Breed opgezet steunbeleid nodig voor de visserij n Tot inwerkingtreding van EEG-beleid: ■V. Voor- en nadelen van Italiaans raaigras voor voederwinning SMIDJE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST m ei a ;e 'ijl Floris voor UNICEF Dingen om aan te denken In de laatste jaren is het de visserij in de Westeuropese landen enkele groepen daargelaten bepaald niet -1 gegaan. De indruk heeft bij velen bestaan, dat deze situatie aanleiding zou vormen tot nader overleg tussen de verschillende landen om te komen tot gezondere afzetverhoudingen, waar- Boor een verbeteing in het prijspeil bij fanvoer zou kunnen worden verkregen, i Men zou daarbij kunnen uitgaan, zo erd meermalen gesteld, van het be ginsel van leven en laten leven. Im port zou moeten worden toegestaan on der voorwaarde dat deze niet prijsbe- dervend zou mogen werken en de soms chaotische internationale verhoudingen zouden plaats moeten maken voor meer ?eordende toestanden. Als vaststaand beginsel zou kunnen ^eJworden gesteld, dat geen enkel land uit- ïindelijk bereid is zijn nationale visse- •ij prijs te geven en dat, wanneer geen irde in de chaos wordt geschapen, elk and een eigen subsidiepolitiek zou be- jinnen of versterken, waardoor verbe- ering in de bestaande situatie nog neer geremd zou worden. In de kringen van de aanvoerders is T internationaal gezien wel begrip oor een zekere toenadering. De strijd m subsidies, waardoor men interna- ionaal tegen elkaar wordt uitgespeeld, onder dat men de zekerheid heeft, dat iet produktie-apparaat daarop drijven- le kan blijven, laat staan welvarend an worden, draagt tot dit begrip niet reinig bij. Waarom een poging tot toenadering overheidszijde achterwege blijft is iet duidelijk en waarom men liever ibsjdies geeft dan de afzet- en mar- jtmg-politiek fundamenteel aan te ;en is op zijn minst onbegrijpelijk, 'oor het ogenblik moet men wel tot de onclusie komen, dat de kans op ver- 'ijdering groter is dan die op toena- iring. Men behoeft slechs naar twee rote buurlanden te kijken, zoals West- luitsland en Engeland, om in deze me- ing gesterkt te worden. wit West-Duitsland Zoals overal, wanneer een bednjfs- in een noodsituatie verkeert, wordt vraag gesteld of al dan niet hulp ^l|toet worden verleend. Ook in de Duit- Bondsrepubliek lag de vraag ter ta il of binnen een grotere Europese erkverdeling Duitsland van de visse- afstand zou kunnen doen. 71 Het zal niemand verbazen, dat dr. eseck deze vraag op de Kialer Woche I B69 negatief beantwoordde. Overwo rn diende immers te worden, zo stelde Iij, dat de visserij in haar totaliteit een dangrijke factor in het economische ven van de kustlanden is en dat op rond hiervan doelgerichte hulp van Bondsrepubliek zowel als van de uststaten te rechtvaardigen valt. Dit is duidelijke taal en het bedrijf ons land zou het zeker niet betreu- n wanneer de Nederlandse overheid dl ten opzichte van de eigen visserij os even onomwonden en duidelijk uitspreken en er dan de zelfde lanciële consequenties aan zou ver- Inden als dat bij onze Oosterburen het val is. Maar, zal men vragen, hoe is dit in ereenstemming te brengen met het unende EEG-beleid, dat er nu juist gericht moet zijn dit nationalisme in :t visserijbeleid te verminderen en teindelijk te doen verdwijnen. Dr. Meseck sneed ook dit punt aan. regering van de Duitse Bondsrepu- ek is van oordeel, dat men het eerst moet worden over hervorming in- se het akkoord van de marktorde- &g en over het plan Mansholt, alvo- kan worden begonnen aan een uctuur- en marktordeningsbeleid or nog te regelen gebieden van de ïdbouw (wijn, alcohol, aardappelen, 2.) en van de visserij. Hier doet de kopstoktheorie weer op- !d in het belang van nationale aspi- ies en wordt de visserij weer voor zoveelste keer opgehangen