Plantlnga
Citroen jenever
m
oorpagina
SMIDJE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST
STEEDS MEER LOOPSTALLEN
„ANDBOUW en VEETEELT
Ons nieuwe feuilleton: „Voorpagina" Plaats voor 80 jongeren
dB}
iKr
Als de graskuil open is
sty
SIE
fS
:rgeet de mineralen niet
ij'11
dp
sti
VERHAAL UIT DE KRANTENWERELD
Tweede blad Texelse Courant, dinsdag 17 november 1970
ubriek voor
OikIoc rcdnlitit'
van (>ts>niriirrii
je.
ten.
'aast de loopstallendie op ons ei-
id reeds in gebruik zijn zullen er in
komende winterseizoen in ieder
val weer twee stallen meer zijn,
far de melkkoeien niet de hele win-
vastgebonden op hetzelfde plaatsje
ran. Het betreft in de eerste plaats
bedrijf in polder Eierland, waar de
taande schuur zal worden inge-
t als loopstal voor melkkoeien. Het
in dit geval een zg. potstalzijn.
t wil zeggen, dat de loop- en lig-
te met stro zal worden gestrooid,
pas na geruime tijd als mest uit de
f1 wordt verwijderd.
'n veel gevallen is het feit, dat men
>t direkt van de normale Hollandse
I overgaat op een zg. ligboxenstal
kwestie van de boxen, waarvoor
Ti direkt komt te staan. De inrichting
n een ligboxenloopstal kost nog al
t meer dan van een gestrooide loop-
l
)verigens moeten we opmerken, dat
de hoge stoprijzen van dit moment
exploitatiekosten van de gestrooide
pstal wel heel hoog liggen. Voor een
irijf in de P.H. Polder, waar vorig
r ook een loopstal in gebruik werd
omen is dit aanleiding geweest de
1 voor de komende winter in te rich-
als ligboxenloopstal.
Een nieuwe ligboxenstal
)p het bedrijf van de heer P. C. Hin
Spang wordt dezer dagen een nieuwe
loxenstal in gebruik genomen. Deze
l is gebouwd door het Systeembouw-
II Irijf van de heer <M. Boon te De
cksdorp. De stal biedt plaats aan 40
ren.
[et bedrijf van de heer Hin is tot nu
wel één van de kleinste bedrijven
op Texel met'een ligboxenstal. In het
algemeen denkt men pas bij een aantal
van 40 melkkoeien aan de bouw van
een dergelijke stal.
We hebben wel de indruk, dat de
aantrekkelijkheid van het melken in een
doorloopmelkstal ook veehouders met
een dertig melkkoeien er in de toe
komst toe zal brengen om meer aan
dacht te gaan geven aan de loopstal.
In een inleiding, die door de heer De
Gier van het consulentschap voor de
Rundveehouderij te Alkmaar kort gele
den werd gehouden voor de Vereniging
„Ons Belang" te Den Hoorn werd aan
de hand van tijdstudies aangetoond, dat
bij flinke koppels koeien de tijdsbespa
ring bij het melken in de doorloopmelk
stal in vergelijking met het melken in
de Hollandse stal zeer aanzienlijk is.
Bij flinke koppels koeien wordt dit een
tijdsbesparing van enkele uren per dag.
Landelijk veel animo
voor ligboxstal
Uit mededelingen in de landbouw
bladen blijkt, dat in diverse delen van
ons land de ligboxenstal in opmars is.
In bepaalde gedeelten van Noordbra
bant wordt al 20V* van het aantal
melkkoeien in de ligboxenstal gehou
den. In een ander bericht lazen we, dat
in het consulentschap Sneek in de af
gelopen zomer 13 ligboxenloopstallen
zijn gebouwd met een capaciteit van
meer dan 80 melkkoeien. Als we in aan
merking nemen, dat 10 jaar geleden be
drijven met 80 of meer melkkoeien een
grote uitzondering waren blijkt wel, dat
de ontwikkeling naar grotere eenheden
zeer snel gaat.
