Vatmirbeschermers en ondernemers moeten met elkaar om le tafel gaan zitten Je man die niemand werd' FILMTVIEUWS r ie NEDERU SCHE MIDDENSTANDSBANK Een bank die iedere spaarder iels le bieden heeft T Tweede blad Texelse Courant, vrijdag 5 november 1971 COMMENTAAR NEL groeit het aantal mensen dat »zioh het behoud van het karak ter van Texel tot doel heeft ge steld. Ze hebben de wind mee mt de verontrusting over de ver- chtering van ons leefmilieu is al- <N meen. Het spreekt velen aan dat xel wellicht zal kunnen ontsnappen n de desastreuze gevolgen van wa- luchtverontreiniging en land- ïapsaantasting. Dit zeer goede doel >pt een zo grote strijdlust op dat het >eilijk is de problemen niet al te izijdig te benaderen. Het zou heer- zijn als Texel een der oases van derland zou kunnen worden waar door stank en lawaai geplaagde delmg op verhaal zou kunnen ko- 'Nln. En hoe geweldig zou het zijn als »1 veel stedelingen zouden komen op die manier een beetje deel van en zouden hebben. Dat heeft dan interessant bijverschijnsel dat deze Jieuvluchtelingen hier nog een paar ten zullen achterlaten. Zowel eél als commercieel gestemden S udaen elkaar geroerd de hand. nen de hand aan de ploeg voor grootse taak !n toch ligt daar het conflict dat de ste tijd herhaaldelijk aan de opper de komt. Want nu die geplaagde lelingen werkelijk in steeds toene- ide mate naar Texel willen vluch- en dat bij voorkeur doen in slechts paar maanden per jaar moet er ds meer plaats worden ingeruimd I tenten, bungalows, hotels, appar- enten en voor die „vreemde" auto's irvan Teso zo trouw de ontwikke- bijhoudt. Texel is maar 183 km2 it. Er is al een heel stuk van de opgesneden. Wanneer zal de kip de gouden eieren de geest geven? ang zal het nog duren voordat het van Texel alleen nog maar bestaat boomsingels die eindeloze bunga- ;erreinen moeten maskeren? Hoe- zal het nog duren voordat men in drukste centra gaat klagen over Idpijn en misselijkheid als gevolg de uitlaatgassen van die duizenden 's? (Op Sylt is het al zover!) Hoe- zal het nog duren totdat men zich nog maar kan verpozen op kunstmatige dagrecreatie- ünen (de eerste is al in aanleg) bossen en duinen noodgedwon- moeten worden afgesloten met celdraad en omdat het strand vol met stookolie? En waar kan men s zijn auto nog kwijt? Hoe einde- uitgestrekt zullen de parkeerter- moeten zijn en hoeveel leef- wordt daaraan opgeofferd? :en »De maat vol verontrusting over deze ontwik- wordt onder woorden gebracht steeds meer organisaties: natuur- imenten, contact Natuurbescher- Noordholland, werkgroep Land- iszorg maar ook wel door indivi- personen. Bij het laatste denken m de heer M. Mantje die onlangs de televisie verkondigde dat de onderhand vol is en dat Texel tot ïaal park moet worden gemaakt niet meer mensen mogen worden §§|aten dan er nu komen. „Want an- Texel Texel niet meer". Het is zo verwonderlijk dat Mantje en van ondernemers die hun hoop n gevestigd op een toerisme dat mg niet is uitgegroeid, grote wre- 'ekte. En hij hééft de zaken ex- gesteld want er is geen sprake at Texel dat nog maar net begon- met de opbouw van zijn toeris me en waar het gemiddelde welvaarts pijl nog belangrijk achter ligt bij dat van overig Nederland zich van de ene op de andere dag kan laten conserve ren. Van de andere kant getuigt het ook niet van nuchterheid om de heer Mantje nu maar te doodverven als een „gevaarlijk persoon" die men zo gauw mogelijk de mond moet snoeren. (We hebben dit in middenstandskringen en kele malen gehoord). Blijkbaar ziet men niet in dat Mantje een zuiver per soonlijke mening gaf; en niet de opinie van Staatsbosbeheer waarvan hij de hoogste plaatselijke vertegenwoordiger is. De panische reakties zijn waar schijnlijk te verklaren aan de hand van het feit dat de natuurbeschermende or ganisaties aan de winnende hand lijken te zijn. Steeds vaker wordt met hun protesten rekening gehouden. De plaat selijke kernen van natuurbeschermers bestaan niet meer uit exentrieke vlin- derbestudeerders maar uit heel „ge wone" mensen die de steun hebben van wetenschapsmensen