Sociale wetenswaardigheden j Bijstandswet Lieve zuster Ursula OM GELD VERLEGEN? fe Tweede blad Texelse Courant, vrijdag 11 juni 1971 EN ER Hooi NUTSSPAARBANK ga met uw tijd mee ga naardenmb! g- r een :oop- aan- T W r Jf jj r M 1 ~i 1 het arbeidsproces, als dit sociaal, me- W d J #9 Iff é~HTh é^l /I disch of anderzins verantwoord is. Het LifVl/C?# ff I. ly f_/ILr JL xJvXZ' niet nakomen van zulke voorwaarden llllllllllllilf De Algemene Bijstandswet is een celbesproken onderwerp. De wet trad 1 januari 1965 in werking en ver- hafte iedere Nederlander die het no- g had RECHT op bijstand. Steun van yerheidswege was dus niet meer een inst. Toch blijken velen niet op de oogtc te zijn van diverse belnagrijke pecten van de wet. Bovendien wordt wet niet overal op dezelfde wijze legepast. Daarom in onze rubriek So- ale Wetenswaardigheden deze keer sn uitvoerige uiteenzetting over de llllllllllllill ijstandswet zoals men er op Texel lee te maken heeft. Ten overvloede >rmelden wij dat lezers die over deze andere „sociale" onderwerpen vra- :n hebben, deze aan de redaktie kun- in zenden waarna voor beantwoor- ling wordt zorggedragen. I Onderdeel van het welvaartspakket lan de Nederlander is het stelsel van Kciale verzekeringen. 1 De inwoner van ons land betaalt pre mies het loonzakje of salarisbriefje pgt voor wat dit betreft genoeg en belangrijkste risico's die hem be- ireigen zijn gedekt; ziekte, invaliditeit, werkloosheid en ouderdom. De Algemene Bijstandswet vormt in eite het sluitstuk van het hier te lande leidende sociale zekerheidstelsel. Ook leze wet geeft dekking, namelijk een larantie voor de noodzakelijke kosten lan het bestaan, maar zonder dat daar- loor een premie verschuldigd is. I Uiteraard kan men zijn recht op bij- Itand pas doen gelden, als men al het mogelijke heeft gedaan om zelf aan de lost te komen. Want dan pas is het de llicht van d^ gemeentelijke overheid lijstand te verlenen, en slechts voorzo mer de aanvrager niet zelf in zijn be- Itaan kan voorzien. Aanvulling of vervanging Recht op bijstand heeft dus in be- fcnsel iedere Nederlander, die in een noodsituatie is komen te verkeren haarvoor andere voorzieningen niet j>pgaan. Ter illustratie moge een paar prakti sche voorbeelden dienen. Als regel zal |anvullende bijstand worden gegeven; als tegemoetkoming in de verzor- gingskosten van personen in bejaar denoorden, in zoverre die kosten hun eigen inkomsten te boven gaan en wanneer slechts een bescheiden vermogen aanwezig is. (zie slot), aan personen, die uitsluitend van hun AOW moeten leven; aan verlaten of gescheiden vrouwen met kinderen die geen of niet vol doende alimentatie ontvangen en ook niet door arbeid in hun bestaan kunnen voorzien. Het is duidelijk dat de wel geen vas- llte uit te keren bedragen kan noemen. ||Bijstand is namelijk een aanvulling op pf vervanging van normale bestaans voorzieningen zoals loon voor arbeid of sociale verzekeringsuitkeringen. Deze aanvulling of vervanging kan van ge val tot geval anders zijn, omdat reke ning moet worden gehouden met de omstandigheden van persoon of gezin. De Bijstandswet werkt individueel. Wel heeft de minister basisbedragen aange geven die weer afgestemd zijn op het netto minimumloon en waarnaar de uit te keren bedragen worden berekend, (zie slot). Uitkeringsnormen zijn alleen vastge steld in een aantal gevallen, waar hele1 groepen bij betrokken zijn, de zoge naamde groepsregelingen, die even eens op de Algemene Bijstandswet be rusten. Daarop zal echter in een vol gend artikel worden ingegaan. Eigen inkomsten, eigen verantwoordelijkheid De Bijstandwet vult de eigen inkom sten aan of vervangt deze, tot het peil van de dagelijkse bestaanskosten. Onderscheid moet worden gemaakt in a. de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan,en b. de bijzondere noodzakelijke kosten van het bestaan. Tot de algemeen noodzakelijke kos ten van hetbestaan moeten o.i. worden gerekend: de' kosten van: voeding, huis vesting, verwarming, kleding, deelne ming aan