ïkle
'elkens komen we nog weer bedrij-
1 tegen, waar het voeren van mine-
?nkoek een onbekende zaak is. Of
ischien is het beter om te zeggen,
men er de noodzaak niet van in-
Ve wagen het niet om te zeggen, dat
achterwege laten van de mineralen-
ding beslist tot moeilijkheden aan-
ling zal geven. Net zo min als we
•ven beweren, dat het niet afsluiten
1 een brandverzekering vroeg of laat
ind zal veroorzaken.
We zijn echter wel van mening, dat
achterwege laten van de mineralen-
w ding een onverantwoorde zaak is.
1 zaak, die veel meer dan in het ver
en de aandacht vraagt,
rijwel iedere veehouder streeft er
ir om een zo hoog mogelijke produk-
van de dieren te halen. Waren we
jaar geleden tevreden met een ge-
Idelde produktie van 4.000 kg melk
koe, dan moet dat nu liefst 5.000 kg
De prestaie, die de dieren moeten
eren is daardoor veel groter en dit
eist een veel meer uitgebalanceerde
■ding. Daarbij behoort ook een goede
•rziening met mineralen.
Us vaste regel zou moeten gelden,
de volwassen dieren als eerste gift
ere dag 1 kg mineralenkoek krijgen,
ze koek is onder diverse namen als
anskoek, basiskoek of gewoon mine-
enkoek in de handel.
)m de kosten behoeft u het niet te
;n Deze koek kost maar heel weinig
er dan het „normale" krachtvoer en
tunt de hoeveelheid krachtvoer, die
dag nodig is verminderen met de
ïveelheid, die als mineralenkoek
rdt gegeven.
In de afgelopen week zijn op diverse
bedrijven de melkkoeien voor het ko
mende winterseizoen definitief op stal
gezet. Dat wil zeggen, dat ze ook over
dag op stal blijven.
Op heel wat bedrijven bestaat het
winterrantsoen voor een flink gedeelte
uit kuilgras. En er zijn dan ook al heel
wat bedrijven, die al direkt bij het be
gin van de stalperiode de eerste kuil
open maken. We hebben al weer enkele
van die kuilen gezien.
We moeten zeggen, dat de aanblik
van deze eerste kuilen niet rechtaf aan
lokkelijk was. In één geval waren aan
blik en reuk van een pakjeskuil, die
uitsluitend afgedekt was met een PVC-
zeil niet direkt aanlokkelijk. We vrezen,
dat in deze kuil heel wat schimmel en
stof zal voorkomen. Een andere voor-
droogkuil, die als los gras aan de hoop
was gereden bestond aan de buitenzijde
uit rottend materiaal en midden in de
hoop uit sterk zwart gekleurd verbroeid
gras.
In het laatste geval was dit naar on
ze mening duidelijk te wijten aan een
onvoldoende afsluiting van de kuil. Het
plastic was hier niet ingegraven maar
vlak op de grond gelegd. Dit is voor een
voordroogkuil zonder gronddek beslist
onvoldoende.
We stellen ons voor, dat dit niet de
enige kuilen zullen zijn, waaraan iets
mankeert. En hoewel we het kunnen
begrijpen, dat de meeste veehouders er
niet voor voelen om met hun „armoe"
te koop te lopen doen we toch ook dit
jaar weer een beroep op de veehouders
om ons op de hoogte te stellen van goe
de en minder goede ervaringen met het
inkuilen van gras. Ja, ook goede erva
ringen zijn ons welkom! Ervaringen, die
u voor uzelf houdt kunnen alleen uw
eigen bedrijf ten goede komen. Wij wil
len er graag ook anderen mee .van
dienst zijn. Bij voorbaat hartelijk dank.
In dit nummer maken wij een aan
vang met ons nieuwe feuilleton „Voor
pagina", een verhaal uit de krantenwe
reld.
Mark Weeda, chef-redakteur van de
Avondpost, basluit tot een „kruistocht"
tegen autobestuurders-onder-invloed,
nadat de alom geziene en geachte Dr.
