AGENDA
ra
50jaar
Electrolux!
Gratis
Jubileum-
Cheque
Waarde
tot f 100.-i
DE MILJOENENERFENIS
SMIDJE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST
Suikerbietentelers opgelet!
A^DBOUW en VEETEELT
Bakker's
Ijzerhandel
N.V.
Uitslag kruiswoordpuzzel
Het werk van de mengrotor
K. Plantinga Zoon. Bolsward. Anno 1870.
me»)
al
u dej
rheii
seti
Dt
M
tweede blad
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 17 OKTOBER 1969
k voor
Ortjl«**v cchIhM ii'
C. van
fici* ,„i
I °L
\Ve kunnen het volledig begrijpen als
akkerbouwers zijn, die er op dit mo-
it nog niet toe kunnen komen om al
fl begin te maken met het rooien van
suikerbieten. Vooral als het gewas
half augustus vrij sterk van de
wgte heeft geleden, is er wel aanlei-
jag om van de laatste groei zoveel mo
ll flijk te profiteren. En als dan de
|fk tfrsomstandigheden zo zijn als de
[I® atste weken het geval is, denkt men
niet aan moeilijkheden die er kun-
"w to ontstaan door veel regen of
f nachtvorst. Toch moet met beide
ogelijkheden rekening worden gehou-
I
De ene grondsoort is veel gevoeliger
oor structuurbederf als gevolg van
ansportwerkzaamheden bij nat weer
an de andere. Maar neemt U maar rus-
aan, dat het voor alle grondsoorten
en krachttoer is om bewerkt of bere-
31 te worden onder omstandigheden
fcwe in de herfst van 1968 hebben
eegemaakt. Naast de veel moeilijkhe-
en, die dit direct veroorzaakt is er de
ihade op langere termijn door struc-
iurbederf.
De herfst van 1968 heeft ons zowel
>t| risico door overmatige regenval als
oor een plotseling invallende vorst-
jriode laten zien. Na een buitenge-
oon natte periode een plotselinge
ergang op enkele dagen met vriezend
eer, waarbij temperaturen voorkwa
men, die de aanduiding „nachtvorst"
ink overschreden. Ook bietentelers op
'exel hebben de nadelige gevolgen
aarvan ondervonden.
We menen, dat er daarom wel zeer
ringende redenen aanwezig moeten
ijn om het rooien van de suikerbieten
verschuiven naar november. Het
oorkomen van structuurbederf kan,
iet de extra kosten, die het rooien en
e afvoer bij nat weer vraagt een be-
betekenen, dat zeker opweegt te
len één of twee ton bieten per bunder,
ie bij laat rooien eventueel meer wor-
en gerooid. Hetzelfde is het geval als
ioor een flinke nachtvorst het suiker-
;ehalte V«°/o tot l°/o omlaag gaat. Ook
lier moet men enkele tonnen meer voor
fooien.
Voorzorgen bij laat rooien
Als door omstandigheden toch laat
jerooid moet worden, dan is het zaak
«paalde voorzorgen te nemen. Zodra
•r kansen voor nachtvorst komen, is het
mverantwoord om gerooide bieten op
;leine hopen of zwaden te laten liggen.
Als straks de tijd komt, dat de afvoer
an de bieten begint te stagneren en
Telef. 02220 - 2346
daardoor enkele dagen op het bedrijf
moeten blijven, dan is het zaak er voor
te zorgen, dat de bieten aan hopen lig
gen, die zich vrij gemakkelijk laten af
dekken. We denken aan een gelijkmatig
afgewerkte dakvormige hoop met even
tueel platte kop. Deze hopen laten zich
vrij gemakkelijk onder plastic brengen.
Wil men de bieten zonder verdere be
dekking voor schade door nachtvorst of
lichte vorst vrijwagen, dan zult u daar
voor plastic van minimaal 0,15 mm.
moeten gebruiken. We denken hierbij
aan het goedkopere polyaethyleen.
Maar tot slot moet het ons nog eens
uit de pen: „Er moeten bij de weers- en
werkomstandigheden van dit moment
wel zeer dringende redenen zijn om het
rooien van de suikerbieten uit te stel
len".
