4 Plantinga Friesch Rood DE MILJOENENERFENIS i SMIDJE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST STEEDS MINDER WERKERS IN DE LANDBOUW teel LANDBOUW en VeIèTEELT i Uw aandacht voor HOHT BI AH Cl Gontactlenzen Burgerlijke stand Bouwvergunningen iVEEDE BLAD TEXELSE COURANT VRIJDAG 5 DECEMBER 1969 )u\v l de rubriek voor I °"'lw Zo nu en dan komt in een gesprek de Taag nog wel eens op hoe men voor- leen het werk op de boerenbedrijven ïeeft klaar gekregen. Er zijn dan altijd nensen, die geneigd zijn te denken aan veel langzamer tempo van werken n de tegenwoordige tijd. Men rede- ïeert dan als volgt. Voorheen was al het werk op de boerderij praktisch landwerk. Op het moment gaat vrijwel m illes met machines. Men wijst dan naar le oogst van graan, aardappelen en m lieten, waar in tegenstelling met vroe- jer bijna geen handwerk meer aan te las komt. Verder wordt gewezen op de énorme besparing van werkzaamheden loor de overgang van mechanische on- :ruidbestrijding naar de chemische be- trijding van onkruiden. Op het vee- louderijbedrijf is de tijd voor het mel ee n tot één derde gedeelte van de tijd, I# die er voor het handmelken nodig was teruggebracht. Zoals gezegd zijn er mensen, die van mening zijn, dat de tijd, die vrij geko men is door de mechanisering van het .werk grotendeels (verdwenen is door een lager tempo van werken en korte- re arbeidsdagen. Vooral onder oudere landbouwers en landarbeiders kom je deze mening nog al eens tegen. Men itini vergeet de belangrijkste oorzaak, die het nodig heeft gemaakt om in de land bouw steeds verder te mechaniseren. Sterke uittocht Het is nog niet zo lang geleden, dat de agrarische beroepsbevolking in ons land 12°/o van de totale beroepsbevol king uitmaakte. Dat is in de loop van een aantal jaren waarschijnlijk gedaald tot 8°/o. Mogelijk op het moment zelfs al lager. Men houdt het er op, dat bin nen niet zo heel veel jaren de agrari- Jsche beroepsbevolking maar 5°/o van piet totale aantal werkers zal uitmaken. Dezer dagen lazen we, dat de laatste jaren ieder jaar twee tot drie van de honderd agrariërs (ondernemers en werknemers) de landbouw verlaten. In 1969 zal dit echter wel op zeven uit tredingen per honderd agrariërs komen te liggen. Uit deze gegevens blijkt dus wel, dat we zeker de sterk toegenomen mecha nisatie niet mogen zien als een nood zaak voor het opvangen van een lager arbeidstempo of minder arbeidsuren per dag, maar in de allereerste plaats als een compensatie voor het veel klei nere aantal werkers in de landbouw. Chemische bestrijding Als het uw bedoeling was om de kweek in dit seizoen chemisch te be strijden, dan is het nu de allerhoogste tijd. Dit geldt speciaal voor percelen, die u het volgend jaar wilt gebruiken voor de verbouw van graan, of die u wilt inzaaien met een grasmengsel. Als u in het begin van december de be handeling uitvoert kan er in begin maart nog weer graan worden gezaaid. We noemen ook percelen, die bestemd zijn om met een gras- en klavermeng sel te worden ingezaaid. Er zijn nog al tijd boeren, die van mening zijn, dat een lichte of matige kweekbezetting voor percelen, die bestemd zijn om grasland te worden niet zo erg is. Dat is een onjuiste gedachte. Het is onmo gelijk een goed perceel grasland te krij gen als kweek een belangrijke plaats inneemt. Deze wijze van kweekbestrijding is intussen belangrijk goedkoper gewor den. Met inbegrip van de kosten van uitvoering blijft u nu beneden ƒ200, per ha. Denk om de ratten Zolang de grond voldoende droog was, was er voor de ratten weinig aan leiding om de bewoonde wereld op te zoeken. Dat is nu weer anders. U kunt ^r zeker van zijn, dat