maatschappelijk verkeer, per soonlijke verzorging, reiniging en on derhoud van huis en huisraad, vervan ging van versleten huisraad. In die kosten zal dus moeten worden voorzien en deze kosten zullen moeten worden bestreden door middel van de gewone periodieke bijstand, (zie slot basisbedragen). Overigens zal het in de praktijk wel menigmaal nodig zijn om extra bij stand te verstrekken voor de vervan ging van huisraad e.d. Van degene die constant op bijstandsniveau leeft, kan moeilijk verwacht worden dat hij van zijn bijstand ieder jaar ook nog iets re serveert om te zijner tijd bijv. een nieuw huisftamerameublemente te ko pen. Als eigen inkomsten worden in dit verband ook aangemerkt; een redelijk deel van het loon van minderjarige en een redelijke winst uit het kostgeld van meerderjarige kinderen. Buiten be schouwing blijven echter: een beschei den vermogen (zie slot) vermogen met een verantwoorde bestemming voor op leiding of bedrijf en charitatieve giften van kerkelijke of particuliere instellin gen of personen, behalve wanneer het om grote bedragen gaat. (zie slot). Zo er al aan de bijstandsverlening voorwaarden zijn verbonden, zijn deze gericht op het stimuleren en accentue ren van de eigen verantwoordelijkheid van de bijstandaanvrager. Een dergelij ke voorwaarde kan zijn inschakeling in het arbeidsproces, als dit sociaal, me disch of anderzins verantwoord is. Het niet nakomen van zulke voorwaarden kan vermindering of zelfs beëindiging van de bijstandsverlening tot gevolg hebben. Uitvoering De uitvoering van de Algemene Bij standswet ligt in handen van burge meester en wethouders. Op Texel zijn deze bevoegdheden van het College van B. en W. overgedragen aan het College voor verlening van bijstand. Voor alle inlichtingen en voor de aanvrage zelf moet men zich wenden tot de sociale dienst Texel. De sociale dienst zal dat is begrij pelijk een onderzoek instellen naar de zin van de aanvrage en de juistheid van de verstrekte gegevens. De leden van het College voor de verlening van bijstand beoordelen de aanvrage en stellen daarna het bedrag van de bijstandsuitkering en zo nodig ook de voorwaarden vast. Tenslotte ge ven zij opdracht tot uitvoering van hun beslissing. Aanvrage en beslissing De aanvrage kan zowel mondeling als schriftelijk geschieden. Voor een goede gang van zaken is het echter no dig de aanvrage op schrift te stellen, duidelijk te omschrijven waar het om gaat en een korte opsomming te geven van de beweegredenen en omstandig heden. Wie hiertoe zelf niet goed in staat is kan de bijstandambtenaar (rap- perteur) der gemeente vragen hem of haar daarbij te helpen. Het is ook mo gelijk namens een ander een aanvrage voor bijstand in te dienen. Het College voor de verlening van bijstand stellen de betrokkene, nadat de aanvraag terdege is onderzocht, van zijn beslissing in kennis. Wijkt deze af van wat gevraagd is, dan worden de redenen daarvan opgegeven. Bijstand kan in de regel niet worden teruggevorderd TENZIJ betrokkene niet aan bepaalde voorwaarden heeft voldaan, geen juiste inlichtingen heeft verstrekt of niet voldoende besef van eigen verantwoordelijkheid heeft ge toond. De gemeente kan de kosten van bij stand verhalen in de gevallen hiervoor genoemd en in de navolgende gevallen t.w.: op de nalatenschap van de betrok ken personen; tot de grens van zijn onderhouds plicht op degene die deze plicht te genover zijn echtgenoot of zijn min derjarig kind niet of niet behoor lijk nakomt; op het minderjarige kind dat zijn onderhoudsplicht tegenover zijn ou- deii(s) niet of niet behoorlijk na komt; tot de grens van zijn onderhouds plicht op degenen die tot onderhoud verplicht is, hetzij op grond van een echtscheiding hetzij na ontbinding van zijn huwelijk na scheiding van tafel en bed. Het grondbeginsel van de Algemene Bijstandswet is, dat iedere Nederlan der, die hier te lande in zodanige om standigheden verkeert of dreigt te ge raken, dat hij niet over de middelen beschikt om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien, recht