Uet de zilveren lepel
IN BK WEGING BLIJVEN
Beschermers van Waddenzee
slaan alarm
SMIDJE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST
oral van belang bij het ouder worden
'te wisselen met de
jodige rustpauzes
Bronchiletten
Persleiding Hoogkerk-Waddenzee in gebruik
Onze adressen
EEDE blad
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 3 OKTOBER 1969
jATUURLIJK beschikken mensen
zestig jaar en ouder niet over de
de krachten als jeugdige personen,
jiom moeten zijdie nog aan het
eidsproces deelnemen, veelvuldig
me rustpauzen inschakelen. Wie
gewone beroepsbezigheden niet
verrichtdient eveneens even
perioden van lichamelijke in-
inning af te wisselen met korte
(pozen. Bovendien moeten mensen
vrat ouder worden 's avonds tijdig
bed gaan, want nachtbraken be
nt hen bijzonder slecht.
)at wil echter niet zeggen, dat ge
ide mensen van middelbare leeftijd
gezonde bejaarden het grootste
van de dag in bed moeten door
ngen. Dat is beslist verkeerd en
gebeurt dit helaas nog maar ai
raak.
(IET VOOR NIETS zeggen de Fran
se mouvement c'est la vie" (vrij
rtaald. bewegen is leven); trouwens,
hebben daar ook wel een zegswijze
ir en die luidt: „rust roest".
Wanneer men zonder noodzaak zijn
taan gaat beperken tot een kamer-
ïk die gestoffeerd is met een bed en
nachtkastje, zijn de soepelheid van
iaam en geest snel verdwenen. Met
radio- of en televisietoestel kan
n dan misschien nog wel een beetje
de hoogte blijven van het wereldge-
.ren, maar dan is zulk een toestand
h altijd nog fnuikend voor de licha-
lijke conditie.
Iet komt ook voor, dat iemand van
wderde leeftijd in bed terecht ge-
men is wegens de een of andere
fcte en daarin nu verder maar dag-
-uit, weken-, maanden- of zelfs
enlang verblijft, omdat niemand,
,z. noch de patient zelf, noch degeen
hem verzorgt, op het idee komt
t eens wat beweging, oefening, ac-
iteit en functiefherstel van spieren
van hersens te beproeven. Achter
gang van het lichaam en aftakeling
n het verstand zijn daarvan dan het
'olg.
Omgekeerde wereld
!N EEN ALGEMEEN ziekenhuis is
natuurlijk moeilijk vroegtijdige en
ime mobilisering te verschaffen aan
jaarde patiënten. Men vindt daar de
«einde toestand, dat zieken die al
a beetje mochten opstaan, weer naar
moeten om te eten, om bezoek te
tvangen en soms zelfs om te urine-
n of te defeceren; allemaal verrich-
;en dus waarvoor een normaal mens
der normale omstandigheden zijn
d verlaat
Dit kan in een ziekenhuis tot nu toe
ijkbaar moeilijk anders, omdat de
ganisatie van de verpleging dit nnee-
engt Maar in een speciale kliniek
or bejaarden zal men toch allereerst
uiterste best doen om de vooral
or oude mensen zo funeste langdu-
■e immöbilisatie te voorkomen. Men
tiveert de patiënten daar dus zodra
itmaar even mogelijk is en het cen-
um van zo'n kliniek of geriatrische
deling zal de oefenzaal moeten zijn:
wegingstherapie is het voornaamste
apen tegen blijvende invaliditeit.
In „Medisch Contact", officieel or-
an van de Koninklijke Nederlandse
aatschappij tot bevorderaar der Ge-
eskunst, heeft de geriater ouder-
Knsarts) dr. J. Th. R. Schroeder eni-
tijd geleden de nadelige gevolgen
ui overdreven 'bedrust voor bejaarden
uitvoerig beschreven. Een gedeelte van
zijn belangwekkende beschouwing
volgt hieronder.
