f*™a tsmrn wou :M fexelde korstmossen en de toekomst oorpagina Klare onzin Badmintonclub Texel Damclub Texel VERHAAL UIT DE KRANTENWERELD Tweede blad Texelse Courant, vrijdag 12 februari 1971 -gfi. Brieven van lezers - buiten verantwoordelijkheid van de redaktie b Texelaars zullen het me hopelijk kwalijk nemen, wanneer ik me als kanter even in de discussie meng. ^^fieen daarop een klein recht te heb- daar mijn artikeltje over de korst en in het laatste nummer van :el" mede in het „gesprek" is be- |ken. In dat artikel schreef ik o.a.: r frisse lucht is Texel nog een oase en laat het zo blijven". Ik dat hier nog wel eens willen on- trepen, al besef ik daarbij meteen, dit moeilijk genoeg zal zijn binnen I isen, die de maatschappelijke ont- celing ook aan Texel stelt, en waar- wij als leden van de „Vrienden- g Texel" een open oog willen heb- ,t de nieuwe TBM-centrale op zwa- lie gestookt zal worden is zonder een lelijke zaak. Nu zegt de re- ie wel luchthartig, dat „(lelijke ho- schoorstenen" zullen zorgen voor unning van S02 e.d. tot onschade- concentraties, maar ik zou de re- iie e.a. toch willen adviseren er het „Chemisch Weekblad" van 17 IjÖ 1970 en „De Ingenieur" van 14 liari op na te lezen, waaruit blijkt, de lucht boven o.a. geheel West- ipa op een ontstellende manier ver- (door omzetting van S02 in de tot zwavelzuur), zodat er af en ;uur regenwater (pH 4,0 en lager!) beneden komt, waardoor niet al- korstmossen (als eersten!) e.a. en doch ook de bodem verzuurt, als gevolg verstoring van o.a. de of cyclus. En om te bewijzen, dat teen grauwe theorie is vertel ik er 'at als gevolg van de hier en in land en Engeland geloosde afval- in, via hoge schoorstenen, in Mid- weden het rendiermos (ook een mos!) sterft, waardoor er hongers- en -dood dreigt voor de rendie- I Ontstellende feiten, zodat er geen is voor luchthartig wegwuiven e bezwaren. We zijn het eens met daktie, wanneer deze stelt, dat dit I regelrecht pleidooi is voor een asleiding naar Texel (mede voor wm, e.d.). 3» tijd is voorbij, dat we noodzake maatregelen ten bate van de mi- tygiëne afwijzen of niet uitvoeren, t ze „economisch niet haalbaar" •n zijn. Niet alleen milieudeskun- en biologen, doch ook vele econo- politicologen, futurologen, sociolo- medici, enz. zijn er vanuit hun schap van overtuigd, dat gewoon ekomst van ons leven er mee ge- is en dat oases als Texel onmis- zijn. Den Helder heeft via de and-plannen niet het recht, het Ijs milieu aan te tasten, maar ook ■1 moet geholpen worden om te omen, dat het eigen en andere ju aantast. Deze zaken grijpen nu iaal verder dan we enkele jaren en dachten. Wie dacht er toen aan, we vandaag niet meer dan één per week IJsselmeerpaling mogen willen we geen kwikvergiftiging oplopen (om van vis uit de polderwate ren maar te zwijgen!), en dat deze vis voor ongeboren babys regelrecht ver gif is (gevaar voor mongooltjes-achtige afwijkingen)7 't Is een voorbeeld uit vele, en dit kwik komt dan via Rijn en IJssel uit het verre Duitsland (ook naar Noordzee en Waddenzee). Waarmee ik maar wil zeggen, dat een hoge schoor steen tegenwoordig geen oplossing meer is. Zeker is dit een pleidooi, en een ernstig, voor aardgas naar Texel, waardoor ook de gewraakte hoge schoorstenen lager