aan de ransche belangen. Dr. Meseck ziet heel goed in dat de serij, waaronder ook de Duitse daar- or het kind van de rekening wordt, Hij zegt dan ook in het openbaar, hij het juister zou vinden, wanneer EEG het initiatief zou nemen voor breed-opgezette Westeuropese vis- ijpolitiek, een uitspraak waarmee hij itoont de stemming van het bedrijfs- en goed aan te voelen. ■ijn enige hoop dat dit zal gebeuren dat het vraagstuk van de uitbreiding de EEG actueel is en dat een op- suig op niet te lange termijn moge- is. tior dit vraagstuk komt ook het tse visserijbeleid direkt binnen onze ichtskring en daaraan is de verdere chouwing gewijd. Intussen is wel deken dat de regering in Bonn voor- ig een nationaal subsidiebeleid m visserij prefereert boven een inter zonale oplossing. De Britse benadering a Groot-Brittannië heeft de over- d inzake het visserijbeleid het roer pgooid. Het in 1962 ingevoerde be- voorzag in 'n subsidieregeling van jaar, welke regeling geleidelijk zou tien ingekrompen om in 1972 te ein- en. werd besloten, dat de vloot daar moet blijven voortbestaan. Nu weten wij maar al te goed, dat het concurrentievervalsingsargument onze overheid niet welgevallig is. Tot nu toe werd elk jaar bij de begrotings behandeling getracht de invloed ervan te verkleinen. Nog bij de behandeling van de begroting 1968/69 was dit het geval, al bleek toen dat de Tweede Ka mer allerminst door het betoog van de minister overtuigd was. Gezien de ontwikkelingen, die zich dit jaar hebben voorgedaan, en die duide lijk aantonen dat de Nederlandse vis serij verder gaat achterlopen, had men mogen verwachten dat gelden op de begroting zouden worden opgevoerd om deze achterstand te egaliseren. Kijken we dan bovendien naar het wegvallen van de restricties bij de nieuwbouw in Groot-Brittannië, dan dient toch ook in ons land het nieuw- ^iiiiiuimiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii STEUNBELEID NODIG VOOR VISSERIJ H De laatste jaren is het de visse- §j rij bepaald niet voor de wind ge- 1 gaan. In tegenstelling tot vroeger g heeft deze bedrijfstak met ernsti- 1 g ge moeilijkheden te kampen; ook |j g de Texelse vissers kunnen daar- 1 ff over meespreken. In het blad g |j „Visserijwereld" wordt aan de g H situatie uitvoerig aandacht be- g H steed en komt men tot de con- 1 clusie dat de regering de nood- g H situatie moet verlichten door het g jg ontwerpen van een breed opge- g zet steunbeleid tot het moment g H waarop het EEG-beleid in wer- g H king treedt. Wij nemen het arti- g kei met toestemming van de re- g ff dactie in extenso over. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim In het verslag 1968/1969 van de White Fish Authority wordt gezegd, dat de verslechtering van het klimaat in de internationale handel in vis, de sterkere subsidiëring van de concur rerende buitenlandsè visserij vloten en de steun aan de agrarische produktie hebben aangetoond, dat de hoop op financiële onafhankelijkheid van het bedrijf illusoir is en dat meer in plaats van minder ondersteuning nodig is om de visserij vloot op zee te houden. Dit wordt door de regering erkend en de nieuwe steunmaatregelen voor zien in een hulp van 4 miljoen pond sterling per jaar voor de slechtste ja ren, met kans op vermindering wan neer het in het bedrijf beter zou mogen gaan. Deze subsidie wordt in verhouding gebracht tot de toegevoegde waarde, waardoor degenen, die het meest effi ciënt werken het grootste profijt trek ken van het nieuwe systeem. Tegelij kertijd worden alle beperkingen bij de koppeling van sloop en nieuwbouw op geheven. Gehoopt werd, dat na jaren van inkrimping van de vloot de nieuwe tegemoetkomingen zouden leiden tot een golf van aanbouw van nieuwe schepen ter vervanging van de oude. Dit is niet gebeurd, omdat de