Agrarische bedrijfsvoering wordt
door bestemmingsplan belemmerd
Lieve zuster Ursula
De heer J. P. Eelman in beroepsschrift:
Bestemmingsplan landelijk
gebied nog niet gereed
SMIDJE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST
B en W'. geen woning
bij Oude Dijkje
Felle strijd bij
bedrijfsvoetbal
Heisvereniging Oosterend
maakte boeiende trip
Commissie Sepers brengt
voor 1 augustus verslag uit
Tweede blad Texelse Courant, dinsdag 8 juni 1971
De heer J. P. Eelman te De Koog wil
aan het Oude Dijkje een woonhuis bou
wen. Volgens B. en W. is dit bouwplan
in strijd met het bestemmingsplan om
dat deze grond bestemd is voor agrari
sche doeleinden. Aan het Oude Dijkje
mogen volgens het bestemmingsplan
worden opgericht: niet voor bewoning
bestemde en geschikte bedrijfsgebouw-
tjes met een goothoogte van niet meer
dan 3 meter en met een oppervlakte
van hoogstens 60 m2. De vergunning
werd daarom geweigerd maar tegen
deze weigering gaat de heer Eelman nu
in beroep bij de gemeenteraad.
Uit het omvangrijke beroepsschrift
van de heer Eelman komt naar voren
dat hij het niet eens is met de bepalin
gen van het bestemmingsplan met na
me niet met de bepaling dat in het ge
bied waar hij wil bouwen alleen kleine,
niet voor bewoning geschikte gebouw
tjes mogen worden neergezet die niet
groter zijn dan 60 m2 met een goot
hoogte van 3 meter. Verder zouden B.
en W. inkonsekwent handelen want de
heer S. Bakker heeft langs de Koger-
veldweg een woning met schuur ge
bouwd terwijl hier volgens het bestem
mingsplan dezelfde bepalingen zouden
gelden.
Wèl agrarisch
De heer Eelman betoogt dat hij wel
degelijk voornemens is een agrarisch
gebouw te stichten. Het wordt een wo
ning met bedrijfsschuur en garage. De
te bouwen woning op deze plaats dient
ter bescherming van de sneeuwklokjes
die hier staan en die anders nogal e'ens
gestolen worden. De bepaling dat hier
alleen een klein niet bewoonbaar ge
bouwtje mag staan, staat een doelmati
ge agrarische bedrijfsvoering in de
weg. Het vaststellen van een dergelijke
bepaling is volgens de heer Eelman
achter de gemeentetafel geschied. Het
ministerie van landbouw, ruilverkave
ling en planologische dienst zullen er
wel geen weet van hebben.
Wijzende op de heer S. Bakker die in
deze omgeving (aan de Kogerveldweg)
wel heeft mogen bouwen, zegt de heer
Eelman dat deze man landarbeider is
hoewel hij wel twee hectare grasland
bezit. „Ik als agrariër met 20 ha bouw
en weiland zou in hetzelfde agrarische
bestemmingsplan geen bedrijfswoning
met schuur mogen bouwen?"
B. en W. stellen de gemeenteraad
echter voor het beroep van de heer
Eelman ongegrond te verklaren. Het
bestemmingsplan heeft nu eenmaal de
bedoeling in dit gebied buiten de daar
voor aangewezen stroken bebouwing te
weren, uitgezonderd noodzakelijke be-
drijfsgebouwtjes. Daaraan valt niet te
tornen.
B. en W. wijzen er voorts op dat
langs de Kogerveldweg bouwstroken
zijn geprojekteerd met een zg. agrari
sche bestemming C wat wil zeggen dat
hier de bouw van boerderijen wèl is
toegestaan.
Zoals bekend kwam de aanvraag van
de heer Eelman al eerder aan de orde.
Hij vroeg in november 1970 een bun
galow met schuur te mogen bouwen en
B. en W. lieten hem wtften dat dit strij
dig met het bestemmingsplan zou zijn.
