^wat m mmm w©u 3,
Duitse zomervakanties
van 1972 t.m. 1978
I
De IJsberg
SMID JE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST
Raadsagenda
Hartekreet
Paas- en Pinkstervakanties
in Duitsland
NEDERL/ SCHE MIDDENSTANDSBANK
Eerj ba pk
Waar je Wijzer Var) Wordt
99
verhaal uit het soldatenleven
door L. van Schooten
Brieven van lezers - buiten verantwoordelijkheid van de redaktie)
10
Tweede blad Texelse Courant, dinsdag 23 november 1971
Naar aanleiding van het artikel
Waddeneiland Sylt wordt tweede
lergebied" van Europa" (Texelse Cou
nt van vrijdag 12 november 1971, no.
22) bewerkt aan de hand van gege-
is, ontleend aan „Der Spiegel", voe-
wij als „Texel-fan" de behoefte hier-
enige kanttekeningen te stellen
kis er ooit een voorbeeld van de
fardé van „Een gewaarschuwd man
t voor twee" is geweest, zo is het hier
|t geavl Het is voor ons gewoon een
•komstbeeld van Texel, als in de na-
e of verdere toekomst, een aan-
extreme wensen van enige Texelse
>eperingen in vervulling zouden gaan.
moge 'hiervan noemen
de aanschaf van een derde veerboot
de daarbij behorende verdubbeling
|n de fuikhavens. Geachte lezer,
it U reeds die aanzienlijke toename
In het aantal „gastenauto's" met alle
[volgen van dien? Aantasting van fau-
en flora, onverantwoorde toename
lucht- en milieuverontreiniging,
|otere verkeersonveiligheid, enz.
de uitgesproken commercieel inge-
ikle vertegenwoordigers van midden-
tnd en recreatiebedrijven overigens
niet al te grote groep die steeds
>er omzet, en dus meer winst, willen
bben.
[s deze Texelse middenstander zich
wust, dat zodra zijn of haar extre-
vvens vervuld is hij of zij tegelijk
|n of haar doodvonnis heeft getekend?
idra de grootwinkelbedrijven uit een
- Jognose van een toekomstige omzet de
pestering in supermarkten, a.a. renda-
1 zien, zullen zij niet nalaten zich op
[xel te vestigen. En in het algemeen
[sproken, Texelse middenstander, kunt
tegen hen niet op
ps de houder van een recreatiebedrijf
rh wel bewust, dat bij extreme toena-
van het aantal toeristen, 'het hui
fee type „gast" verdwijnt en plaats
jiakt voor de zuivere „genotzoeker"
tvolgen??: Zie Syltü Een voorproefje
^rvan heeft Texel reeds gezien in de
ervende jeugd, zonder vaste verblijf-
bats, gedurende het afgelopen seizoen.
Ik ga van de opvatting uit waar-
|n ik gedurende 14 jaren zomervakan-
op Texel, honderden en duizenden
|wijzen heb ervaren dat de grote
•erderheid van Texels inwoners „ver-
ifd" is op zijn of haar eigen eiland.
Houdt het dan, zoals het is, een oase
b rust (behoudens het hoogseizoen),
sse lucht, gezonde ontspanning, unie-
J fauna en flora. Laat U als meerder-
PSéid niet de wil opleggen van een com-
"rciele op „onzindelijk" winstbejag
tijnde zeer kleine minderheid. U
oeft mij niet aan boord te komen
t kreten als „zorgelijke levensom-
ndigheden" of „te kleine inkomens",
want ik weet wel beter
Het Gemeentebestuur van Texel Als
variant op een moderne slagzin:
„Houdt Texel mooi". Ontneem het
niet het karakter, wat in het verle
den en het heden de basis heeft ge
vormd en vormt van de naam en
faam van het „Gouden Boltje"
Wees voorzichtig met wegenaanleg
Denk driemaal na, voor U een par
keerplaats aanlegt! Wees conserva
tief in Uw beleid ten aanzien van
grote vestigingen
Enz. enz.
de VVV-Texel: Stop met Uw propa
ganda (behalve voor „off-season"
arrangementen.) Texel verkoopt zich
zelve heus wel via mond-tot-mond
reclame zonder dure campagnes
in Duitsland, a.a. Maar dan dient U
ook mede te werken aan datgene,
wat vervat is in de slagzin „Houdt
Texel mooi"!
