OOK VOOR EEN PERSOONLIJKE LENING E MILJOENENERFENIS SMID JE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST W. De algemene vergadering Waarom toch die voorlichting FILMNIEUWS ga metuw tijd mee - ga naardenmb! rubriek voor ómu-r miukifr LANDBOUW en VEETEELT le< SPORTPROGRAMMA 'WEEDE BLAD TEXELSE COURANT VRIJDAG 23 JANUARI 1970 Les Ril Donderdag 29 januari a.s. is het weer :o ver. Op die dag houdt de Vereniging 'oor Bedrijfsvoorlichting, beter bekend ils de Bedrijfsvereniging, haar algeme- te vergadering. Zoals nu al veel jaren [ebeurt, is het ook dit jaar een dagver- radering. We hopen de vergadering om 10 uur e kunnen beginnen. Vrijwel ieder jaar aoetcn we tegen tien uur constateren, dat belangstelling nog niet ovcrwel- igend is. Maar gelukkig verandert dit n dc laatste minuten telkens weer zo- we-danig, dat vrijwel ieder jaar zo ruim 00 personen de vergadering meema- ;en. We hopen, dat dit ook dit jaar k-eer het geval zal zijn. We menen, dat r punten in de agenda zijn, die een oede opkomst garanderen. Als een bijzonder punt in de morgen- ergadering kunnen we noemen het af- cheid van de heer H. Sturkenboom. a een aantal jaren op ons eiland ge- rerfkt te hebben is hij in de loop van 969 vertrokken. We menen, dat vooral iverse Texelse schapenhouders een oed en vruchtbaar contact hebben ge- ad met de heer Sturkenboom. Hij oopt op deze vergadering in het kort :ts mee te delen over zijn nieuwe erkkring. Als een tweede bijzonder punt zou- en we kunnen noemen de kennisma- mg met de nieuwe voorlichter, de eer J. Koolhof. In de paar maanden, ie hij op Texel is heeft hij al met di- erse leden kennis gemaakt, maar voer e meeste leden is hij nog een vreemde. Voor het overige komen in de mor- envergadering de normale agendapun- tn aan de orde. Verslagen van de se- etaris en de bedrijfsvoorlichters. In e voormiddag wordt verder de be- .uursvergadering gehouden, waarbij emeld kan worden, dat het voor de eer A. Dros Bzn. de laatste vergade- die hij als voorzitter leidt. In de middagpauze worden zoals ge- oonlijk erwtensoep en broodjes aan boden. De reputatie van agrarisch Nederland We zijn van mening, dat voor veel ^zoekers van onze algemene vergade- ng het programma in de namiddag attractie van deze bijeenkomst is. aar is ook wel reden voor. Tot nu toe jn we er vrijwel ieder jaar in ge- aagd om een inleider aan te trekken, e een boeiende en leerzame inleiding •acht. We zijn er zeker van, dat het >k dit jaar weer het geval zal zijn. In de eerste plaats om het onderwerp ■lf. Het gaat daarbij om het aanzien in de Nederlandse boeren bij de an- re bevolkingsgroepen. Hoe staan we als boeren in Nederland op? Is er >g altijd veel wanbegrip, of verandert dit ten gunste? Dat dit onderwerp wordt ingeleid ►or de heer Wilbers, de direkteur van Stichting Public Relations Land- en uinbouw is een tweede waarborg voor n geslaagde middag. Je kunt bij wijze spreken zeggen, dat hij met de ak, waarover het hier gaat door zijn eik is vergroeid. Het bestuur zal er ook dit jaar weer aagffiar streven om de vergadering uiter lijk kwart over vier te beëindigen. We jfjpen, dat hiermee het hinderlijke voortijdige vertrek van bezoekers vordt voorkomen. Lijn Op deze vergadering zijn welkom de leden met hun meewerkende zoon(s) eventueel vast personeel en agrariërs die tot nu toe geen lid zijn, maar het met ingang van dit jaar willen worden. Enkele op(aan)merkingen geven ons aanleiding nog eens meer direkt op het eigen werk in te gaan. Daar was in de eerste plaats die oud- boer, die het nut van de landbouw voorlichting sterk betwijfelde. Hij dacht daarbij aan het normale be drijf sonderzoek, maai ook zeer direkt aan de voorlichting via deze rubriek. De grond voor zijn twijfel was het feit, dat in de tijd, dat hij praktisch boer was er niet aan voorlichting werd