en de jeugd door lieden die (nog) geen belang bij een groeiend toerisme hebben. Tijdig overleg Het is te hopen dat geen strijd hard- tegen-hard zal ontstaan, waarbij het telkens de hoogste overheden moeten zijn die het salomonsoordeel vellen. Het is zaak dat bij alle plannen die Texel veranderen in een zo vroeg mogelijk stadium partijen van beide 'richtingen' betrokken worden zodat men tot een redelijk compromis komt. Het is onge twijfeld mogelijk dat Texel nog meer toeristen opvangt zonder dat dit auto matisch naar de ondergang leidt. Maar het is ook waar dat de grens van de mogelijkheden straks in zicht komt. Ieder heeft er belang bij dit tijdig en nuchter onder ogen te zien waarbij het een troost kan zijn te weten dat méér mensen lang niet altijd méér verdien sten betekent. Het gaat tenslotte maar om een paar weken van topdrukte. Zou een afgeremde groei in die korte pe riode nu zo „link" zijn voor des onder nemers toekomst? De groei van 'het toerisme buiten het zomerseizoen zou er wel eens ruimschoots tegenop kun nen wegen. Laten we bij het creëren van de voorzieningen daór maar eens aan denken. Op eilanden als Norderney en Borkum neemt de zomerdrukte al sedert jaren niet meer in betekenende mate toe (kan niet wegens de geringe oppervlakte) maar er is daar een bloei end exclusief wintertoerisme waarmee een goede boterham wordt verdiend. Tact Degenen die de waarden van natuur en landschap verdedigen hanteren geen cijfers en het is voor hen moeilijk die genen te overtuigen die dat wel doen. Laatstgenoemden zijn geneigd te den ken dat welzijn en welvaart onverbre kelijk met elkaar verbonden zijn; de anderen weten dat nog zo net met. Die anderen moeten wel zorgen dat zij bij hun akties zodanig tewerk gaan dat zij het publiek niet onnodig tegen zich in het harnas jagen want dan ontstaat een afweerhouding waardoor de nu re delijk grote invloed van de natuurbe schermers in een klap ongedaan wordt gemaakt. De argumenten van de na tuurbeschermers worden niet meer se rieus genomen als de indruk wordt ge wekt dat zij niet consekwent zijn, de magogie bedrijven of onvoldoende op de hoogte zijn. Het is bijvoorbeeld een merkwaardige zaak dat natuurbe schermers zoals Mantje en De Haan enthousiaste voorstanders zijn van het plan om een natuurrecreatiecentrum (Texels Museum) te stichten in de dui nen bij paal 17 terwijl andere natuurbe schermers '(werkgroep Landschaps- zorg) daar tegen van leer trekken. En helemaal merkwaardig is het dat museumdirekteur De Haan zelf voorzitter is van de werkgroep Land- schapszorg. En welke indruk maakt het als Staatsbosbeheer en Contact Na tuurbescherming met elkaar in de clinch liggen over de meidoornrooi? Wie de details van de kwesties kent, kan het wel verklaren maar het pu bliek dat nog voor het idee van land schapsbescherming moet worden ge wonnen ervaart zoiets als heel vreemd en is geneigd de natuurbeschermers niet langer serieus te nemen. In het „Waddenbulletin" orgaan van de 15.000 leden tellende Waddenzeever eniging, wordt in het september/okto bernummer geklaagd over de toene mende stroom vakantiegangers naar de Waddeneilanden. Uit het feit dat op de afsluitdijk op drukke dagen files van 10 km ontstonden, concludeert de re- daktie dat al deze auto's op weg waren naar de Waddeneilanden zodat het daar wel helemaal een chaos moest zijn. Een vreemde redeneertrant want het mees te verkeer naar de Waddeneilanden gaat niet via de Afsluitdijk. Zelfs als alle 3500 auto's die op topdagen naar de eilanden reizen via de Afsluitdijk zouden gaan, zouden die geen filevor ming van betekenis kunnen veroorza ken. In hetzelfde commentaar wordt gesteld dat op Texel, Terschelling en Ameland door recreanten unieke en waardevolle bezittingen worden aan getast. We zouden dat wel eens toege licht willen zien. Wat wordt er pre cies aangetast en wat beschouwt de re- daktie als aantasting? Blijkbaar wordt gedoeld op de kwetsbare aard van de op de eilanden voorkomende land schappen en natuurgebieden. Wat Texel betreft kan moeilijk worden vol gehouden dat deze