van
fierljeppen
begrijpen
ze ook geenbal
DE MILJOENENERFENIS
Wat zijn bewerkingseenhedeo
LANDBOUW en VEETEELT
Akkerbouwdag te
Middenmeer
Houdt vocht en lucht er uit!
'n ronde, robuuste
kruidendrank
Uit het jaarverslag
Deltawerken
yVEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
DINSDAG 9 DECEMBER 1969
rubriek voor I «•''"k"1'
.UB
3e-
Het lezen van vakbladen voor land-
ouwers vraagt op het moment beslist
•el enige bedrijfseconomische kennis.
i tal van artikelen worden uitdruk
ingen gebruikt en begrippen naar vo-
gebracht, die veronderstellen, dat
lezeers enige economische scholing
ebben gehad.
Die scholing is tot nu toe in hoofd-
aak wel beperkt tot de ondernemers,
ie voor hun bedrijf een bedrijfsecono-
ïische boekhouding laten bijhouden.
>p die manier krijgt men op de duur
rel enig inzicht in de betekenis van
;rmen, die in de bedrijfseconomie re-
elmatig worden gebruikt.
Een uitdrukking, die we herhaalde-
jk tegen komen in artikelen over de
edrijfseconomie van landbouwbedrij-
en is die van het aantal bewerkings-
enheden i(b.w.e.). Direkt daarmee in
erband staat het begrip bcwerkings-
osten (b.w.k.). Daar ik er van uitga,
at we deze begrippen in de toekomst
teeds vaker zullen tegen komen wil ik
t nog eens een artikeltje aan besteden.
Bewerkingseenheden
De bedoeling van de invoering van
iet begrip b.w.e. is vooral om een ver
slijking van bedrijven mogelijk te ma-
En dit dan speciaal op het punt
>an de kosten van de arbeid, de werk-
nigkosten en het loonwerk. Deze drie
amen noemt men nl. de bewerkings-
;osten.
Bij het instellen van het begrip b.w.e.
leeft men de bedoeling gehad om aan
le kosten voor verzorging van één dier,
•f het totale werk aan één gewas zoveel
,\y.e. toe te kennen als er keren tien
gulden nodig waren voor die verzor-
[ing of dat werk.
Omdat men voor een groot aantal
iedrijven vond, dat de kosten voor ar-
ieid, werktuigen en loonwerk van 1 ha
graan plm. ƒ900,waren gaf men aan
ha graan 90 b.w.e. (nl. 90 x ƒ10,
Voor de teelt van pootaardappelen wa
de gemiddelde kosten aan arbeid,
werktuigkosten en loonwerk ƒ2.750,
Daarom gaf men aan het gewas poot-
lardappelen 275 b.w.e.
De verzorging van een melkkoe vroeg
aan arbeid, werktuigkosten en loon
werk ƒ550,Daarom kreeg één koe
ÏJ( 55b.w.e. De verzorging van een schaap
n vroeg als gemiddelde aan arbeid, werk-
;uigkosten en loonwerk ƒ60,Daarom
werd voor een schaap 6 b.w.e. bere-
:end.
De kosten voor één ha hooien of kui
len bedroegen aan arbeid, werktuig-
kosten en loonwerk gemiddeld ƒ250,
Voor 1 ha hooien of kuilen werden
daarom 25 b.w.e. toegekend.
Het totaal per bedrijf
Als in de loop van een jaar wat aan
tekeningen worden gemaakt over de
grootte van de veestapel, het aantal
hectaren graan, bieten en aardappelen,
de oppervlakte, die er gehooid en ge
kuild is en het aantal stuks jongvee en
schapen, dat er gemiddeld in dat jaar
zijn geweest, dan kunnen we aan het
eind van het jaar het totaal aantal
b.w.e. berekenen. Waren er gemiddeld
20 melkkoeien op het bedrijf, dan zijn
dat 20 x 55 b.w.e. dus 1.100 b.w.e. Is er
15 ha gehooid en gekuild, dat betekent
dit 15 x 25 b.w.e. of wel 375 b.w.e.
Werden er daarnaast ook 50 schapen
gehouden, dan geeft dit 50 x 6 b.w.e.
of nog eens 300 b.w.e. Op die manier
kunnen we het totale aantal b.w.e. voor
het bedrijf berekenen. Op het moment
gaat men er van uit, dat dit aantal
voor een eenmansbedrijf zeker wel
1.500 moet zijn. Is het bedrijf sterk ge
mechaniseerd of laat men veel loon
werk verrichten, dan moet de omvang
van het bedrijf wel 2.000 of 2.500 b.w.e.
zijn.
