n
\i
moeilijke keuze
Plantinga
Citroen jenever
3
JE MERKT GOED DAT DE NMB WEET
WAT SNELHEID BETEKENT
gg
il is en waarom de standaardkoe?
\NDBOUW en VEETEELT
39,71
Goede opbrengst
Zeer goed ruwvoer
ga met uw tijd mee-ga naardenmb!
Boerderij met land bracht
ƒ110.070,- op
Een volhouder
I 1
Een Texels vervolgverhaal
Tweede blad Texelse Courant, dinsdag 20 oktober 1970
jriek voor - I omiw mi.. Mi.
'ïgen wj
umpsui
ïvensWj
morgt
gen'wijj
ons vorige artikeltje over dit on-
•rp hebben we uiteengezet, /dat
e standaardkoe een koe wordt be-
die op achtjarige leeftijd heeft
alfd en in de 2de maand van de
ieperiode is.
der hebben we proberen duidelijk
iken, dat aan de hand van tabel-
uit een onderzoek in Friesland
imengesteld een melkkoe van elke
jd op elk aantal dagen na het af
kan worden uitgedrukt in een
itage van de standaardkoe.
vaars, die op 2-jarige leeftijd
afgekalfd en in de periode van 80
dagen na het afkalven is, staat ge-
et 0.49 standaardkoe. Een koe, die
leeftijd van 5 jaar heeft afgekalfd
- 60 dagen van het afkalven is
gelijk met 0.82 standaardkoe.
dit artikeltje willen we aan de
van een voorbeeld de betekenis
et omrekenen van de veestapel in
lardkoeien uiteen zetten.
Een bepaald bedrijf
de zaak niet te uitvoerig te ma-
aan we uit van een bedrijf, waar
i bepaald moment 9 koeien wor-
emolken. Die veestapel ziet er als
uit
afgek. op 6 nov. op lft. 2,8 jaar
afgek op 18 dec. op lft. 8,8 jaar
op 27 dec, op lft. 7,3 jaar
afgek. op 6 febr. op lft. 2,1 jaar
afgek. op 18 febr. op lft. 6,2 jaar
afgek. op 22 fe'br. op lft. 2,0 jaar
afgek. op 24 febr. op lft. 5,1 jaar
afgek. op 27 febr. op lft. 8,0 jaar
afgek. op 28 febr. op lft. 2,0 jaar
3 maart is de melkcontroleur op
J edrijf en vindt een proef melking
INE
gaat immers de veestapel omrekenen
op grond van leeftijd en het aantal da
gen na het afkalven.
We krijgen tegelijk ook een vergelij
kingsbasis voor de produktie op ver
schillende tijdstippen van eenzelfde be
drijf.
Stel, dat de produktie van de stan
daardkoe op bedrijf A bij een proefmel-
king 28 kg blijkt te zijn. Op bedrijf B
komen we bij de proefmelking op 32
kg. per standaardkoe. Als de verzorging
en voeding op beide bedrijven voor
100% gelijk is zouden we op grond van
deze proefmelking kunnen zeggen, dat
bedrijf B een produktievere veestapel
heeft dan bedrijf A. Immers de produk
tie van de standaardkoe ligt op bedrijf
B 4 kg hoger.
Als de omstandigheden op een be
paald bedrijf altijd voor 100°/o in orde
zouden zijn, d.w.z. dat verzorging en
voeding altijd optimaal waren, dan zou
bij iedere proefmelking de "produktie
van de standaardkoe op dat bedrijf al
tijd op een gelijk niveau moeten liggen.
We hebben immers de invloed van leef
tijd en aantal dagen van het afkalveren
door de omrekening op standaardkoeien
weggewerkt.
Als toch blijkt, dat op één bedrijf de
produktie van de standaardkoe bij ver
schillende proefmelkingen flink uit el
kaar loopt, dan moeten we concluderen,
dat de omstandigheden voor de produk
tie niet altijd 100°/o in orde zijn.
Als bij een proefmelking de produk
tie van de standaardkoe op een bedrijf
35 kg blijkt te zijn, dan zouden we kun
nen zeggen, dat de dieren het erfelijk
'De collecte ten bate van o.a. het Prin
ses Beatrixfonds heeft op Texe(
ƒ1609,90 opgebracht. Dat is aanmerke
lijk meer dan in 1967 toen voor het
zelfde doel ƒ1147,werd ingezameld.