VEEL TEXELSE GRONDEN
ZIJN ARM AAN KOPER
Tot een jaar of tien geleden werd
in ons gebied vrijwel niets gedaan
aan de koperbemesting van grasland
en bouwland. Het onderzoek van een
groot aantal grondmonsters in het ka
der van de ruilverkaveling bracht aan
het lichtdat een groot aantal perce
len een laag of matig kopergehalte
heeft. Ook daarna zijn nog diverse
grondmonsters onderzocht op het ko
pergehalte en in zeer veel gevallen
blijkt een koperbemesting gewenst te
zijn.
Later is op een aantal bedrijven een
intensiever onderzoek vericht, waarbij
niet alleen de1 grond, maar ook het
ruwvoer, dat op deze grond was ge
wonnen werd onderzocht. Ook hier
bleek weer, dat op veel bedrijven van
een tekort aan koper moet worden ge
sproken.
Mede door een zekere propaganda
van de landbouwvoorlichting is daarna
een aantal jaren vrij veel koperslak-
kenbloem gestrooid. Al moeten we daar
direkt aan toevoegen, dat het aantal
bedrijven, waar nog nooit iets aan de
koperbemesting is gedaan belangrijk
groter is dan het aantal bedrijven,
waar één of meerdere malen een ko
perbemesting is gegeven. Toch zijn we
van mening, dat ook op veel vah de
eerstbedoelde bedrijven een koperbe
mesting nodig is.
Vooral voor grasland
Als we het over he»t nut of de nood
zaak van een koperbemesting hebben
denken we in de eerste plaats aan het
grasland. Het is ons tot nu toe niet
gelukt om duidelijke bewijzen van ko
pergebrek in akkerbouwgewassen te
vinden. Ook op proefvelden, die wer
den aangelegd op bouwland hefofoen we
niets kunnen ontdekken van een tekort
aan kotper.
Er zijn echter wel aanwijzingen, dat
op een aantal bedrijven de koperbe
mesting van belang is geweest voor de
rundveehouderij. We denken hierbij
aan gevallen van het moeilijk bestand
krijgen van oudere koeien en jongvee,
aan een minder goede ontwikkeling
'U R YJ2T.ROM B ,0 N :BJ3.W:G
N'0 P|S |7k 10 :0 R T SFTR'blE"
OERALPK RiAifBMOjÖlR
PMAl'l iKPS'N O.eFp'ë IRjü
KPê E!NiU,APb)?7Mj7RjDjl
wop-p EN V- E Lpo'np
AlAlFPfA S S EinCIV 10 OiRIT
R A|REPxJ7RPTAP|GNlOfÊT
T :R A N tJTpISA'C iMPd^OJ.
SJJmTJb B !E iflA L IE NjlFE
l2b PaFp PrIëgMlJTn.
VlÖiÖlR D E E L Pe's'PIEiNF
i o o mPb r[a kKtiotIeiM
E r &P.G RE 'N E nPsPluTa
SPI 0 O N ST O pPEiS t
van het jonge rundvee en de algemene
gezondheidstoestand van de dieren. We
zouden niet graag beweren, dat alle
vragen in dit opzicht opgelost zijn,
maar we menen wel positief te kunnen
zeggen, dat op een aantal Texelse be
drijven de moeilijkheden na het toepas
sen van een koperbemesting sterk ver
minderd of geheel verdwenen zijn. We
moeten hierbij wel opmerken, dat het
geen kwestie van de ene op de andere
dag is. In bepaalde gevallen zal het wol
enkele jaren duren voordat de moei
lijkheden helemaal verdwenen zijn.
Waar men aan denken moet
Het is zo langzamerhand wel bekend
dat koperslakkenfoloem, dat als regel
gebruikt wordt voor de koperbemes
ting in eerste instantie voor het vee
een gevaarlijke stof is. Na het strooien
van koperslakkenbloem op grasland
moet het vee liefst 4-6 weken van
deze percelen worden gehouden. Voor
schapen is het gewenst de termijn van
6 weken aan te houden.