kunnen zijn! De nieuwe wet op de luchtverontreiniging schrijft eigenlijk voor, dat geen veront reinigingen meer mogen worden uitge worpen. Wel, op deze basis zou Texel alsnog weer kunnen proberen subsidie te krijgen voor een aardgasleiding. Aardgas is schoon gas en het gaat hier per slot om een schoon gebied, Texel, dat van grote nationale betekenis is. Technisch moet het uitvoerbaar zijn in een tijd, dat mensen in staat zijn op de maan te wandelen. En, het is nog niet te laat. Hier zou ook de Ver. tot Be houd van Natuurmonumenten steun kunnen bieden, en dat zou een reden kunnen zijn om de strijdbijl, ondanks alles, te begraven en samen de vredes- (gas)pijp te roken. Texelaars en over- kanters, we hebben elkaar nodig, als mens en ook om ons milieu en ons be staan. Dat „Natuurmonumenten" de luchtverontreiniging niet als argument heeft gebruikt is misschien begrijpe lijk uit de aard van het reservaat in de buurt doch in principe een tekortko ming. Maarin principe heeft Texel een centrale en waterwinning uit zee nodig; welnu op dat punt moet men elkaar dan ook vinden en als verstan dige mensen rechtstreeks met elkaar praten. Alleen samenwerking leidt tot een bevredigende oplossing voor allen, zo nodig een compromis. En daarbij staat m.i. centraal een genoegzame ont plooiing van Texel doch met behoud van die waarden, die Texel doen zijn, wat het is, het „Gouden Boltje", onmis baar voor zeer velen, vooral door zijn zuivere milieu voor mens, plant en dier; een milieu waar de mens deel van uit maakt, al beseft hij dat mei altijd en al handelt hij daar helaas lang niet altijd naar. En wat de hang naar meer welvaart betreft moet men beseffen overal dat de bomen niet tot in de hemel groeien. Pas in dit besef kan men een waar vriend van Texel zijn, of men nu Texelaar is of overkanter. Wat betreft de korstmossen nog het volgende. Ik wil hopen, dat de NJN op Texel de hint van de redaktie zal op vangen. Een inventarisatie zou zeer waardevol zijn, zeker nu er nog geen grote ongelukken gebeurd zijn. Ik zou willen adviseren zich aan te sluiten bij de „Werkgroep Herkartering Epifyten Nederland" o.l.v. Dr. J. Barkman, Bio logisch Station Wijster van de Land bouwhogeschool, die in 1970 en 1971 een herinventarisatie houdt. Het blad „Texel" (en natuurlijk ook de Texelse Courant, neem ik aan) staat gaarne open voor publicatie van de resultaten. Het is overigens ook een mooie opga ve voor de hoogste klas van de lagere scholen, o.l.v. hun onderwijzer, en voor de biologieleraren van de middelbare scholen met hun leerlingen. De richtlij nen van genoemde W.H.E.N. vergemak kelijken de uitvoering, en ik neem aan dat S.B.B. en Natuurmonumenten ook wel willen ondersteunen. Het zou een goede zaak zijn, waar ook Texel als re creatiegebied wel bij kan varen. Nog één opmerking. Sommigen den ken welicht, dat het voorgaande wat sterk gedramatiseerd is. Dat is een mis vatting en een groot gevaar; dit is hele maal niet gedramatiseerd maar berust op nuchtere, wetenschappelijke feiten. Ons milieu is „goud" waard, is onver vangbaar, en gezond milieu is schaars en wordt met de dag schaarser. Texel profiteert daar, terecht, van en wij! overkanters profiteren een beetje mee van het nog gezonde Texelse milieu. Maar, geachte