Gespecificeerd luidde de opbrengst: Den
Burg ƒ739,79; De Cocksdorp 55,33; M.-
Eierland ƒ38,40; Z.-Eierland 31,23; De
Koog ƒ136,30; Den Hoorn ƒ73,88, Oos
terend 222,63; Oudeschild ƒ113,91; De
Waal ƒ21,96; P.H. Polder 74,82; De
Westen /'45,11 en omgeving museum
56,54
in zich hebben om die produktie te ge
ven. Of met andere woorden, dat de
produktie van de dieren op dit bedrijf
bij e'en afkalvertijd van 8 jaar in de 2de
maand van de lactatieperiode gemid
deld 35 kg zou kunnen zijn.
Blijkt bij een proefmelking in zomer
of winter op ditzelfde bedrijf, dat de
produktie van de standaardkoe maar
27 kg is, dan is er alle reden voor om
na te gaan of de wei, waarin de dieren
lopen wel goed genoeg is, of de kwali
teit van het ruwvoer duidelijk te wen
sen overlaat, of mogelijk de krachtvoer-
gift te laag is.
Zoals gezegd is er door het omreke
nen van de veestapel in standaard
koeien dus een mogelijkheid om bedrij
ven onderling te vergelijken en tevens
eenzelfde bedrijf op verschillende tijd
stippen te vergelijken.
Moeilijke kost
We zijn er van overtuigd, dat het wel
enige inspanning zal kosten om het wat
en het hoe van het begrip standaard
koe door te krijgen. We zullen het op
prijs stellen eventuele vragen en op
merkingen over dit onderwerp door te
krijgen. En zoals we al eerder hebben
vermeld zijn we graag bereid voor be
langstellenden dit onderwerp eventueel
in een praatgroep aan de orde te stel
len.
Uit de analyserapporten van hooi en
kuilgras, die we tot nu toe hebben ont
vangen blijkt, dat de kwaliteit van het
ruwvoer dit jaar over het olgemeen
zee'r goed is. Uit andere gedeelten van
het land horen we dezelfde geluiden.
Als we spreken over een goede kwa
liteit denken we vooral aan de voeder-
geldt zowel voor het eiwitgehalte als
waarde van het hooi en kuilgras. Dat
de zetmeelwaarde, waarbij vooral de
hoge zetmeelwaarde van diverse par
tijen opvalt.
Wat verder opvalt is de zeer hoge
voedingswaarde van diverse voordroog-
kuilen. Vooral in gevallen, waarin het
gras in een vroeg stadium is gemaaid
vinden we in dit kuilgras een zeer nau
we verhouding tussen eiwit en zetmeel
waarde. Gevallen, waarin die verhou
ding 1 3V2 en 1 4 is, zijn niet zeld
zaam.
Op de bedrijven, waar naar verhou
ding veel van dit kuilgras en betrekke
lijk weinig hooi aanwezig is kost het
een rantsoen samen te stellen, waarin
moeite' om met het aanwezige ruwvoer
de gewenste verhouding tussen eiwit en
zetmeelwaarde van 1 5 wordt bereikt.
Op deze bedrijven zou men gebaat zijn
met een partijtje goed voerstro of gras
zaadstro.
Als het de kant uit blijft gaan van
meer kuilgras en minder hooi is er re
den voor de vraag of voor het maken
van kuilgras van iets meer uitgegroeid
gras moet worden uitgegaan. Het lijkt
ons niet onmogelijk, dat bij gebruik
van veel „jong" kuilgras de voorziening
met ruwvezel of ruwe celstof in het ge
drang komt. Het komt ons voor, dat dit
een punt is, dat in de komende" jaren
zeker aandacht verdient.
geven hieronder de kilogrammen
bij deze proefmelking, het aantal
waarop de dieren op die datum
iduktie' zijn en het percentage van
mdaardkoe, dat de dieren op dat
nt op grond van hun leeftijd en
antal dagen na het afkalven ver-
ivoordigen.
