■«s ras» mmm 10.- Electrohuis O AGENDA De IJsberg u }lt1 Kosten van de arbeid gebouwenkosten en SMID JE VERHOLEN EN DE RARE ALCHIMIST MINORIETEN FESTIkHU LANDBOUW en VEETEELT:,Z Hoe onschuldig is het dga aardgas .11 verhaal uit het soldatenleven door L van Schooten Tweede blad Texelse Courant, vrijdag 24 december 1971 In gesprekken met veehouders valt iet telkens weer op, dat men de neiging ïeeft om bepaalde kostenposten veel iwaarder te laten wegen dan andere 11 costenonderdelen. Wij menen, dat dit ai met name het geval is als het gaat om n le kosten, die het gevolg zijn van lu ïieuwbouw of verbouw van stalruimte lS iroor het melkvee. Nu zijn we de laatste im te ontkennen, dat de kosten, die aan iet bouwen of verbouwen van stal- ■uimte zijn verbonden niets betekenen. Ne weten heel goed, dat bouwen duur rubriek voor OihIci' rt-iliiKlii- Als je echter in kostprijsberekeningen ran de melk de diverse kostenonderde- en bekijkt, blijkt, dat de huisvestings- ;osten beslist niet tot de hoogste beho- Een kostenpost, die er duidelijk litspringt is die van de arbeid. Het is nl. zo, dat op veel bedrijven de :ostprijs van de melk wel voor 40 tot i0°/o bestaat uit arbeidskosten, terwijl lit voor kosten van huisvesting, dus talruimte maar 10% tot hooguit 15% Aan de praktijk getoetst Op diverse veehouderijbedrijven is et nl. zo, dat per man per jaar geen 00.000 kg melk „aan de weg wordt ge- et". En zelfs als dit wel het geval is :omt men voor de arbeid al aan een ostenpost van 15 ct. per kg melk. Als re de kosten per man met inbegrip van sociale lasten op een bedrag van 15 000,per jaar stellen, dan is dit ij een „produktie" van 100.000 kg ïelk al 15 ct per kg. En zoals we reeds pmerkten in veel gevallen komt men an geen produktie van 100.000 kg melk er man toe. Als dit op 80.000 kg melk per jaar gt zitten we voor de kosten van de rbeid al dicht bij de 20 ct. per kg ïelk.' Wat de kosten van de huisvesting be eft ligt het als volgt. Stel, dat de osten van een nieuwe stal op ƒ2.000, er koe liggen, dan moeten we de jaar- osten op ƒ200,per koe stellen. Bij ?n produktie van 4.500 kg melk per betekent dit dat de huisvestings- DSten plm. 4Vi> ct per kg melk zijn. Bij ?n produktie van 5.000 kg melk per De is dit maar 4 ct per kg melk. Hieruit blijkt dus eigenlijk, dat de huisvestingskosten in het niet vallen te genover de kosten van de arbeid. Wat betekent dit Wat kunnen we nu met de hiervoor genoemde gegevens doen? We willen proberen dit uit te leggen. Stel, dat op een bepaald bedrijf op dit moment voor de produktie van 150.000 kg melk de arbeid van 1% man nodig is. Een minder goede inrichting van de stalruimte kan oorzaak zijn, dat de arbeid van 1% man inderdaad hard nodig is om het werk rond te krijgen. Uit praktijkvoorbeelden, die ook op Texel voorhanden zijn blijkt dat het bij een goede inrichting van stallen en be drijfsruimte heel goed mogelijk is om met één man een aantal koeien te ver zorgen, die per jaar 150.000 kg melk produceren. Of met andere woorden om een aantal van 30 - 33 melkkoeien plus bijbehorend jongvee door één man te laten verzorgen. Stellen we de kosten per man op ƒ15.000,dan betekent dit, dat de ar beidskosten in de* bestaande toestand met een bezetting van IV2 man in to taal ƒ22.500,zijn. Bij een totaalpro- duktie van 150.000 kg melk betekent dit dat de