behoudenswaardige zaken niet worden beschermd. Er zijn beschermde dorpsgezichten ingesteld, het gebied van Hogeberg en Zuidhaffel is tot landschapsreservaat gemaakt, tal van bouwplannen worden afgewezen omdat ze onvoldoende harmoniërend met het landschap worden geacht en een commissie Sepers werkt momenteel aan richtlijnen die o.m. tot doel hebben het karakter van het eiland zoveel mo gelijk te bewaren. Reaktie Zó sterk is het algemene streven naar landschapsbehoud (en nu praten we niet over de paar uitzonderingen die met dit streven strijdig lijken te zijn zoals Ceres-hotel en natuurrecreatie centrum) dat er alweer tegenaktie is te bespeuren van mensen die daarover verontrust zijn. Met name de Algemene Texelse Middenstandsvereniging houdt er ernstig rekening mee „met het ge luid van bepaalde groepen de voortdu rende uitbreiding van de akkommoda- tie voor het verblijfstoerisme een halt toe te roepen om zodoende het eigen karakter van het eiland niet teveel ge weld aan te doen". Het is een gegeven bij het bin nenkort te starten structuuronderzoek voor een verantwoorde toekomstige ontwikkeling van de winkelvoorziening op Texel. De redaktie van Waddenbul letin kan alleen maar bedoelen dat de wassende toeristenstroom de aanleg van meer wegen, parkeerterreinen en verblijfsakkommodatie noodzakelijk maakt. Als men van mening is dat dit nu al tot onverantwoordelijke situaties heeft geleid is geen andere conclusie mogelijk dan dat zij vindt dat de ver dere groei van het aantal verblijfsre- creanten op de Waddeneilanden moet worden gestopt; óf zij bedoelt dat het aantal mensen wel mag toenemen maar het aantal auto's niet, een advies dat op de andere waddeneilanden mis schien nog wel verkoopbaar is maar op Texel niet want voor het grootste wad deneiland is de goede bereikbaarheid per auto een der belangrijkste ver koopargumenten. Wat te denken van een opmerking zoals de heer C. N. de Wit onlangs maakte tijdens de vergadering van de Middenstandsvereniging. Hij had iets vernomen van het plan Sepers en stelde dat men „niet jarig" zou zijn als de wensen van de commissie zouden wor den gehonoreerd. Middenstanders moe ten attent zijn en ten strijde trekken te gen de aantasting van hun belangen, maar met een opmerking als de geci teerde wordt bijgedragen aan de sfeer van wantrouwen waar we nu eens af moeten. De commissie Sepers is overi gens in het geheel niet voornemens de groei van het toerisme op Texel te stop pen; wel geeft zij aan wóér het wel of beslist niet kan. „Een wanverhouding tussen de ak- kommodatie op het eiland en het aan tal toeristen heette niet een teveel aan toerisme, maar een tekort aan hotel ruimte", zo merkt het Waddenbulletin ten aanzien van Texel op en beweert daarna dat men dit hoteltekort heeft willen oplossen met 't lelijke 15 meter hoge Ceres-hotel. Dat laatste lijkt ons demagogisch, maar het eerste bevestigt onze eerdere conclusie dat de Wadden zeevereniging blijkbaar de toeristentoe loop wil stoppen. En daar wil men op Texel echt niet zonder meer aan hoe zeer men hier ook beseft dat de aan trekkelijkheden van het eiland zoveel mogelijk bewaard moeten blijven, al was het maar om louter commerciële redenen. Een iets genuanceerder bena dering van de natuurbeschermers zou wel op zijn plaats zijn maar ook hun „tegenstanders" zouden eens moeten erkennen dat er voor hun beweringen misschien toch wel iets valt te zeggen. „Taking off" is de titel van een Ame rikaanse produktie (in kleur) die aan staande zaterdag- en zondagavond om 8 uur in het City-Theater wordt ver toond. Het is een komische verfilming van een verschijnsel, dat tegenwoordig in Amerika en ook elders in de wereld nogal eens voorkomt. Een 15-jarig meisje, Jeannie, loopt van huis weg om zich in het hippe le ven te storten. Haar ouders zijn rade loos en stellen alles in het werk om haar terug te vinden. Met een bevriend echtpaar komen zij tijdens hun speurtochten niet alleen in contact met een vereniging van Ouders van Weggelopen Kinderen maar ook met marihuana. Het toeval wil, dat Jeannie weer ten