De bewerkingskosten
Om met het begrip bewerkingskos
ten iets te kunnen doen is het verder
nodig, dat we ook de bewerkingskos
ten weten. Ook die zijn aan het eind
van het jaar uit de boekhouding te ha
len. Daarvoor hebben we nl. nodig de
arbeidskosten in dat jaar. Dit geldt zo
wel de eigen arbeid als arbeid van ge
zinsleden of vreemden. Verder moeten
we de werktuigkosten weten. Die be
staan uit de afschrijving van de werk
tuigen, de rente over het kapitaal, dat
in de werktuigen is geïnvesteerd en de
onderhoudskosten. Bij het bezit van
een tractor ook de kosten voor brand
stof. Als norm voor de kosten van de
werktuigen berekent men op het mo
ment 20°/o van de nieuwwaarde.
Dan zijn er nog de kosten voor het
loonwerk, die gemakkelijk uit de boek
houding zijn te halen.
Het totaal van de kosten van arbeid,
werktuigen en loonwerk noemt men de
bewerkingskosten. Al deze kosten wor
den immers gemaakt om het werk op
het bedrijf klaar te krijgen.
Gaat men nu het totaal van de be
werkingskosten delen door het gevon
den aantal b.w.e., dan krijgt men de
bewerkingskosten voor één b.w.e. Zo
als we hiervoor hebben verteld is men
bij het instellen van deze begrippen
uitgegaan van ƒ10,b.w.k. per b.w.e.
Dit was een gemiddelde uit een groot
aantal bedrijven.
Stel voor, dat de deling van b.w.k.
door het aantal b.w.e. voor uw bedrijf
van arbeid, werktuigen en loonwerk
beneden het gemiddelde ligt. Er komen
gevallen voor, waarin het bedrag op
ƒ8,en lager uitkomt. Het is ook geen
zeldzaamheid als de deling een bedrag
van ƒ13,of meer oplevert.
Wat zeggen deze uitkomsten
Wat betekent het nu als de voorbe
doelde deling op uw bedrijf een uit
komst van ƒ8,of van 13,ople
vert. In het eerste geval mag u conclu
deren, dat de arbeidsorganisatie op het
bedrijf vrij zeker goed is Het bedrijf
heeft geen te zware arbeidsbezetting
en we mogen verder aannemen, dat de
werktuigeninventaris niet te zwaar is
en er, gelet op de arbeidsbezetting en
de werktuigeninventaris, niet te veel
loonwerk wordt verricht.
In het tweede geval, waarin dus de
bewerkingskosten ƒ13,per b.w.e. zijn
is er reden om na te gaan of er aan de
arbeidsorganisatie iets mankeert. Heeft
men te veel eigen of vreemde arbeid
op het bedrijf, is de werk tui geninven-
FEUILLETON
door TOM LODEWIJK
17. „Iedereen kan een half miljoen
gebruiken. U moet eens uitstijgen bo
ven die Boerenleenbank hier. Hebt u
zin om uw hele leven achter de tralies
van die loketten te staan?"
,,Ik heb hier van de tralies niks geen
last", zei Jaap, tevreden rondkijkend in
zijn comfortabel privékantoor.
,,U neemt me een beetje op de hak",
zei Soedrev en er blonk iets kwaadaar
digs in zijn ogen.
„Ik dénk er niet aan", antwoordde
Jaap. „Ik neem u volkomen serieus. Uw
aanbod is voor mij 'n compliment, al
thans zo heb ik het opgevat. Maar ik
voel nu eenmaal niets voor onderne
mingen met een speculatief tintje. Dat
is zo mijn aard, en als u de mensen
kent, wat ik wel aanneem, zult u dat
van mij ook adhnemen".
Soedrev knikte gemelijk.
„Laten we dit gesprek afbreken", zei
hij, „let wel, ik zeg niet: beëindigen.
Ik overval u. U bent er niet op voor
bereid. Misschien kom ik er nog eens
op terug, misschien ook niet en dat zou
u toch wel eens kunnen betreuren. Me
neer Heyblom, tot ziens. Ik kom er wel
uit".
Jaap keek hem een beetje verbluft
na.
Aan de ene kant dit grandioze aan
bod, aan de andere kant die grimmig
heid, toen hij het niet aannam. Was hij
alleen maar in zijn wiek geschoten?
Jaap Heyblom nam op dat ogenblik
net besluit, eens zéér grondige infor
maties in te winnen naar Soedrev. Hij
had relaties genoeg. Je moest niet op
de schijn afgaan, noch op de kwade,
noch op de schone schijn.