Hoewel dit formeel niet mogelijk was
ging hij in december 1970 tegen deze
mededeling van B. en W. in beroep bij
de raad. Bij die gelegenheid lieten B.
en W. al weten dat zij overwogen had
den het bestemmingsplan te wijzigen
zodat de heer Eelman wel kon bouwen,
maar de door Eelman aangevoerde ar
gumenten waren doorvaor toch niet
voldoende zwaarwegend.
Natuurmonument
Het grootste bezwaar tegen het plan
Eelman is dat dit is geprojecteerd aan
de grens van het natuurmonument het
Oude Dijkje terwijl het de bedoeling is
natuurmonumenten en onmiddellijke
omgeving zoveel mogelijk te bescher
men. Ook kon toen door het plan Eel
man niet worden voldaan aan de voor
waarde ni de bouwverordening dat
bij de bouw van woningen uitweg moet
zijn op een weg. Om welwillend te zijn
heeft de gemeenteraad 't „beroep" van
de heer Eelman toch als een echt be
roep besproken en niet-ontvankelijk
verklaard. B. en W. hebben de heer
Eelman van de ontwikkelingen op de
hoogte gesteld en hem gezegd dat hij
als hij van zijn recht op beroep gebruik
wilde maken op de normale wijze
een bouwvergunning moest aanvragen,
dus door het indienen van een aan
vraag plus tekeningen. Bij weigering
van deze vergunning door B. en W. kon
hij binnen een maand bij de raad in
beroep gaan. De heer Eelman deed dat
en vroeg opnieuw vergunning, nu vol
gens de bepalingen van de bouwver
ordening. Daarop werd, zoals te ver
wachten was, op 15 maart j.l. afwijzend
beschikt waarna de heer Eelman zijn
beroepsschrift aan de raad schreef.
Immoreel
Daarin vocht hij niet alleen de bepa
lingen van het bestemmingsplan aan en
wees hij erop dat een ander in deze
omgeving wel mocht bouwen, maar hij
toonde zich ook gebelgd over het feit
dat men bij het aanvragen van een
bouwvergunning en bij het in beroep
gaan bij de raad een compleet stel te
keningen moet worden ingeleverd zo
dat men veel kosten moet maken ter
wijl de vergunning misschien wordt af
gewezen. De heer Eelman vond dat
vooral voor „de economisch zwakke
ren", de „minder draagkrachtigen"
maar ook voor „de middenstander" een
bezwaarlijke zaak.
B. en W. wijzen erop dat de heer
Eelman steeds zeer welwillend is be
handeld en dat men B. en W. niet kan
verwijten dat nu eenmaal kosten moe
ten worden gemaakt voor een bouw-
aanvraag die afgewezen wórdt. Men
kan dit niet aan een ander dan de be
langhebbende zelf toerekenen.
De heer Eelman veroordeelde in zijn
beroepsschrift deze procedure met
krasse bewaardingen- „Het komt mij
sterk voor dat dit een zeer onjuiste im
morele gang van zaken is" en: „He* zal
toch zeker niet in de bedoeling liggen
de architecten aan werk te helpen?" B.
en W. veroordelen deze uitlatingen als
ernstige insinuaties. De gemeenteraad
beslist hedenavond.
De competitie van het zomeravond
bedrijfsvoetbal verloopt naar wens. Er
wordt tussen de verschillende elftallen
felle strijd geleverd en de publieke be
langstelling is behoorlijk. De strijd in
poule 1 en 2 is nog geheel open. De or
ganisatoren hopen nog op bijdragen
van betrokken firma's ter dekking van
de kosten van de kompetitie. Men kan
terecht bij de heer S. Swinkels, De Zes
2, Den Burg.