kg melk
dagen in
percentage
produktie
standaard
koe
17.8
117
53.5°/.-
23.4
75
89.9%
23.8
66
89.5%
22.6
25
56.7%
25.2
13
94.8%
18.4
9
56.4%
27.4
7
91.4%
19 6
4
97.9%
8,2
3
66.4%
in we de totale hoeveelheid melk
enen, dan is dat op die dag 186.4
ls we de percentages van de stan-
koe bij elkaar optellen, dan blijkt
e bovenbedoelde veestapel op die
5te dag 6.86 standaardkoe yerte-
aordigt Of met andere woorden:
•gen koeien van dit bedrijf geven
ze proefneming eenzelfde hoeveel-
melk als 6.86 koe van deze zelfde
ipel zouden geven als ze op acht-
leeftijd hadden afgekalfd en in
ie maand van de lactatieperiode
totale hoeveelheid melk was bij
proefmelking 186.4 kg. Gaan we
hoeveelheid delen door 6.86, dan
daar ruim 27 kg uit. We zeggen
at de produktie van de standaard-
p dit bedrijf ruim 27 kg is.
Een vergelijkingsbasis
ils we in het eerste artikeltje al
;n verteld heeft het invoeren van
mdaardkoe als doel om een verge-
van de produktie op verschillen-
dnjven mogelijk te maken. Men
Als je zelf snel werkt en slagvaardig beslissingen moet
nemen, verlang je dat ook van je bank.
Daarom voert de NMB betalingsopdrachten, die 's morgens
zijn binnengekomen, nog diezelfde dag uit. En reeds de
volgende dag bent u in het bezit van uw dagafschrift.
Maar de NMB kan nog veel meer. Want van oudsher weet de
NMB wat er in het bedrijfsleven omgaat. Daarom kan zij u
goed en snel helpen bij het oplossen van uw financie
ringsproblemen, bij uw zaken met het buitenland,
met assurantie-adviezen. Als moderne, dyna
mische bank voert zij een volledig diensten
pakket.
Hoe kan een bedrijf van dit alles
profiteren? Door gewoon een reke
ning te openen bij de NMB. U bent
helemaal klaar met zo'n NMB-reke-
ning, want praktisch alle bedrijven -
en steeds meer particulieren - be-
III schikken vandaag de dag over een
y-lw rekening. Zodat betalingen over en
weer zeer snel kunnen worden uit
gevoerd.
nederlandsche
middenstandsbank
de bank waar óók u zich
thuis voeltl
De heer H A. Witte, bollenkweker te
De Koog, is donderdagmiddag bij een
publieke verkoping in hotel „De Linde-
boom-Texel" voor ƒ63.000,eigenaar
geworden van de boerderij B 109a, aan
de Hoornderweg nabij Den Burg. Dit
woonhuis met aangebouwde bedrijfs
ruimte, schuur, erf en tuin (totaal 35
are) werd geveild op verzoek van de
erven N. P. Hin. Twee tot de boer
derij behorende kavels land van elk
ca. 5 hectare gingen naar andere eige
naar. Eén stuk werd eigendom van de
heer D. Boerhorst, die met ƒ26.000,de
hoogste bieder was; het andere aan
grenzende stuk ging naar de heer S.
Ran te Den Burg, die bij ƒ21.070— af
mijnde nadat tot ƒ21.000,was opge
boden. Het lukte niet de twee stukken
land in combinatie te verkopen. Ook
voor de combinatie de twee stukken
land met het gebouw bestond geen be
langstelling. De prijzen, die donderdag
voor het genoemde onroerend goed
werden gemaakt, zijn niet bijzonder
hoog te noemen, ƒ5000,voor een hec
tare agrarisch land is tegenwoordig
normaal. Ook de ƒ63.000,voor de
boerderij op het stuk grond van 60 x60
meter is beslist niet teveel betaald.
Omstreeks 20 september wezen we op
de laatste gelegenheid om in dit sei
zoen stikstof op het grasland te strooien
Door plaatsgebrek bleef dit artikeltje
even staan en begin oktober trokken
we het terug. De laatste gelegenheid
was intussen verstreken, dachten we.
Blijkbaar is iedereen het daar niet
mee eens geweest. We hebben nl. ook
na het terugtrekken van bedoeld arti
keltje nog veehouders bezig gezien met
hed strooien van stikstof. Het maximum
aan optimisme vonden we bij de vee
houder, die op 9 oktober nog bezig was
om 2000 kg kalkammon op het grasland
te strooien. Met de genoemde hoeveel
heid werd aan nog zo'n 40% van het
grasland op zijn bedrijf een gift van
200 kg kalkammon per bunder gegeven.