Haersma door zo'n bestuurder is dood
gereden.
Hij doorstaat de vinnige kritiek van
Mies, de dochter van zijn hoofd-redak-
teur, die van oordeel is dat alleen de
rechter vonnissen mag en dat de krant
nog voor de zaak is behandeld, reeds
vonnist door de bestuurder aan de
schandpaal te zetten met alle gevolgen
van dien. Maar Mark krijgt veel bijval
en gaat voort.
Maar dan gaat Mies met een stel vro
lijke vrienden uit rijden. De auto rijdt
tegen een boom, twee doden, twee ge
wonden, één ervan is Mies, wier toe
stand het onmogelijk maakt haar te ho
ren omtrent de toedracht. Het staat
echter wel vast dat de jongelui van een
fuifje kwamen.
Met zijn chef, de vader van Mies,
moet Mark nu, bij alle persoonlijke el
lende, ook nog zijn standpunt bepalen.
Zal ook dit geval weer aan de „schand
paal" moeten, als bewijs van het gevaar
van alcohol bij snelverkeer? Gijsbert
van Dooren, als vader, Mark Weeda,
als de man die haar liefheeft, staan
voor een zeer moeilijke beslissing. Ze
besluiten af te wachten tot het onder
zoek is voltooid.
Inmiddels moet Mark de rechtszaak
verslaan tegen Van Basten, de man die
dr. Haersma heeft aangereden. Het on
derzoek wijst uit, dat de bestuurder ze
ker niet brandschoon was, maar dat hij
verkeerstechnisch in een zeer moeilijke
situatie verkeerde. Ook het bewogen
pleidooi van de verdediger maakt diepe
indruk op Mark, die de eenzijdigheid,
waarmee hij, zij het te goeder trouw,
de zaak in de krant heeft voorgesteld,
steeds meer betreurt en de gevaarlijke
kant van zulk een „kruistocht" (waar
tegen Mies hem gewaarschuwd had)
steeds beter gaat inzien. Hij besluit in
zij'n verslag grote aandacht aan het
pleidooi te Jbesteden', vooral als een
brief wordt voorgelezen van de weduwe
van het slachtoffer, die de uiterste cle
mentie voor de gedaagde verzoekt, en
dan blijkt dat de dokter diens eigen
huisarts was en hij voor hem groot res
pect koesterde.
Het is voor Mark een ontzaglijke op
luchting wanneer blijkt dat een defekt
aan de stuurinrichting van de auto,
waarin Mies zat, oorzaak van het onge
luk is geweest.
Mark zet zijn kruistocht voort, maar
thans zeer nauwkeurig en objectief de
feiten onderzoekend. Hij brengt een be
zoek aan Van Basten in de gevangenis
en erkent, dat hij tegenover hem in de
schuld staat. Mark belooft alles te zul
len doen om Van Basten straks weer op
gang te helpen.
Mies vertrekt voor verdere studie
naar Amerika en Mark krijgt grote be
langstelling voor het werk onder de
ontheemden, zodanig dat hij de Avond
post vaarwel zegt. Maar wanneer hij
verneemt dat Mies in Holland terug
komt om daar te promoveren, is hij ge
tuige van deze plechtigheid. En dan
doet hij een ontdekking die voor zijn
verdere leven bepalend is.
Voor de jongerenavond „Sex op de
jonge toer" (discussiebijeenkomst met
vertoning van de film „De Uitdaging"),
die de Werkgroep Texel van de NVSH
vrijdagavond 20 november in de kanti
ne van de LTS houdt, zijn 300 persoon
lijke uitnodigingen verzonden aan jon
gelui van 15 tot 17 jaar. Deze zijn alle
woonachtig in Den Burg, Den Hoorn en
Oudeschild. Deze beperking heeft de
Werkgroep zich moeten stellen, daar de
kantine slechts aan een 80 jongeren
plaats kan bieden.