arbeidskosten per kg melk in dit geval 15 ct per kg zijn. Zoals we hiervoor reeds aangaven ligt dit be drag op veel bedrijven aanmerkelijk hoger. Indien na de verbouwing het bedrijf een eenmansbedrijf wordt kunnen we de arbeidskosten op ƒ15.000,stellen. Bij een totaalproduktie van 150.000 kg melk per jaar dalen de arbeidskosten in dit geval dus tot 10 ct per kg melk. Hiervoor hebt u kunnen lezen, dat bij bouwkosten van ƒ2.000,per melkkoe de jaarlijkse kosten voor de huisvesting op 4 - 4 te ct per kg melk liggen. Kun nen we dus de arbeidskosten met 5 ct per kg melk verlagen, dan hebben we al voordeel. Daarbij is nog niet berekend, dat we door het bouwen van een stal bestaande bedrijfsruimte vrij maken, die in veel gevallen een nuttige bestem ming zal kunnen krijgen. Honderd vijftigduizend kilogram melk We stellen ons voor, dat er lezers zijn, die nog wat vreemd aankijken tegen die 150.000 kg melk per jaar per man. Zo'n 10 jaar geleden zouden we daar zelf waarschijnlijk ook nog vreemd tegen hebben aangekeken. Op dit moment niet meer. Het blijkt nl., dat er landelijk duizenden veehouders en op ons eiland tientallen veehouders zijn, die dit klaar spelen. En als u er behoefte aan hebt om in contact te komen met dergelijke vee houders, dan kunt u naam en adres bij ons krijgen. In een gesprek met deze veehouders zal u dan duidelijk worden dat er diverse veehouders zijn die bij wijze van spreken hun hand niet om draaien om bij een goede inrichting van de stalruimte 30 - 40 melkkoeien te verzorgen en daarmee een hoeveelheid van 150.000 kg tot 200.000 kg melk per jaar af te leveren. ZON, MAAN EN HOOG WATER De zon komt 25 december op om 8.47 uur en gaat onder om 16.32 uur; 29 december op om 8.48 uur en onder om 16.35 uur Maan: 25 dec. E.K.; 2 jan. V.M. Hoog water ter rede van Oudeschild: 24 dec. 0.18 en 12.15; 25 dec. 0.55 en 12.50; 26 dec. 1.36 en 13.46; 27 dec. 2.41 en 15.06; 28 dec 4.03 en 16.36; 29 dcc. 5#.7 cn 18.05; 30 dec. 6.44 en 19.20; 31 dec. 7.50 en 20.23; 1 jan. 8.29 en 20.57 Aan het strand is het ongeveer een uur eer der hoog water. OPENSTELLING POSTKANTOREN OP 24 EN 31 DECEMBER De PTT liet ons weten dat op 24 en 31 december a.s. de avondopenstelling van de Texelse postkantoren vervalt, De kantoren sluiten allen om 15 00 uur. WINKELS IN DEN BURG DINSDAGMIDDAG NIET DICHT Ter compensatie van het als werk dag uitvallen van zaterag 1 januari zul len de winkels in Den Burg op dinsdag middag niet zijn gesloten. Voor de an dere dorpen geldt dat de winkels op dinsdagmiddag 28 december geopend mógen zijn op grond van de winkelslui tingswet. De winkeliersvereniging van Den Burg acht het open zijn op dinsdag middag in dit geval mede gewenst met het oog op het grote aantal wintertoe- risten. (Overgenomen uit het orgaan van de Ned. Organisatie van Oliehandelaren). „Aardgas is beslist geen mengsel van eau de cologne en vitaminen", aldus de secretaris van onze organisatie in een interview met „Elseviers Magazin", nu alweer enige tijd geleden, in het kader van onze aktie tegen de accijns op huis brandolie voor niet-particulier gebruik. Gebruik makend van een hoe langer hoe algemener verontrusting over de vervuiling van ons milieu, is en wordt in de concurrentiestrijd olie-aardgas door de belanghebbenden bij het aard gas steeds meer de indruk gelegd op de MINORIETEN FESTIWL JpSI