bedrijfs resultaten niet bemoedigend waren en de investeringen zeer hoog. Vervolgens speelden een rol de fusiebesprekingen tussen de drie grote maatschappijen en tenslotte wilde men eerst de resultaten van het veiligheidsrapport in verband met het vergaan in 1968 van drie sche pen uit Huil afwachten. Dit rapport is inmiddels dezer dagen gepubliceerd en daaruit blijkt dat de kosten van de daarin voorgestelde vei ligheidsmaatregelen aan de vloot 2,5 miljoen pond sterling zullen gaan kos ten en dus zeker bij de beslissingen voor nieuwbouw zullen moeten worden betrokken. Maar hoe dan ook, de direkte steun bedragen zowel als de hulp bij nieuw bouw zijn weer aanzienlijk gestegen en betekenen opnieuw een overwinning van het nationale beleid op interna tionale samenwerking. De betekenis voor onze visserij Het effect van deze maatregelen voor de Nederlandse visserij is duidelijk, te weten lagere prijzen bij export naar het buitenland en goedkopere import- vis in het binnenland. De regering kan zich nu zo liberaal opstellen als zij wil, zij zal aan het Nederlandse volk nooit kunnen verkopen, dat onze visserij nu maar voor een groot deel moet worden gen het beweiden öf berijden kan in opgeofferd, omdat in het buitenland minder gunstige omstandigheden. Als bouwregiem aanmerkelijk te worden vergemakkelijkt. Het principe van toe slag a fonds perdu is in ons land wel iswaar aanvaardt, maar dan gekoppeld aan het afstoten van schepen. In het allergunstigste geval, wanneer de rede rij zelf over afstoottonnage beschikt krijgt men 15°/o, doch in Engeland tot 35°/o en dan nog wel onder minder voorwaarden, dan hier te lande worden gesteld. Gezien de Duitse tactiek het EEG- beleid op de lange baan te schuiven en de versterkte Britse subsidiepolitiek is het thans het moment in ons land een werkelijk breed opgezet steunbeleid voor de visserij in te voeren tot het ogenblik waarop het EEG-beleid in werking treedt. De omstandigheden dringen ertoe. En daarom hoopt men in visserij kringen alsnog dat bij de aanstaande behandeling van de begroting zal blij ken dat men in de volksvertegenwoor diging begrip heeft voor de uiterst moeilijke, ja zelfs noodsituatie, waarin zich de rederij-sector, de sector van schippers-eigenaren en die van de gar nalenvisserij bevinden. En dat zal wor den aangedrongen de visserij tegemoet te komen op een wijze die met deze nood in overeenstemming is. Er is de laatste jaren op een aantal bedrijven in ons gebied voor de be weiding en de voederwinning gedeel telijk overgegaan op Italiaans raai gras. Daarbij is in de meeste gevallen gebruik gemaakt van de tetraploïde selecties. We horen over het gebruik van Ita liaans raaigras niet uitsluitend juich kreten. We hebben de indrukdat en kele veehouders er weer van terug zijn gekomen of terug zullen komen. Als reden daarvoor geeft men op, dat de opbrengst toch niet meevalt. Ook meent men, dat het Italiaans raaigras minder goed wordt gevreten dan het gras van een normaal grasmengsel. Wat het eerste bezwaar betreft me nen we het volgende te moeten opmer ken. In veel gevallen is er aanvanke lijk te weinig zaaizaad gebruikt. Dit was veelal niet meer dan 25 kg en soms zelfs maar 20 kg per ha. Dit moet, als het werkelijk de bedoeling is om het gras voor de beweiding of voederwin- nmg te gebruiken, 40 kg. zaaizaad per ha zijn. Wat de minder goede opname betreft deze opmerking. Ook wij hebben op be paalde bedrijven wel eens waargeno men, dat bij een keuzemogelijkheid het gras van een normaal grasmengsel eer der werd genomen. Er zijn echter heel wat bedrijven, waar de opname geen enkele moeilijkheid geeft. Een ander bezwaar In de meeste gevallen wordt Italiaans raaigras onder dekvrucht van granen of een vroege oogst in de nazomer gezaaid. In het jaar daarop