Uitslagen van 11 tot dusver gespeel
de wedstrijden:
J'elleboog-Teso 21
Schoo-Drijver 00
Jonge Agrariërs-Wigeko 10
PTT-F.C. Saniki 0—0
CVT-Gempo 16
Lovebuggers^De Zwaan 01
Gempo-Schoo 03
F.C. Saniki-Jonge Agrariërs 11
Drijver-CVT 2—0
Wigeko-Lovebuggers 50
De Zwaan-PTT 60
Woensdag en donderdag heeft Reis-
vereniging Oosterend met stralend zo
merweer zijn jaarlijkse reis gehouden.
Met de le boot en per AOT-bus werd
in een ruk doorgereden naar Hellevoet-
sluis waar in hotel „Uiterlinden" de
koffie al stond te wachten die na de
lange rit zich best liet smaken. Na de
ze verfrissing werd 't Nationaal Brand
weermuseum bezocht waar ook nog 'n
brandweerwagen van Texel in de ver
zameling is ondergebracht. Als Texe
laar geeft het altijd een speciaal ge
voel te denken dat wijlen Spigt en zijn
mannen hiermede menig brandje heb
ben bezworen. Vervolgens werden de
Deltawerken bezocht en om daar een
juist beeld van te kunnen vormen was
de expositie een mooie gelegenheid die
aan de daar opvolgende boottocht in
het Haringvliet en een bezoek aan de
waterkeringen een juist beeld geven
aan dit jaren vergende gigantische
werk. Daarop ging het richting Hoeven
waar de Volkssterrenwacht werd be
zocht. Dit is een instelling die een ie
der die interesse heeft voor astronomie
niet alleen de inlichtingen geeft maar
ook alle details en de mogelijkheid om
zelf een kijker te vervaardigen, het
slijpen van spiegels inbegrepen. Over
nacht werd in Tilburg.
De tweede dag ging het naar de
„Beekse Bergen". Hier werd het ont
spanningsparadijs met een bezoek ver
eerd. Het is een gigantisch recreatiege
bied, omgeven door een 3 km lange ka
belbaan; deze 'luchtreis' die drie kwar
tier duurde kreeg dan ook de volle be
langstelling. De Beekse Bergen kreeg
op tweede pinksterdag 15 000 bezoekers
te verwerken en ligt vlak bij het Safa
ripark. Een tocht per bus door dit park
mocht niet ontbreken. Leeuwen, lui
paarden en apen bekijken in de vrije
natuur en van zo dichtbij is toch wel
een bijzondere belevenis. Van de Safari
ging het naar 's-Hertogenbosch waar in
de Raadskelder de Brabantse koffieta
fel klaar stond. Hier was het de laatste
keer dat het gezelschap gezamenlijk
aan tafel zat.
Na het beëindigen van de maaltijd
dankte voorzitter de heer Jb. Visman
de buschauffeur, de heer C. Duinker,
voor de goede verzorging en de pretti
ge samenwerking terwijl enige nieuwe
reisgenoten ook hun dankbaarheid be
tuigden en het bestuur verzochten om
hen als vast lid in te schrijven.
De gemeente is er niet in geslaagd
binnen een tijd van 1 jaar nadat de ge
meenteraad daartoe opdracht had ge
geven, een bestemmingsplan voor het
landelijke gebied van Texel ter visie te
leggen. Het gaat hier om een plan
waarnaar door zeer velen wordt uitge
zien want het regelt de bouw- en re
creatiemogelijkheden over heel Texel,
afgezien van de dorpen, natuurmonu
menten en gebieden met landschappe
lijke waarde.
B. en W. hebben de raad laten we-
c 53T5 m ES-S
_J IT I
123. Smidje Verholen besloot maar
eens te gaan kijken naar die bokswed
strijd in de zware gewichtsklasse, die
daar in de drukkerij gehouden werd.
Hij stapte dus over de gevallen mon
teur en door de stukgeslagen deur heen
en zag toen in de drukkerij Frans Bulle
met opgestroopte mouwen en natuur
lijk de onafscheidelijke sigaar in de
mond. Frans stond in de bokshouding
en brulde: „'De eerste, die nog een vin
ger durft uitsteken naar mijn mooie
rotatiepers, mep ik met één klap de
zaak uit!"