Texelaars, let op uw zaak; eenmaal bedorven is het voor al tijd verloren. Zorg, dat het niet zover komt. En voor u en voor ons zal het een troost zijn, dat de nieuwe water- fabriek het mogelijk zal maken, min der wa^er aan de duinen te onttrekken, zodat een groot stuk onvervangbaar Texels duin weer geheel zal kunnen opleven. Dan zijn de financiële offers voor een aardgasleiding beslist niet te hoog geweest! J. Tolner, Ing., Baarn, Voorz. „Vriendenkring Texel" NASCHRIFT Laat er geen misverstand over be staan dat ook wij bezwaar hebben te gen elke vorm van luchtverontreini ging. Wij hebben alleen de voorstelling van zaken door de heer Bevaart willen hekelen. Een niet-deskundige lezer zou bij het lezen van zijn verhaal gauw de indruk krijgen dat Texel als gevolg van de waterfabriek in een gifwolk wordt gehuld. Ook uit een andere reactie (het ingezonden stuk van de heer Zandstra op deze pagina) moge overduidelijk blijken dat hier van paniekzaaierij op ondeskundige basis sprake is geweest. Het zou niet verantwoord zijn een der gelijk ingezonden stuk zonder commen taar te laten Red. Het stukje „Verschillende maatsta ven" van de heer Bevaart in de Texel se Courant van 5 februari j.l. heb ik met verbazing gelezen. Voor niet-tech- nisch onderlegde lezers is dit stukje zeer verwarrend en voor de technisch onderlegde lezers klare onzin. Zwavelgehalte Hoe komt de heer Bevaart aan zijn in dit stukje gebruikte gegevens? La ten we deze gegevens eens nader be schouwen. Hij geeft op: zware stookolie met 12% zwavel. Waar wilt u deze rommel in Nederland betrekken? De oliemaatschappijen gefven voor zware olie van 3500 sec. (Redwood I) 100° F. een maximum van 4% zwavel op. Deze olie wordt meestal gebruikt door centrales, maar er bestaat nog een olie soort van 6500 sec. (Redwood I) 100° F. met 4,5% zwavelgehalte maximum, doch deze olie is zeer moeilijk te ver pompen en wordt daarom in koudere streken niet gebruikt. Hoe komt de heer Bevaart aan onbruikbare olie van maar liefst 12% zwavelgehalte? Verbruik Momenteel levert de oude centrale 1 M.W. per motor bij uiterste ver mogen. Dit is voor alle motoren bij in uiterst vermogen (5 motoren) dus 5 M.W. Stel dat het vermogen van de nieuwe centrale, met het oog op de toekomst 2x zo groot is, dan is dit nog maar 10 M.W. het vermogen dus wat in een middenmaat tankschip is ge plaatst, in onze ogen dus klein. Het verbruik van kleine centrales (Turbi nes) wordt genomen als zijnde 0,24 kg stookolie per P.K.H. Daar de nieuwe centrale met veel aftapstroom gaat werken voor verdamping van zeewa ter ligt dit mogelijk iets hoger maar voor de praktijk kunnen we 0,24 kg/ P.K.H. wel aanhouden. Dit zou nu, bij een verbruik van 5 M.W. een verbruik van olie opleveren van 5000 x 0,24 kg 1200 kg olie per uur, en in de toe komst met 10 M.W.belasting een ver bruik van 2400 kg olie per uur (ge gist). Bevaarts opgave van 2000 kg is dus wel aardig in de richting maar nu komt het: Bij verbranding van 1 kg zware olie met 4% zwavel ontstaat 0,028 m3 S.O.2. Voor 2000 kg zware olie ontstaat 2000 x 0,28 m3 56 m3 S.O.2 en geen 176 m3. Dit is nogal een verschil. Hier trapt niemand in. Nu ook nog dit; De heer Bevaart schrijft van een schadelijke verdunning van 1010. Weet hij