wanneer om huis en schuur dit ongedierte volop voedsel kan vinden u ze beslist te gast krijgt. Waak er daarom voor om de ratten in dit opzicht terwille te zijn. Zodra u bemerkt, dat ze bij u in huis of om huis en schuur verblijven is het uw taak al les te doen om ze weer kwijt te raken. In de eerste plaats door de aantrek kelijkheid om in uw buurt te leven on gedaan te maken, D.w.z. er voor zorgen, dat er voor dit ongedierte niets te eten valt. Als u daarna zorgt voor „voedsel", waarvan ze in één keer genoeg hebben is dat een weldaad voor uzelf en de buren. Op verzoek kunt u bij het Bu reau Gemeentewerken de middelen krijgen om de ratten op te ruimen. Ontsmetting pootgoed De meest geschikte tijd om pootgoed, dat bestemd is om volgend jaar aard- appelpootgoed te telen is al weer voor bij. Dat betekent beslist niet, dat wan neer het op uw bedrijf nog niet ge beurd is, het achterwege moet blijven. In het vorige seizoen hebben we in be paalde gevallen, waarin het ontsmet ten op een zeer laat tijdstip nog niet was gebeurd wel eens te kennen gege ven, dat we er niet veel meer voor voelden. Na de ervaringen van dit jaar hebben we de neiging om te zeggen, dat ontsmetting nooit achterwege kan blij ven. Het komt ons voor, dat men beter het risico van een late ontsmetting kan nemen, dan het risico, dat men loopt bij het achterwege blijven van de ont smetting. Uw pachtcontract in orde In de jaren vóór de officiële toede ling van de Ruilverkaveling mankeerde er aan de geldigheid van pachtcontrac- ten in veel gevallen wel iets. Dat be hoeft op het moment het geval niet meer te zijn. In dit opzicht is alles op het moment weer normaal. Of het met de pachtcontracten nu ook overal weer in orde is, is voor ons niet zeker. Toch is dit voor een pach ter zeer belangrijk. We denken in de eerste plaats aan de voorkeur bij ver koop van de grond. Met een geldig contract is de pachter de man, die het eerst in aanmerking komt. Zonder een geldig contract kan de grond worden verkocht zonder dat u er iets van weet of achteraf iets aan kunt doen. Het is daarom echt de moeite waard om na te gaan of u een geldig pachtcontract hebt. Zoete bessenjenever K. Plantinga Zoon. Bolsward. Anno 1870. Een prachtig boek Prijs 29,50 Veel meer boeken met alles over het paard en de pony bij Uw boekhandel Parkstraat 10, Den Burg 22. Smid je Verholen schudde be dachtzaam het hoofd en zei: „Welnee, goede man. Ik ben geen inbreker". „Wat syt ghy dan wel?'' brieste de oude baas woedend. „Ghy syt gheen afkycker van myn alchimistenconste ende ghy syt oock gheen inbreecker! Wat. syt ghy dan wel?" Slim keek ide smid de oude baas aan. „Ik ben de grootste geleerde van Frankenland en Bombardije", zei hij. „Ik ben gekomen om u van mijn ont dekkingen op de hoogte te stellen en daarover met u van gedachten te wis selen. Uw roem en wijsheid was over de grenzen heen tot mij doorgedrongen en ik rustte niet voor ik u gevonden had" Op slag kalmeerde de oude alchi mist. „Nee maer.zei hij blij. „Ben ïck so beroemd? Ende sou ick wercke- lyck wat moaghen leeren van u? Niets soude my liever syn! Sa, macker, laet sien wat ghy cunt!!'' „Eh.ehik kan vuur maken", zei de smid benauwd. „Is dat al?'' riep de alchimist teleur gesteld uit. „Het vuurmacken is immers al so oud als het mensdom self! Er be- staen nu zelfs sulcke prachtige metho den voor, dat deese wel nooyt meer verbeeterd kunnen worden. Neem bij voorbeeld de tondeldoos met de vuur- slagh! Hier heb ick er eene. Kyck. En- ckele maelen een steevige slagh mettet stael teeghen de vuursteende vonckjens opvanghen op het swaert dan enckele maelen sachtkens blaesen tot het een vlammentjen is, kyck p|!!l||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||lllllllllllllllllllll^'IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII|lll"|l|lll||!