gedaan en het naar zijn zeggen toch ook goed ging. Eerlijk gezegd moet ik op mijn beurt een vraagteken zetten achter het nog meeleven met de agrarische sector van deze oud-boer. Ik ben van mening, dat wanneer deze oud-boer werkelijk op serieuze wijze allerlei zaken van het be drijf uit zijn tijd en deze tijd ging ver gelijken, dat hij tot de conclusie zou komen, dat er enorm veel is veranderd. Ik denk in de eerste plaats aan de op brengsten van de landbouwgewassen. Zo'n 25 jaar geleden noemden we op brengsten van 4 ton tarwe, 3V* ton suikerbieten en 25 ton aardappelen heel goede opbrengsten. Op dit moment zijn ve'el boeren helemaal niet tevreden als ze het met deze opbrengsten moeten doen. Als er voorheen op een bedrijf van 40 ha bouwland regelmatig 4 man per soneel aan het werk was en op een be drijf met 20 melkkoeien toch in ieder geval naast de boer één vaste arbeider aanwezig was, dan dacht men er niet aan om te spreken van een te zware arbeidsbezetting. Op dit moment zou geen boer meer een bestaan hebben als de hiervoor genoemde arbeidsbezetting niet drastisch was ingekrompen. Of we dit een vooruitgang moeten noemen? Niet, als we een boerenbedrijf nog willen bekijken als het genoegelijk voortrollende leven van de landman. Maar wel, als we dóór hebben, dat de ondernemer op een landbouwbedrijf op het moment voor de taak staat om er voor te zorgen, dat hij zijn portie van het nationale inkomen krijgt. We zijn van mening, dat bij deze ver anderingen onderzoek en voorlichting een rol hebben gespeeld. Uiteraard is de hoofdrol gespeeld door de boeren zelf. Maar het blijft nog altijd een feit, dat het de voorlopers in deze verande ringen waren, die het nauwste contact met onderzoekers en voorlichters had den en hebben. Altijd hetzelfde De andere op(aan)merking kwam van iemand, die vond dat de voorlichting het steeds maar over dezelfde dingen had. Hij heeft daar geen ongelijk in. Maar dit telkens terug komen op be paalde zaken is naar onze mening nodig en nuttig. Laat ik eens één ding noe men. Een zaak, die telkens weer naar voren komt is de kwestie van de voe derwinning Er wordt hier inderdaad veel aandacht aan besteed. En naar we menen niet vruchteloos. Als we nagaan welke enorme verbe teringen er in enkele jaren tijd geko men zijn in de kwaliteit van 't kuilgras op Texel, dan meen ik toch te mogen zeggen, dat de grote aandacht van de landbouwvoorlichting voor deze zaak niet nutteloos is geweest. Toch menen we met onze voorlich ting over deze zaak nog steeds niet te kunnen stoppen. Zolang er nog vee houders zijn, die net als 20 jaar gele den drie weken bezig zijn aan een gras- kuil en het heel gewoon vinden om het gras, dat voor hooi bestemd is na het maaien vijf tot zes dagen onaangeroerd te laten liggen, zolang hopen we in de ze rubriek aandacht te geven aan het inkuilen en hooien. BURGERLIJKE STAND VAN TEXEL van 14 tot en met 20 januari 1970 Geboren; Anna Maria, dv. Mattheus S. Witte en Maria Witte; Anna, dv. Geert de Weert en Anna J. Gruppen; Patricia, dv. Martien de Vries en He lena Koppen; Anna Elisabeth, dv. Jo- han van den Brink en Pietje Poortin- ga; Jolanda Geertruida Louisa, dv. Cornells M. de Graaf en Johanna L. Zoetelief; Romein Jan Simon, zv. Si mon Dros en Elisabeth A. J. Beers. Overleden: Willemke Visser, ev. Maas, oud 58 jaar, wonende te Den Burg. Ondertrouwd: Adriaan C. van Heer waarden en Theodora C. Schraag; Ka- rel J. Heetveld en Joke Horseling; Cor nells K. Vermeulen en Maria Wessels. ZONDAG 25 JANUARI 1970 4de klasse A KNVB VIOS W.