Het beenderenstelsel
WAT BETREFT het beenderenstel
sel: dit gaat achteruit wanneer de ge
wone prikkels voor opbouw en herstel
van beenweefsels zoals die worden
gegeven door druk en tractie van de
spieren bij het maken van bewegin
gen ontbreken. De afbraak in de
beenderen gaan dan overheersen boven
de opbouw, daardoor worden de been
deren bros.
De patiënt gaat dan klagen over pijn
in de rug; de zieke die met steeds meer
kussens wordt gesteund krijgt langza
merhand verkrommingen van de wer
velkolom. Verder heeft de overheer
sing van het afbraakproces tot gevolg
dat er veel kalk het lichaam met de
urine verlaat en dat zich hierdoor ge
makkelijk stenen vormen in nieren en
blaas.
Wat de gewrichten betreft: langduri
ge rust geeft verstijving. Dit geldt met
alleen voor de voetgewrichten (bekend
is (het optreden van de zogenaamde
spitsvoet), maar ook voor de knieen,
de heupen en de schouders. Dat kan
oorzaak worden van de toestand dat de
patiënt, na genezing van de oorspron
kelijke ziekte zich niet meer voldoende
kan bewegen, ja, dat het lopen mis
schien geheel onmogelijk blijkt te zijn
geworden
De spieren
OOK HET spierenstelsel ondervindt
een nadelige immöbilisatie. De spieren
die niet worden gebruikt gaan atrofië-
ren: ze worden dun en zwak. Om dit
tegen te gaan moet dus, voor zover de
gezondheidstoestand dat tenminste toe
laat, geregelde oefeningen plaats heb
ben. Gebeurt dat niet, dan wordt het
spierenstelsel steeds zwakker en de
persoon in kwestie wordt steeds spoe
diger vermoeid.
En wat betreft de huid: doorliggen
(decubitus) van bedlegerige patiënten
is een schrikbeeld voor alle verplegen-
den. Terecht leert men hun op nauw
gezette wijze de nodige maatregelen te
nemen ter voorkoming hiervan.
Onnodig te zeggen, dat de huid veel
gemakkelijker gaaf te houden is wan
neer van begin af aan een activerende
behandeling wordt toegepast, indien de
ziekteverschijnselen dit tenminste mo
gelijk maken.
Geestelijke achteruitgang
SPIJSVERTERINGSKANAAL en
urinewegen gaan bij langdurige vol
strekte bedrust ook minder goed func
tioneren: zeer dikwijls komt het tot on
zindelijkheid. Pas als de zieke wat
meer in beweging komt, nadat oefe
ningen in het zitten en het opstaan zijn
gemaakt, mag men verwachten, dat aan
die incontinentie een einde komt.
Ook ernstige obstipatie een klacht
die bij patiëten met langdurige bedrust
nogal eens wordt vernomen kan
voor oude mensen een zeer hinderlijke
en zelfs schadelijke complicatie van
hun ziekte vormen. Wanneer lichaams
beweging kan worden genomen, dient
zulks ook te worden gedaan: het be
vordert de stoelgang.
Tot slot iets over de geestelijke func
ties. De psychische achteruitgang, die
zo veelvuldig bij bedlegerige bejaarden
optreedt, is veelal niets anders dan een
gevolg van de isolatie waarin de bed-
patiënt verkeert. Hij of zij merkt vrij
wel niets van de buitenwereld: belang
stelling, geheugen en oriëntatie gaan
achteruit, al was het maar door gebrek
aan oefening
Het zal duidelijk zijn, dat de op deze
wijze ontstane dementie psychische
aftakeling) kan blijken van voorbij
gaande aard te zijn, namelijk als het
mogelijk is, dat de patiënt het bed en
misschien zelfs de kamer eens mag ver
laten, enige eenvoudige activiteiten kan
ontplooien en enige contacten kan
onderhouden, waardoor opnieuw de
belangstelling gaande wordt gemaakt.
Hoestdrank in tabletvorm. f 1-
ZON, MAAN EN HOOG WATER
De zon komt op 5 oktober op om 6.47 uur
en gaat onder om 18.08 uur; 8 oktober op
cm 6.51 uur en onder om 18.02 uur.