||l||!!"llllllllllllllll,lllllll,'llllllll"l"llllllllll""" WilliillllllllIllIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIHillIIIlllllIllllllllUW FEUILLETON door TOM LODEWIJK HOOFDSTUK IX Eind van 't sprookje Boeman had, zodra hij de gedrongen gestalte van meneer Soedrev in de hal van het bankgebouw ontdekte, hem met de nodige strijkages de spreekka mer binnen geloodst, en iedereen moest wel tot de conclusie komen dat hij zo al geen boezemvriend, dan toch een zeer nauwe relatie van de bezoeker was. Hij kon het maar moeilijk verkroppen dat meneer Soedrev met alle geweld „de directeur persoonlijk" zei te moeten spreken. Hij bracht de boodschap aan Jaap Heyblom over. „Zal ik er even bij komen?" vroeg hij hoopvol, „ik ken hem eh-nogal goed". „Graag", zei Jaap Heyblom diploma tiek, het kostte hem al moeite genoeg de goede verstandhouding met zijn naaste medewerker te handhaven, „ik geef wel even een seintje als ik merk, dat meneer Soedrev dat graag heeft". Boesman droop af. Die uitgestreken Heyblom zette hem weer lekker op zijn plaats. De man wist niets van „public relations". Alsof hij, Boesman, het niet geweest was die de bank zo'n goede relatie had aangebracht! In ieder ge val had hij zich tegenover diverse be stuursleden al enkele opmerkingen la ten ontvallen, die duidden op zijn inti miteit met de grootkapitalist van huize „Swastika" dat na de oorlog was omge doopt in „De Drecht", om geen aan stoot te wekken. Jaap Heyblom kreeg weer dat ge spannen gevoel, toen de kleine man met het gerimpelde gezicht, de felle oogjes achter een lichtgetinte bril schuilgaand, bij hem binnentrad. „Dag meneer Heyblom, ik hoop dat u het niet te druk hebt". „Ik heb het nooit te druk voor de re laties van de bank", zei Jaap beleefd. „Gaat u zitten meneer Soedrev. Wat kan ik voor u doen?" Hij zag wel dat het niet ging om een wissewasje, zijn bezoeker legde een zwart-leren tas met bescheiden voor zich op de tafel en ging er makkelijk voor zitten. De jongste bediende kwam binnen met wat formulieren die gete kend moesten worden, hij zag Soedrev geïrriteerd opkijken. „Jan", zei hij, „ik kan voorlopig niet gestoord worden. Meneer Boesman past wel op de winkel". Hij zag Soedrev tevreden glimlachen. Het ging om een nogal ingewikkelde transactie, maar de bezoeker wist het duidelijk genoeg te maken en Jaap be greep al heel gauw waar het om ging. Kennelijk tevreden dat hij niet meer woorden had hoeven te gebruiken, ac cepteerde Soedrev de directiesigaar. Aan de manier waarop hij die aanstak en tevreden de rook voor zich uitblies, voelde Jaap, dat dit hele gesprek maar een ouverture was geweest, dat nu pas de sfeer geschapen was waarin men kon gaan praten over wat werkelijk belangrijk was, of, dacht Jaap, de aap uit de mouw zou komen. „Bent u gehaast?" vroeg Soedrev. Tijd hebben voor relaties van de bank is mijn eerste en voornaamstte taak", zei Jaap, „en ik zorg er altijd voor dat ik tijd héb". „Ik heb het niet op mensen die geen tijd hebben", zei Soedrev, „dat bete kent dat ze hun tijd niet weten in te delen, dat ze er slordig mee omsprin gen. En tijd is het duurste artikel, want het is noch te betalen, noch te vervan gen.'' Als jij je tijd gebruikt om zulke preekjes te houden, dacht Jaap, dan heb je daar óók een bedoeling mee. „Wat ik hier met u bespreek, blijft toch tussen ons?" vroeg Soedrev. „Als het van vertrouwelijke aard is, ongetwijfeld", zei Jaap. „Dat is het. Ik wilde namelijk uw ad vies". En Soedrev ontwikkelde, heel