iiiiiwir. een heel speciale plaat van de CCGC met Maurice André - trompet Martha Argerlch - plano Frans Brüggen - blokfluit Nicolal Gedda- tenor Werner Haas - plano De Mastreechter Staar Annellese Rothenberger - sopraan Isaac Stem-viool John Williams - gitaar in een heel speciale hoes voor maar 3 - guaar koop öw iet Zondag 26 december Dennen, „De Instuif", start tussen 13.00 en 14.00 uur van de kerstwan deltocht. en Burg, „J'elleboog", 20.00 uur, dan sen m.m.v. I Cardinali. Dinsdag 28 december en Burg, hotel 'De Oranjeboom', 20.00 uur, optreden folklore met volledig folklore-programma. vol iet tentoonstelling werk leerlingen RSG. Openstelling maandags t.m. vrijdags 9.00 - 12.00 en van 14.00 - 17.00 uur Iedere woensdagmorgen n Burg, „Casino", 11.00 uur, bejaar- dengymnastiek. Ieder vrijdagavond isterend, „De Bijenkorf", 19.30 uur, bijeenkomst modelbouwclub Texel. Ieder weekend to )enstelling Wagenmuseum De Waal, ijdag en zaterdag van 14.00-17 00 uur. :ha fze' t ai Tot en met 4 januari Burg, raadhuis, expositieruimte, 157. „Hoho, dat gaat zó maar niet!" riep toen de advocaat, die Nosco zou verdedigen. „Ge moet eerst naar mijn verdediging luisteren van deze arme stakker?" „Wat je maar een stakker noemt!" gromde de rechter. „Schiet dan maar op, man, en doe je kletspraatje, alhoe wel ik niet veel zin heb ernaar te lui steren". „Dat zal mij toch niet beletten te be nadrukken, dat Nosco geen misdadiger was, maar een groot geleerde en een knap man der wetenschap, die slechts een aantal onschuldige ovobiologische, vivichemische proeven deed op de in woners van deze stad. Niemand is er ziek van geworden en niemand heeft er schade bij geleden. Maar ziet, daar komt zo'n malle smid en die stuurt de boel in de war! Een schande voor de wetenschap! Daarom eis ik vrijspraak!" „Heb je nog meer?" vroeg de rechter sarcastisch. „Nog véél meer", antwoordde de ver dediger. „Mag de arme, geplaagde Nos co misschien doen wat hij wil met de dure zaakjes, die hij wist los te krijgen bij mr. de Wael van Nimweeghen, die een van de domste museumdirekteuren is, die ik ooit in mijn leven ben tegen gekomen?" „Juist!" brulde de rechter en hij gaf een hevige slag op de tafel met zijn ha mer. „Meneer Nosco mag met kunst schatten doen wat hij wil! Maar hij mag geen vergif over krentenbollen en stamppot spuiten! Dat staat duidelijk in de wet! Ik geeft toe, dat de wet niet spreekt over oude museumspullen, want kunst is geen regeringszaak. Maar de wet spreekt wel over de aframmeling, die Nosco aan de journalist Frans Bulle gaf! Ook dat is streng verboden! En daarom blijf ik bij mijn uitspraak!" Toen fluisterde de officier van ju stitie de rechter iets in het oor en deze zei: „Ja. daar heb je gelijk in. Laat de verdachte maar eens uitleggen hoe hij erbij kwam voor Kludde te gaan spelen en een oude scheikundige in de waan te brengen, dat de tachtigjarige oorlog nog steeds niet voorbij was. (wordt vervolgd) 99 st le isv „Wat zit je daar zo stilletjes te hen, Ruth?" vroeg haar. moeder ïts beleefd?" -Tja.." zei Ruth bedachtzaam, „wat ik zeggen? Iets onprettigsen irna iets prettigs". 