Maan: 3 oktober L.K.; 11 oktober N.M.
Hoog water ter rede van Oudeschild
3 okt. 0.14 en 12.41; 4 okt. 0.54 en 13.34;
5 okt. 1.54 en 14.53; 6 okt. 3.19 en 16.21,
7 okt. 4 50 en 17.48; 8 okL 6.04 en 18.56;
9 okt. 7.06 en 19.48; 10 okt. 7.53 en 20.33;
11 okt. 8.37 en 21.11.
Aan het strand ongeveer een uur eerder
hoog water.
Door een druk op de knop heeft mi
nister drs. J. A. Bakker van Verkeer
en Waterstaat vorige week in Hoogkerk
het pompstation in werking gesteld dat
staat aan het begin van de persleiding
Hoogkerk-Waddenzee. De landelijke
vereniging tot behoud van de Wadden
zee is bijzonder teleurgesteld over het
feit dat de regering in de persoon van
minister Bakker van Verkeer en Wa
terstaat haar medewerking heeft ver
leend aan de inwerkingstelling van de
persleiding. De vereniging verwijt de
regering, dat zij het woord, dat minis
ter Vrolijk in 1966 uitsprak en luidde
dat ten aanzien van de Waddenzee geen
beslissingen zullen worden genomen,
alvorens uitvoerige wetenschappelijke
onderzoekingen zijn verricht, niet heeft
gehouden.
De vereniging blijft protesteren te
gen de handhaving van het besluit om
ongezuiverd afvalwater te lozen. Dit
past niet meer in deze tijd, aldus stelt
men in een communiqué, dat werd aan
gegeven naar aanleiding van de komst
van minister Bakker om de perslei
ding in werking te stellen. Men dringt
er opnieuw op aan om een zuiverings
installatie te bouwen en gezuiverd wa
ter naar de Waddenzee te brengen.
Verplaatsen van het probleem
De landelijke vereniging voor het be
houd van de Waddenzee juicht het ove
rigens toe, dat het vuile waterprobleem
in Groningen wordt aangepakt. Maar
het brengen van ongezuiverd afvalwa
ter naar de Waddenzee is geen oplos
sing doch slechts een verplaatsing van
het probleem, zegt men. Er is geen we
tenschappelijk onderzoek ingesteld.
Ook maakt de vereniging bezwaar te
gen het feit, dat het lozingspunt slechts
één km uit de kust komt in plaats van
drie km zoals eerder gepland.
Giftige stoffen
Het is niet uitgesloten dat er giftige
stoffen mee de Waddenzee ingaan. De
onderzoekingen hebben tot nu toe aan
getoond, dat het kleine leven plank
ton zal worden vernietigd. Dit be
tekent dat het begin van de Wadden
„voedselketen", het kleine leven wordt
door het grote verobberd, al bij de ba
sis wordt aangetast. Bovendien zullen
grotere garnalen er niet kunnen leven.
Ook is men bang dat de mosselcultures
zullen worden vernietigd. Nog niet dui
delijk is hoe groot de oppervlakte is die
wordt bedreigd.
Toen smid je Verholen bijkwam, merk
te, dat hij ergens langs de kant van de
weg in het frisse gras lag.
„Ai, ai.mijn arme hoofd", kreun
de hij. „Wat heb ik een pijn in mijn
hoofd. Het lijkt wel of ze er met een
voorhamer op staan te beuken. Ma
maar waar is nou dat oude kasteel? En
waarom lig ik niet ergens in het Kne
kelwoud? Begrijp daar nu maar 'es wat
van! Waar ben ik eigenlijk?"
De smid ging overeind zitten en keek
onthutst rond. „Iemand heeft me een
klap verkocht", gromde hij. „En die
zelfde persoon heeft me hier naartoe
gesjouwd. Maar waarom?" Nogmaals
speurde hij rond en toen zag hij in de
verte een lichtje. „Daar staat een huis",
stelde hij vast. „Ik zal er eens heengaan
om de weg te vragen".
Moeizaam ging hij op pad en zijn
hoofd deed hem verschrikkelijk pijn.