Boesman, die zo snel hij kon naar vo
ren was gelopen om in de hal meneer
Soedrev nog even gedag te zeggen en
met veel plichtplegingen uit te laten,
werd zelf niet eens opgemerkt. Zonder
een woord liep de bezoeker langs hem
heen, de deur uit.
Nou, nou, dacht Boesman, die is ook
riet in een feestelijk humeur. Wat zou
hij met Heyblom te verhapstukken ge
had hebben? En, altijd zoekend naar re-
taris te zwaar of laat men te gemakke
lijk loonwerk verrichten? Er kunnen
ook redenen buiten „eigen schuld" zijn.
Zijn nl. de bedrijfsgebouwen ondoel
matig ingericht, of heeft men een slecht
verkaveld bedrijf, dan zullen de be
werkingskosten ongewild hoger uitko
men dan op een bedrijf met doelmatige
bedrijfsgebouwen en een goede verka
veling.
Intussen mogen we wel vaststellen,
dat de hoogte van de b.w.k. per b.w.e.
zeer belangrijk is voor het bedrijfs
resultaat. Het is nl. zo, dat de bewer
kingskosten op een veehouderijbedrijf
in het algemeen ruim 40°/o van alle
kosten op een bedrijf uitmaken. Bij het
streven naar verlaging van de kostprijs
van de melk is het dus zaak vooral te
letten op de bewerkingskosten. We ma
ken hierbij gemakkelijk groter fouten
dan bij de kosten van bemesting, die
nl. maar 6°/o van de totale kosten uit
maken. Ook de kosten voor grond en
gebouwen, dus de pachtprijs leggen
lang niet gewicht in de schaal van de
bewerkingskosten. Ze zijn nl. meestal
niet meer dan 10°/o van de totaalkos-
ten.
De jaarlijkse akkerbouwdag van de
Standsorganisaties en de Vereniging
voor Bedrijfsvoorlichting wordt dit
jaar weer te Middenmeer gehouden. De
datum is woensdag 16 december. Het
aanvangsuur is half tien.
Deze dag staat in het teken van de
suikerbieten. Na een korte inleiding
door de heer Ir. de Glee van het Con
sulentschap voor Akkerbouw te Scha-
fiilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIUIIIIIIUIUIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
gen zullen drie sprekers ingaan op de
verzorging Ivan de suikerbieten. Een
vierde spreker zal de mogelijkheden
van de afzet van suikerbieten in Neder
land bespreken.
De technische onderwerpen worden
verzorgd door de heer E. Strooker, Ir.
Jorritsma en Ir. Heuver.
De eerstgenoemde zal spreken over
het gebruik van tastdunners bij het
opeen zetten van de bieten en de rooi-
machines.
De heer Ir Jorritsma zal zijn mening
geven over de grondbewerking, de be
mesting, het zaaibed en het zaaien.
Laatsgenoemde spreker behandelt de
chemische onkruidbestrijding en de be
strijding van de diverse insecten, die
het bietengewas belagen.
De inleidingen zullen niet langer
dan een half uur duren, zodat er ruim
tijd overblijft voor discussie.
We zijn van mening, dat deze dag
ook voor diverse Texelse landbouwers
en loonwerkers van groot belang is.
Het is al diverse keren gezegd: spe
ciaal voor een voordroogkuil geldt, dat
water en lucht vijanden zijn. Daarom
is het zaak een goede bedekking aan te
brengen van plastic plus een gronddek,
of bij gebruik van uitsluitend plastic
een zwaardere soort, die lucht en wa
ter tegen houdt.
We hebben ook dit jaar al weer voor
beelden gezien, dat lekkage direkt ver
lies geeft.
De opdracht om het kuilgras vrij
van water en lucht te houden geldt
ook nog na het openen van de kuil. We
kunnen het dan ook onmogelijk toe
juichen als het gedeelte van de kuil,
denen om zichzelf een pluim op de
hoed te steken, besloot de heer Boes
man, dat het niet voor iedereen was
weggelegd te kunnen omgaan met ie
mand als de heer Soedrev. En zeker
niet voor zo'n stijve grutter als Jaap
Heyblom. Dan kende hij er een, die
daar béter slag van had. Hij zag hem
iedere morgen, als hij zich stond te
scheren.
De volgende dag dacht Jaap aan zijn
gesprek met Soedrev terug, toen er bij
de post een brief was met een Ameri
kaanse postzegel. Het was een hele dik
ke brief en zijn handen trilden toch
wel even, toen hij die openmaakte.
De advokaat die de afwikkeling van
de erfenis van James Heyblom in han
den had, schreef hem.
Volgens voorschrift had hij bij open
bare kennisgeving eventuele erfgena
men van de overledene opgeroepen. Dit
had hem een wel zeer grote verrassing
opgeleverd.