wat dit betekent? Dit betekent, dat als we een stuk land af zetten van 1000 meter lang en 1000 me ter breed met een schutting van wel 10 meter hoog (de hoogte van 2 huizen op elkaar) en we zouden in zo'n formi dabele hoeveelheid lucht net 1 liter S.O.2 oplossen dat we dan uw giftige vermenging hebben. Mocht zwavelig- zuur, H2 S.O.3, of een nog zwaardere verbinding nl. zwavelzuur H2 S.O.4 zo geweldig giftig zijn, dan zou het af schroeven van de dop van een auto accu onmiddellijk dodelijk zijn. Dit is natuurlijk larie. Nog meer onzin: U wil Texel met een 4 cm gaslaag gaan bedekken. Wat voor gas is dat, toch geen S.O.2? Hoe wilt u dit doen? Laat ik u uit de droom hel pen Iedere technicus weet dat de schoorsteentemperatuur in een centrale boven de 106° Celsius wordt gehouden, dit om condenseren van S.O.2 te voor komen. Wat is nl. het geval? S.O.2 is een niet corosief gas, dat echter in aan raking gebracht met water, H20 het wel corrosieve H2 S.O.3 vormt. (Zwa velig zuur). Hieruit kan H2 S.O.4 Zwa velzuur gemaakt worden, wat we in de accu's gebruiken. Wanneer rookgassen onder hoge temperatuur de schoorsteen verlaten koelen deze boven de schoor steen onmiddellijk af, en komen bene den de 106° C. grens. De S.O.2 in deze gassen vormt met het water in de lucht direkt H2 S.O.3. Het gas wordt dus door waterdruppeltjes opgenomen en als wolk weggevoerd, wanneer er wind staat, en slaat in een regenbui ergens in Rusland of de zuidpool neer. Anders wordt het bij zeer grote vermogens en bij mistig weer. Dan bestaat de moge lijkheid dat door te weinig circulatie de waterdruppeltjes in de mist oververza digd worden met H2 S.O.3. Deze slaan neer omdat er geen wind is. Bij zo'n klein vermogen als van de nieuwe cen trale bestaat dit gevaar wel in theorie maar in de praktijk komt het bijna niet voor. Wèl echter bij Hoogovens en op plaatsen waar veel industrie is. Hier wordt het verzadigingspunt sneller be reikt met alle gevolgen van dien. Door dat de Texelse centrale aan het water geprojecteerd is, komt bovendien nog- maar een halve cirkel 180° in aan merking voor neerslag. De andere hal ve cirkel komt in het water van het Wad terecht. De neerslag zou dus the oretisch in een halve cirkel van een paar honderd meter kunnen ontstaan bij absoluut geen wind, en wel rond de schoorsteen. Dit mogelijke zuur zou dan door de aanwezigheid van kalk in de bodem worden geneutraliseerd. Dus de 4 cm gaslaag is niet te realiseren. Nu ook nog dit: Wanneer we op de kaart, Dijkmanshuizen als middelpunt nemen en we trekken een cirkel met De Cocksdorp als straal, dan zou vol gens uw theorie, de neerslag hierin plaatsvinden. Deze cirkel omvat: Den Oever plus een gedeelte van de Af sluitdijk, Anna Paulowna, een groot stuk Noord- en Waddenzee en dit alles zou onder het gas komen te staan. Een ieder kan wel voelen dat dit onzin is, te meer omdat S.O.2 geen gas blijft doch oplost in water. Ik weet niet wat de bedoeling van de heer Bevaart is. De Texelaars bij de neus nemen, door ze te bombarderen met getallen waar van de herkomst de duim is? Gelooft hij werkelijk dat onzinnig geschrijf in de krant iets uithaalt? Ja, het haalt iets uit, het laat zien, wie en wat de heer Bevaart beïnvloeden wil. Nu Texelaars bouw gerust uw