Als de avond een succes wordt, zal
voor de overige dorpen een dergelijke
bijeenkomst worden georganiseerd.
Licht gezoete :ltroen|enever
K. Plantinga 8c Zoon. Bolsward. Anno 1870.
Dinsdag 17 november
Den Burg, Doopsgezinde kerk, 10.00-
21.00 uur, verkoopdag Doopsgezinde
Vrouwenverenigingen.
Zaterdag 14 tot en met 5 december
Den Burg, Raadhuis, tentoonstelling A.
D Blok v.d. Velden, „Franse reisim
pressies". Geopend zaterdags van
14.00-17.00 uur; dinsdagavond en
donderdagavond van 19.00-21.00 uur
en op de uren waarop het raadhuis
voor het publiek geopend is.
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
De zuigelingen, die aan de beurt
zijn, worden op het bureau verwacht
op de tijden dat hun eigen huisarts
zitting heeft. Deze tijden zijn als volgt:
dokter Siebinga, dinsdag 17 november
om 14.00 uur;
dokter Van Loon, woensdag 18 novem
ber van 13.00-15.00 uur;
dokter Coutinho, woensdag 18 novem
ber om 15.00 uur.
HOOG WATER
Hoog water ter rede van Oudeschild
17 nov. 11.05 en 23.14; 18 nov. 11 41 en 23.44;
19 nov. 12.13 en 20 nov. 0.13 en 12.49;
21 nov. 0.51 en 13.35.
Aan het strand is het ongeveer een uur eer
der hoog water.
90. „Daar valt over te denken....",
mompelde smidje Verholen. „Ik kan
dat geld best gebruiken. En er is een
goed verhaal van te maken, hoor! Dat
verzeker ik u. Er is namelijk ook nog
een Vosmaer en een middeleeuwse al
chimist in het spel".
„Sakkerloot, wat heb jij al een boel
ontdekt", zei Frans Bulle bewonderend.
„En denk je, dat je wel in staat zal zijn
dat Kludde-vraagstuk alleen op te los
sen?"
„Ik zal wel moeten", zuchtte de smid.
,yDe politie is ook al aangestoken door
het kwaad. Dat betekent dus, dat ik
het zonder de politie moet doen".
„Op mij kun je rekenen", zei Frans
Bulle joviaal. „Als er moeilijkheden
zijn, kom dan gerust langs. Ik zal hel
pen zoveel ik kan".
,yHartelijtk bedankt meneer Bulle",
zei de smid dankbaar. „Ik ben blij te
merken, dat er toch nog iemand in de
stad is, die weet hoe hij zijn hersens
moet gebruiken".
Toen namen de twee mannen af
scheid van elkaar en de smid klom
weer in zijn oude autootje, dat hem
naar Aarpelo moest terugbrengen. On
derweg peinsde hij zich het hoofd haast
stuk over de kwalijke bedoelingen, die
de vreemde spuit-misdadiger wel kon
hebben met al dat spuitwerk. Want dat
er een bedoeling achterzat, was wel
duidelijk. Doch hoe hij zijn arme her
sens ook afpijnigde, hij kon het ant
woord op die vraag niet vinden. Toch
lag het antwoord vlak in de buurt om
zo te zeggen voor het oprapen, want op
een gegeven moment reed hij langs het
indrukwekkende en statige museum. Bij
dat museum was echter iets vreemds
aan de hand, want enkele geuniformde
suppoosten waren bezig de kostbare
bezittingen naar buiten te brengen. Dit
geschiedde onder de persoonlijke lei
ding van de ons al bekende direkteur
mr. J. E. de Wael van Nimweeghen. De
ze was nog steeds in zijn voddenrapers
pakje gekleed en zei: „Goed zo, man
nen! Gooi die rommel daar maar op een
hoop".
„Grote grutjes", kreunde smidje Ver
halen. „Wat heeft dat nu weer te be
tekenen.