Het bleek namelijk dat oom Jakob,
die in zijn jonge jaren een nogal avon
tuurlijk leven had geleid, in die tijd een
jonge dame had leren kennen. De ver
houding bleef, zoals dat officieel heet,
niet zonder gevolgen en Jakob, of
James, had ingezien dat er niet anders
opzat dan de jongedame te trouwen,
waarna drie maanden na deze plech
tigheid een zoon geboren werd. Het
huiselijk leven trok Jakob echter niet
aan en na de eerste glans van jong ge
luk was de nieuwe Mrs. Heyblom ook
niet meer zo in de zevende hemel. Ja
kob werd werkloos, trok naar Califor-
nië, en liet zó lang niets meer van zich
horen dat zijn vrouw begreep dat, wil
de er brood op de plank komen, ze het
zelf zou moeten gaan verdienen voor
zichzelf en haar kind. Ze pakte flink
aan, leerde een goedverdienende han
delsreiziger kennen, en had moeite ge
noeg om haar echtvriends verblijfplaats
op te sporen, toen de handelsreiziger
bereid bleek in de huwelijksboot te
stappen. Jakob was toen bordewasser
in een restaurant, en blij dat hij zo ge
makkelijk van zijn zo lichtvaardig aan-
Jammer voor de Hollanders,
maar wij Friezen zijn duidelijk
een uitverkoren volkje. Met
uitnemende bezigheden.
Fierljeppen* en Skütsjesilen*
bijvoorbeeld. Gezonde
gewoontes, die je vitaal en
vrolijk houden. Net als het
minzaam innemen van
kleine glaasjes Sonnema
Berenburg.Ookal iets waar
polsstokversprlngen en
schuitjevaren zoals een enkele
bereisde hollander u
vertellen kan.
Hollanders zichvan onthouden
en dat is heleméél onbegrij
pelijk. Sonnema Berenburg
is namelijk al sinds 1860
voor ons montere Friezen
hét middel om warm en
opgewekt te blijven.
Het lijkt ons dat daar inde
rest van ons land af en toe
toch 6ok wel behoefte
aan zal zijn.
gegane verplichtingen afkwam. Hij had
meteen schoon genoeg van het huwelijk
en ze zouden hém niet meer vangen.
Toen later de kansen keerden, toen hij
een welvarend bedrijf opbouwde, werd
hij helemaal in beslag genomen door
de zaak en al gingen misschien zijn ge
dachten nog eens terug in het verleden,
al vroeg hij zich misschien af of zijn
zoon soms nog leefde en wat er van
hem terecht gekomen was, hij kwam
er nooit toe die gedachten in een daad
om te zetten.
Zijn vrouw beleefde haar nieuw ge
luk ook niet lang, stief op nog vrij
jeugdige leeftijd, en haar zoon Philip
groeide op tot een keurige bankbeamb-
te, die serieuze plannen had met de
dochter van een al even eerzame ma
kelaar.
Het was zijn stiefvader geweest, de
tweede man van zijn moeder, die hem
op de advertentie opmerkzaam had ge
maakt. En de jongeman zou wel hele
maal wereldvreemd geweest moeten
zijn, om zijn „claim" niet aanhangig te
maken.
Nu stond het dus zo dat meneer Ja
cob Heyblom te Drechtermond niet
de enige nabestaande was, ja, zelfs he
lemaal niets te erven had Philip Hey
blom, die zich inmiddels Philip Harris
had genoemd, was als wasechte zoon
van de overledene diens wettige erfge
naam.
„Dat gaat je neus voorbij, Jacob", zei
Jaap Heyblom zacht voor zich heen. Hij
onderzocht zijn eigen gevoelens. Was
hij teleurgesteld? Gek genoeg niet. Ten
eerste had hij altijd diverse slagen om
de arm gehouden, het was zo ver nog
waarvan op een moment het gronddek
en het plastic wordt verwijderd gedu
rende een aantal dagen of weken blijft
liggen. Bij 'n maaikneuskuil is dit min
der erg dat bij een voordroogkuil, maar
we moeten toch ook in dit geval reke
nen met kwaliteitsverlies. Voor een
voordroogkuil is het echter beslist fu
nest te noemen.
De reuk en de smaak gaan direkt be
langrijk achteruit en er is een zeer gro
te kans, dat er broei en schimmel ont
staat.