't Prettige was het voornaamste, soi^ik ik". Eind goed, al goed", lachte Ruth, was zo fijn met moeder dacht ze. vroeg niet dóór. Vandaag of mor- zou ze het haar wel vertellen. Werd „morgen", maar dat wist ze n nog niet. e d De ev HOOFDSTUK IV Het onderzoek kapitein De Mol kwam met een ver- gsti )r^ gezicht het bureau van de adju- va 't binnen. Dat moest u maar es voor me uit- ken adjudant. Ik heb hier een klacht een restauranteur uit de buurt het optreden van enkele dienst- ^jihtigen". Van onze compagnie?" Dat is juist wat u moet uitzoeken". 0„ Ja maar kapitein, ik kan ze toch niet c voor stuk. >essi 9 hoeft niet, ik heb wel een aan- egn hng. Eén van de kerels was een reus een vent met handen als kolen- oppen, en hij had een rode chrevron op zijn mouw. Dus soldaat eerste klas. En ik geloof dat je geen Sherlock Hol mes hoeft te zijn, adjudant, om dan meteen te denken aan meneer Geule mans. Die heeft wel es vaker herrie geschopt. Tijd die ie de pen es op z'n neus krijgt. Ik wil deze zaak uitgezocht hebben en ik zal streng straffen, dat verzeker ik u". Ackermans had het niet zo erg op de kapitein, te veel een dienstklopper, vond hij, maar hierin was hij het met hem eens. Wangedrag van een soldaat in uniform in een openbare gelegenheid en dat zo dicht in de buurt van de le gerplaats, daarenboven waarschijnlijk een man van zijn compagnie dat kon men met passeren. „De klacht is van de eigenaar van De Rustende Jager. Hij heeft het zelf niet meegemaakt, de klacht komt van de kelner. Er waren drie heren aan een tafeltje komen zitten, twee soldaten waren er bij gekomen, waaronder waar schijnlijk onze vriend, hadden ruzie ge zocht en om de lieve vrede wil was het gezelschap toen maar vertrokken. Later zijn ze terug gekomen en hebben hun beklag ingediend. De eigenaar over weegt, geen militairen meer in zijn zaak toe te laten. Dat zal wel een loos ereigement zijn, want vooral in de win- te heeft hij er vaste klanten aan en ze houden zich over het algemeen keurig, moest hij zelf toegeven. Maar ik vind het niet leuk ais zo'n kroegbaas bij mij komt opspelen en ik kan hem niet tege lijk voor vijf centen terug geven", zei de kapitein getergd en geschokt tot in het diepst van zijn officierstrots. Moest je daar als officier zitten en je door een burger laten uitkafferen, omdat zo'n snotjongen.„enfin, zoek het uit en laat menéér, of de heren, maar bij mij op het matje komen. Ik zal ze een goeie douw geven én ze gaan naar de eigenaar om hun excuus te maken". Dat laatste vond de adjudant weel een beetje te veel van 't goede, maar hij zei maar niets. De pet stond de kapitein scheef vanmorgen en dan was zwijgen goud. Hij zat erover na te denken hoe hij dat varkentje wassen zou. Niet voor niets had hij een zwak voor detective romans. Het speet hem altijd nog, dat hij niet bij de marechaussee was gegaan dan kon hij er nog iets van te pas bren gen. Maar hij wist hoe hij te werk zou gaan. Metéén overdonderen, metéén de man in het defensief dringen. En dat deed hij dan ook toen Geert, volgens order, op het matje verscheen „Wat deed jij gisteren de boel op stel ten te zetten in De Rustende Jager?" overviel hij meteen de beklaagde, die strak in de houding voor hem stond. Hij zei niet „op de plaats rust", zou het me neer niet gemakkelijk maken. „Nou?" vroeg hij nijdig, toen Geert zweeg. „Ik wou wel weten wat u bedoelt", vroeg Geert kalm, en innerlijk ver maakt omdat hij, en niet de adjudant, de toedracht kende. Meteen besloot hij. geen namen te noemen Veel te grappig, deze situatie. schoonheid, letterlijk dan, van