centraletje van 10 MW of groter. Het zal de omgeving weinig schade doen. A. R. Zandstra, Hoofd-Scheepswerktuigkundige Heiloo Uitslagen maandagavond Mej. Jannes-mevr. Bosboom 20 Mej. G. Witte-J. Wend rich 02 G. Wite-A. de Haan 12 Mevr. Reij-R. Veenstra 02 P. Bakker-J. Kramer 20 R. Berkenbosch^H. Dros 02 B. Oostra-R. Veenstra 21 Mej. G. Witte-A. Leijen 02 Mevr. Reij-P. Bakker 20 A. de Haan-J. Kramer 20 Via een overwinning op koploper Berkenibosch kreeg H. Dros weer aan sluiting met de kopgroep wat het pun tentotaal betreft. Wendrich bezet nu dan, met mevr. Reij de derde plaats door mej. G. Witte bekwaam uit te schakelen. A. de Haan revancheerde zich tweemaal op G. Witte en J. Kra mer, de laatste is duidelijk wat van slag de laatste weken. Wat beter op slag komt A. Leijen die op het kantje in twee sets won van mej. G. Witte. Bij de dames staat mej. Jannes op kop met 81.25% gevolgd door mevr. Rijkaart met 75%. A.s. zondag 14 februari geen badmin ton. De jeugdkampioenschappen vinden niet plaats 27 februari maar zaterdag 6 maart in de Burgemeester De Koning hal, aanvang der wedstrijden 10.00 uur. Uitslagen van 2 februari C. Dijker-C. Vinke 20 J. Hooijberg-P. Jansen 20 C. Meedendorp-W. Bakker 20 J. Koorn-J. Schoo 11 W. Stam-P. W. Kooi 20 J. Vinke-D. v. d. Werf 20 J. Stam-P. Kooiman 02 J. van Heerwaarden-C. v. d. Werf 20 J. A. v. d. Slikke-C. Groenhof 11 C. Dijker kon schijnbaar mooi win nen tegen C. Vinke, maar liet zich er terecht niet mee in, want een verras- send offer zou dan precies remise geven' W. Bakker verloor in een remisestand door tijdsoverschrijding. J. Schoo had moeite om remise tegen J. Koorn te be reiken. J. van Heerwaarden begint zich enigszins te herstellen. Stand aan de kop, resp. gesp., gew., gelijk, verl., pnt., 1. C. Dijker 13 9 4 0 22 84.62 2. P. Bakelaar 14 10 3 1 23 82.14 3. C. Meedendorp 17 9 5 3 23 67.65 4. P. Kooiman 18 9 4 5 22 61.11 5. J. Hooijberg 18 9 2 7 20 55.55 En toen was er een pakket uit d gekomen met een boek in een mslag „Amerika's strijd tegen de {dige misdadigheid" was de titel en Aiderschrift toonde aan dat dit het ^chrift was waarop Wilhelmina 'ndnka Van Doren zou promoveren e faculteit der rechtsgeleerdheid, ajrks besluit stond vast. Hij zou naar and vliegen en Mies verrassen, door *®ar promotie te zijn. Ze vertelde -«er alles van in haar brief, en hij kort geantwoord, dat hij hoopte dat ■t er goed afbrengen en een „sum- cum laude" halen zou.... En nu I hij hier. [|cpres hield hij zich achteraf, wenste zo weinig mogelijk mensen her- te worden. Er heerste een ner- B stemming, vooral bij Mies- fa- e, dat zag hij wel. De hele boel, be nt hij met een glimlach, was in de ,Mies was in feite al gepromoveerd. zitting was niet meer dan een franje, maar je kon nooit weten er op opstond om te opponeren en zou ze nog een „cummetje" of ien zelfs hoogste lof verkrijgen? jillustere senaat kwam binnen, hij jïies, blozend, in stemmig zwart, keerd door haar paranimfen, seisj es-studenten. Een grote stil- fl» toen de grijze Prof. Aardenma joord nam. Jn daarna de scherpe kop van Prof M een roofvogel naar voren wist Mark: Mies kreeg het niet ■u. Want Giels, op zijn gewone fce toon, opperde heftige beden- 1Bh tegen enkele van Miës' stellin gen aan het eind