volgend wordt het dan volledig voor beweiding en voe derwinning gebruikt. We hebben vooral vorig jaar waarge nomen, dat een aantal percelen, die in de nazomer een goede stand hadden na de winter sterk waren uitgedund. In bepaalde gevallen was er practisch geen gras meer over. Nu zal de wintervastheid, d.w.z. de weerstand tegen een vorstperiode, van Italiaans raaigras wel wat minder zijn dan van de meeste grassoorten uit een blijvend mengsel. Diverse deskundigen zijn echter van mening, dat dit niet de oorzaak is van de achteruitgang van de stand van het Italiaans raaigras. We hebben sterk de indruk, dat speciaal het tetraploïde raaigras heel slecht te- in een natte periode in hefst en win ter het land wordt beweid of bereden, dan is dit blijkbaar een krachtproef voor deze selectie. Een krachtproef, die in veel gevallen niet wordt doorstaan. Ook het in de herfst of winter be mesten met stalmest blijkt minder goed te voldoen. We zijn in het algemeen geen voorstanders van een stalmestbe- mesting op pas ingezaaid grasland. Men kan hiermee veel beter wachten tot 'n volgend jaar. Nog beter is het naar on ze mening om de stalmest te geven vóór de inzaai van nieuw grasland. Dus vooraf onderploegen of infrezen. Ook voordelen Ondanks de hiervoor genoemde be zwaren menen we, dat Italiaans raai gras in aanmerking komt om gedeelte lijk bij beweiding en voederwinnig te worden gebruikt. Bij een voldoende dichte stand kan de opbrengst naar onze mening royaal op tegen die van de normale mengsels. Een duidelijk voorbeeld is de vroegere groei in het voorjaar en het langer doorgroeien in de herfst. Voor het ma ken van een voorjaarskuil leent het Ita liaans raaigras zich zeer goed, omdat het hoge suikergehalte bevorderlijk is voor een goede slaging van het inkui len. Als we daarbij in aanmerking nemen, dat Italiaans raaigras, gezaaid onder dekvrucht van granen, in de nazomer nog een massa gras kan geven, dan me nen we, dat Italiaans raaigras terecht een plaats zal blijven behouden in be weiding en voederwinning op diverse bedrijven. Greppels in orde Mogelijk is hier en daar de mening ontstaan, dat het na de uitzonderlijke droge maanden september en oktober in deze herfst en winter niet nat meer kan worden. Dat het heel gauw veran deren kan hebben de laatste weken van de maand augustus ons laten zien. Na een zeer droge periode van enkele maanden kregen we in twee weken meer dan 100 mm water. Als dat weer gebeurt is er van de droge september- en oktobermaand niets meer te bemer ken. Voorkom wateroverlast door, als het tot nu toe achterwege is gebleven, direkt de greppels in het grasland in orde te maken. Schade door water- 18. Snel als de weerlicht schoot smidje Verholen in een donkere nis achter een oude wapenuitrusting. Dat was de enige veilige plek en met bon zend hart bleef hij staan. Gelukkig scheen de persoon, die daar kwam aan lopen, niets vreemds te bemerken. Het was anders een rare kwant, die van top tot teen in een ouderwetse dracht ge stoken was. Een baardje, een sierlijk kneveltje en een pruik tooiden zijn ge laat. Hij droeg witte kousen en glim mende, van een zilveren gesp voorzie ne lakschoenen. Hij had een dienblad in de hand, waarop een schotel gebra den varkensvlees stond, een schaal groente en ook nog een ouderwetse kruik bier. Verbaasd keek de smid de ze zonderlinge figuur na, die in de oude ridderzaal verdween. „Ma. .maar dat is vast die man, die ik zojuist het oude slot zag binnenlopen,,' dacht hij. „Jongen, jongen, wat een vreemd ge doe in dit kasteel. Zwarte Kluddes in het bos en nu weer ouderwetse bedien des in een leeg kasteel, die met scha len gebraden vlees lopen. Ik zal toch eens even kijken, waar hij zojuist van daan kwam". Snel liep smidje Verholen nu de gang in, waar de ouderwetse