N V. TESO- In hemelsnaam geen
derde veerboot. Uw winst- en ver
liesrekening in de huidige situatie
van twee boten, ziet er uitstekend uit
en is kerngezond
Middenstand van Texel: Wees tevre
den met hetgeen U heeft en wat ver
der, via een rustige en natuurlijke
ontwikkeling en daarenboven hard
werken, Uw aandeel is en wordt in
onze welvaart
Rijkspolitie van Texel: Voor Uw op
treden niets dan lof! Doch bent U
zich voldoende bewust, dat tolerant
optreden tegen aanwijsbare excessen,
moordend is voor de „image" van
Texel??
Jhr. J. J. Alting von Geusau
Utrecht.
GEVONDEN EN VERLOREN
VOORWERPEN
Verloren: grote witte sjaal, groen jack
met beige voering; zware gouden ring
met 3 diamanten; gouden halsketting
met gouden hangertje vermoedelijk
hartje, met naam At. 5-12-67; zwarte
portemonnee inh. 99 gld., adres en pas
foto; zwarte fietstas; gouden muntje
met afb. Pr. Constantijn; gouden vijf
hangertje; ds.polshorloge rond model
merk met zwart bandje; bruine por
temonnee inh. ong. 15 gld.; sleutelring
met circa 15 sleutels, 1 pr. 'lederen
klompen rood, met wit zooltje; gouden
polshorloge merk met gouden bandje
bruine heren portemonnee knip en
drukknoopsluiting inh. o.a. 6 sleutel
tjes en ongeveer 135 gld.; nieuw kin
dervestje, kl. groen-blauw, bruin leder
en heren portemonnee inh. ong. 80 gld.;
gasaansteker; ds.bril met violet mon
tuur en sierstuk aan de hoeken, in rood
étui; ouderwets kleinbeeldfoto toestel
in bruine tas vermoedelijk met naam en
adres uit IJmuiden; herenjack, bruin,
kort.
Gevonden: witte jas, inhoud een der
zakken een hondeketting en haarbin-
der; portemonnee inh. ca. 25 gld. plus
nota; portemonnee inh. ca. 40 gld.; zon
nebril met nikkel montuur; ds. gouden
polshorloge 18 krt. merk ARK. 0750
met gevlochten gouden bandje.
Dinsdagavond, 30 november, aanvang
half acht, vergadert de gemeenteraad.
De agenda luidt als volgt
1. Notulen.
2. Ingekomen stukken en mededelingen.
3. Toelating van mevrouw M. Maas-
Diemer als lid van de gemeenteraad.
4. Vaststelling van een uitkerings- en
pensioenenverordening voor wethouders
en een eerste wijziging daarvan.
5. Benoeming van een lid van de com
missie van advies voor de ruimtelijke
ordening. Aanbevolen worden 1. F.
Blanken; 2. J. J. Westdorp.
6. Beslissing op een verzoek van de
Stichting Katholiek Onderwijs Texel,
waarin met toepassing van artikel 72
van de Lager Onderwijswet 1920 mede
werking wordt gevraagd voor het aan
schaffen van speelleermateriaal ten be
hoeve van zijn lagere school.
7. Idem voor het inrichten van een do
cumentatiecentrum ten behoeve van zijn
lagere school.
8. Bespreking stichting verpleeghuis en
gevolgen daarvan voor huize „Irene".
9. Verkoop van een perceel bouwterrein
aan de Bern'hardlaan te Den Burg aan
de heer A. M. van Zon, Burdetstraat
28 te Den Burg.
10. Uitgifte in erfpacht (met reoht van
koop) van de panden Langwaal 5 en 7
c.a. te De Waal aan de heer P. A. Smit,
Langwaal 5 te De Waal.
11. Wijziging van de gemeentebegroting
voor 1970.
12. Wijziging van de begroting* van het
grondbedrijf voor 1971.
13. Wijziging van de gemeentebegroting
voor 1971.