„Dat mot je dan met mijn 'es probe
ren!" snauwde een reusachtige kerel,
die een zware bijl in de hand droeg en
daarmee boze dingen van plan was. „Ik
heb opdracht van de bedrijfsleiding om
deze waardeloze drukpers te vermele!"
brulde hij. „Dat ding van niks mot in
mekaar!"
iFrans Bulle sprong nerveus heen en
weer en tierde: „Zijn jullie nu hele
maal van Lotje getikt! De modernste
drukpers vari heel Europa vernielen!
Maak dat je wegkomt!"
Maar de woeste mannen luisterden
niet en het zag er naar uit, dat ze tot
onmiddellijke vernieling van de druk
pers zouden overgaan. Doch toen trad
smidje Verholen naar voren. „Ophou
wen! Ik koop die pers!' 'riep hij uit.
„Ze is geld waard!"
„Hij zeit wat", mompelden de man
nen ongelovig. „Wat kan dat ouwe ding
nu waard zijn?"
„Ik betaal er twee ton voor", zei de
smid. „Ik zal het met de direktie schik
ken, dat jullie er allemaal een deel van
krijgen! Die pers zet ik dan in mijn
museum van malle rariteiten!"
„Daar kennen we niks op tegen heb
ben", zeide de gekalmeerde mannen.
„Kom maar op met de centen.
ten dat voor de ontwikkeling van dit
plan een uitgebreid onderzoek noodza
kelijk is. Dit onderzoek, verricht in
samenwerking met het stedebouwkun
dig bureau Ir. R. Hajema n.v. te As
sen, is in vergevorderd stadium, maar
nog niet afgerond.
B. en W.: „Het is noodzakelijk dat
het recreatiebeeld voor de toekomst
duidelijk vast staat. Om een duidelijk
inzicht in deze te krijgen is indertijd
de werkgroep Basisplannen Recreatie
Texel ingesteld onder leiding van Ir.
I. D. Sepers. Deze werkgroep hoopt
haar arbeid voor 1 augustus a.s. te be
ëindigen en haar conclusies in de vorm
van een rapport bekend te maken".
Nieuw besluit
Maar dan is er nog geen nieuw be
stemmingsplan. Toch is tot dusver re
kening gehouden met dit toekomstige
bestemmingsplan door het nemen van
een voorbereidingsbesluit. Dit besluit
geldt e'en jaar en moet dus nu opnieuw
genomen worden wil men niet noodge
dwongen op het oude bestemmingsplan
terugvallen. Het nieuwe voorberei
dingsbesluit heeft echter geen rechts
kracht voor de aanvragen die onder
het nog geldende besluit zijn ingediend
en door B. en W. zijn aangehouden. Die
aanvragen moeten dus opnieuw aan de
bepalingen worden getoetst. Het nieu
we voorbereidingsbesluit geldt maxi
maal 1 jaar, totdat het nieuwe bestem
mingsplan ter visie wordt gelegd.
Tuinwallen
Het nieuwe voorbereidingsbesluit zal
er ongeveer hetzelfde uitzien als het
nog geldende, maar bevat enkele nieu
we punten zoals het verbod tot afgra
ving, beschadiging, wijziging e.d. aan
tuinwallen en het tevens opnamen van
de vogelgebieden 't Stoar en De Petten.
Het laatste spreekt voor zichzelf om
dat het duidelijke natuurmonumenten
zijn en het beschermen van tuinwallen
achten B. en W. van groot belang om
deze unieke Texelse objekten voor ver
val te behoeden.
feuilleton door L. van Schooten
23
Henkie stak weer zijn gezicht om de
hoek van de deur.
„Juffrouw.... daar is meneer Van
IJzer".
,^Nu Frits", zei Ursula, hem de hand
toestekend, haar ogen groot en naar
het hem toescheen, angstig in haar
krijtwit gezicht, „je hoort het, ik moet
weg. Kom dezer dagen even langs, wil
je? We hebben nog zóveel te bepra
ten.