bediende zo juist uit te voorschijn gekomen was en zo kwam hij terecht in een antieke keu ken, waar 'n knapperend vuurtje brand de in een middeleeuwse schouw. „Ze gaan hier niet erg met hun tijd mee", mompelde hij. „Antiek keukengerei, geen elektrische maar kaarsverlichting en koken op een open vuurtje in een oude schouw Het lijkt meer op een museum dan op een bewoonbaar ka steel". Maar toen hij uit nieuwsgierigheid 'n muurkastje opende, zag hij dat ze toch meer met hun tijd meegingen dan hij aanvankelijk meende. Het kastje was namelijk helemaal gevuld met blikjes groenteconserven, doperwtjes, spercie- boontjes en nog veel meer. „Nou snap ik er helemaal niks meer van", zuchtte de smid. Wie een mooie briefkaart van de tv- held Floris wil hebben, kan die bij UNICEF krijgen. Het kinderfonds heeft van de NOS en van de acteur zelf de toestemming gekregen de hierbij afgebeelde foto aan te bieden van de hoofdfiguur van de televisieserie „Flo ris", die elke zondagavond om vijf over zeven wordt uitgezonden om onze jeugd te amuseren en te ontspannen. Wie ƒ1,50 aan UNICEF stuurt krijgt de fotokaart franco thuis. Betaling door overschrijving van zoveel maal ƒ1,50 als u fotokaarten wilt ontvangen op giro 7515 ten name van UNICEF, Den Haag. Voor wie geen giro heeft: ƒ1,50 in postzegels extra plakken op een met 20 cent gefrankeerde briefkaart, ge adresseerd aan UNICEF, Postbus 1857, Den Haag. Voor elke foto moet in dat geval één briefkaart worden gestuurd. Zowel op giro als op briefkaart alleen maar vermelden; FLORIS. overlast komt over het algemeen veel harder aan dan de schade, die ontstaat door een tijdelijk tekort aan water. Drainreeksen al gecontroleerd Een paar weken geleden noemden we in deze rubriek een paar methoden om de drains in bouwland en grasland in functie te houden, We kunnen ons best voorstellen, dat u er tot nu toe niet toe kwam om de drainreeksen te ragen of door te spuiten. U moet er echter rekening mee hou den, dat zeer binnenkort de drains weer volop aan het werk moeten. Neem dus in ieder geval de nodige maatrege len om dit werk uit te voeren of te la ten uitvoeren. Het is nu ook weer de tijd om niet gedraineerd land van drains te voor zien of niet meer te herstellen drain reeksen door nieuwe te vervangen. Als dc voordroogkuilen open gaan Een zwak punt van voordroogkuilen is de kans op broei en schimmel na het openen van de kuil. Om de kans hierop zo klein mogelijk te maken moet u om de volgende dingen denken: a open de kuil bij voorkeur aan de noordzijde. b. zet er alles op om het gebruikte plastic heel te houden. c. voorkom zoveel mogelijk toetreding van lucht door na het weghalen van een gedeelte kuilgras de kuil weer zoveel mogelijk luchtdicht af te slui ten. d. water en voordroogkuilgras zijn gro te vijanden. Na toetreding van wa ter is de kans op broei heel groot. t. in verband met enkele van de voor gaande punten is het van belang tel kens een voorraad kuilgras voor een paar dagen tegelijk uit de kuil te ha len. Berekenen van voederrantsoenen Het onderzoek van hooi en kuil heeft niet alleen als doel na te gaan of de ook een functie krijgen bij het maken voederwinnmg is geslaagd. Het moet van een goed rantsoen. Er zijn enkele veehouders, die het boekje van het Centraal Veevoederbureuau, dat daar bij nodig is, hebben aangeschaft en er zich prima mee redden. We kunnen u desgewenst wel aan deze uitgave hel pen. Voor hen, die er tegen op zien om dit zelf te doen zijn we bereid om met behulp van de analyserapporten van hooi en kuilgras een rantsoen voor melkvee en jongvee samen te stellen. Zonder analyserapport gelukt dit min der goed, hoewel men ook op deze ma nier de groatste fouten wel kan voor komen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1969 | | pagina 7