De tijd voor het geven van een ko
perbemesting iE daarom van november
lot het voorjaar. Op bedrijven met uit
sluitend rundvee, dat in de winter op
stal staat zijn er in deze periode hele
maal geen problemen. Op bedrijven,
waar ook schapen worden gehouden
zal men het beste ieder jaar een ge
deelte van het bedrijf een koperbemes
ting kunnen geven.
Uit het grondonderzoek is gebleken,
dat vooral zandgronden arm aan koper
zijn, waaifoij de grond in de nieuwere
polders nog weer slechter van koper
is voorzien dan de zandgrond op het
zg. oude Texel.
In het algemeen is het voldoende als
er eenmaal in de drie of vier jaar een
bemesting wordt gegeven van 400 kg
koperslakkenbloem per bunder. De
meststof koperslakkenbloem heeft als
voordeel boven kopersulfaat, dat in ko
perslakkenbloem ook een hoeveelheid
cobalt aanwezig is. En in veel gevallen
gaat koperarmoede van de grond ge-
oaard met gebrek aan cobalt.
Ais gevolg van het breken van een
as heeft de mengrotor de vorige week
het werk ruim een dag moeten onder
breken. Dit had tot gevolg, dat de op
woensdag j.l. geplande demonstratie
niet kon plaats hebben op het bedrijf
van de heer R. Barendregt op „Wage-
ningen", maar op het bedrijf van de
heer G. C. Bakker in het Noorden.
We houden er rekening mee, dat niet
iedereen hiervan tijdig op de hoogte
was omdat men de Texelse Courant
pas later op de dag onder ogen krijgt.
Voor een mogelijk vergeefse reis naar
het bedrijf van de heer Barendregt
bieden we onze excuses aan.
Intussen is het beslist niet zo, dat het
werk van de mengrotor uitsluitend op
de demonstratiedag kan worden beke
ken. Er is helemaal geen bezwaar tegen
om dit op een andere dag te doen.
Als alles volgens plan verloopt zal
de mengrotor in de loop van donder
dag aan het werk raken op het be
drijf van de heer R. Barendregt. Ook in
het begin van volgende week zal de
mengrotor hier nog wel aan het werk
zijn. We zijn van mening, dat vooral
op dit bedrijf het zand zal worden ver
mengd met een behoorlijke hoeveelheid
- avel uit de ondergrond.
Hoewel we uiteraard hopen, dat er
nog meer liefhebbers komen is het op
het moment zo, dat er na het bedrijf
van de heer Barendregt nog maar op
één bedrijf zal worden gewerkt, nl. op
het bedrijf van de heer Jn. Witte CPzn.
op boerderij ,,'s-Hertogenbosch" in Ei-
erland. Op dit perceel komt onder een
zandlaag van plm. 85 - 90 cm een za-
vellaag voor. De heer Witte streeft niet
naar een menging van deze zavellaag
met de zandgrond, maar het gaat hem
uitsluitend om de droogtegevoeligheid
van de grond ongedaan te maken door
een menging van de zandlaag. Op dit
bedrijf zal daarom maximaal tot een
diepte van 95 - 100 cm worden ge
werkt.
Een vierde gegadigde is afgevallen,
Vieux
Plantiac
omdat de opbouw van de grond zoda
nig was, dat ook de landbouwvoorlich
ting er niet zeker van is, dat de vrij
hoge kosten van deze bewerking in dit
geval verantwoord zijn.
Intussen staat het voor ons vast, dat
er nog heel veel grond op Texel is,
waarvoor dit wel het geval is.
Vrijdag 17 oktober 1969
Den Burg, Paardestal, vergadering
Jeugdsoos.
Den Burg, J'elleboog, vanaf 8 uur, op
treden van Magic Four.
Den Burg, LTS-kantine, R.K. Vrouwen
gilde, NKV en Plattelandsvrouwen
Texel, Westfriese avond door gezel
schap A. Schermer.
Den Burg, De Lindeboom-Texel, bridge
drive t.b.v. „In Holland komt een huis",
vrije deelneming.
Zaterdag 18 oktober 1969
Den Burg, J'elleboog, vanaf 8 uur, op
treden van Magic Four.