heeft op bijstand. Het College voor de verlening van bijstand is verplicht de aanvraag in be handeling te nemen. Op het College rust de verantwoordelijkheid een aan vraag grondig te bestuderen en een be slissing te nemen, die behoorlijk gemo tiveerd, schriftelijk aan de aanvrager ter kennis moet worden gebracht. Op het recht op bijstand te waarborgen schept de wet de mogelijkheid van be zwaar en beroep. De bijstandaanvrager kan een BE ZWAARSCHRIFT indienen indien hij het niet eens is met de beslissing van het College voor de verlening van bij stand; vervolgens als de beslissing niet of onjuist wordt uitgevoerd. Termijn Er is een termijn vastgesteld, waar binnen de indiening van het bezwaar schrift moet plaatsvinden. Al naar ge lang de reden waarom men bezwaar maakt, is deze termijn; binnen een maand nadat de aanvrager kennis heeft kunnen nemen van de beschikking; Wie te laat is met het indienen van een bezwaarschrift heeft zijn rechten verspeeld. Hij zal dan alleen weer efen nieuwe aanvraag kunnen indienen, wanneer de omstandigheden zich ge wijzigd hebben. Het is daarom van groot belang de gestelde termijn in het oog te houden. Het bezwaarschrift moet worden ge richt aan het College voo:r de verle ning van bijstand, dat daarop schrifte lijk en gemotiveerd beslist. Men kan volstaan met een eenvoudig briefje waarin men mededeelt, dat en waarom men het niet eens is met de genomen beslissing. In beroep bij provicie of kroon Binnen een maand na de datum van verzending van een beslissing op het bezwaarschrift kan men in beroep gaan bij het College van Gedeputeerde Sta ten van de provincie waar men woont. Voor het beroep gelden dezelfde ter mijnen en dezelfde eenvoudige vorm als voor het bezwaarschrift. Tenslotte kan men van de uitspraak van Gedeputeerde Staten binnen een maand in beroep gaan bij de Kroon. De daarvoor aan de Koningin te richten brief op ongezegeld papier kan ook eenvoudig van aard zijn. Vrijgelaten vermogen (spaargelden) ƒ6.000,voor een echtpaar, welk be drag wordt verhoogd met ƒ1.200, voor elk geheel of in belangrijke mate te hunnen laste komende minderjarig kind; ƒ3.600,voor een alleenstaande. Basisbedragen De basisnorm geldende in de ge meente Texel (afgeleid van het mini mum loon) bedraagt voor een zelfstandig wonend echtpaar ƒ432,90 p. m. voor een zelfstandig wonend echtpaar ZON, MAAN EN HOOG WATER Dc zon gaat 13 juni op om 4.20 uur en gaat onder om 21.00 uur; 16 juni op om 4.20 uur en onder om 21.02 uur. Maan; 16 juni L.K.; 22 juni N.M. Hoog water ter rede van Oudeschild 11 juni 9.53 en 22.20; 12 juni 10.41 en 22.59; 13 juni 11.24 en 23.37; 14 juni 12.05 en 15 juni 0.11 en 12.46; 16 juni 0.50 en 13.30; 17 juni 1.39 en 14.28; 18 juni 2.52 en 15 42; 19 juni 4.16 en 17.08. Aan het strand is het ongeveer een uur eer der hoog water. KOERSEN VREEMDE VALUTA Westduitse mark (100) 98,90 Belgische franc (100) 7,08 Franse franc (100) 63,40 Zwitserse franc (100) 85,90 Amerikaanse dollar (1) 3,49 Engelse pond (1) ƒ8,48 Zweedse kroon (100) ƒ67,40 met 1 kind 486,37 p. m. voor een zelfstandig wonend echtpaar met 2 kinderen 544,96 p. m. enz. voor een alleenstaande ƒ303,12 p. m. Deze uitkeringsbedragen worden ver hoogd met a. de ziekenfondspremie (niet het aan vullingsfonds) en b. de werkelijke huurkosten c.q. kosten eigen woning. Op de uit te keren bedragen worden de eigen inkomsten; sociale uitkeringen bijv. AOW, AWW, WAO in mindering gebracht. Hierin schuilt de moeilijk heid. Wordt nl. op een bepaald tijdstip het uitkeringsbedrag van de AOW, AWW en/of WAO verhoogd zonder dat een GELIJKTIJDIGE optrekking van het minimum loon plaats vindt, dan worden de maandelijks uit te keren bijstandsbedragen verlaagd met het be drag waarmede de AOW, AWW en/of WAO is verhoogd. Charitatieve bijdragen Deze bijdragen te verlenen door ker kelijke of particuliere instellingen of personen blijven buiten beschouwing tenzij het om grote bedragen gaat. Als norm wordt in deze gevallen aan gehouden een uitkering van ten hoog ste