van haar proefschrift. Mark zag glimlachend hoe diverse hoorders, niet gewend aan de gang van zaken, elkaar beducht aanzagen. Werd Mies' proefschrift hier volkomen afge kraakt? Toen hoorde hij opeens de stem van Mies, eerst zacht, later helderder. Ze was heel zeker van haar zaak, merkte hij. Heel duidelijk, riistig, zeer zakelijk beantwoordde ze de scherpe kritiek van de beroemde jurist, waagde 'n geestige woordspeling en toen Mark een scherpe glimlach over dat spitse gezicht zag gaan, begreep hij dat de toon van Giels er nu eenmaal bijhoorde, zag hij waar derende aandacht in die grijze ogen en merke hij hoe de andere hooglere- ren verstolen glimlachten. Mies wist wel van zich af te slaan, liet zich met van de wijs brengen. Ook een andere hoogleraar trad in het strijdperk. Weer hoorde hij Mies, slagvaardig, met be scheiden zekerheid, antwoorden. Het werd een interessant steekspel, want de professoren zochten het niet in details, maar wierpen zeer interessante vraag stukken op. Tenslotte, nadat de pedei met zijn „Hora est" het debat had be ëindigd, rees de promotor Prof. van Teyen die Mies gelukwenste met het resultaat van een studie 'die een zo in teressant terrein besloeg en die tot een zo waardevol proefschrift had geleid. Toen hij tenslotte de veelbetekenende woorden „cum laude" deed horen, ging er een geruis door de aanwezigen. Het was dan wel geen „summa" dacht Mark, maar ze moch dubbel en dwars tevreden zijn. De plechtige uittocht van de senaat had plaats en daarna kregen allen ge legenheid de pas gepromoveerde doctor geluk te wensen. Opeens we»rd Mark nerveus. Nu kwam het. Hij stond ergens in de rij, toen hij Van Doren al zag glimlachen en zijn vrouw aanstoten. Die had hem gezien. Mark knipoogde, hopend dat Mies niets zou merken. Maar Mies, die altijd alles in de gaten had, merkte het gefluister van haar ouders, haar ogen zochten. Toen zag Mark die ogen opeens groot worden, zag hij haar een blij verraste beweging maken. Ze nam de gelukwen sen in ontvangst van hen die voor hem waren, vriendelijk, maar nerveus, als was ze ongeduldig. En toen stond Mark voor haar. „Mark" zei ze bijna fluisterend „jij. dat je gekomen bent. „Natuurlijk" zei hij gemaakt onver schillig. „Ja, natuurlijk' stemde ze toe, maar haar gezicht verstrakte. „Zeg, je gaat toch mee straks? Het diner? Ja natuurlijk, nietwaar?" „Ook nu moet ik zeggen „natuurlijk' lachte hij „tenminste, als ik mag". „Je moet", besliste ze. „Ik moet nu nog zoveel mensen een hand geven, en ik heb jou zoveel te vertellen!" „Eln ik jou" antwoordde hij. „Tot straks dan, meisje. Maar tijdens het diner in het stijl volle restaurant, bedacht hij, zou hij weinig gelegenheid hebben met Mies te praten. Daarin vergiste hij zich. „Vele laatsten zullen de eersten zijn" zei vader Van Doren, stralend van trots op zijn dochter. „Je komt onver wacht, Mark, maar op uitdrukkelijk verzoek van de promovenda zit je naast haar aan tafel". „Als ik nu zeg, dat het een eer en 'n genoegen is, is dat dan een cliché?" in formeerde hij met een glimlach. „Van jou niet" meende Van Doren. Vóór het diner was er, gelukkig, nog tijd voor een praatje. Mies, omringd door vele vrienden en vriendinnen, maakte zich opeens uit de kring los. „Jullie moet me maar