De paas- en pinkstervakanties in 1972
zijn voor de verschillende Duitse deel
staten als volgt vastgesteld. Voor Texel
zijn vooral van belang de vakanties in
Noordrijn-Westfalen, waar het meren
deel van de Duitse toeristen vandaan
komt:
Baden-Wiirtemberg 25.3-10.4 20.5-24.5
Beieren 25.3-10.4 20.5-29.5
Berlijn 20.3- 8.4 19.5-23.5
Bremen 27.3-11.4 23.5-27.5
Hamburg 13.3- 4.4 23.5-29.5
Hessen 20.3- 8.4 20.5-23.5
Nedersaksen 16.3- 5.4 20.5-27.5
Noordrijn-Westfalen 20.3- 84 \20.5-23.5
Rijnland 18.3- 8.4 20.5-23.5
Saarland 27.3-15.4 20.5-23.5
Sleesw.-Holstein 22.3- 8.4 20.5-24.5
Blijkens bericht in „Rekrcatie" (Het
orgaan van „Recron") van september jl.
luiden de bedrijfsadviczen met betrek
king tot de Duitse zomervakanties in
de jaren 1972 tot en met 1978 als volgt:
Rijnland-Pfalz en Saarland
1972: 6.7-16.8 (Saarland 19.8)
1973: 28.6- 8.8 (Saarland 11.8)
1974: 20.6-31.7 «Saarland 3.8)
1975: 16.6-26.7 (Saarland 30.7)
1976: 29.7- 8.9 (Saarland 11.9)
1977: 21.7-31.8 (Saarland 3.9)
1978: 13.7-23.8 (Saarland 26.8)
5-1511
151. „Nou? Werkte het systeem?"
vroeg Frans Bulle, toen hij van zijn rit
je was teruggekeerd.
„Fantastisch," antwoordde smidje
Verholen. „Precies de twee lampjes,
die jij had aangewezen, begonnen te
branden."
„Knap werk, mannen," prees Harry
Hommeles. „We hebben de zaak nu bij
na rond. Ik wil nu alleen nog wel eens
zien waar zich al dat gestolen museum-
goed bevindt."
„Ik zal het U wijzen," zei de smid.
„Maar laten we dan hier eerst nog even
in de garage gaan kijken, waar Nosco
zijn wagens heeft staan. Als de boel
tenminste niet op slot is".
„Nog niet erg," zei Harry Hommeles.
„Mijn dienstrevolver is er goed voor. I'k
schiet zo het slot van de deur."
En dat deed hij ook Het was toen
een kleine moeite voor de smid om de
resten van de deur aan de kant te
wringen. Hij werd daarbij natuurlijk
goed geholpen door Harry en Frans en
weldra schoven de stalen garagedeuren
dreunend open. „Nou! wat heb ik ge
zegd?" riep de smid uit. „Daar staan ze
hoor! Die ene is een snelle personenwa
gen en die andere is de vrachtwagen,
waarmee de schurk de kostbaarheden
uit de musea naar huis reed. Dat spul
zal daar wel allemaal in die kist zitten.
Nou, nou, hij heeft het netjes ingepakt
hoor. Et staat „voorzichtig" en „niet
kantelen" op.
„En is dat alles wat hij gestolen
heeft?" wilde de inspecteur weten.
„Welnee, lang niet", antwoordde de
smid. „Ginds in het kasteel staat nog
veel meer. We moesten er maar naartoe
gaan, vind ik."
Inspecteur Hommeles had intussen al
wéér een ontdekking gedaan. „Moet je
nou 'es kijken!" riep hij uit. „Een lift!
Zullen we eens kijken waar hij uit
komt?"
Dat hoefde hij geen twee keer te vra
gen en even later zoefden de drie man
nen al naar beneden.
Hessen/Sleesw.-Holstein/Hamburg:
1972:'13.7-26.8 l(Schlesw.-Holst. 23.8)
1973: 5 7-18.8 (Schlesw.-Holst, 15.8)
1974: 27.6-10.8 (Schlesw.-Holst. 7.8)
1975: 19.6- 2.8 (Schlesw.-Holst. 30.7)
1976: 17.6-31.7 (Schlesw.-Holst. 28.7)
1977: 28.7-10.9 l(Schlesw.-Holst. 7.9)
1978: 20.7- 2.9 (Schlesw.-Holst. 30.8)
1978: 27.7-13.9
Noordrijn-Westfalen
1972: 22.6- 5.8
1973: 15.6-28.7
1974: 25.7- 7.9
1975: 17.7-30.8
1976: 15.7-28.8
1977: 7.7-20.8
1978: 29.6-12.8
Bremen/Nedersaksen/Berlijn
1972: 20.7- 2.9 (Neders. 30.8)
1973: 12.7-22.8 (Neders. 25.8)
1974: 4.7-14.8 (Neders. 17.8)
1975: 26.6- 6.8 (Neders. 9.8)
1976: 24.6- 4.8 (Neders. 7.8)
1977: 16.6-27.7 (Neders. 30.7)
1978: 27.7- 6.9 (Neders. 9.9)
Baden-Württemberg
1972: 27.7-12.9
1973: 19.7- 3.9
1974: 11.7-26.8
1975: 3.7-18.8
1976: 1.7-16.8
1977: 23.6- 8.8
1978: 15.6-31.7
Beieren
1972: 3.8-18.9
1973: 26.7-12.9
1974: 31.7-17.9
1975: 24.7-10 9
1976: 29.7-15.9
1977: 28.7-14.9
Elke zaterdagmiddag om 4 uur bij
„Dennenoord"
proot waren de heldenfeiten die wer-
i opgesomd, ontzagwekkend de ver-
Inngen. Wensdromen, dacht Kees
1 eens. Je kon toch moeilijk beken-
i dat je de hele avond op stap was
Peest en geen schijntje kans had ge-
i behalve bij een zeer speciaal soort,
met iedereen meeging, daar had 'hij
ak van. Zwarte Mies en rooie Sjaan-
werden zo'n beetje beschouwd als
npagnies-eigendom, maar al waren ze
goud beslagen, hém niet gezien.