(wordt vervolgd)
HOOFDSTUK I
„Ik kon er niets aan doen
Br de duistere Rijksweg raasde 'n wa-
1, achter het dansende licht der gro-
schijnwerpers aan, waarin telkens
derwitte paaltjes opflitsten. Als een
tfte koepel spande zich de nachte-
e hemel over de eenzaamheid van
polderland, waardoor heen het weg
sneed, met ergens vér vooruit de
iwe lichtschijn van de grote stad,
?rkaatst tegen de wolken.
Dat was een aardige speech van
Taedts, von-je niet?" vroeg Justine
Dooren aan haar man, die zo rus
als zat hij thuis in zijn stoel, schijn-
ir achteloos de hand op het stuur-
1, de wagen bestuurde.
[ijsbert van Dooren, de ogen gericht
de weg vóór hem, liet een zacht
ije horen.
Dat vond ik ook", zei hij, hoorbaar
na-genietend. „Zo geestig ols die
t het weet te zeggen, iedereen krijgt
beurt maar hij doet het op zo n
tier, dat ook de grootste zuurpruim
lachen moet, al is het als een boer
kiespijn heeft. Want die hiep naar
'ckelbach.. over die aanwezige zie-
buisplannenik vrees dat de mop
meesten ontging, al lachten ze wel
maal, maar dat was werkelijk...."
zijn stem ging over in een schorre kreet,
de vrouw naast hem zoog hoorbaar haar
adem naar binnen, zette zich met beide
handen af tegen het dashboardde
banden gieren, de wagen slingerde,
maar stond.
Hte rode licht, dat Van Dooren in het
oog gekregen had, was angstaanjagend
dichtbij gekomen. Het gesprek had hem
afgeleid, tot hij er vlak bij was, en
merkte dat het niet het achterlicht van
een voor hem rijdende agen was, maar
van een auto die midden op de weg
stond.stil.
Hij zuchtte van opluchting. „Dat was
op het nippertje", zei hij hijgend, „wat
doet die kluns daar.
„Een ongeluk", stelde Justine vast,
die van haar zitplaats de situatie even
beter kon zien. Ze greep al naar de
deurkruk.
„Zitten blijven", commandeerde haar
man, „eerst de wagen in de berm, an
ders hebben we straks een ander er
bóvenop". Zijn zelfbeheersing weer ge
heel herwonnen, reed hij de wagen ach
teruit, zijdelings de berm in, zó dat de
grote schijnwerpers hun volle licht lie
ten vallen op de auto, waar hij zo-even
bijna bovenop had gezeten.
„Zo", zei hij, „wie achter ons aan
komt, ziet het eerder dan wij. Nou maar
es even kijken wat daar arui de hand
is". Zijn toon klonk vlak, maar hij was
gespannen. Zijn vrouw, snel uit de wa
gen gestapt, volgde hem nu aarzelend,
beducht.
Een grote zwarte wagen zagen ze, de
motorkap diep geboord in een kleine
grijze sportwagen, die in de flank ge
grepen was. Een donkere gestalte kwam
achter de wagen vandaan lopen.
„Kunt u niet even opbellen, hier in
de buurt?" hoorden ze een nerveuze,
bijna overslaande stem. „Het is.... ze
zijn geloof ik alle twee.
Van Dooren liep zonder te antwoor
den naar de ravage. Hij boog zich in
het wrak van de kleine auto. Opeens
draaide hij zich om en hield zijn vrouw
tegen. „Justine, neem jij de wagen en
rijd naar een huis of benzinestation, bel
de politie en de geneeskundige dienst,
we zitten hier geloof ik in de Haarlem
mermeer, dan blijf ik nog even hier.
„Is er.begon ze, maar hij sneed
haar woorden af. „Je moet maar niet
kijken", zei hij, ,,'t is een heel onprettig
gezicht. Twee man, en ik denk niet dat
ze nog veel kans hebben
„Ik kon er niets aan doen", betoogde
weer de angstig-schelle stem van de
bestuurder, „opeens zonder taal of te
ken, begint die vent midden op de weg
te keren.