voorzichtig, het plan voor een onder neming die grote winsten zou kunnen afwerpen, maar dat sprak wel haast vanzelf een uitermate speculatief karakter had. Sjonge, dacht Jaap, wat ben jij een gewiekst mannetje! Wat een doorzicht! Bijna een zakengenie. Maar ook: wat ben je een volslagen gokker. Toen Soedrev was uitgesproken en hem afwachtend aanzag, stemde hij voorzichtig toe in de grote mogelijkhe den, maar onderstreepte nog veel ster ker de risico's. Soedrev glimlachte. „Ik had niet anders van u verwacht", zei hij. „Uw persoonlijkheid zowel als uw functie brengen dat met zich mee. Voor de risico's ben ik niet bang, die heb ik onder de ogen gezien en daar over treed ik liever niet in détails, want dan zeg ik: een geheim is niet langer een geheim, als twee het ken nen". „Misschien is het dan ook maar beter als het een geheim blijft", zei Jaap ef fen en de donkere scherpe ogen namen hem één ogenblik argwanend op. De vent was zo effen als blompap, maar wat school er achter dat strakke ge zicht? „De kwestie waar alles om draait is: de financiering", zei Soedrev vlak. Jaap nam ook een sigaar en verricht te langzaam het geijkte ritueel, om tijd te hebben tot nadenken. „Wanneer u denkt, meneer Soedrev", zei hij tenslotte, dat de bank zich hier voor zal interesseren, vrees ik dat u te leurgesteld zoudt worden. Ik heb u al op de grote risico's gewezen. En nu kunt u mij privé ervan overtuigen, dat u die risico's weet te overkomen, maar in zulke zaken heeft onze raad van commissarissen ook nog zeggenschap". Het Persoonlijke Geschenk De fijne Mont Blanc-collectie vindt U bij HALEE - Opticiën contactlenzenspecialist Beatrixstraat 52, Den Helder, telefoon 14673. Alleen volgens afspraak. en nu een spaendertjen int vlammecken ghehouden, ende siet.het vuur is aen!" Trots keek de alchimist zijn vreemde bezoeker aan, maar deze haalde brutaal een doosje gewone lucifers uit de zak en zei eigenwijs: „Ik heb geen staal en vuursteen nodig. Dit kleine stokje is voor mij genoeg. Ziet ge dat kleine bol letje zitten op het eind van het stokje? Dat is nu mijn geheimzinnige vuur- maakstok. Even strijken, hupsakee, en het vuur brandt!" Stom verwonderd keek de oude baas naar de brandende lucifer, die de smid in zijn hand hield en stamelde: „Dat is tooverconste. (wordt vervolgd) „Nou ja", zei Soedrev geringschat tend, „wat denkt u van me? En u denkt toch zeker niet dat ik dat hele stelletje goede lieden praat zal laten maken over mijn ^ondernemingen?" „Maar", zei Jaap voorzichtig, „als dat zo is, waarom komt u er dan met mij over praten?'' „Ik spreek met u als particulier, en als deskundige in financiële aangele genheden", zei Soedrev. „Nu, meneer Soedrev, dan kent u mijn mening". „Zeg nou es meneer Heyblom, laten we nu es even als man tegenover man van 25 november t/m 2 december 1969 Geboren: Judith Alexandra, dv. Cor nells W. Hin en Anna C. de Porto; Ilsa Maria, dv. Theodorus C. M. Graaf en Maria T. Verberne; Sjoerd, zv. Dirk Eelman en Ymkje de Vries. Ondertrouwd: Jan den Nieuwenboer en Martha A. van Wijk; Dirk B. Wes- terlaken en Agatha J. Bakker. Mededeling Ieder die zich in een gemeente ves tigt of daaruit vertrekt is verplicht daarvan binnen vijf dagen mededeling te doen ter secretarie. Gelijke verplich ting heeft hij, die binnen de gemeente verhuist of van adres verandert. In de afgelopen maand verleenden burgemeester en wethouders aan de na volgende personen, stichtingen en on dernemingen de daarbij omschreven bouwvergunningen. De gebr. De Ridder te Oosterend voor de uitbreiding van een schuur (0 155) aan de Hoofdweg in Het Noorden; de heer W. Burger te Oudeschild voor de bouw van een broeikas