het door hen verkochte produkt. Omdat deze be langhebbenden overwegend overheids- of semi-overheidslichamen zijn, klinkt de argumentatie voor zeer velen extra geloofwaardig. De regering, de gemeen tebesturen, enz. worden toch tenminste geacht objectiever te zijn dan een parti culier bedrijf. Dit imago zou de over heid en haar dienaren extra voorzichtig moeten maken bij het doen van uitspra ken, direkte zowel als indirekte. Die voorzichtigheid wordt door de overheid en haar dienaren dan ook soms tot in het absurde in acht genomen. Maar, oh wee, zodra de overheid, zoals in het geval van het aardgas, zelf commerciële belangen heeft, lijken die remmen weg te vallen. Uiterst ongenuanceerd, alsof er geen verschil bestaat tussen bijvoor beeld petroleum en zware stookolie, wordt olie aangemerkt als een afschu welijk het milieu verpestend produkt. In de televisiereklame laat de Gasunie ons weten dat al wie geen gas stookt geen goede manieren heeft (boven Alk maar behoeft men zich hiervan blijk baar niets aan te trekken, want, vol gens de Gasunie uitvoering van 't lied je „Zo zijn onze manieren" willen we alleen maar tussen Alkmaar en Maas tricht wonen). Maar waarop baseren al die aardgas apostelen dat beeld van schoonheid? Op grondig wetenschappelijk onderzoek? Al onze pogingen tot het opsporen van rapporten waarin de resultaten hiervan zouden zijn neergelegd hebben nog nooit iets opgeleverd. Wij veronderstel len dan ook dat het vrijwel uit sluitend is gebaseerd op het nagenoeg ontbreken van zwavelverbindingen in het Nederlandse aardgas. En, ongeluk kig voor olie, meet men nog steeds bijna alleen zwaveldioxyde. Wordt dat in luchtmonsters aangetoond, dan is de lucht vuil. Zit het er niet in, dan is de lucht schoon. Inmiddels treden er in de meettechnieken verbeteringen op en dat heeft al enkele interessante resultaten opgeleverd. Zo deelde de Wethouder voor de Volksgezondheid van Rotter dam eind vorig jaar in een vergadering van de gemeenteraad mee dat tijdens de periode van ernstige luchtverontrei niging in Vlaardingen op 12 oktober 1970 (toen zelfs enkele schoolklassen naar huis werden gestuurd) het gehalte van zwaveldioxide helemaal niet bij zonder hoog was geweest, maar wel dat uitzonderlijk hoge concentraties van stikstofdioxide waren gemeten. Waar zou nu al dat stikstof vandaan komen? U raad het al, ontstaan bij de verbran ding van aardgas. In dit verband is het ook leerzaam kennis te nemen van het antwoord van het dagelijks bestuur van het Openbaar Lichaam Rijnmond op vragen van een lid van de Rijn- mondraad. Hierin staat dat de over schakeling van kolen en olie op aardgas geen einde maakt aan alle luchtveront reiniging. Wel zal de lucht dan niet meer worden verontreinigd door stof, roet en zwaveldioxide, maar in plaats daarvan zullen aanzienlijke hoeveelhe den stikstofdioxide in de lucht worden gebracht. Een ruil dus waarbij de vraag past of deze gunstig of ongunstig is. Hierover merkte Ir. J. J. Pot te Slik kerveer in N.R.C. Handelsblad van 28 november vorig jaar op dat stookolie 3% zwavel bevat en aardgas 12% stikstof (NH3 en organische stikstofver bindingen). De stikstofoxyden, welke bij de verbranding van aardgas ontstaan, zouden onder inwerking van licht en ozon wel zo schadelijk zijn als de zwa- veloxyden ontstaan bij de verbranding van olie. Hij voorspelt