Zondag 19 oktober 1969
Den Burg, J'elleboog, vanaf 8 uur, op
treden van Magic Four.
Maandag 20 oktober 1969
De Waal, Dorpshuis, 14.00-16.30 uur,
Overkoepeling, cursus variaties met
brood.
Oosterend, De Bijenkorf, 19.30-22.00 uur
Overkoepeling, cursus variaties met
brood.
Dinsdag 21 oktober 1969
Ver. van Oud-leerlingen Landbouw
school; excursie naar Zuid-Laren.
Den Hoorn, „Ons Huis", 14.00-16.30
uur, Overkoepeling, cursus cadeautjes
maken.
Den Burg, Doopsgezinde verenigingsge
bouw, van 19.03-22.00 uur, Overkoepe
ling; cursus cadeautjes maken.
De Cocksdorp, Hotel Kikkert, van 14.00-
16.30 uur, Overkoepeling, vervolgcursus
naaien.
Oudeschild, 't Skiltje, van 19,30-22.00
uur, Overkoepeling, vervolgcursus
naaien.
Vrijdag 24 oktober 1969
Den Burg, LTS-kantine, Fotoclub De
Kiekendief, 20.00 uur, de heer A. van
Leeuwen met als onderwerp: Heden
daagse fotograftie.
Den Burg, Casino, 20.00 uur, Teener
programma, van teeners voor teeners.
11. „U denkt, dat de verbeelding mij
parten speelt, hè?" zei smidje Verholen.
„Laat ik U nou verzekeren, professor,
dat ik de Zwarte Kludde echt gezien
heb Daar is geen twijfel aan. Ik sloeg
aanvankelijk natuurlijk op de vlucht,
doch later keerde ik terug en wandelde
opnieuw het Knekelwoud in. Op een
gegeven moment bereikte ik toen het
oude slot van Balderik de Woeste. En
juist op het moment, dat ik de slotbrug
wilde overgaan, kreeg ik een klap op
mijn schedel. En zegt U nu maar, dat
mijn verbeelding me parten speelt. Dan
is die bult op mijn kop zeker ook ver
beelding! De rest weet U. Ik kwam weer
tot bezinning in de buurt van uw huis.
Dat zijn de feiten, professor".
Professor Nosco haalde glimlachend
zijn schouders op en greep een boek uit
een van de welgevulde kasten. Hij bla
derde er even in en zei toen: „Ik heb
hier een standaardwerk van de bekende
psychospirito-analyticus professor doc
tor van Swammeren. Deze schrijft in
geestesgloren, dat een bij herhaling in-
zijn inleiding tot de kennis van het
geprent verhaal kan leiden tot het ver
schijnsel van een bewustgeworden
schijnbeeld. Een teleklinetische mani
festatie dus. En dat is nu juist, waar gij
alle verschijnselen van vertoont, mijn
waarde Verholen. Ge hebt de hele
avond horen praten over de Zwarte
Kludde. Ge hebt er vervolgens sterk
over nagedacht en nu wilde ge hem ten
slotte ook zelf wel eens zien. Ge wilde
het zelfs zó graag, dat ge er het Kne
kelwoud voor inliep. Toen was ge rijp
voor een schijnbeeld, en ook een kwaad
moment dacht ge dan ook werkelijk, dat
ge de Kludde zag. Zodra ge nu uw hoofd
tegen een boomtak stootte, meende ge,
dat de Kludde U een slag toediende. On
bewust zijt ge nog een eindje doorge
strompeld om in de buurt van mijn huis
in elkaar te zakken. Zo ligt de zaak,
waarde vriend. Ga nu maar rustig naar
huis. Morgen zult ge wel inzien, dat
alles verbeelding is geweest".
FEUILLETON
door TOM LODEWIJK
I „En hoe moet dat dan met die zaak?"
„Als u hem niet overneemt zal die
verkocht moeten worden, 't Zou natuur
lijk beter zijn als u dat allemaal zelf in
handen nam. Het gaat om uw belan
gen".
„Wat moet ik daar burgemeester? Ze
kunnen me van alles wijsmaken. Wat
weet ik van dat bedrijf, wat weet ik van
allerlei wetten en bepalingen! Op het
ogenblik zie ik alleen maar een goeie
kans voor die advokaat, om er een vet
honorarium uit te slepen".