,yMoet ik nu al weg? Ik ben hier nét!"
zei Frits onnozel.
„Ja.je hoort het, Van IJzer is er
al. En ik denk niet dat je erg op een
ontmoeting bent gesteld".
„Niet? Dan heb je dat goed mis, Ur
sula. Ik ben zéér op die ontmoeting ge
steld. Ik wil graag met meneer Van
IJzer kennis maken. Misschien kan ik
in de nieuwe zaak komen, misschien
heeft hij een plaatsje voor me, als ik bij
jou niet meer terecht kan. Een mens
moet toch leven?"
Ze zag hem aan, en haar gezicht be
vroor.
„Misschien wil je wel 'n goed woord
je voor me doen", voegde hij er met 'n
raadselachtige knipoog aan toe.
Ze hield zich aan het bureau vast om
niet te vallen. Dit was de genadeslag.
Fritsdie zich zó diep verlaagde,
bij Van IJzer te komen om een baan
tje.... haar vroeg een goed woordje
voor hem te doen
„Henkie, vraag meneer Van IJzer en
meneer Likkens, binnen te komen", zei
ze ijzig.
En ze vermeed het, Frits Jonkers aan
te zien. Daardoor ontging haar ook de
verwachtingsvolle blik, waarmee hij
naar de deur keek, en zag ze niet, hoe
hij zich, bijna onmerkbaar, de handen
wreef
HOOFDSTUK XII
De rollen worden omgekeerd
Met 'n triomfantelijke glimlach stap
te Adolf van IJzer, in 'n onberispelijk
jaquet, een bloem in 't knoopsgat, een
grote witte zijden zakdoek wapperend
uit zijn borstzak en een diamanten das
speld in zijn das, naar binnen. Achter
hem, als een schaduw, kwam Likkens,
ook al onberispelijk in 't zwart.
„Hallo, hallo!" deed Van IJzer of hij
thuis was „wel wel juffrouw Leeuwen-
stein, wat ziet u er snoezig uit! Met u
zal ik vanavond eer inleggen. Wel een
beetje witjes.... van de agitatie ze
ker? U ziet, Adolf van IJzer is een man
van z'n woord. Ik heb gezegd dat we
samen nog wel eens zouden gaan dine
ren, en nu is het toch zover. Wat ik in
m'n kop heb, heb ik niet in m'n benen!
En.opeens bemerkte hij de tegen
woordigheid van Frits, door Likkens al
met wantrouwende blikken gadegesla
gen. „Wie is deze eh.menéér?" Hij
had met één oogopslag gezien, dat Frits
zijn kleren gans niet nieuw meer wa
ren.
„Dat is meneer Jonkers" legde Ursu
la geagiteerd uit „die hier vroeger
werkte".
„O juist" zei Van IJzer koeltjes „ik
herkende hem niet eens zo gauw. Zo te
zien gaat het u niet zo erg voor de
wind, jongeman".
„U wel" antwoordde Frits gelijkmoe
dig „zo te zien tenminste. Zo Hanne-
man" wendde hij zich tot Likkens „ook
al in het zondagse pak? Mag jij mee uit
eten met de baas en de vrouw?"
„Ik begrijp niet" antwoordde Likkens
koeltjes „wat je hier te maken hebt,
Jonkers".
„O, dat zul je straks wel begrijpen"
beloofde Frits „zelfs jouw hersens zul
len het dan wel snappen".
Ursula deed een paar passen naar vo
ren.
,,iFrits" zei ze gejaagd „het spijt me
erg maar ik moet.
„Jij moet niks" antwoordde Frits
kortaf „jij moet voorlopig je mond hou
den, Ursula. Ik wil eerst eens prettig
gaan kennismaken met meneer Van IJ
zer, die nie* in z'n benen heeft wat hij
in z'n hoofd heeft en die uiteindelijk
altijd zijn zin krijgt. Is het niet zo,
Adolf-me-jongen?"
