Zittend zieken vervoer wordt te
duur voor ziekenfonds Texel
m
De Us berg
Alle ondernemers in een centrale; vrome wens^SStw^SSNtSBfi
Nog geen eenstemmigheid hij
taxi-ondernemers
SMIDJE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST
Reaktie op commentaar
enlf
verhaal uit het soldatenleven door L. van Schooten
NEDERL/ SCHE MIDDENSTANDSBANK
Een bank
die achter u staat
Tweede blad Texelse Courant, dinsdag 21 december 1971
Hf" m Utf» kwHmm TM r«4*kU«'.£|
Het Ziekenfonds Texel is niet langer
jereid op de huidige basis de kosten
,-an het zg. zittend taxi-vervoer te ver
roeden. Tot dusver konden mensen die
>p indicatie van hun huisarts, voor het
lezoeken van ziekenhuis of specialist
lp het vasteland gebruik maken van
\e diensten van een taxibedrijf naar ei-
len keus. Het door de betrokken taxi-
[nderneming in rekening gebrachte be-
lrag werd zonder meer door het zie-
[enfonds vergoed. Erg economisch was
leze gang van zaken niet. Omdat met
let ziekenfonds geen contract was over-
lengekomen, lagen de vervoerscondities
liet vast. De te vergoeden bedragen
tegen de laatste jaren onrustbarend.
Minder economisch was het ook dat
leerdere taxi's van verschillende be-
Irijven, ieder met slechts één patient,
|aar Den Helder, Alkmaar, Amsterdam
nog verder reden, soms zelfs naar
ïtzelfde ziekenhuis. Op 26 november
|l. liet het bestuur van het Algemeen
Jiekenfonds Texel aan de taxi-onderne-
ters weten dat aan deze situatie een
|nd zou worden gemaakt. Men wilde
jortaan met nog slechts één onderne
mer of één combinatie van ondernemers
maken hebben. De taxibedrijven
[erden uitgenodigd voor half december
ïlf met een bevredigende regeling te
jmen, waarbij gehoopt werd dat alle
idernemers zich in een soort taxicen-
ile zouden verenigen. Zou men het
let. eens worden, dan zou het Zieken-
(nds zich genoodzaakt zien zelf met
n vervoerder een overeenkomst aan
gaan die dan met alle voor rekening
in het ziekenfonds komende vervoer
zittende patiënten zou worden be
st op nader te bepalen voorwaarden
prijzen.
Vergadering
|De acht ondernemers (mevr. J. de
Boer-van Boven en de heren A. van Bo
ven, D. Bonne, J. Brouwer, Jac. Eelman,
N. Roeper, M v. d. Wetering en A. A.
Smidt) kwamen vorige week in verga
dering bijeen om de zaak te bespreken
maar tot de door het ziekenfonds ge
wenste overeenstemming kwam het
daar niet. Het bleek dat zich twee par
tijen gevormd hadden: het taxibedrijf
A. A. Smidt tegenover de zeven ande
ren. Die zeven anderen waren bereid
een taxicentrale te vormen met de heer
M. v. d. Wetering als coördinator. De
heer Smidt constateerde dat hierover
buiten hem om reeds voor de vergade
ring overeenstemming was bereikt en
weigerde de samenwerkingsovereen
komst te tekenen. Hij liet het bestuur
van het ziekenfonds per brief weten dat
hij aan dit .spelletje" niet wenste deel
te nemen, maar wilde graag voor het
vervoer in aanmerking komen. De heer
Smidt werd in zijn verzoek gesteund
door de Federatie van Nederlandse Or
ganisaties voor het Personenvervoer
(F.N.O.P.) die al in juni van dit jaar,
dus lang voordat de kwestie aan de or
de kwam, er in een brief op had aange
drongen niet langer te werken met
meerdere taxi-ondernemingen en het
bedrijf Smidt te belasten met al het
vervoer. Per 15 december schreef de
F.N.O.P. weer een brief aan het zieken-
fondsbestuur, waarin aan de brief van
juni werd herinnerd en waarin werd
geconstateerd dat de heer Smidt de
overeenkomst van de andere zeven niet
had getekend. Derhalve was geen over
eenkomst bereikt met alle onderne
mers. Aldus trachtte de F.N.O.P. het
ziekenfondsbestuur ervan te overtuigen
dat het nu het bedrijf van Smidt als
enige vervoerder zou moeten aanwijzen.