„Die zit in ieder geval dichter bij het
vuur", knikte de burgemeester. „Nu
dan, de waarde van de nalatenschap
wordt geschat en de advocaat legt
veel nadruk op die „schatting" op on
geveer twee miljoen dollar. Dat is als
alles er af is toch altijd nog wat slordige
miljoenen in guldens. Wanneer alles
klopt en goed loopt, meneer Heyblom,
dan bent u toch na afwikkeling van de
nalatenschap miljonair. Ik gaf u niet
voor niks een gemeentesigaar, ik dacht
meteen aan een mogelijke lening voor
nieuwe riolering
„Eerst mear es zien", zei Jaap droog
jes, de gemeentesigaar nog eens aan
dachtig bekijkend. Hij bladderde een
beetje. Jaap likte voorzichtig aan het
dekblad.
De burgemeester knikte instemmend.
„Kijk es meneer Heyblom, er is na
tuurlijk op het ogenblik heel weinig van
te zeggen. Het gaat hier om een bedrijf.
Loopt het? Gaat het goed? Of liep het
op zijn end? Zijn er schulden? Als je dat
allemaal gaat realiseren, hoeveel blijft
er over? Hoeveel blijft er aan de maat
en de strijkstok hangen van allerlei lui
die er mee te maken hebben? Hoeveel
pikt de staat in dóar en hoeveel hier? En
hoe lang kan het duren? Wat die advo
caat doet is niet anders, dan een offi
ciële bevestiging te vragen van uw be
staan, waaruit uw recht op de nalaten
schap valt af te leiden. En dan zal hij
wed komen met een verzoek om vol
macht en vragen wat er gebeuren moet.
U kijkt niet of u er blij mee bent".
„Ach burgemeester", zei Jaap, ,,'t zijn
nog tien vogels in de lucht, 'k Heb nog
niks in de hand. Ik heb er nooit naar
verlangd, miljonair te zijn, het lijkt me
meer last dan gemak. Als ik zie, bij de
bank, welke zorgen al die mensen met
geld hebben, dan ben ik blij dat ik ze
kan adviseren, maar dat ik 's avonds
m'n sluierstaarten kan gaan verzorgen".
„Maar een beetje ruimer in 't geld zit
ten.
„Ach ja, da's wel prettig. Vooral met
opgroeiende kinderen. Maar ik kom niet
tekort en zij ook niet. En wie weet wel
ke zorgen ik me aanhaal. Misschien
moet ik nog wel naar Amerika voor dat
geval!"
„En hebt u daar geen zin in?"
„Och ja, maar niet voor zulke zaken.
Ik wou dat daar een betrouwbare vent
was, aan wie ik het kon overlaten. Maar
ik ken er geen sterveling".
„In ieder geval", constateerde de
burgemeester, „u bent er niet kop over
bol van en daar ben ik blij om, meneer
Heyblom. Niemand gunt u liever een
extraatje dan ik, maar ik zou met graag
zien dat u straks als miljonair-in-spé
door het dorp ging wandelen. Want het
is zoals u zegt: u hebt nog niet één vogel
in de hand".
„Daarom burgemeester", verzocht
Jaap, „laten we dit onder ons houden. Ik
ben niet van plan het om te roepen, u
weet hoe de mensen zijn. Als ze van
daag iets horen, verwachten ze dat ik
morgen in een Rolls Royce rijd en pro
beer uw huis te kopen".
„Hangt er van af wat u er voor geeft"
lachte de burgemeester. „Goed, meneer
Heyblom, ik kan dus die meneer daar in
Patterson berichten dat u het inderdaad
bent. Ik zal uw adres doorgeven. Dan
zult u verder van hem wel horen. Mocht
u misschien", vervolgde hij aarzelend,
„eens ergens mee verlegen zitten, kom
gerust bij me aan".