Wil men de goede kwaliteit handha
ven, dan is het beslist nodig dat na het
binnenhalen van een portie voor enke
le dagen het open einde van de kuil
weer onder plastic komt. We hebben
de indruk, dat dit in gevallen, waarin
het kuilgras in balen geperst in de
kuil is gebracht nog harder nodig is
dan bij los kuilgras. De lucht kan nl. in
dat geval nog verder de kuil indringen
dan bij kuilgras, dat los in de kuil is
gebracht.
In het zojuist verschenen jaarverslag
Deltawerken 1 juli 1968 t/m 30 juni
1969 wordt t.a.v. Texel het volgende
opgemerkt.
„Het plan voor de aanleg van een
werkhaven bij Oudeschild die noodza
kelijk is voor de aanvoer van grote
hoeveelheden materialen voor uit te
voeren dijkverhogingen op Texel, is
nog in studie.
De werken samenhangende met het
verzwaren en verhogen van de zeedijk
van de polder Eijerland op Texel kwa
men gereed.
Met het verzwaren en verhogen van
de zeedijk van het waterschap „De Ge
meenschappelijke Polders" op Texel is
een begin gemaakt".
Over de mosselcultuur wordt o.a. ge
schreven:
„De werkzaamheden voor de schelp
diercultuur in verband met de Delta
werken betrof voornamelijk de voorbe
reiding \$an de stichting van het Mos
selproefstation op Texel, waarvan de
bouw een aanvang nam in de maand
maart 1968. De bouw van het laborato
rium is gereed gekomen in december.
Een begin werd gemaakt met de aan
leg van de experimentele kunstmatige
verwaterplaats van mosselen. Het ligt
in de bedoeling dat deze een capaciteit
krijgt van rond 5°/o van de Waddenzee-
produktie. Deze hoeveelheid is mede
afhankelijk van de duur der proefne
mingen, die gericht zijn op het in voor
raad houden van mosselen".
De verwerkte bedragen resp. ver
leende subsidies voor werken op Texel
in het onderhavige tijdvak waren:
Aanleggen van een zanddijk tussen
het Bolwerk Robbengat en de lichtto
ren Eijerland ƒ81.912,84.
Verzwaren en verhogen van de
zeedijk van de polder Eijerland
ƒ1.162.367,01.
Maken van een hevelleiding in de
zeedijk van de polder Eijerland
97.773,47.
Verzwaren en verhogen van de zee
dijken van de Gemeenschappelijke Pol
ders ƒ111.776,—.
Verrichten van onderzoekingen en
boringen ten behodve van de [bouw
van een afvoerleiding bij het gemaal
De Schans 5.347,83.
niet. Ten tweede had hij vreselijk opge
zien tegen al de rompslomp er aan ver
bonden, straks moest hij zich nog gaan
bemoeien met een bedrijf waaromtrent
hij van toeten nog blazen wist, in een
ver en vreemd land. En het geld? Hoe
wel hij er dagelijks mee om ging, had
hij er nooit naar verlangd. „Geef ons
heden ons dagelijks brood", daar ging
het bij Jacob Heyblom om. Hij had zijn
dagelijks brood en meer dan dat. In
zijn huidige positie kon hij er best van
komen, zuinigdeskundig had hij nog 'n
appeltje voor de dorst weten te vormen,
hij had een schat van een vrouw en
drie gezonde kinderen, mijn liefje wat
wil je nog meer. Hij deed zijn werk
met plezier en genoot de achting en het
respect van zijn medemensen. En hij
wou niet weg uit Drechtermond, hij
had geen behoefte aan een grote villa,
aan een grote wagen om in te rijden.
Jacob Heyblom was een mens met be
scheiden wensen, en die wensen waren
vervuld.
Het speet hem om Suus en de jon
gens, die zouden er misschien plezier
van gehad hebben, maar waarom zou
den zijn jongens niet op eigen benen
door de wereld gaan, had hij zelf toch
ook moeten doen? Was een zilveren le
pel in je mond zo'n aanwinst?
Er was nóg een brief, van die plots
weergevonden neef Philip Harris Het
was een aardige brief, vond Jaap. De
jongen schreef niet geweten te hebben,
dat hij nog familie in Holland had. Het
speet hem, als Uncle James teleurge
steld was, nadat bepaalde verwachtin
gen waren gewekt. Hij zelf kon het
geld best gebruiken. Als Uncle James
het niet al te breed had, en hij kon hem
met een cheque van een paar duizend
dollar van dienst zijn, dan met alle ge
noegen, want hij vond het toch maar
jammer voor Uncle James. Hij wilde
niet dat die er al te veel schade van
had Volgde de gebruikelijke uitnodi
ging om als hij eens in de States kwam
ja, ja, zó maar even, dacht Jaap
monkelend zeker niet te vergeten
kennis te maken met de familie.
(wordt vervolgd)