Naar ik vermoed zal niemand er ons
van verdenken, dat we in het algemeen
het strooien van stikstof op grasland
afremmen. Het tegendeel is eerder het
geval. Toch hebben we een vraagteken
gezet achter de optimistische verwach
ting van deze veehouder. Temeer nog,
omdat de grond op het betreffende be
drijf beslist niet behoort tot de hogere
en drogere gronden van ons eiland.
minimi
besloot de tent op te breken en
Rotterdam te gaan. Maar toen hij
'ffer al gepakt had en wilde be-
n aan het afbreken van de tent,
iderde hij van gedachten. In de
plaats had hij wel wat veel ge
ien om aan de lange rit te begin-
Als hij eens narigheid met de po-
onderweg zou krijgen zou dat al-
onaangename consequenties kun-
lebben. Ten tweede was hij een
duizelig, vermoedelijk niet van
ank, aan het overvloedige gebruik
an was hij wel gewend, maar door
achtelijke vechtpartij. Bovendien
r voor het weekend nog tijd zat
'et Hendrik te praten.
was beter als hij de volgende dag
loop van de morgen zou vertrek
en dan helemaal fit en nuchter,
dan moest hij nog een hele dag
amuseren.
raks naar Den Burg; daar had hij
Midget-golfbaan gezien. Wellicht
r iemand te vinden zijn met wie
jn krachten kon meten. Dan er-
een paar broodjes eten en enige
jes kopen voor morgen vroeg. Ook
fiksen limonade, want als hij zijn
biet vochtig kon houden met geest-
'ocht, dan moest die rijkelijk be
leid worden niet onschuldiger
a de middag naar het Texels Mu-
en daatna een copieus maal in
|oed hotel, misschien een van die
die op de duinen in De Koog ge-
zijn, met uitzicht op de zee".
Peinzend over het programma dat
le dag wilde afwerken had Klaas
zijn koffer weer uitgepakt. Hij keek op
zijn horloge. Het was nog vroeg. Hij
ging op de slaapzak zitten en schonk
een glas whisky in. Daarna gooide hij
de drank naar buiten. „Sterk zijn, je
hebt voor vandaag al genoeg gedron
ken enwellicht voor morgen ook".
Goed geluimd drentelde hij een half
uur later naar zijn auto, om naar Den
Burg te gaan. Onderweg pikte hij een
paar lifters op. Het waren Engelsen, en
uit hun gebarentaal begreep hij dat zij
inkopen wilden doen. Hij nam ze mee
naar het Texelse hoofddorp en accep
teerde hun dankbetuiging, die de vorm
had van een pakje Engelse sigaretten.
HOOFDSTUK VI
Toen Hendrik om even voor tien uur
bij de Texelse boot aangekomen was,
was de drukte nog niet groot. Hij kwam
achteraan de tweede rij auto's op het
parkeerterrein te staan. Aan de andere
kant van het terrein stonden vijf auto's
met voorrangskaarten en twee vracht
auto's. Hendrik telde de wagens. Alles
kan in eenmaal mee, concludeerde hij,
met de boot van tien uur, die inmiddels
was aangekomen en een verkeersstraat
de Pontweg opspuwde.
De salon was hem te druk, daarom
ging Hendrik terug naar het autodek
en ging in de Eend zitten. Hij keek naar
zijn hand, die hij op het stuur gelegd
had en bemerkte dat die trilde. „Er
kleeft bloed aan jouw handen, jij bent
een moordenaar". Steeds maar weer
fluisterde de stem van zijn geweten die
woorden. „Het was een moord uit zelf
verdediging. In een strijd op leven en
dood heb ik gewonnen". Met die ge-
dachtengang trachtte" hij de stem van
zijn geweten te smoren. „In cowboy
films gold een moord uit zelfverdedi
ging toch ook niet als een moord, en
werd daar niet eens gestraft. Die films
waren in het algemeen weliswaar geen
realiteit, maar ze zouden toch ook niet
zoveel van de realiteit afwijken dat een
onjuiste toepassing van de wetten ge
suggereerd zou worden".
Hendriks gedachten gingen terug
naar het strand bij de vuurtoren.
„Klaas' lijk lag daar in een duinpan.
Vandaag of morgen zou het gevonden
worden. Of misschien was het door de
storm onder een zandlaag begraven.