ƒ15,per week voor een echtpaar en ƒ10,per week voor een alleen staande. Gaat de charitatieve gift uit boven de hiervoor genoemde bedragen dan wordt het meerdere op de toe te kennen bijstandsuitkering in mindering gebracht. feuilleton door L. van Schooten 24. „Ja", antwoordde Frits geani meerd. „Hè ja.... dat moet je doen, Adolf-m^i-zoon. Dat wil ik wel es be leven. In je jaquet, maar doe eerst die tulp uit je knoopsgat. Of is het geen tulp? Hij kleurt als een vlag op een mestschuit!" „Dit is ongehoord", Van Ijzers ge zicht was nu purper, „meneer, wan neer u niet direkt vertrekt, bel ik de politie!" Ursula stond, trillend als een espen blad, achter haar bureau, waar ze im pulsief de wijk had genomen. „O nee meneer", smeekte Frits kod dig, „niet doen meneer, alstublieft' geen politie meneer! Ik bèn al weg, ik ga al.Inderdaad draaide hij zich om en haastte zich naar de deur. Maar daar aangekomen, bleef hij plots staan en zijn stem had een gans andere klank toen hij zei: „....maar eerst moeten wij nog een woordje met elkaar wisse len. Ga zitten!" Van IJzer stond als door de bliksem getroffen, Likkens wrong zich nerveus de handen. „Zitten, zeg ik jullie!" donderde Frits, „jij, Adolf-me-vrind, hier, en jij, Likstof, daar, in die stoel. En een beet je gauw, want ik maak me kwaad. anders sla ik jullie er in, allebei. Is dat goed begrepen?" „Juffrouw Leeuwenstein", jammerde Van IJzer en wendde zich tot Ursula die, bleek tot haar lippen, als ver dwaasd het gehele tafereel aanzag, „vindt u dat nu maar goed? Dat die vent hier als een krankzinnige te keer gaat? Moet ik me dit allemaal laten welgevallen? Ik waarschuw uals aan die comedie niet terstond een eind komt, dan gaat onze overeenkomst niet door.dan moet u maar zien hoe u u redt!" „Juist", stemde Frits in, „en dat zal ze ook. Dat was nou juist de bedoeling Adolf-m'n-kind. Ga zitten en hoor me aan". Hij sprak met zoveel gezag, dat Van IJzer en Likkens verwezen elk in een stoel zakten. Frits,volkomen op z'n gemak, zocht z'n oude geliefkoosde plaatsje op de punt van Ursula's bu reau. Hij glimlachte naar het meisje, en die glimlach, hoe onbelangrijk ook in deze omstandigheden, gaf Ursula weer moed. Langzaam keerde de kleur terug in haar gezicht. Gespannen gingen haar blikken van de een naar de ander. „Meneer Van IJzer", begon Frits, be grijp me goed, dat meneer is maar een beleefdheidsfraze. Want je bent ge woon een schoft. Een schoft van een zakenman en een schoft van een vent. Als ik er aan denk, dat het je plan was, juffrouw Leeuwenstein te pressen.... ja, want daar komt het op neef met een individu als jij in het openbaar aan één tafel te zitten, dan begrijp ik niet dat ik hier zelf zo rustig zitten blijf. Ze zou voor eeuwig zijn gebla meerd". „Ik begrijp met...." probeerde Lik kens te interrumperen. „Je zult hel allemaal begrijpen, Han- neman, zoals ik je beloofd heb", kal meerde Frits, „en straks zal ik persoon lijk het genoegen smaken je de deur uit te schoppen, reken daar op. Maar vóór het zover is, zul je eerst luisteren". „Maar ik verkies niet. begon Van IJzer, overeind komend. „Zitten", beval Frits, „je hebt niets te verkiezen. Luisteren zul je tot je met je oren zit te klapperen en dan ga je je vrind Likkens achterna...." „Je vrind?" Het waren de eerste woorden die Ursula sprak, sinds de si tuatie zich zo volkomen gewijzigd had. Verbijsterd zag ze van haar procuratie houder naar Van IJzer, en dan, als om een verklaring vragend, naar Frits. „Z'n vrind" bevestigde Frits „en zel den paste een paar beter bij elkaar. Luister, Ursula, dan zal ik je de zaak uit de doeken doen!" HOOFDSTUK XIII Onthullingen „Toen meneer Van IJzer" begon Frits zijn verhaal „indertijd woedend wegging, omdat je zijn aanbod niet had aangenomen en duidelijk had laten merken, dat je hem helemaal niet het type man vond om je in het openbaar mee te vertonen volkomen terecht overigens was hij in z'n proleten- trots getast. Hij kon niet verdragen, dat iemand hem aanzag voor wat hij werkelijk was, een