Vrome wens
Bij het ziekenfonds ziet men het al
lemaal even anders. Daar vindt men dat
er wel een overeenkomst tussen de on
dernemers tot stand is gekomen, waar
aan de heer Smidt alleen niet heeft
willen meedoen. De zaak wordt daar
overigens nog in beraad gehouden. Naar
verluidt zouden de partijen enig respijt
hebben gehad met de bedoeling elkaar
alsnog te vinden. Zoals de kaarten nu
liggen lijkt dat een vrome wens.
„Ze doen maar", werd namens de wo
ningbouwvereniging gezegd tot de ak-
tiegroep. Maar dit kan wederkerig zijn!
Want wist de Woningbouwvereniging
in februari 1971 niet, dat de huur niet
ƒ177,moest zijn maar hoger? Dan
zouden de huidige bewoners meteen
geweten hebben waar zij aan toe waren.
Het getuigt niet van een vooruitziende
buk en de moeilijkheden waren wel
licht voorkomen geworden.
In elk gebouw zitten fouten-gebreken,
wij zullen de laatste zijn om dit te ont
kennen, echter het grootste gebrék in
deze woningen is de geluidshinder.
Hieraan is niet de minste aandacht
besteed. Het is ergerlijk en kweekt
neurose. Wat de geluidshinder en ander
klachtjes betreft hierover werd reeds in
mei van dit jaar met een van de be
stuursleden van de Woningbouwvereni
ging gesproken. Deze klachten werden
zelfs ter plaatse onderzocht. In de V. en
W. 1965 wordt ook de geluidwering ge
noemd (par. 5 blz. 26) ook NEN 1070/'62
wordt aangehaald in de Aanvullende
toelichting van V. en W. 1965 wordt ge
schreven in de laatste alinea
„Het beperken van geluidshinder is zo
wel een kwestie van doelmatig ontwer
pen als van constructieve maatregelen".
Wat betreft de verdere voorschriften
van de Minister in par. 7. 3. wordt om
schreven de afwerking van de vloeren,
welke nu in deze huizen grotendeels
niet zijn uitgevoerd, ja zelfs in de toi
letten van sommige huizen ontbreken
de tegels, die er bij anderen wel inzit
ten.
156. ,Dan moeten we onmiddellijk
beginnen met een grote aktie om de in
woners van de stad te genezen", zei in
specteur Hommeles. „De topfiguren
hebben we al gehad, en nu is het dus
tijd voor de zogenaamde kleine man, de
eenvoudige burger op straat. Ik kan
jullie wel zeggen, dat ik erg blij ben,
dat we nu eindelijk weer eens een beet
je gewoon kunnen gaan doen. Ze zijn
alweer bezig nieuwe palen te zetten
voor de elektrische tram. Och, och, och,
jullie hadden dat malle gezicht van mijn
collega Hakkepuf eens moeten zien,
toen hij een pilletje had geslikt en er
plotseling achterkwam, dat er een oude
paardetram door de stad sukkelde. Hij
wou niet geloven, dat hij er zelf het
bevel voor gegeven had".
„Die herbouw zal de gemeente an
ders héél wat kosten", zei smidje Ver
holen, die mét de anderen voor het
raam was gaan staan.
„Wat geeft dat", zei Harry Homme
les. „We draaien gewoon de belasting-
schroef wat verder aan. Dat doen ze in
Den Haag ook. Het kan niet zo gek zijn
of je perst nog wel wat geld bij de men
sen weg".
„Waarom betalen jullie dat nie t uit
het kapitaal van Nosco?" vroeg de smid.
„Hij had geld, auto's, een mooie villa,
een schat aan boeken.
,Dat moet de rechter maar uitmaken"
antwoordde Harry Hommeles. „Stel je
voor, dat wij van de .politie moesten
gaan beslissen of iemand de schade
moest vergoeden. Nee, nee, beste Ver
holen. Daarvoor hebben we de rech
ters".
Nu, die rechters deden verschrikke
lijk hun best, wat wel moge blijken
uit een kijkje in de rechtszaal. Nosco
staat benepen achter het beklaagden-
hekje en de officier van justitie leest
met luide stem voor waarvan men de
schurk allemaal wel beschudigde.