Dan zou het toch ook wel gevonden
worden, wellicht wat later. En dan.
dan -zou het gehele Nederlandse politie
apparaat in werking komen om te
trachten de moord op Texel op te los
sen. Miscschien.nee de ontknoping
zou wel vrij spoedig komen, want René
zou direkt beseffen wat er gebeurd was.
En wat zou die doen? Naar de politie
lopen? Alleen maar als er een flinke
beloning te beuren viel. Anders zou hij
misschien de moord gebruiken als
werktuig om zijn greep op Hendrik te
versterken. Hoe dan ook, alle plannen
die hij gemaakt had voor de toekomst,
alle pogingen die hij gedaan had om
zich voorgoed los te scheuren van de
onderwereld, waren in één klap nutte
loos geworden. Maar had hij anders ge
kund? Het was als bij een soldaat in
een veldslag: moorden of vermoord
worden.
Waarheen? Hendrik wist niet waar
hij naar toe moest gaan. Van Den Hel
der reed hij via Alkmaar naar Haarlem
en vandaar volgde hij de weg door de
Haarlemmermeerpolder. Hij sloeg ech
ter niet af naar de snelweg richting
Rotterdam, maar bleef de Provinciale
weg vervolgen. Die weg leidde naar
Hilversum, doch toen het mogelijk was
af te slaan naar Utrecht deed hij dat.
„Wat moest hij daar eigenlijk zoeken?"
vroeg hij zich af, haalde de schouders
op en besloot toch naar Utrecht te gaan.
Hij ging de binnenstand in en vond ach
ter een kazerne een parkeerplaats die
niet blauw omlijnd was en waar buiten
de strook met parkeermeters nog een
plaatsje was waar hij vrij kon parke
ren. In zijn zakboekje noteerde hij
„Springweg" de naam van de straat
waar het parkeerterrein was, zodat hij
zijn auto altijd zou kunnen terugvinden.
Daar boven stond de notitie in geheim
schrift, die hij op Texel had gemaakt:
Annie van Hemert, Daelwijcklaan 123,
Utrecht" ontcijferde hij halfluid.
Zou hij daar eens heen gaan? Op di
verse punten in de stad stonden platte-
K. Plantinga 8c Zoon. Bolsward. Anno 1870.
gronden, bij een van die plattegronden
zou hij kunnen uitvissen waar die laan
was. Wat had Annie ook alweer gezegd
tijdens het autoritje naar De Cocksdorp:
„een rustige buurt aan de noordkant
van de stad". Och wat had het voor zin.
Annie van Hemert zou hij wellicht nooit
in zijn leven meer zien. Voor hem bood
het leven niets anders meer dan con
tacten met de jongens van de onderwe
reld, afgewisseld met het monotone
gevangenisbestaan.
Hij slenterde de stad in en vond in
de Nobelstraat een hotelletje, dat hem
geschikt voorkwam. Daar besprak hij
een kamer voor één nacht. „Morgen
moet ik terug naar Rotterdam", besloot
hij, „want anders kom ik het laatst van
de maand op zwart zaad te zitten".
In een broodjeswinkel at hij wat, en
ging om de tijd te doden 's middags
naar een cineac. Na de maaltijd in het
hotel bracht hij de avond verder door
in een bioscoop, waar via het witte doek
een brokje vergane romantiek werd ge
presenteerd aan de vrij slecht bezette
zaal. Hendrik zag nauwelijks wat van
de rolprent, die zich afspeelde op het
landgoed van een Oostenrijkse graaf.
Zijn gedachten waren nog steeds in een
woordenstriid gewikkeld met zijn op
standig geweten. Een paar borrels zou
den kunnen sussen maar hij wilde
sterk blijven, nu nog, nu het nog moge
lijk was!
Direkt na het ontbijt de volgende
morgen ging hij naar ziin auto, die hij
na drie maal vragen en een half uur
lopen vond. Hij liet bij de eerste de
bqste benzinepomp de tank vullen en
ging op weg naar Rotterdam.
Een zuoht van verlichting ontsnapte
zijn keel toen hij na een uurtje de hoge
gebouwen van de Maasstad zag oprij
zen. „Opluchting, waarom? Hier zou de
ontknoping plaatsvinden. Hier zouden
de moeilijkheden zich opstapelen tot
een schier onoverkomelijke hoogte.
(wordt vervolgd)