-Texel, 14.30 uur (Jvertrek boot 13.00 uur) Afdeling Noordholland Cocksdorp-Kaagvogels, 14.30 uur ZON, MAAN EN HOOG WATER De zon komt 25 januari op om 8.31 uur en gaat onder om 17.14 uur; 28 januari op om 8.27 uur en onder om 17.19 uur. Maan: 30 jan L.K.; 6 febr. N.M. Hoog water ter rede van Oudcschild 23 jan. 4.28 en 16.38; 24 jan. 5.02 en 17.10; 25 jan. 5.34 en 17.42; 26 jan. 6.05 en 18.13; 27 jan. 6.34 en 18.44; 28 jan. 7.06 en 19.20; 29 jan. 7.43 en 20.00; 30 jan. 8.22 en 20.45; 31 jan. 9.10 en 21.42. Aan het strand is het ongeveer een uur eerder hoog water. „Bandieten van dc Rio Grande" zul len zondagmiddag 3 uur de nodige stof doen opwaaien op het doek van het City-theater. In het Mexicaanse dorp Iture arriveren drie jonge onderwijze ressen, die daarheen gestuurd zijn om de inlandse kinderen kennis bij te brengen. Ze worden ontvangen door on derofficieren van de legerafdeling, die standplaats heeft in Iture. Het gebied wordt namelijk doorlopend geteisterd door een bende bandieten die moordend en plunderend de boeren van de streek terroriseren. Het duurt dan ook niet lang of de bandieten overvallen Iture. Het garnizoen wordt verrast en er val len vele doden. Het hele dorp wordt platgebrand behalvede zaak van de winkelier Carado. De meisjes wor den gevangen genomen en meegevoerd naar de schuilplaats van de bandieten. De meisjes trachten natuurlijk te ont snappen, en dit lijkt ook te lukken door medewerking van de dokter van de bende, die door het contact met zijn vrouwelijke landgenoten weer tot in keer gebracht wordt, maar op het laat ste moment worden hun ontsnappings pogingen ontdekt door de bende, en dan volgt er een hopeloze strijd met de klok om de vrijheid te. bereiken.(in kleur; toegang 14 jaar). Zaterdag-, zondag- en maandagavond 8 uur de film „Peyton Place", voor vrij wel niemand nog een onbekende. Tal rijke intriges, waaronder liefdesverhou dingen, aanrandigen en wanhoopsda den, vormen wel ongeveer het recept waarnaar deze film gemaakt is. Voor de liefhebbers, (in kleur, toegang 18 jaar). leder mens staat wel eens voor onverwachte uitgaven. Oplossing? Een persoonlijke lening bij de NMB. Dat gaat zonder veel pape rassen of plichtplegingen. U leent bijvoorbeeld ƒ3000,-. U lost af 18 x 186,28. Rente en kos ten zijn daar al bij in begrepen. Stap even naar de NMB. Binnen enkele dagen is alles voor elkaar. nederlandsche middenstandsbank de bank waar óók u zich thuis voelt! 3-30l 31. „Zw..zwarte KI. .Kludde. stamelde smidje Verholen geschrokken. „Ja...., ik ben ben het!" gilde de Kludde luguber en dreigend liep hij op de smid af. Hij had iets in zijn hand, dat hij met een plotseling gebaar op de smid afwierp. Het was een klein, rond voorwerp, dat vlak voor de voeten van smidje Verholen op de grond uiteen barstte. Meteen werd de smid omhuld door een walgelijke verstikkende damp, die hem naar adem deed snakken. Wankelend en met betraande ogen strompelde hij uit de dampwolk weg en toen zag hij door de nevel heen de ge stalte van de Zwarte Kludde voor zich staan. Een hol en weerzinwekkend ge lach ontsnapte aan diens spookachtige gelaat en onmiddellijk daarop werd de smid gegrepen door twee ste'rke armen van staal, die knepen als tangen. En daar ging de smid, meegesleept door de Kludde, die blijkbaar afschuwelijk sterk was. Zonder pardon sleepte hij de smid mee naar een vieze, onderaardse kerker, waar slechts een kale krib het meubilair vormde. Verder hingen daar nog een aantal martelwerktuigen, zoals brandijzers, nageltrekkers, hakbijlen en nog veel meer, kortom die hele ver kwikkende voorraad martelwerktuigen die men in oude tijden zo handig wist te gebruiken en waarvan men nog een opvoedkundige verzameling kan tonen in de Gevangenenpoort te Den Haag. De Kludde nu wierp smidje Verholen op een oud bed, die vieze krib name lijk. Vervolgens verdween hij, huive ringwekkend lachend. En daar lag nu die arme smid, snakkend naar wat fris se lucht. Maar toch viel er ie'ts hoop vols te constateren, want in zijn agi tatie vergat de Kludde de deur van de kerker af te sluiten. Het hoeft ons dan ook