tonele verschijnt, op het moment dat haar ouders ten gevolge van hun ex perimenten met verdovende middelen een dolle avond beleven. De consternatie is groot en wordt nog groter als de dochter des huizes j haar vriend, een échte langharige hippe vogel, komt voorstellen. Vader staat op het punt een zenuw- instorting te krijgen, maar zucht ver licht als hij verneemt, dat de jongeman een behoorlijk inkomen verdient met het componeren en zingen van protest songs. lEen komische film voor personen ouder dan 18 jaar. Zondagmiddag (om 3 uur) een oude film met enkele sterren van weleer, o.a de komieken Abbott en Costello en het beroemde filmpolitiecorps uit de stom me filmperiode, de Keystone Kops. In de film „A.&C. als waaghalzen" heeft het duo Abbott en Costello het plan opgevat een filmstudio te gaan exploiteren. (Doordat zij in de vreemsoortigste en hachelijkste situaties verzeild raken, komt hier echter weinig van terecht. Inplaats van zelf een film te vervaar digen, trekken zij door hun gedrag de aandacht van een andere filmproducent die hen voor een komische film enga geert. Tussen de bedrijven door wordt nog een bedrieger ontmaskerd en na een wilde jacht een inbraak verijdeld. Kortom een verhaal vol dolle en dwaze kapriolen. Toegang alle leeftij den. iiiiiiiiiiiui(iuiiiiüuiiiiiinn»uiiunuiiiuiiuijiiiiL UIUIIUIIUlllllMIIUIlWUUIUIinilllOUUUllUHI Feuilleton door Tom Lodewijk ^fmmiijiuiuiiijiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiuiiiiüiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiuiiiiiuujiauiuiiiiuiij i let was nu wel zaak, op te schie- obeerde zich door een haag kij- Ut s werken, die kouwelijk, de han- de zakken, de kraag op, stonden ieten van „de reuzefik". Hij was nidden in toen hij de uniformpet |n de agent, die het publiek de g belette, en gemoedelijk met •rste gelid stond te praten over stenweer. staan er toch óók", grinnikte rechtenaar, die z'n das over z'n ad getrokken. jij hoeft niet eens", zei de agent, regen ze m'n bed niet uit, dat i wel!" lansc 'd overlegde snel. In een oog- even iad hij gezien dat zelfs al liet ude i 'rit hem door, hij het straatje •oorr ze kant niet in kon, want daar >men< en brandweerwacht, bezig met gen die door het straatje waren Zelfs al kon hij er door, dan te veel opzien baren. Er zat -n ding op: omlopen, vóór langs xfywi en zo het straatje in. ok zich mompelend terug, nie- Pvaa loeg acht op hem, en haastte hoek om, de straat uit, rechts noest hij vóór de gevel van het n. Maar er zat niets anders op. i]d drong. verlichte uithangbord wenkte als een baken. lobie IELB REÏ 1. (02! Nog vijf minuten, dan was al het leed geleden. Dan zou hij, op zijn kamer, snel de ze spullen uittrekken en in de koffer stoppen, gauw zijn pyjama aan en on der de dekens. En dan was het gelukt. Dan kon hij 's morgens met een slaperig gezicht de kelner begroeten die hem zijn ontbijt op bed bracht, en geeuwend informe ren wat toch die herrie geweest was vannacht met al die sirenes. Nu was hij nog enkele passen van het hotel af. Verstijfd stond hij stil. Hij voelde de sneeuw niet meer, die hem in z'n ge zicht joeg. Alle ramen van het hotel waren hel verlicht. Meteen had hij zijn bezinning terug en stak over naar de andere kant van de straat. Tegenover het zijstraatje stond een klein groepje mensen te kij ken, daar zou hij bij gaan staan, dan kon hij de situatie opnemen. Maar hij was het groepje nog niet voldoende genaderd, toen hij z'n schre den opnieuw inhield. Daar stond Van Nijevelt, zijn buurman aan het diner, kouwelijk gedoken in z'n jas met bont kraag, te betogen tegen Van Eintho- ven. Voorzichtig sloop Gerard zo dichtbij, dat hij ze kon beluisteren. „Ik vind het wel heel attent van de direktie hoor", zei Van Einthoven grommerig „want je kan natuurlijk niet het risico lopen dat we allemaal in ons bed verbranden. Maar geloof jij dat het hotel gevaar loopt?" „Dat weet je nooit hè?" klonk lijzig de stem van Van Nijevelt, wiens pyja- mabriek nog onder z'n broekspijpen vandaan gluurde. „Wij zaten aan de vóórkant, aan de achterkant kijken