Jaap was de burgemeester erkente
lijk. Zie je, in zulke dingen héd je wat
aan de man. Ze klaagden wel eens in 't
dorp. Hij was geen type om gouden
bruidegommen te bezoeken en voetbal
len af te trappen; ze zeiden dat hij in
Den Haag, op de departementen, beter
weg wist dan in zijn eigen gemeente,
maar hij was meer zakenman dan bur
gervader in de overdrachtelijke zin van
het woord En Drechtermond had 'n za
kenman méér nodig dan iemand die bij
een gouden bruidspaar zat te kleppen en
op z'n horloge te kijken wanneer hij met
goed fatsoen weer kon opstaan.
Jaap stond op. Burgemeesters tijd
was geld.
„Ik dank u wel, burgemeester. Voor
lopig zullen we het nog maar niet in de
krant zetten".
„Wat u gelijk hebt, meneer Heyblom.
ZUIVERE HUID
PUROL en PUROL-poeder
Blijf gewoon, doe gewoon, dan gaat al
les ook gewoon".
„Precies mijn mening".
Ja, dacht de burgemeester, toen hij
zijn bezoeker het plein voor het raad
huis zag oversteken in zijn gewone, be
dachtzame pas, Jaap Heyblom was mis
schien een der weinigen in zijn gemeen
te, die zich door zoiets het hoofd niet op
hol liet brengen .Zoals hij daar liep was
het of hij op het gemeentehuis over een
lekke waterleidingbuis was komen kla
gen. Hij grijnsde, toen hij Jaap schichtig
zag omkijken en voorzichtig het restant-
gemeentesigaar op een paaltje leggen.
„Ze zijn niet best", mompelde hij,
„hou jij je maar aan je pijp". En die
haalde Jaap dan ook op dat moment met
innig welbehagen uit zijn zak. Hij rook
te liever goeie tabak van zijn eigen cen
ten, dan een lekke sigaar op kosten der
Drechtermondse gemeenschap.
HOOFDSTUK II
Toekomstverwachtingen
„En wat had de burgemeester?" vroeg
Suus Heyblom haar man.
„Mag ik nog even de boontjes?" ver
zocht Jaap Heyblom in het algemeen.
Suus zuchtte. Dat was haér man.
Allerlei andere mannen zouden thuis
gekomen zijn en meteen 'n heel verhaal
hebben opgehangen. Ze snapten toch
wel dat een vrouw benieuwd was. Maar
niet haar Jaap. Die was éérst naar de
zaadwinkel gegaan en had daar een
lang gesprek gehad met Tjeukema over
de beste bemesting voor tuinbonen, ja
dóar kon hij wel lange gesprekken over
voeren. En dan verdiept in de krant, en
dan de visjes voeren, en dan eten.
En daar zat hij nu.
Te eten.
O nee, zeker niet als een automaat.
Want ze hoefde niet te klagen over
gebrek aan appreciatie voor haar kook
kunst. Hij kon haar toeknikken met een
glans in zijn ogen of ze Audrey Hepburn
was, wanneer hij de geur van de krab
betjes opsnoof of van een kostelijke
moot gestoofde schelvis. Hij deed haar
maaltijd alle eer aan. En hij informeer
de bij de jongens hoe ze het gehad had
den en luisterde aandachtig naar haar
eigen verhalen. Hij was niet ongezellig,
daar niet van, maar hij was zo dicht.
Hij vertelde zo weinig uit zichzelf en
van zichzelf. Hoe was 't op kantoor?
Best. Hoe voel je je? Best. Alles was
best. Een tevredener mens kon ze zich
niet voorstellen.
En juist die tevredenheid ergerde
haar. Suus Heyblom had genoeg kritiek
moeten horen toen ze „die slome sla
dood" verkoos als levensgezel. „Wat
vind je d'r an?" vroegen haar vriendin
nen. O zeker, hij zat altijd keurig in de
kleuren, zo zuinig als hij moest leven
toen. Hij was hoffelijk, veel meer dan de
„leuke" jongens, die niet wisten hoe je
een meisje had te behandelen. En hij
wist overal van af. Als er eens iemand
zo maar in het wilde weg een mening
verkondigde, dan wist Jaap met een
droge opmerking de zaak in het juiste
licht te zetten en bleek het meestal niet
zo simpel als het leek.
(Wordt vervolgd)