niet te verbazen, dat de smid weer gauw buiten stond. Eenmaal in de fris se lucht kwam hij weer snel helemaal bij. En toen zon hij o.p wraak. Knarse tandend ging hij op de rand van zijn slaapstee zitten en mompelde: „Ik zal hem krijgen, die Kludde!" (wordt vervolgd) iiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiH i FEUILLETON door TOM LODEWIJK 6 Hij lag weer op zijn eigen kamer, net alle vertrouwde dingen rondom, rijn eigen wekkerklokje naast het bed -m het stapeltje „bedboeken" dat hij zo joed kende, dat hij op een willekeurige ffigina kon beginnen en ze nóg weer >ens lezen. Beneden hoorde hij geroe- !#mücs' k0*' Scheen druk te zijn. jfaar Suus stond als een Cerberus voor ^Qle trap en liet niemand naar boven, «halve de dokter. >,Nou ja", zei dokter De Hoogh, „ik leb eigenlijk niets te doen hier, u moet voorzichtig zijn en ook overdag een war uur rusten, maar het gaat best en net een weekje wandelt u weer in het sonnetje. Ik kom dus eigenlijk gewoon naar even gedag zeggen". IHij zat in de gemakkelijke stoel naast fflt bed en Jacob zag dat hij moe was. Ifeze man moest altijd maar hard wer- t€n, stand ophouden, schokken voor 'n «jii'e vrouw en een dure dochter. Hij socht zijn toevlucht in zijn werk. Het pk of hij blij was dat hij hier even ptig kon zitten. Hij ontdekte een paar nenon-pockets op het tafeltje en ze bbelden wat over de gans bijzondere mmissaris Maigret. ..Blij dat u even geweest bent", zei fcob dankbaar. ^eh alleen maar wat zitten klet- verweerde de dokter zich glim- Tïhend. 6 Juist daaróm", zei Jacob. |n deze tijd kwamen allerlei mensen nader, ging hij ze beter begrijpen, r waarderen. Neem nou Boesman, altijd zijn tegenstander. Die steen was uit de weg. Voortaan konden ze samen werken zoals dat moest. Zou de sfeer op de bank een stuk prettiger maken en het werk schoot beter op. Even ging de gedachte aan de gemiste mil joenen als een flits door zijn brein, hij kon er nu om glimlachen. Die arme meneer Soedjev, die liep te jammeren om zijn centen! Hij, Jacob, had geen centen om over te jammeren, maar be neden stond alles vol bloemen. Met hém leefden ze mee, niet met Soedrev. Nee, dacht Jacob, dan maar liever een Goggo, dan een Bentley met chauf feur! „Nu zou ik u raden" onderbrak dok ter De Hoogh zijn gedachtengang, „om niet meteen aan het werk te gaan. U hebt heus een flinke klap gehad. Ga een week of drie met vakantie, hie'r vandaan, weg van de bank, zodat ze u nergens mee lastig vallen of opbellen". Jaap Heyblom moest die gedachte eerst eens even verwerken Hij was al enige weken achtereen weg geweest, het leek hem desertie. Maar toen meneer De Grauw met wethouder Tijnje en De Loor een paar dagen later kwamen koffiedrinken Jacob mocht toen al weer enkele uren zijn bed uit en zat met een vreemd ge voel van niets-om-handen-hebben in zijn gemakkelijke stoel kreeg hij het van een andere kant te horen. „Meneer Heyblom", zei De Grauw, nadat de koffie was gedronken en er wat over algemeenheden was gepraat, „wij komen hier min of meer officieel. Wij willen u namens het hele bestuur bedanken voor uw flinke houding bij de overval. U hebt méér gedaan dan uw plicht. U bent geen jongkerel meer en het dan tegen zo'n vent op te nemen, dat verdient alle respect". Jacob zat verlegen met zijn handen te friemelen, hij kon slecht tegen open lijke lofprijzingen, maar De Loor knip oogde veelbetekenend. „Dokter De Hoogh zegt dat het beter is, wanneer u nog wat rust neemt, voor u uw werkzaamheden weer opvat. Wij zijn het daarmee goed eens. Op het ogenblik lopen de zaken wel wat niet zeggen wil dat het net zo goed gaat zonder u als met u maar u hoeft zich in ieder geval hierover geen zorgen te maken. Het is ook nodig, dat als u terugkomt, u weer voor 100 pro cent de oude bent. U weet wel, werken op halve kracht wordt