poenig manneke, dat op een onscrupuleuse manier wat geld bij elkaar gegrabbeld had, en nu meende dat hij daarmee de wereld kon commanderen en een meisje, dat hui zenhoog boven hem stond, kon beledi gen, door haar te vragen een avondje met hem uit te gaan. Met hém, nota- bene. Hij is een man van onbesproken gedrag, niet Adolf?" Van IJzer sidderde van woede, maar zweeg. „Van IJzer en Molenaar" vervolgde Frits „was nooit meer dan een schar relaarszaak. Maar dat moet ik Adolf nageven, hij deed zijn best om er de grootste zaak van heel het land van te maken. Het doel heiligde daarbij welis waar de middelen, hij keek nooit zo erg nauw, hij geloofde ook dat iedereen z'n prijs had. Een combinatie met Leeu wenstein leek hem een belangrijke stap vooruit, en ook dat kan ik hem niet kwalijk nemen. Een slechte zaak een goede naam te geven.het is méér vertoond. Maar hij had nu een gans andere, nieuwe impuls. Hij voelde zich beledigd. Die juffrouw Leeuwenstein, begreep hij, keek op hem, Adolf van IJzer, neer En dat kon hij met verdra gen. Hij zwoer, dat hij zich zou wreken. Eens zou de dag komen, waarop de bordjes zouden zijn verhangen. En dan zou hij weer naar Ursula Leeuwenstein gaan, en dan zou ze haar trotse hoofd moeten buigen, en dan zou hij haar in triomf achter zijn zegekar naar het Ook als het om een per soonlijke lening gaat, kunt u onbevangen binnen stappen bij de NMB. Daar wordt het als de gewoonste zaak van de wereld gezien u te helpen. Om enkele bedragen te noemen: f 3000,kunt u aflossen in 24 x 144,20 en 4000,— in 24 x 192,26." Veel formulieren komen er niet aan te pas. Op elk NMB kantoor is vlotheid en plezierige behandeling het wachtwoord. nederlandsche middenstandsbank de bank waar óók u zich thuis voelt! Carlton voeren om aan iedereen te la ten zien dat Adolf van IJzer gewonnen had. Hij had zelfs verschillende relaties al een tip gegeven dat als ze eens iets wilden zien waarop ze nooit hadden gerekend, ze vanavond in Carlton moesten gaan eten. „Dat lieg je!" voer Van IJzer opeens uit. „We zullen straks voor de aardigheid eens gaan kijken" glimlachte Frits duister. „Maar val me niet in de rede, Adolf-m'n-lief. Zoals ik al zei, Adolf- hier was ervan overtuigd, dat iedereen zijn prijs had. En dat ging zéker op ten aanzien van onze vriend Likstok hier. onze beste Hanneman, de steun van de zaak, de vechter op leven en dood.... hoe zei je het ook weer. Ursula.... o ja, die getracht heeft, te redden wat er nog te redden viel!" Het gezicht van Likkens was as grauw en hij maakte een beweging als of hij wilde opspringen. „Blijf zitten" gebaarde Frits „ik ben nog lang met klaar". „Likkens was gemakkelijk te vangen. Hij leeft nogal duur en kon best een extra centje gebruiken. Hij is ook niet van een zekere.... slimheid ontbloot, hij speelde zijn spel heel handig. Juffrouw Leeuwenstein kwam in de zaak, vrijwel zo groen als gras. Ze maakte een kapitale fout vergeef me Ursula, maar ik móét het zeggen ze stelde vóór alles de gezagskwestie. Ik ben de baas en niemand anders". Hij glimlachte naar Ursula en zag tot zijn blijde verrassing dat ze terug lachte. „Daardoor kwam ze al direkt in con flict met een zekere Jonkers, die nogal vrijbuiterig was, dit moet ik er óók bij zeggen, en die al spoedig de benen nam omdat hij wel juffrouw Leeuwenstein als leidster van het bedrijf erkende, maar zeker met van plan was akkoord te gaan met een beleid dat hem niet juist bleek. Dat beleid kreeg echter zeer krachtige steun van de heer Lik kens, die begreep dat zolang hij juf frouw Leeuwenstein maar goed duide lijk maakte dat zij de baas was en alles voor het zeggen had, hij de beste kans had dat zijn suggesties werden aan vaard, en de geringste kans op een ont dekking van zijn dubbelhartige prak tijken. Zo werkte hij de oude heer Maartens uit zijn vertrouwenspositie en zorgde dat juffrouw Wils naar iets an ders ging omkijken. Hij maakte alleen één grote fout. hij vergat Henkie!" (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1971 | | pagina 3