Toen hij het huis bereikte, bleek het een
tamelijk groot soort buitenhuis te zijn,
dat vlak bij het bos gelegen was. Het
licht ander de ramen brandde nog steeds
en de bewoners waren dus nog niet
naar bed. Toch besloot de smid eerst
eens even voorzichtig door het raam
naar binnen te gluren. Dan wist hij ten
minste wat voor soort mensen hier
woonden. „Nee maar!" mompelde hij
toen verheugd. „Hie ben ik goed te
recht! Dat is professor Nosco, die daar
zit! Hij zal wel niet weigeren mij de
weg te wijzen!"
Onmiddellijk liep hij naar de voor
deur en belde aan. Even later ging die
deur op een kiertje open en een stem
vroeg: „Wie is daar nog zo laat?" Doch
voordat de smid antwoord kon geven,
vloog de deur al helemaal open en het
was professor Nosco, die lachend op de
drempel stond. „Nee maar, daar hebben
we zowaar mijn nieuwe vriend van
vanmiddag uit de herberg, riep de pro
fessor uit. „Kom, binnen, mijn waarde!
Kom dadelijk binnen!"
In verband met enkele wijzigin
gen laten wij hieronder op over
zichtelijke wijze de adressen en
evt. telefoonnummers volgen van
correspondenten, redacteur en be
zorgers van onze krant.
Redacteur
Harry de Graaf, Keesomlaan 43,
Den Burg, telefoon (02220) 2403.
Bij geen gehoor drukkerij Texel
se Courant, Parkstraat 10, tele
foon (02220) 2741, Den Burg.
Correspondenten
OOSTEREND C. G. Vlaming,
„De Bol", O 163 a, telefoon (02223)
252;
OUDESCHILD: J. Th. Boom, De
Ruyterstraat 125, tel. (02220) 2853;
DE WAAL: W. Albers, Sommel-
tjesweg 1, tel. (02220) 2577;
DE KOOG: A. Blok v.d. Velden,
Dorpsstraat 48, tel. (02228) 226;
DEN HOORN: F. Zwanenburg,
Naalrand 9, tel. (02226) 272;
DE COCKSDORP Vacant, men
wende zich tot dé redacteur te
Den Burg.
Sportcorr espondenten
s.v. Cooksdorp I. v. d. Linden,
Kikkertstraat 3, telefoon (02222)
216;
ZJD.H.: W. de Porto, Herenstraat
21, Den Hoorn, tel. (02226) 316;
s.v. Oosterend; P. Kooiman, Mo
lenbuurt W 43, Oosterend, tel.
(02223) 332, en P. Kikkert, O 18,
Oosterend, tel. (02223) 323;
s.v. Texel: D. Dapper, Schilder
end, Den Burg;
Texelse Boys: A. Wessels, W. van
Beierenstraat 46, Den Burg, tel.
(02220) 2988;
s.v. De Koog A. Moek, Dorps
straat, De Koog.
Bezorgers
DEN BURG: P. van Heer waar den,
Warmoesstraat 40;
DE COCKSDORP: A. van Hoorn
Lzn., Kikkertstraat 59, tel. (0222)
293;
DEN HOORN: G. Wilner, Heren
straat 15, tel. (02226) 210;
DE KOOG: L. Eelman, Boodtlaan
10, tel. (02228) 422;
OOSTEREND. F. Beijert, Oranje
straat 10.
OUDESCHILD: S. Kuyper, De
Ruyterstraat 58.
DE WAAL: C. Kuiper, Hogereind
46.
Voor het opgeven van adverten
ties wende men zich tot de druk
kerij (Parkstraat 10), telefoon
(02220) 2741.
Advertentieteksten voor de krant
van dinsdag moeten vrijdag
voor 12 uur binnen zijn; adver
tentieteksten voor de krant van
vrijdag moeten woensdag voor
12 uur binnen zijn. Van later ont
vangen teksten kan geen plaat
sing gegarandeerd worden.