„Bekent ge, dat ge voedingsmiddelen
op doortrapte wijze bespoot, mensen
op minne manier vergiftigde en hele
musea voor een appel en drie knikkers
leegroofde?" bulderde hij.
„Ja;;, ik beken....", lispelde Nosco
gebroken.
„Mooi, dan zijn we gauw klaar",
sprak toen de rechter. „Twintig jaar
gevangenisstraf en twintigduizend gul
den boete. En nu gauw ophoepelen.
Volgende zaak!"
'(wordt vervolgd)
Tenslotte moet ons nog dit van het
hart, „Waar gaat het bij het bouwen
van woningen om?" Het bouwen van
zoveel mogelijk goedkope huizen,
(ƒ203,p. mnd. kale huur) die over 15
a 20 jaar wellicht gesaneerd moeten
worden? of bouwen we woningen, ge
richt op de toekomst, waarin onze kinde
ren ook nog met plezier kunnen wonen,
en in dat geval zal zelfs een hoge huur
geen bezwaar meer zijn, omdat we dan
leven en niet geleefd worden. Hoewel
de Woningbouwvereniging als op
drachtgever optreedt, zijn de bewoners
van de woningen in feite de anonieme
opdrachtgevers en daar wordt helaas
geen rekening mee gehouden.
De aktiegroep
JEUGDDAMMEN
Uitslagen 12 december
S.Fonds-C. Goslinga 02
H. de Beurs-P. Bakker 20
H. Goslinga-P. Langeveld 20
T. Bakker-P. Witte 02
C. Goslinga-G. Blom 11
C. Zoetelief-R. Daalder 20
P. Bakker-H. Goslinga 11
P. Langeveld-iH. de Beurs 02
R. Daalder-T. Bakker 02
P. Witte-C. Zoetelief 20
T. Bakker-C. Goslinga 20
P. Langeveld-P. Bakker 02
G. Blom-P. Witte 20
C. Zoetelief-Fr. Bos 02
S. Fons-T. Bakker 0<2
P. Langeveld-C. Zoetelief 02
Fr. Bos-P. Bakker 02
Competitiestand
H. de Beurs
gesp.
pnt
1.
16
29
90,63
2.
G. Blom
16
26
81,25
3.
P. Witte
19
26
68,21
4.
C. Zoetelief
11
15
68,18
5.
P Bakker
11
14
63,63
6.
T. Bakker
27
32
59,26
7.
Fr. Bos
16
18
56,25
8.
C. Goslinga
31
31
50,00
9.
H Goslinga
23
22
47,83
10.
R. Daalder
22
20
45,45
11.
P. Kikkert
15
12
40,00
12.
P. Langeveld
8
6
37,50
13.
F, v Heerwaarden 11
8
36,36
14.
S. Fonds
22
13
29,55
15.
M. Fonds
13
5
15,35
16.
A. Bakker
16
3
9,38
JEUGDSCHAKEN
Uitslagen 12 december
H. van Wolf eren-C. Zoetelief 10
R. Daalder-P. Witte 01
P Witte-H. van Wolf eren 01
C. Zoetelief-R. Daalder 10
Fr Bos-H. van Wolferen 01
T. Bakker-P. Witte 10
J P. Hooijberg-H. van Wolferen 10
S. Fonds-Fr. Bos 01
T. Bakker-S. Fonds 10
Competitiestand gesp. pnt
1 J. P. Hooijberg 9 9 100
2. H. van Wolferen 5 4 80
3. C. Zoetelief 4 3 75
4. H. Witte 9 6Vt 72,22
5. P. Bakker 6 4 66,67
6. Fr. Bos 13 8 61,54
7. P. Witte 18 10 55,56
8. R. Daalder 9 5 55,56
9. 'H. Goslinga 11 6 54,55
10. C. Vermuë 3 l1/^ 50
11. W. Brons 17 IVz 44,12
12. P. Brons 18 7 38,89
13. T Bakker 13 3 23,08
14 J Klein Bog 8 IVz 18,75
15. M. Fonds 5 ^10
16. S. Fonds 6 Vz 8,33
We houden nu vakantie. De eerste
dinsdag na de vakantie beginnen we
weer. Nieuwe deelnemers zijn nog
steeds van harte welkom.