dat als het West- land zal zijn overgeschakeld van olie op aardgas de overlast ervan erger zal zijn dan nu. Men zou zo denken dat er aldus wel enige aanwijzingen zijn voor een beetje twijfel aan de onschadelijkheid van het aardgas. Als onze overheden werkelijk zo beducht zijn voor de verontreiniging van ons milieu zouden zij op korte ter mijn een grondig onpartijdig on derzoek hiernaar moeten laten instel len. Of zou men te beducht zijn voor de eventuele voor het aardgas ongunstige uitkomsten hiervan? „Wat ik bedoel? Dat weet je zelf dek sels goed. Ruzie te zoeken met klanten daar, ze praktisch weg te jagen? Die eigenaar is hier geweest. Hij is van plan de tent voor militairen te sluiten". Ackermans zweeg om dit dreigement te laten bezinken. „Moet ie doen", zei Geert nuchter, „gaat 'em geld kosten. Kan ie de tent van de winter helemaal wel sluiten". „Ah. juist", zei Ackermans met snij dend sarcasme. „Dat heeft meneer al wel uitgerekend. En daarom kan me neer doen wat ie wil. Die restauranteur slikt het wel. In ieder geval, jij bent het geweest". „Wat geweest?" vroeg Geert. „Diedaar zaterdagmiddag de boel op stelten heeft gezet. Of wou je zeggen dat je d'r niet was geweest?" „Waarom zou ik dat zeggen? Ik was d'r zaterdag, maar ik weet alleen niks van op stelten zetten". „En wie waren d'r nog meer?" „Dat zoekt u zelf maar uit", zei Geert, „dat hoef ik toch zeker niet voor u te doen?" De adjudant wou uitvaren, maar be dacht te rechter tijd, dat het geen zin had. De jongens verlinkten mekaar niet, en al was het lastig, het was hun goed recht. „Daar kom ik ook heus wel achter", zei hij. „In ieder geval ga jij maar rechtstreeks door naar de kapitein, wacht, 'k zal effe bellen". Nu, de kapitein zat al te wachten, hoorde hij. „D'r zwaait wat voor je", zei Acker mans. „Nou dan wordt u bedankt" zei Geert grijnzend. Ackermans had hem daar graag een kat voor gegeven, maar be dacht dat hij 'net rustig aan de kapitein kon overlaten. Daar zou de jongeman zo veel babbels niet hebben. Nu, bij de kapitein was het meteen zwaar weer. Geert moest pal in de hou ding staan. En de kapitein begon met een duidelijk te maken dat hij dit niet nam en dat hij wel zou zorgen dat het zich niet herhaalde, en gaf in het alge meen een boetepreek weg over solda ten in uniform die een schande waren voor de compie En pas toen hij vol doende stoom had afgeblazen, drong het tot hem door dat hij niet geheel volgens de spelregels handelde. „Wat heb je daarop te zeggen", snauwde hij. „Niets kapitein" zei Geert onschuldig. „Je geeft dus toe?" „Wat moet ik toegeven?" „Dat hoor je toch?" „Ik hoor alleen dat u erg boos bent op soldaten die zich misdragen. Waar om u mij dat allemaal vertelt, snap ik niet". De kapitein werd gevaarlijk rood. „Je moet niet brutaal worden man netje!" „Ik zou graag willen weten kapitein, waarom ik hier op 't matje moet ko men, want dat weet ik nog steeds met, ziet u". De vent had nog gelijk ook! Dat maakte de kapitein nog nijdiger. „Ik heb hier een klacht dat jij je misdragen hebt in een openbare gele genheid, ruzie gezocht met gasten en die bedreigd, zodat ze weggegaan zijn". Geert zweeg. „Wat heb je hierop te zeggen, sol daat?" „Dat 't niet klopt, kapitein". „Zo zo, dus ik zit hier een potje te lie gen". (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1971 | | pagina 3