FEUILLETON door TOM LODEWUK
IIIIIIIIIIIIIIUI1IIIIIIIIIIIIIIIIIIUII
en Magda schaterden. „Nu, jij kunt nog
wat beleven", voorspelde Magda haar
schoondochter.
„Hij zou me het liefst in een wagen
tje rijden", lachte Greet, „maar troost
je maar hoor Basje, ik heb zelf mijn
ooievaar en ik kan desnoods mijn eigen
kraamverzorgster zijn. Vader, ik vind
het een goed idee. Maar voor Bas is het
misschien beter dat hij er vanaf blijft,
I. „Hou jij nou es ie mond", kom-
andeerde Greet haar forse echtvriend
Hl neem jullie 't hem maar niet kwa-
hij is vanaf dat hij thuis gekomen
niet te regeren. Ja vader, moeder, ik
'loof', zei ze met verpleegstersvoor-
ditigheid, „ik geloof, dat we als we
Hl groot half jaar verder zijn, en al-
s gaat goed", ze stokte even, haar
Sen moeder had haar geboorte niet
ferleefd, „dat we dan misschien.het; oog op de vaderlijke zenuwtjesj*
Reindert stond op en nam het ge-
dit van zijn schoondochter tussen z'n
toden. „Lieve meid", zei hij, „ik ben
dl zo blij voor jullie, maar ook voor
°eder en mij. Die Gréétje toch!". De
?en van Greet stonden vol tranen. Zij,
'f haar moeder nooit gekend had, die
r<tëg het huis uitgegaan was toen een
"der die plaats innam, had zich ge-
*sterd in de genegenheid van deze
mensen, en die met interest terug
taalde. Reindert en Magda waren het
over eens, dat Greet Vermeulen niet
Heen voor Bas een prima vrouw, maar
een schat van een schoondochter
r*s. En nu dit
-Daar maken we een goeie fles voor
i*n", zei Reindert en liep al naar de
dder.
.'Pas op, pas op!", zei Bas bezorgd,
dat wel in haar toestand?" Greet
Man, wat moet dat worden als die
baby er eenmaal is, ik hou mijn hart
vast!"
Bas vluchtte de kamer uit, zijn va
der achterna en de twee vrouwen hiel
den hem niet terug, want vrouwen heb
ben elkaar onder zulke omstandigheden
alles te vertellen en geen man heeft
daar mee te maken.
Bas stond in de kelder en zag hoe
zijn vader bijna eerbiedig een bestofte
fles uit het rek haalde. Reindert keek
om. De grote gestalte van zijn zoon
vulde bijna de ruimte.
Even stonden ze tegenover elkaar, de
vader en de zoon.
„Jongen", zei Reindert „daar ben ik
nou bijna klein onder. Ik heb zoveel
zorg om jou gehad. En nu komt alles
zo goed. Ik heb je vaak op je duvel
gegeven, maar nou mag ik het ook wel
zeggen, dat ik blij ben dat ik je heb".
„Nou, nou", zei Bas die er nooit goed
tegen kon wanneer zijn vader uit dat
vaatje ging tappen, „het komt allemaal
door Greetje".
„Ongetwijfeld, zij heeft er uit ge
haald wat er inzat, en wat ik er niet
uit heb kunnen halen. Maar het zat er
dan toch in zoon, laat je dat tot troost
wezen. Je bent toch maar een geluks
vogel".
„En u dan?"
„Ja jongen, ik ook", zei Reindert
dankbaar en zijn gedachten gingen
naar Magda, naar zijn kinderen en
kleinkinderen, ook een ogenblik naar
de zaak die weer begon te lopen onder
nieuwe en krachtige leiding. „Maar een
dankbaar mens is een klein mens".
De jonge Reindert keek vreemd op,
toen hij daar de familie bijeen zag.
„Ik ben bang dat er vanavond van
Darwin hybriden niks komt", zei hij
aarzelend.
„We hebben het vanavond over de
Stok-hybriden", lachte Bas.
„Goed dat ik je zie", zei grootvader,
„bel jij als de wind tante Nel op is
oom Piet al terug? mooi, en zeg dat
ze hierheen komen want we hebben 'n
klein en onverwacht feestje.