>ral niet nadat hij Ruth had gezien,
meteen geweten had dat zij „het"
s.
lij was blij dat hij hier zat met
erd en Geert. Sjoerd was een stille,
had het niet makkelijk in de troep.
:emde vrijer, vonden ze hem. En
ïrt werd alleen luidruchtig als hij
s te veel „melk" had gedronken, het-
n gemeenlijk geschiedde vlak na het
ren van de „steekpenningen" ofte-
4 soldij. Daarna was hij heel de week
Jt, en aangezien iedereen dat wist en
ïoeie vrinden met Geert was óf dat
ir liever wou blijven, kwam hij des-
anks niet om van de dorst,
hj zag hoe Ruth een vluchtige blik
rp op het drietal aan het tafeltje,
a las ze weer verder.
We bestaan niet voor d'r", zei Geert.
Had ze tegen je moeten lachen?"
eg Kees.
„Nee, tegen jou. Sjonge Keesie, wat
zou je d'r voor geven?"
„Ik zal de dominee vragen es een
ernstig woordje met je te spreken", zei
Kees, „want je leeft op de grens van de
waanzin, kerel".
„Maar het bier is weer best", consta
teerde Geert smakkend en veegde het
schuim uit het blonde dons op zijn bo
venlip.
„Kijk déar es ankommen", zei Kees,
„sjiek gaat uit".
Een grote witte Amerikaan, die er
door al dat chroom indrukwekkend uit
zag, maar waarvan Kees' geoefend oog
meteen zag dat-ie betere dagen had
gekend, ontlaadde een viertal jongelie
den. Ze waren naar de nieuwste mode
gekleed met opvallende sportjasjes, ge
kleurde overhemden, smalle broekspij
pen en puntige schoenen.
„Je zou Kruis horen", zei Sjoerd
Kruis was de veelbetekenende bijnaam
van kapitein Mol „meteen naar de
kapper jij met die vléchten!"
Ze lachten alle drie. Vier bleke ge
zichten onder welige kapsels zagen arg
wanend hun kant uit.
„Ach heden, Ruthje krijgt visite", zei
Geert. Een van de heren informeerde
met wat hij een hoofse buiging achtte,
of er nog plaats was. Nu, er stonden zes
stoelen aan het tafeltje en op één ervan
zat de jongedame in kwestie. Ze knikte
nauw merkbaar met het hoofd, las ver
der.
„Onze ijsberg", zei Geert met iets van
trots in dat „onze".
„Ze scheert ze tenminste allemaal
over één kam", meende Sjoerd.
„Ik zou met dat vullis niet graag over
én kam geschoren worden", zei Kees
giftig. Het stak hem dat dit stelletje
autonozems rustig aan dat tafeltje kon
gaan zitten, iets wat hij, in zijn uniform,
niet zou hebben gewaagd bij de dochter
van zijn adjudant.
Geert wierp het interessante pro
bleem op, of Kees de Nooy nog wat zou
horen van zijn brutaliteit tegenover ser
geant Walvisbeen, bijgenaamd de Wil
lem Barendsz, om in het oog springende
redenen.
„Als het Broedertje was geweest niet"
zei Sjoerd, maar onze Willem zal Kruis
wel eens laten merken dat hij de disci
pline handhaaft. Het zal wel op acht da
gen voor Kees uitdraaien, natuurlijk
met het weekend er in".