Greet Ackermans was een wijze
'UW.
et ging er haar nooit om wie in huis
baas was. Dat was Henk. En in die
rde liet ze hem. Ze ontzag zijn orde-
;e -geaardheid,hij hoefde nooit naar
krant te zoeken, nooit op het eten
[wachten. Ze wist ook dat hij aan
i insturen gebonden was en dan moest
KSI Bhuis ook orde en regel zijn. En wan-
tr hij een van zijn oekases uitvaar-
'e, wanneer hij zijn standpunt met
ichtige stem duidelijk had gemaakt' en
[wetten had gesteld, dan verzette ze
niet.
aar heel vaak was het krachtige
'dpunt haar eigen standpunt en was
k langzamerhand gaan geloven, dat
[het zelf had bedacht. En soms ook
ze op het juiste moment en in de
[te bewoordingen hem tot nadenken
vvat Ackermans H. K.
I J beslist, nu inderdaad wel een wet
meden en persen was, waarin nooit
nimmer wijziging mocht komen,
nk had er bijvoorbeeld nooit bij
iestaan hoe het mogelijk was, dat
man die voor zijn dochtertje „en
alle meiden" de huishoudschool
ruim voldoende opleiding achtte,
ir. ^lfstandig en zonder enige be-
^eding van buiten tot de conclusie
komen, dat Ruth naar de HBS
t En hij was blij toen Greet, met
ietwat raadselachtige glimlach zei
rkanfcu vader, als jij dat vindt dan ben
ar- let er natuurlijk ronduit mee eens",
janneerhij eens door een beetje trei-
van zijn meerderen, door slabak-
rkanlvan zijn ondergeschikten of alleen
bekelr omdat het hem soms de keel uit-
1 Te1 thuiskwam in een stemming om
de land-, zee- en luchtmacht met
ord^t00mbon vanh et aardoppervlak te
*n, met hijzelf natuurlijk, als een
vaardige tweede Noach, veilig in
chuilkelder, dan wist zij zijn aan-
j taktvol af te leiden, wist hem iets
prettigs te vertellen al was het maar
dat ze bloemkool met saucijzen aten
vandaag en dan vroeg ze hem naar zijn
wedervaren. Dan was inmiddels de berg
weer tot een molshoop ineengekrompen
en dan wist ze hem soms wel tot gans
andere gedachteh te brengen. Niet dat
ze hem ooit adviseerde; hoe zou een
vrouw,een vrouw notabene, ook maar
een jota snappen van zoiets ingewik
kelds als De Dienst! maar de atoombom
plofte niet en inmiddels had adjudant
Ackermans, helemaal op eigen kracht,
al ontdekt hoe hij dat varkentje wassen
zou.
Onder zulke omstandigheden zou het
heel natuurlijk geweest zijn als Ruth in
alles moeders kind was gebleven, maar
vaderliefde laat ook dochters niet onbe
roerd. Met Ruth kon Ackermans de
lange wandelingen maken waaraan hij
soms zo'n behoefte had, en dan joeg
Greet ze de deur uit. „Ga een eind tip
pelen, jullie tweeën". Deze dochter was
de appel van Hendrik Kareis oog en
kon het anders7 haar toekomst! en
dat was natuurlijk haar huwelijk!
was naarmate ze ouder werd méér in
zijn gedachten.
Het sprak vanzelf, in dit dorp, waar
meer dan de helft der bewoners uit ge
kazerneerde soldaten bestond, dat Ruth
het ook als vanzelfsprekend leerde zien,
géén omgang te zoeken met soldaten.
Er waren enkele meisjes in het dorp
die dat wél deden en die hadden geen
beste naam, maar het werd ook nooit
„vaste verkering".
Er was wel eens contact, in de mili
taire tehuizen, bij avonden voor „onze
jongens" maar dan waren er altijd toe
ziende ogen. Als Ruth op zo'n avond
door een van de jongens ten dans werd
gevraagd, weigerde ze niet, al keek ze
wel uit met wie. En ze zou ook persé
niet de hele avond zich met de jonge
officieren ophouden, die dit knappe
blonde meisje best de moeite waard
vonden. Maar wat kon je gebeuren op
zo'n avond, waar je vader bij zat en de
hele staf?