aan de Loods- singel; de heer A. Rienstra te Den Burg voor de bouw van een garage aan de Wagemakerstraat, mej. W. J. Wolfers te Arnhem voor de bouw van een woonhuis aan de Oosterweg te Oost; de heer J. van Strien te Oosterend voor de bouw van dertien zomerhuizen op zijn terrein aan de Koningsweg; de heer J. G. H. Hennink te De Koog voor de bouw van twee zomerhuizen aan de Slufterweg; heet Provinciaal Waterlei dingbedrijf Noordholland te Bloemen- daal voor de bouw van een reinwater- kelder bij het pompstation te Den Burg; de heer C. J. de Lugt te Amstelveen voor de bouw van een woonhuis aan de Epelaan te De Koog; de heer R. M. van Westrhenen te Bilthoven voor de bouw van een woonhuis aan de Ruys- laan te De Koog; de heer P. Brouwer te Oosterend voor de uitbreiding van een woonhuis aan de Kerkstraat; de heer C. Timmer te Oosterend voor de bouw van een werkplaats achter de Peperstraat; de heer C. J. Ran te Den Burg voor de verandering van een win- keLpand aan de Gravenstraat; de heer C. van Liere te Oosterend voor de ver andering van de woning O 66 te Oost; de heer J. A. van der Slikke te Den Burg voor de verandering van een woonhuis aan de Parkstraat; de heer C. Garritsen te Den Burg voor de bouw van een schutting op het terrein Koger- straat 90; de Coöp. Zuivelfabriek „Een dracht" te Oudschild voor de bouw van een garage aan de De Ruyterstraat; de heer M. H. C. de Maesschalck, 't Horn- tje voor de bouw van een garage aan De Dageraad; het Gemeentebestuur van Texel te Den Burg voor de bouw van een niet-permanente kleuterschool aan de Burdetstraat; de stichting Be jaardenzorg Texel voor de bouw van 36 bejaardenwoningen, 6 woningen voor alleenstaanden en 1 beheerderswoning aan de Jac. P. Thijsselaan; de heer J. Nauta te Den Burg voor de bouw van een luifel aan zijn winkelpand in de Weverstraat en de heer S. Langeveld te Den Burg voor verandering en uit breiding van een woning aan de Ko- gerstraat. praten, vergeet nou es je bank en je verantwoordelijkheid, zou u het privé aandurven?" „Ik zou het niet kunnen, al zou ik durven", zei Jaap naar waarheid. Soedrev zag hem enkele ogenblikken onderzoekend aan. „U bent een voorzichtig man", zei hij „u houdt u aan het spreekwoord dat je nooit hei moet roepen, vóór je over de brug bent". „Wat bedoelt u daarmee?" „Kom meneer Heyblom, al bemoei ik me niet veel met de mensen hier, er gaat niet veel om dat ik niet weet. En ik weet drommels goed dat als die Amerikaanse zaak eenmaal afgewikkeld is, u méér geld hebt dan de meeste mensen hier, zelfs dan Hermans, die zich verbeeldt dat hij multimiljonair is". „U weet meer dan ik", zei Jaap. „Meer dan u wilt toegeven, bedoelt u". „Meneer Soedrev, ik zeg de dingen zoals ze zijn". „Heel gevaarlijke eigenschappen, me neer Heyblom, neem dat van mij aan. De taal os er om de gedachten te ver bergen. Trouwens, u zult uw klanten ook niet altijd uw mening in hun ge zicht zeggen". „Als die gevraagd wordt wél". „Nou ja", lachte Soedrev, „in ieder geval, u houdt u op de vlakte, en dat moet u weten. Maar begrijp me goed meneer Heyblom, ik kom hier alleen om uw advies. Ik doe een aanbod. Er zijn mensen zat, die het met beide han den zouden aangrijpen, want u zegt zelf, de winstkansen zijn enorm. Het zit er dik in. Als u er een ton tegenaan gooit, komt er minstehs een half mil joen uit". „Ik heb geen ton om er tegenaan te gooien", zei Jaap, „zelfs de bodem van de ton niet". „Nóg niet", zei Soedrev, „we bespre ken de zaak nu in principe". „Ook in principe, meneer Soedrev, is het me te riskant. Ik heb geen behoefte aan een half miljoen". (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1969 | | pagina 5