„U hoeft het mij niet uit te leggen",
zei Van Dooren nuchter, „ik ben niet
van de politie. Hier, neem een sigaret
.meneer, dat is goed voor de zenuwen".
Justine was al weg, startte de wagen,
reed voorzichtig om de ravage heen.
,;Dat is wel jammer", constateerde
Van Dooren, „nu staat de hele zaak
weer in 't donker.wonder dat uw
achterlicht nog brandt, maar ik zag het
óók bijna te laat.
„We zouden wat verderop kunnen lo
pen en proberen de mensen te waar
schuwen", stelde de ander voor, „overi
gens is het bar stil op dit uur".
Zwijgend liepen ze 'n honderd meter
de weg op,
„Is er niets meer aan te doen?" in
formeerde Van Dooren.
„Voor zover ik kan nagaan, zijn ze
allebei al te ver heen", was het ant
woord, toonloos, „ik ben overigens geen
medicus, 't Was je reinste zelfmoord",
ging de man verder, weer terugkerend
tot wat hem boven alles benauwde, „die
wagen rijdt voor me uit, gaat naar
rechts, ik denk dat ie aan de kant wil
gaan staan, opeens.... 'n richtingaan
wijzer en hij begint naar links te
draaienen je rnag hier op de snel
weg niet eens keren! Ik remde, maar ik
zat al middenin de carosserie. Twee
jonge kerels.
„Rare manoeuvre", stemde Van Doo
ren voorzichtig toe. „Daar komt iets
aan".
Snel nadedden uit de verte twee lich
tende punten. Van Dooren stapte naar
het midden van de weg, zwaaiend met
z'n armen, plots fel belicht, sprong dan
haastig terug. Een grote wagen schoot
voorbij, wit plekje het gezicht van de
bestuurder, dan was er het schuren van
banden over de weg. De wagen stond
stil
Haastig legde Van Dooren de situatie
uit. „Kunt u niet zolang met uw schijn
werpers het zaakje belichten?" vroeg
hij, „het is gevaarlijk zo".
„Waar is uw auto?" vroeg de man
achter het stuur wantrouwig.
,yDaar is m'n vrouw mee weg
dokter en politie bellen".
„O juistnou, dat zullen we dan
maar doen". Even later stond de grote
zwarte auto weer in het schijnwerper-
licht, de nieuw aangekomene voegde
zich bij het tweetal, vroeg inlichtingen,
snoof veelbetekenend.
„Keren midden op de snelweg", zei
hij, „hebt u niet gemerkt?"
„Wat?" vroeg de chauffeur van de
zwarte wagen.
„Nou, eh. waren ze brandschoon?"
„U bedoelt.... o.... nee, daar heb
ik niet op gelet. De een is.nou.
nogal kapot, en de ander zit helemaal
klem. Ze geven geen kik meer en ik heb
de één z'n pols gevoeld, en ik zou zo
zeggen
„Hij is er geweest", stelde de ander
nuchter vast. „Kijk, aan de overkant
stopt een wagen".
Een auto stopte, reed de middenberm
op, een felle schijnwerper belichtte de
beide wrakken.
„Politie", zei Van Dooren, „laten we
d'r maar meteen heengaan". Hij zag
méér wagens naderen, enkele minuten
later het zilverwitte haar van Justine
oplichten in het duister.
„Blij dat je er weer bent", zei hij har
telijk „ze zijn er nogal gauw".
„Ik heb gebeld bij een Rode Kruis
post", zei ze. „Wou je er bij blijven,
Gijs?"
„Ik wou wel even weten wat er pre
cies loos is", zijn stem klonk veront
schuldigend.
„Altijd de krantenman", glimlachte ze
witjes. Vind je het goed dat ik maar in
de wagen blijf zitten?"
„Dat zou ik je zéér aanraden", zei hij
„zo gauw ik weet wat er loos is, rijden
we door. 't Zal gauw genoeg bekeken
zijn.
(wordt vervolgd)