ze er zo op. En wat je natuurlijk nooit moet hebben is paniek. Maar ik heb het al gezien en ik ga es kijken of ze misschien al koffie hebben. Als de di rektie zo bezorgd is voor ons vege lijf, zal ze misschien ook gezorgd hebben voor de inwendige mens". „Weet je wie ik nergens gezien heb?" vroeg zijn buurman. „De Rheede. Hij sliep op veertien, drie kamers verder op". „Misschien heeft ie niks gehoord". „Loop i-ond, ze hebben ons stuk voor stuk uit bed gepord!" Gerard week naar de achtergrond, bevreesd dat een van beiden opzij zou kijken en.hem herkennen? Hij was onherkenbaar zo, meende hij, maar je kón nooit weten. Zou hij nu van de gelegenheid ge bruik maken om pijlsnel. Maar opeens drong de volle beteke nis van wat Van Einthoven zoëven had gezegd, tot hem door. „Ze hebben ons stuk voor stuk uit bed gepord!" Ze wa ren dus ook op zijn kamer geweest. En zelfs wanneer de nachtportier, of wie het geweest was, besloten zou hebben dan nummer veertien in vredesnaam maar te laten maffei^ dan zouden ze veertien nog in 't oog houden. En wie weet wie er allemaal over die gangen liepen te wandelen! Maar onder zijn paniekerig overleg gen drong met iedere seconde de ijs koude zekerheid zich bij hem op: de slag was verloren, en de terugtocht hem afgesneden. Nog eenmaal liep Gerard langs het hotel, wierp vanaf de veilige overkant een blik in de lounge. Hij zag de twee van daareven druk gebaren staan ma ken met andere gasten, en in de fau teuils diverse hem maar al te zeer be kende gezichten van mensen die, uit hun slaap opgeschrikt, weer op verhaal kwamen door de koffie die een ijverige funktionaris onmiddellijk had laten zetten. Het om deze tijd uitgestorven hotel was veranderd in een gonzende bijen korf. Een paar brandweermannen, log in hun oliejassen en laarzen, kwamen pratend naar buiten. Op dat ogenblik bemerkte Gerard hoe uitgeput hij was en dat hij nauwe lijks langer op de been kon blijven. Langzaam, moedeloos, ging hij de weg terug naar het station. In de stations wachtkamer, grauw en sfeerloos, zocht hij een stil hoekje en bestelde een kop koffie en een broodje kaas. Hij viste in z'n zak naar wat geld.het geld dat hij uit Yvonnes tas had meegenomen. Lusteloos kauwde hij, het brood naar binnen spoelend met de koffie. Gerard de Rheede maakte de balans op. Koortsachtig ging hij de feiten, de mogelijkheden, de kansen na. Was er geen andere weg dan.het bankroet? HOOFDSTUK XIII Vreemdeling in Niemandsland Het moest al over vijven zijn. Ge rard de Rheede merkte het aan de toe genomen intensiviteit van het verkeer en aan de zich steeds weer aanvullen de gelederen der forensen, die mar cheerden naar het station of de bus. Het was heel de dag koud geweest, met soms een bui natte sneeuw, die het wegdek nog smeriger en glibberiger maakte dan het al was. Maar nu draai de de wind naar het oosten en werd ijzig, en er zat nog meer sneeuw in de lucht. Gerard scheen deze dag eindeloos. Hij werd er zich steeds duidelijker van bewust, dat hij in zes en dertig uur praktisch niet uit de kleren was geweest. Hij, anders altijd tot in de puntjes verzorgd, liep nu met een baard van twee dagen, op een paar schoenen die wel geschikt waren om weinig geluid te maken, maar niet be stand tegen natte sneeuw. Zijn voeten begonnen pijn te tdoen, zijn linkerhiel begon zich rauw te schaven. Zijn voornaamste probleem was de aanpassing aan een bestaan, dat hij nauwelijks kende. Hij was gewend in de beste restaurants te eten, in eerste klasse hotels te logeren, maar in deze uitmonstering zou hij daar niet toege laten worden. Hij had in het voorbij gaan een verlangende blik geworpen naar de leestafel in het gezellig ver lichte, warme jaarbeursrestaurant, maar hoe graag hij daar was aange schoven en de kranten had ingekeken, hij behoefde het niet te proberen. Trouwens, men kende hem daar, kel ners waren mensenkenners bij uitstek en hijzelf geen beroepstoneelspeler. Een houding, een gebaar, een gewoonte, zou zo'n man aan het nadenken kunnen zetten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1971 | | pagina 3