Hij zag Magda's blik. Kon dat? Het
was hard voor Piet en Nel, zelf zouden
ze zo graagIk zal het zélf wel
doen" zei hij toen, maar ik vind dat ze
erbij horen"
Magda liet hem gaan. In die dingen
kon haar man, anders vaak zo ruig in
z'n doen en laten, wonderlijk tactvol
zijn.
Vijf minten later kwam hij terug. Hij
had zelfs aart de telefoon wel gemerkt,
aat Nel het even te kwaad had. „Meid",
had hij gezegd, „ik weet wat je denkt
nou, maar had je liever dat ik je niet
gevraagd had?"
Even had ze geaarzeld.
„Nee, vader," zei ze toen, „wij horen
bij elkaar en ik vind het zo reus
achtig voor Bas en Greet".
„Je bent een lief meissie", zei hij te
der, „en kom nou maar gauw. Je ouwe
vader zit met smart op je te wachten".
En hij had Nel bewonderd. Tja, dat
was toch óók een dochter naar zijn
hart. Hij begreep hoe ze momenten van
felle pijn had doorstaan anderen wél
zij niet maar Greet en zij waren niet
voor niets vriendinnen geworden. En
Piet schudde de hand van zijn zwager
als was het een pompzwengel en beval
hem zeer aan, de cursus voor aanstaan
de vaders te volgen. „De luierwas doen,
verschonen, papje klaarmaken, kerel
aat moet je allemaal kunnen".
Toen stond Reindert Stok recht, het
glas in de hand.
Er viel een stilzwijgen, je hoorde
buiten opeens de vogels.
„Kinderen", zei hij, „ik ben geen
groot spreker. En wat ik zou willen
zeggen, daarvoor kom ik woorden te
kort. Mijn hart is vol. Als ik kijk naar
mijn lieve vrouw, hij was opeens weer
de jonge vent die onhandig kwam aan
zetten met bloemen, en naar jullie, Piet
en Nel, Bas en Greet, en hier naar
Reintje-de-vos, dan kan ik jullie maar
één ding toewensen, dat je het geluk
vindt, dat jullie vader heeft. De eerste
voorwaarde daartoe is, dat je de rechte
yrouw ontmoet. Ik geloof dat jullie
ook wat dat betreft, geluk hebt gehad.
Als het huis in orde is, komt het ande
re ook in orde".
„En dan drink ik op de Zonen én de
Kleinzonen".
„En de dochters en de kleindochters
dan?" vroeg Greet.
,jDe dochters en de kleindochters, én
de schoondochters", voegde Reindert er
haastig aan toe.
Toen ze weggingen stond Reindert
op de stoep.
De avond was als een balsem. Hij
zag ze wegrijden, Bas en Greet in een
grote slee, waaraan zijn zoon nog altijd
zijn hart verpand had, Pieter en Nel in
de Fiat met de jonge Rein, die snel zijn
kans waarnam aan het stuur. Hij wuif
de ze na en drentelde nog even het pad
langs.
Donker stonden tegen de avondhe
mel de schuren.
Hij kon nog net onderscheiden de
letters op het grote bord „Rein Stok
Zoonen, Bulbgrowers Exporteurs".
Hij stond er net als toen, het hoofd
in de nek.
Magda, bezorgd dat hij kou zou vat
ten in de avondlucht had snel haar
bontjas aangeschoten en kwam 'm met
lichte passen achterop. Ze ging naast
hem staan, keek met hem naar het
naambord,
„Reindert Stok", zei ze, „vroeger een
klein bollenlboertje en nu een groot za
kenman, vader, grootvader en aan
staand grootvader. Ben je tevreden?"
„Reindert Stok", antwoordde hij, ,,'n
heel klein mannetje, een ootmoedig
dankbaar mannetje, die een heleboel
geluk onverdiend heeft gekregen. Kom
Magdaleni, het wordt koud".
De wind streek door zijn zilveren
haar, toen ze langzaam, arm in arm,
het pad opgingen naar huis.
EINDE