wat was het voor een type?
Bas lachte voluit.
„Je kijkt als een argwanende schoon
moeder".
„Nou, zo voel ik me ook een beetje"
gaf ze glimlachend toe. „Als het niet te
onbescheiden is, wat is het voor ie
mand, die zuster Vermeulen?"
„Ze zal zo'n jaar of vijf en dertig
zijn, denk ik. Erg capabel, weet precies
wat ze wil".
„En erg vlot?"
„Dat is maar hoe je het opvat. Ze is
niet op haar mondje gevallen, maar
als je bedoelt, of je gemakkelijk met
haar aanpapt, hij vond het een beetje
moeilijk met zijn zus hierover te pra
ten „nee, helemaal niet".
„En todh, moet je horen" en in een
opwelling van vertrouwelijkheid, in de
behoefte om dit met iemand te be
praten nu zijn moeder er niet was, ver
telde hij haar het hele verhaal, ,,'t
Blijft onder ons hoor. Maar dan weet
je tenminste wie je morgen op bezoek
krijgt."
„Ik moet haar eerst zien", zei Nel,
„dan weet ik opeens een heleboel meer.
Maar Bas, je wilt toch niet zeggen, dat
je nou toch heus echt serieus, serieuze
plannen hebt?"
„Ik zou het zelf niet geloofd hebben,
veertien dagen geleden".
„Maar ik denk van wel. Ja, ik denk
van wel. Dit is heel iets anders, weet
je. Trouwens, als je niet serieus bent,
hoef je bij Greet niet aan te komen".
„Mag je al Greet zeggen?"
„Ja, zover heb ik het al geschopt.
Maar ik heb het nog maar één keer
'kunnen zeggen".
Nel ladhte.
„Nou, het is nog te vroeg om je te fe
liciteren, maar ik hoop dat ik dat mor
gen doen kan. Nee, ik praat er zelfs
niet met Piet over. En ik zal wel voor
gastvrouw spelen".
„Weet je, dat is voor haar ook pret
tiger".
„Maakt een goede indruk, ja. Dus jij
wilt een goede indruk maken?"
Hij stond op, glimlachte veelbetekenend
en zwaaide met zijn hand ten afscheid.
Ze zag hem in de auto stappen, met een
breed gébaar de deur dicht klappen.
Daar ging hij, Basje. Zouden ze toah
nog eens plezier van hem gaan bele
ven?
De volgende middag stond Nel achter
de gordijnen uit te kijken. Hopeloos
dorps, dacht ze, gluren achter de hor
retjes, maar ze was brandend nieuws
gierig, waarmee Bas op de proppen zou
komen. Zou de een of andere haaibaai
hem in haar netten verstrikt hebben?
Toen de wagen het pad opreed, zag
ze Bas er snel uitklimmen en met een
galante zwaai het portier open houden.
Aha! Déar had je de zuster! Nel's kri
tische zintuigen waren tot het uiterste
gespannen. Hoewel zeker niet klein,
was ze dat wel in vergelijking met Bas.
Keurig mantelpakje, goede smaak. Ze
glimlachte om Bas, hij liep naast haar
of hij de koningin mocht begeleiden.
Wat had dat knaapje het te pakken!
Zo ontmoetten ze elkaar. Nel Stok
en Greet Vermeulen, op die typisch
vrouwelijke manier, die de indruk geeft
dat ze in één blik de ander volkomen
doorgronden. Bas stond er een beetje
onwennig bij, hopend dat Nel toch als
jeblieft niet stug en gereserveerd zou
doen. Hij kende zijn zuster, wie niet bij
haar in de pas stond, wist dat meestal
binnen de minuut. Nu, het viel nogal
mee, naar het scheen.
„Wat hebt u hier een boel mooie din
gen", zei Greet, de kamer rondziend.
„Ja, dat is moeder, dat is een schoon
heidsaanbidder".
„U houdt er toch ook wel van?"
„Ja, maar ik weet er met zoveel van
als zij. En mijn interesse gaat een beet
je meer de moderne kant op".
Bas liet het gesprek maar even kab
belen. Het was nu het allerbelangrijk
ste dat Nel en Greet goed met elkaar
zouden kunnen opschieten. De telefoon
rinkelde, hij stond op.
„Ja, ja, ik ben er, maar ik heb be
zoek", hij keek naar Nel.
„Ga maar even", zei ze snel, „we
vermaken elkaar wel".
„Bk kom zo". Hij maakte een veront
schuldigend gebaar. „De accountant
moet iets weten".
„Nou jo, ga even, zolang zal het niet
duren".
Hij keek naar Greet, die knikte
„Ziezo", zei Nel, „opgeruimd, nu
'kunnen wij vrouwen tenminste vrijuit
praten".
Greet glimlachte, „hebt u ook zo'n
hekel aan bel eefdh eidsg esp rekken?
„Ja, die voer je alleen met mensen,
waar je geen snars om geeft. Zullen we
dat vervelende gejuffrouw en mevrouw
maar stoppen? Ik heet Nel en jij heet
Greet, dat is een stuk korter".
„En wel zo eenvoudig", knikte Greet.
Toen Bas een kwartier later terug
kwam, kreeg hij het gevoel dat hij
stoorde, want de beide dames waren
ijverig in gesprek
„Je mag er wel bij komen", lachte
Greet.
„Tja, zeg als je de tuin nog wilt zden
en de schuur enzo?''
„Natuurlijk, daar ben ik toch voor
gekomen?"
„Jullie komen toch nog terug?" vroeg
Nel.
„Zeker", besliste Greet. Bas knikte
onzeker.
Hij wist niet wat daar tussen die
twee allemaal uitgedokterd was.
„Hoe vind je mijn zus", vroeg Bas
buiten.
„Je bent veel meer benieuwd hoe je
zus mij vindt", wist ze.
„Dat hoor ik nog wel, maar wat denk
je van haar?''
„Je weet meteen wat je aan haar
hebt".
„Vond je dat een voordeel?"
„Ja ongetwijfeld, ze is niet vriende
lijk in je gezicht en roddelt achter je
rug".
„Kon je een beetje met haar opschie
ten?"
„We hadden niet de minste moeite".
„O, dat vind ik fijn. Kijk hier heb je
de schuur. Kijk je van op hè? lijkt meer
op een fabriek. Maar we noemen het
nog steeds de schuur".
(wordt vervolgd)