niets. Onwille keurig bijt je meer af dan je kunt door slikken. U moet weer flink en gezond zijn en uw handen moeten jeuken om weer aan 't werk te gaan." „>Dat doen ze nu al", glimlachte Ja cob. „Ja, dat snappen we best, maar stil laten jeuken. Nu had het bestuur ge dacht als blijk van waardering u deze vakantie te moeien aanbieden. Wij heb ben daarvoor een bedrag vastgesteld, dat zit in de befaamde envelop met in houd waar de kranten altijd over schrijven, en die ik u direkt zal over handigen. U kunt er mee doen wat u wilt, u kunt heengaan waar u wilt zo groot is dat bedrag meen ik wel en het enige wat wij als tegenprestatie stellen is: geniet van uw vakantie, van de rust, en kom weer bij ons terug in prima conditie. Neem me niet kwalijk dat deze speech niet zo erg formeel is, deze bijeenkomst is het ook niet, maar misschien illustreert dat nog te beter, dat het van onze kant ook bepaald geen formaliteit is. Ik kan u zeggen dat het hele bestuur unaniem hierach ter staat, en dat mij door de heren uit drukkelijk is opgedragen u dit te zeg gen en u de zeer grote appreciatie van het bestuur over te brengen. Alleen omdat dit vanwege uw gezondheidstoe stand nog niet wenselijk werd geacht, hebben we u niet uitgenodigd voor de bestuursvergadering". Hij stond op, ook Jacob rees uit zijn stoel, ze drukten el kaar de hand. Suus, die haar man ken de, zag dat hij aangedaan was. „Meneer De Grauw", zei hij, „ik waardeer het geschenk, ik waardeer de hartelijke woorden, maar dit alles heeft voor mij nog een veel dieper betekenis, en daarom verheugt het me des te meer. Ik heb altijd met hart en ziel voor de bank gewerkt, maar een erva ring als deze bindt me daaraan nog veel meer". Want alle twijfel was nu van hem weg. Deze waardering gold niet een mogelijke miljonair, maar de doodge wone Jacob Heyblom, de man van alle dag. Méér nog dan indertijd zijn benoe ming, gaf dit blijk van waardering hem een diepe innerlijke vreugd. Het drietal ging daarna spoedig weg. Buiten zei De Grauw: „We moesten hem niet te lang met die envelop laten zitten, zonder dat ie 'em durft open maken". Nu, dat geschiedde dan ook prompt. „Vijfduizend gulden", zuchtte Suus verbaasd. „Dat krijgen we nooit op". „Dat hoeft obk niet", zei Jacob tevre den. „Ik mag er van uitgeven zoveel ik wil, ik mag er ook van overhouden zo veel ik wil. In ieder geval Suus, wan neer jij tijdens onze vakantie trek hebt in een glas melk, hoef ik niet te zeggen dat het er niet af kan!" HOOFDSTUK XIV De kogel Met enige weemoed namen Jacob en Suus afscheid van het vriendelijke dorpje aan de Moezel, waar ze heerlijke weken hadden doorgebracht. Hij had er op zijn rustige manier intens genoten van de lieflijke schoonheid van 't land. De gérant van het kleine hotel en zijn vrouw waren gastvrije mensen, en ver scheidene avonden had Jacob met zijn gastheer zitten bomen, waarbij zijn Duits er niet onaanzienlijk op vooruit ging. Bij het afscheid kreeg hij een fles van de beste wijn van het huis ten ge schenke en moest beloven, volgend jaar terug te komen. „U kunt er op rekenen, voor u is er altijd een kamer vrij". Terug in Drechtermond, werden ze thuis met vreugde ontvangen. De kin deren hadden het huis met bloemen ge sierd. Mieke, Frits en Lies hoorden hun moeder uit over al de beletvenissen, want vader kwam pas bij stukjes en beetjes los, diens herinneringen kregen soms pas weken later gestalte. Jacob hoorde en zag het aan, innig tevreden. Hij keek naar Lies, gezond en stralend van levenslust, naar de goedlachse Mieke die natuurlijk op haar beurt zat te branden om met schoolverhalen los te komen. Alleen Frits beviel hem niet, die was te onrustig. Lies zag het ook, merkte hij, die zat tegen haar broer te knipogen. Die twee hadden iets. (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1970 | | pagina 5