„Ik begrijp niet" antwoordde Van IJ
zer uit de hoogte „waarover je het hebt
m'n goeie man. En het lijkt me toe,
juffrouw Leeuwenstein, dat deze eh.
meneer wellicht een beetje een kwaaie
dronk heeft. Ik zou u willen verzoeken
dit vertrek te willen verlaten, want wij
zijn op uw aanwezigheid in 't geheel
nie* gesteld.
„Wie zijn wij" informeerde Frits.
„Juffrouw Leeuwenstein en ik".
„Juffrouw Leeuwenstein kan voor
zichzelf spreken, en dit is het kantoor
van juffrouw Leeuwenstein, waarin jij,
Dolf-me-knecht, niets te vertellen
hebt".
Ursula haastte zich er tussen te ko
men.
„Meneer \(an IJzer.... misschien is
meneer Jonkers wat opgewonden hij
meent het allemaal zo niet.... hij
kwam zich aanbieden als vertegen
woordiger, en hoorde dat...."
„Hahaha!" lachte opeens Henri Lik
kens, die tot nog toe gezwegen had „die
is goed! Dat hadden we nog nét nodig.
Meneer Jonkers, de" kurk waar de zaak
op dreef. Met hangende pootjes terug!"
„In mijn zaak" verklaarde Van IJzer
waardig „is voor dergelijke individuen
geen plaats".
„O" legde Frits voorkomend uit
„maar ik wilde ook niet werken in uw
zaak.geen haar op m'n hoofd, ik at
liever droog brood. ik wou werken
bij Leeuwenstein en Co.!"
„Ik merk dat je het nog niet weet,
jongeman", Van IJzer voelde dat hij
het zich kon veroorloven „heer te blij
ven", aangezien hij alle troeven in han
den had en zijn voornaamste thans ging
uitspelen, „maar in feite houdt Leeu
wenstein en Co. vanavond op te be
staan".
„Vanavond?" vroeg Frits. Hij leek
geheel terneergeslagen.
„Vanavond wordt het voorlopig con
tract getekend, waarbij ik de zaak
Leeuwenstein overneem en die voort
zet onder de naam Leeuwenstein en
Van IJzer", legde Adolf welwillend uit.
„Vanavond? O, maar het is nog geen
avond" ontdekte Frits blij.
Ursula staarde hem niet-begrijpend
aan.
„Sjonge", viel Likkens in, terwijl z'n
ogen vuur schoten en al de opgekropte
animositeit onweerhoudbaar naar vo
ren kwam, „wat ben jij helder van
daag! Het is nog geen avond, zegt hij,
en dat weet hij zonder op z'n horloge te
kijken, dat hij waarschijnlijk al naar
de lommerd heeft gebracht!"
„Hanneman", verzocht Frits gevaar
lijk-kalm, „hou je er buiten, als ik je
een raad mag geven. Vandaag wordt de
firma begraven, waarvan jij", zijn toon
werd onmiskenbaar sarcastisch, „zo
hard gezwoegd hebt om te redden wat
er te redden viel. Je kon dus wel een
beetje pipser kijken, zoals juffrouw
Leeuwenstein bijvoorbeeld, die het he
lemaal niet leuk vindt.
„Frits" waarschuwde Ursula, boos en
angstig tegelijk.
„Die het helemaal niet leuk vindt",
ging Jonkers onverstoorbaar voort,
„met een parvenu als meneer Van IJ
zer in het openbaar te moeten dineren.
En de gezelligheid zal heus niet worden
verhoogd, wanneer de begrafenisonder
nemer zélf aanzit bij het begrafenis
maal"
Nu was het voor Adolf van IJzer ge
noeg „Juffrouw ^Leeuwenstein", infor
meerde hij, terwijl zijn blozend gezicht
paars aanliep, vindt u niet dat deze
discussie lang genoeg geduurd heeft?
Zoudt u deze.héér willen verzoe
ken dit kantoor te verlaten, of zal ik u
een dienst bewijzen en hem er eigen
handig uitsmijten?"
(wordt vervolgd)