Ruth begreep zelf heel goed, dat het
voor de soldaten niet altijd zo leuk was
Daar waren toch heel wat jongens bij
die in „het burgerleven" alleszins pre
sentabel waren. Moest je ze nu alleen
om „dat pakkie" mijden?
Maar de hele sfeer waarin ze leefde
had haar die mijding als iets vanzelf
sprekends leren zien. De soldaat bleef
nooit lang, straks zwaaide hij weer af.
Er waren genoeg jongens die het be
gonnen was om die tijd een verzetje te
hebben. Maar het voornaamste was je
reputatie. Je dééd zoiets niet, zeker
niet als dochter van de adjudant. In een
instinctieve rechtvaardigheidsdrang
trok Ruth de lijn over de gehele linie,
ook ten aanzien van de officieren. Want
die sterren betekenden niets. Menig ge
woon soldaat of onderofficier had méér
in zijn mars dan een luitenant. En ze
voelde ook helemaal geen verlangen
naar het leven van officiersvrouw, dat
leven met zijn coterieën waarin de man
moest dansen naar het pijpen van zijn
superieur, en de vrouw vaak in niet
mindere mate naar dat van diens echt
genote. De militaire rangen werden ook
in het gezelschapsleven doorgetrokken.
En dan in een garnizoensplaats! Nee,
dacht Ruth, mij niet gezien.
Vader en moeder Ackermans hadden
in dit opzicht dus nimmer moeilijkhe
den gehad. Ouders en dochter trokker
één lijn.
Maar de avond na haar onplezierig
avontuur in ,De Rustende Jager" zat
Ruth diep in gedachten te staren in de
door haar vader zo zorgvol onderhou
den tuin, waar de pereboom in volle
bloesem stond.
't Was toch wel een vreemd geval ge
weest. Ze hoopte dat ze niet al te dui
delijk had laten merken hoe ze schrok
toen die soldaat er zo ineens bij kwam
zitten. Eerst die kwallige gastjes....
toen dat óó'k nog. Zag ze er zo goedkoop
uit, had ze gedacht, dat iedereen meen
de haar zijn gezelschap te kunnen op
dringen?
Ze had met geoefend oog gezien, dat
hij van vaders regiment was,m isschien
wel van dezelfde compagnie, en die jon
gens pasten wel op dat ze de dochter
van de adjudant niet te na kwamen!
Onwillekeurig glimlachte ze toen ze
dacht aan zijn dreigend gezicht met de
zwaar gefronste wenkbrauwen, toen hij
haar begroette. Ruth, had hij gezegd,
hij wist wie ze was en hoe ze heette.
En toen die ander, die reus.opeens
kreeg ze een warm gevoel. Deze jon
gens hadden haar in bescherming geno
men tegenover dat onappetijtelijke trio
als iets vanzelfsprekends!
Soldaten waren toch niet alléén maar
jongens die je maar moest negeren, die
naar je floten of kushandjes wierpen
zoals ze soms wel deden vanuit de grote
legerwagens, die haar op weg naar de
school voorbijreden. Och, wat dan nog!
Een soldaat mocht nu eenmaal minder,
maar in sommige opzichten méér dan
een ander en ze had toch ook wel eens
moeten lachen tegen zo'n jongensge
zicht onder zo'n zware helm.
Terwijl ze daar zat te lezen en deed
of ze niet bestonden want ze had ze
best zien aankomen en zich meteen
ijverig in haar boek verdiept hadden
zij een wakend oog over haar gehouden
en ingegrepen. En nogal riskant ook,
want als ze haar eerste impuls was ge
volgd, had ze die soldaat raak afge
snauwd en tenslotte was er nog kans
geweest dat het op „knokken" uitdraai
de tussen het trio uit de auto en die sol
daten. En dat was voor hen niet best
geweest, want zij zouden waarschijn
lijk een „douw" hebben gekregen. Dat
hadden ze toch maar geriskeerd, voor
haar.
Opeens werd deze groep, waarover ze
haar vader soms grappen hoorde ver
tellen, soms hoorde kankeren, maar die
voor haar altijd een onpersoonlijke
massa in khaki geweest was, voor haar
iets levends. De soldaten werden men
sen, medemensen.
(wordt vervolgd)