niet kwalijk nemen" zei ze „maar Mark hier heb ik in meer dan twee jaar niet gezien en hij is mijn allerbeste vriend. Ik móet even met hem praten". En ze kwam recht op hem af. „Kom mee" zei ze en voerde hem naar een gezellig zitje in de hoek. „Jij en ik, wij moeten eens even praten". „Mies" protesteerde hij „évendat gaat niet. Daar heb ik uren en uren voor nodig". „O, ik ook" achte ze grif „maar eerst moet ik weer even acclimatiseren. Mark, je bent magerder geworden, maar dat staat je niet slecht". „En jij bent een tikje gevulder ge worden, maar dat staat je óók niet slecht" gaf hij ten antwoord. „Amerika heeft je geen kwaad gedaan Mies. Enne .waar is je miljonair?" „Ik heb er minstens vijf op 't ijs in de Staten" haar ogen glinsterden, maar ik heb gezegd: „éérst moet ik naar Hol land en dan zal ik wel eens zien of ik terugkom". „Waar hang dat van af?" „Och" ontweek ze plagend „van zó veel. en zo weinig". ,/Dus je wordt geen dollarprinses?" „Ik heb nog geen plannen, maar het zou ervan kunnen komen, wanneer. „En wat ga je nu doen?" veranderde hij opeens van onderwerp. „Weet ik nog niet". „Uitrusten?" „Uitkijken". „Naar 'n baan?" „Misschien". „Misschien?" „Ja.heb jij geen baan voor me?" „Als wat?" „Als medewerkster?" Zijn gezicht betrok. „Maak nou geen grap, Mies. Het idee met jou samen aan iets te werken dat de moeite waard was „Zou je dat zo graag willen?" Hij zuchtte. Het weerzien met Mies had hem de absolute zekerheid gege ven, dat zij het meisje was waarop hij wachte. Ze was nog veel liever dan vroeger, vond hij. Maar in deze sfeer, met al die mensen. Opeens greep hij alle moed die hij kon opbrengen. „Met jou samen, alles, altijd" zei hij en zijn stem klonk schor „dat heb ik altijd al gewild". Haar lachend gezicht werd plots heel ernstig. „Altijd al gewild.waarom heb je dat nooit gezegd?" „Ik wou jou je kans geven". „Waarop?" „Tja.op alles, wat je maar wilt". „Maar wat kan ik meer willen dan geluk. Mark?" „Ja" stemde hij toe „dat is toch wel het allerhoogste.geluk". „Denk je dat je gelukkig zoudt zijn met mij?" Zijn stem was opeens heel beslist. „Ja, dat wéét ik, dat weet ik héél ze ker. Alléén met jou". „Nou maar Mark" ze keek zo on weerstaanbaar guitig, dat hij haar liefs,, meteen in zijn armen had willen ne- men „weet je dat je me een complete liefdesverklaring aan het doen bent?" Hij dacht even na, zijn ogen onder zoekend op haar gezicht. Maar in haar ogen was niet alleen de guitigheid, hij zag opeens hoe haar mond beefde. „Ja" antwoordde hij toen „ik waag 't er op. Je moet het eindelijk maar eens weten". „Eindelijk ja.je hebt er lang ge noeg over gedaan". „Mies, dat was niet omdat ik twij felde, niet omdat ik niet genoeg van je hield". Ze legde haar hand op de zijne, met een koesterend gebaar. „Dat wéét ik, Mark.het was juist omdat je zovéél van me hield, niet waar?" Hij knikte stom. „Sta op" commandeedde ze, opeens weer haar oude zelf „ga mee". „Waarheen?" „Naar vader en moeder". „Waarom?" „We gaan het ze vertellen...." Ze zag zijn verbaasde blik en opeens barstte ze in lachen uit. „Hoe wil je naast me zitten" infor meerde ze gestreng „als m'n goeie vrind, of als m'n toekomstige man?" EINDE

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1971 | | pagina 3