Kees Bot luisterde met een half oor,
zijn ogen gingen tersluiks naar het ta
feltje, waar nu een van de nieuw aan-
gekomenen, een slungelige jongen, nota-
bene met een sigaret in zijn mond pro
beerde contact te krijgen met Ruth. Ze
zag niet op, las door. Opgelaten was je
evengoed, dacht hij.
De ober kwam en de bleke jongeman
wilde blijkbaar Ruth iets aanbieden. Ze
wees naar haar glas waarin nog een bo
dempje appelsap stond. Zij hééft nog,
dacht Kees grijnzend, nu vol aandacht.
Geert en Sjoerd merkten zijn stilzwij
gendheid op en werden eveneens op
merkzaam.
„Ruth heeft géén interesse", zei Geert
waarderend, want tegenover dit volk
was Ruth het kind van de compagnie en
hunner één.
De lange jongen schoof zijn stoel
dichter naar Ruth.
„Ober", hoorden ze opeens haar stem
„kan ik afrekenen?"
,Ik kom zó bij u", zei de ober die een
blad vol vuile glazen en kopjes droeg.
„Dat kennen we", zei Sjoerd, „hij
komt zó bij u. Met een half uurtje is hij
er wel". Ze zagen hoe Ruth driftig op
haar lippen beet.
„Ik reken altijd metéén af", zei de er
varen Kees „kun je zó wegpiepen",
Geert knikte, dat was ook zijn taktiek.
De bleke haalde een sigarettenkoker
te voorschijn, offreerde een sigaret,
Ruth bedankte kortaf, trachtte het vier
tal te negeren, maar die kwamen nu
hun makker te hulp, en Ruth genoot de
aandacht van het hele kwartet. Het was
toch wel bar, dacht hij. Dat kind kon
nog niet eens rustig zitten hier. En op
eens was hij van zijn stoel.
„Hallo Ruth" zei hij met een stem die
hem zelf vreemd voorkwam. „Hoe gaat
het ermee?" Hij fronste dreigend zijn
wenkbrauwen en bij intuïtie begreep ze
dat ze deze interventie niet moest afwij
zen.
„O best", zei ze moeizaam-spontaan,
argwaan in haar ogen.
Hij trok de lege stoel naast haar naar
zich toe en kwam er bij zitten. „Je was
zo verdiept in je boek" zei hij, „je hebt
me natuurlijk niet eens gezien".
„Nee", zei ze, nog altijd gereserveerd,
een beetje de kluts kwijt, „ik had je niet
gezien". Wat moest deze soldaat? Hij
wist blijkbaar wie ze was. Hij zou nooit
uit eigen beweging ongevraagd naast
haar zijn komen zitten. Ze zag hem kij
ken naar het viertal heren, en begon iets
te begrijpen.
„(Die stoel was bezet", zei een klein
donker mannetje met geplakte haren.
„Niet dat ik wist", zei Kees.
„We wachten nog op een vriend" leg
de het mannetje giftig uit.
„Stil blijven wachten", zei Kees onbe
kommerd. „Daar ginds staat een heel
tafeltje leeg, ga déór maar zitten wach
ten op je vrind".
Ruth, angstig hoe dat zou aflopen,
volgde het gesprek gespannen.
„Wist jij" zei de lange in het algemeen
„dat hier soldatengrieten kwamen?"
„Ze zijn geen behoorlijke mensen ge
wend" zei de kleine zwarte. „Soort
zoekt soort".
„Ze zat zeker net te lezen in „Ik, Jan
Cremer", spotte een jongmens met blon
de .krullerige lokken en een zilveren
armband om zijn pols.
„Daar kun jij vast wel een hoop van
leren", meende Kees.
„Je moest je me je eigen zaken be
moeien, gore gifpieper", zei de lange
„U bedoelt mij?" informeerde Kees.
Hij voelde zijn drift langzaam opstijgen,
maar probeerde zich in toom te houden.
Geen ordinaire scheld- of misschien
zelfs vechtpartij, met Ruthje er bij.
„Geef hem een klap op zijn smoel",
zei de blonde.
Op dat ogenblik viel een schaduw
over de tafel. Geert stond achter de
stoel Kees, met zijn volle één-meter-
twee-en^negentig, en wreef zich lang
zaam de handen.
„Kan ik er misschien bij komen zit
ten?" informeerde hij vriendelijk. „Het
leek me net gezellig te worden". Zijn
ogen gingen koud langs alle vier, bleven
toen rusten op de blonde. „Vindt zus het
goed?" vroeg hij.
(Wordt vervolgd)